1. Inleiding
De thema’s migratie en integratie hebben inmiddels gedurende lange tijd en in de volle breedte de aandacht in het maatschappelijk debat. Er is vanuit beleid en wetenschap ook veel behoefte aan cijfers over deze thema’s. Maar er worden geregeld vragen gesteld bij of er wordt kritiek geuit op de gebruikte definities en publicaties waarin statistische uitkomsten worden uitgesplitst naar migratieachtergrond en migratiegeneratie. De kern van de kritiek is meestal dat men vindt dat waargenomen verschillen tussen herkomstgroepen impliciet worden toegeschreven aan culturele verschillen. Het gebeurt ook dat het onderscheid maken naar migratieachtergrond bij individuen en groepen gevoelens van uitsluiting en stigmatisering oproept. Zeker als het gaat om kinderen van immigranten, de in Nederland geboren vertegenwoordigers van de tweede generatie. Het CBS vindt het belangrijk afwegingskaders als die voor migratie- en integratiestatistieken regelmatig te evalueren.
Het CBS publiceert al tientallen jaren over integratie en migratie. Migratie draagt zeker de laatste jaren veel bij aan de groei en de veranderende samenstelling van de bevolking. Het Jaarrapport Integratie, gefinancierd door het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid (SZW) is sinds jaar en dag één van de belangrijkste statistieken van het CBS op het gebied van integratie. Ook de Jeugdmonitor en Armoede en Sociale Uitsluiting zijn belangrijke publicaties waarin veel informatie naar migratieachtergrond wordt uitgesplitst.
Het CBS is continu bezig met het vinden van een goede balans bij het leveren van maatschappelijke relevante cijfers over migratie en integratie. Het CBS heeft voor het eigen statistisch programma immers als taak de empirisch waargenomen relevante feiten te rapporteren zoals ze zijn, zonder kleuring of weglating. Alleen op die manier kan de aard van een vraagstuk worden blootgelegd zodat bestaand beleid kan worden gemonitord en effectief beleid kan worden ontwikkeld. Ook draagt het eraan bij dat debatten op grond van cijfermatige onderbouwing kunnen worden gevoerd en niet op basis van onderbuikgevoelens of (voor)oordelen. Het maatschappelijk debat over integratie vraagt om een verzameling feitelijke en over de tijd vergelijkbare gegevens.
Als er verschillen bestaan tussen demografische groepen, dan is het zinvol om hier statistiek over te maken. Dit gaat dan om een nadere karakterisering van de bevolking door middel van een feitelijke omschrijving en is geenszins bedoeld als een kwalificatie van een groep. Het CBS rapporteert alleen feiten; die kunnen zowel negatieve als positieve effecten behelzen. Het CBS houdt in zijn publicaties altijd rekening met de wijze waarop resultaten worden geformuleerd en zorgt ervoor dat dit op feitelijke wijze geschiedt. Het volgen van groepen zoals generaties immigranten en het uitlichten daarvan in statistieken bevordert inzicht in de integratie.
Maar naast cijfers doen taal en vorm er ook toe. Niet alleen de feiten zelf zijn belangrijk, maar ook de manier waarop en de zorgvuldigheid waarmee deze worden geduid en gecommuniceerd naar de samenleving.
Het CBS hanteert uitgangspunten voor integratie- en migratiestatistieken, al zijn deze soms impliciet. Als er relevant geachte verschillen worden vastgesteld, wordt hier over gepubliceerd. Een interne ethische commissie geeft advies bij complexe vraagstukken, zoals of het CBS een statistiek wil produceren en wat de exacte vraagstelling zou moeten zijn. Het CBS weegt bij onderzoeken af welke groepen en generaties op welke manier worden bestudeerd.
Migratieachtergrond is gerelateerd aan het land waarin beide ouders zijn geboren, ongeacht het land waar men zelf is geboren (zie schematische weergave en toelichting voor details).
Migratieachtergrond
Kenmerk dat weergeeft met welk land een persoon verbonden is op basis van het geboorteland van de ouders of van zichzelf. Personen hebben een migratieachtergrond als ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Iemand die zelf ook in het buitenland is geboren, behoort tot de eerste generatie, terwijl iemand van de tweede generatie in Nederland is geboren. De kinderen van personen uit de tweede generatie, ook wel de derde generatie genoemd, worden niet meer gezien als personen met een migratieachtergrond, aangezien zij geen ouders hebben die in het buitenland geboren zijn.
Een persoon met eerste generatie migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond het land waar hij of zij is geboren. Een persoon met een tweede generatie migratieachtergrond heeft als migratieachtergrond het geboorteland van de moeder, tenzij dat ook Nederland is. In dat geval is de migratieachtergrond bepaald door het geboorteland van de vader.