De Nederlandse bouwnijverheid in onzekere tijden, 2019-2023

1. Inleiding

De bouw is doorgaans gevoelig voor conjunctuurschommelingen. Als gevolg van de kredietcrisis en de eurocrisis kende de bouw in 2013 dan ook een grote dip. In de jaren na de crisis herstelde de Nederlandse economie als geheel en groeide de bouw mee.

De bouwnijverheid heeft sinds 2019 te maken gehad met een snel veranderende markt en een opeenstapeling van uitdagingen: de coronapandemie, hoge materiaalprijzen, de stikstofproblematiek en een krappe arbeidsmarkt. Mede door de historisch lage rente bleef de vraag naar bouwprojecten hoog. Vervolgens liep de rente in 2022 fors op, waardoor huishoudens bij gelijk inkomen minder hypotheek konden krijgen. In dit artikel wordt gekeken naar hoe de bouw zich heeft ontwikkeld in deze uitdagende tijden.

In paragraaf 2 wordt hiertoe eerst gekeken naar de ontwikkeling van de bouwnijverheid na 2008 ten opzichte van de Nederlandse economie en die van andere Europese landen. De relatief sterke conjunctuurgevoeligheid van de Nederlandse bouw staat hierbij centraal. Vervolgens wordt in paragraaf 3 dieper ingegaan op de meest recente ontwikkelingen in de bouw van de laatste twee jaar. In deze paragraaf wordt gekeken naar de bouwproductie, het aantal verkochte nieuwbouwwoningen en de ontwikkeling hiervan in de nabije toekomst aan de hand van het aantal verleende vergunningen voor nieuwbouwwoningen.

Belemmerende factoren, zoals onvoldoende vraag, stijgende materiaalkosten en het personeelstekort worden in paragraaf 4 gekwantificeerd met behulp van de uitkomsten uit de Conjunctuurenquête Nederland (COEN). Ten slotte wordt in paragraaf 5 ingegaan op de recente ontwikkeling van de verschillende branches binnen de bouwnijverheid, zoals de algemene burgerlijke en utiliteitsbouw, de grond-, weg- en waterbouw en de gespecialiseerde bouw.