Verschillen tussen schattingen van flexibele en vaste arbeidsrelaties

5. Conclusies

De Polis en de Ebb verschillen in hun schatting van het percentage vaste en flexibele arbeidsrelaties. Die verschillen verdwijnen niet als rekening wordt gehouden met het feit dat in de Polis banen en in de Ebb personen met een baan worden waargenomen. De verwachting is dat de verklaring van de verschillen gezocht moet worden in de onnauwkeurigheden die in beide bronnen voorkomen. Deze kunnen worden geschat met behulp van meetmodellen. In dit onderzoek zijn de door Pavlopoulos en Vermunt (2015) en Pankowska et al. (2018) ontwikkelde modellen verbeterd. Deze verbeterde modellen zijn toegepast op gekoppelde Polis-Ebb-gegevens voor de jaargangen 2016-2018 waaruit de 25-54 jarigen zijn geselecteerd.

Uit de voorlopige resultaten blijkt dat de verschillen tussen de meting van de soort arbeidsrelatie tussen de Polis en de Ebb verklaard kunnen worden door onnauwkeurigheden in zowel de Ebb als de Polis. In beide bronnen wordt het grootste aantal onnauwkeurigheden gevonden bij de werknemers die volgens het model een flexibele arbeidsrelatie hebben. De onnauwkeurigheden in de Ebb zijn daarbij groter dan die in de Polis. Belangrijke verklaringen voor de gevonden onnauwkeurigheden in de Polis en de Ebb kunnen worden gevonden in de baanduur, het aantal contracturen, en de branche. Voor de Polis komt daar de gebruikte software door bedrijven nog bij.

Met het huidige onderzoek is een belangrijke stap vooruit gezet in het onderzoek naar de verschillen tussen Polis en Ebb. Het onderzoek is echter nog niet afgerond. Tot nu zijn er alleen gegevens van respondentengebruikt die in het eerste kwartaal voor het eerst aan de Ebb deelnamen. Door ook de andere kwartalen in het onderzoek te betrekken krijgen we meer inzicht in de ontwikkeling van de onnauwkeurigheden. De komende periode wordt daar verder onderzoek naar gedaan voor de periode 2016-2018. Dit kan nog leiden tot precisering van de resultaten voor de 25-54-jarigen. Daarnaast is op dit moment alleen nog een model geschat voor die leeftijdscategorie. De verwachting is dat de onnauwkeurigheden die voorkomen bij de jongeren en ouderen nog meer zouden kunnen verklaren. Bij jongeren komen veel flexibele arbeidsrelaties voor en die blijken bij de 25-54 jarigen voor de grootste onnauwkeurigheden te zorgen. Bovendien is het aantal inconsistenties in type arbeidsrelatie tussen de Ebb en de Polis bij jongeren veel groter dan bij de 25-54-jarigen. Bij ouderen speelt de overgang naar pensionering die eveneens voor extra onnauwkeurigheden zou kunnen zorgen.
Tegelijkertijd wordt meer ervaring opgedaan in het toepassen van meetmodellen en wordt de bruikbaarheid daarvan verder onderzocht. Als dat succesvol blijkt, kan de methode wellicht ook toegepast worden om de gevolgen in beeld te brengen van veranderingen die optreden in de nauwkeurigheid in de meting van de Polis door de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans in 2020 en de veranderingen in het ontwerp van de Ebb in 2021.