De Nederlandse economie in 2021

5. De arbeidsmarkt

Na een stijging van de werkloosheid in 2020, lag het aantal werklozen in Nederland vorig jaar weer lager dan een jaar eerder. De werkloosheid bereikte in 2021 een nieuw laagterecord. Er waren gemiddeld 408 duizend mensen werkloos, 57 duizend minder dan in 2020. Het werkloosheidspercentage daalde van 4,8 procent in 2020 naar 4,2 procent in 2021. Volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO) gaat het bij werklozen om mensen zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn om aan de slag te gaan.

In het begin van de coronacrisis nam de werkloosheid snel toe; van 4,0 procent in februari 2020 tot 5,5 procent in augustus 2020. Daarna daalde de werkloosheid weer. De daling zette in vrijwel heel 2021 door, waarbij in november met 3,7 procent het laagste werkloosheidspercentage werd bereikt. Het steunbeleid van de overheid voorkwam een sterke stijging van de werkloosheid en met het economische herstel daalde de werkloosheid naar het laagste niveau sinds de start van de reeks in 2003.

5.1 Aantal werklozen (15 tot 75 jaar)
JaarWerkloze beroepsbevolking (x 1 000)
2003500
2004576
2005597
2006525
2007466
2008427
2009489
2010547
2011544
2012622
2013754
2014762
2015724
2016646
2017546
2018459
2019423
2020465
2021408

Het aantal werkenden is in 2021 gegroeid tot een recordhoogte van gemiddeld bijna 9,3 miljoen. Dat is 70,4 procent van alle 15- tot 75-jarigen. Het deel van de bevolking van 15 tot 75 jaar dat betaald werk heeft, wordt de nettoarbeidsparticipatie genoemd.

In de leeftijdsgroepen 25 tot 45 en 45 tot 75 jaar lag de gemiddelde nettoarbeidsparticipatie in 2021 hoger dan in 2019, voor het begin van de coronacrisis. Ook de jongeren hebben in 2021 een inhaalslag gemaakt, maar hun arbeidsparticipatie lag met gemiddeld 71,7 procent in 2021 nog wel onder het niveau van de arbeidsdeelname in 2019. In de tweede helft van 2021 nam de nettoarbeidsparticipatie echter sterk toe, waardoor deze eind 2021 ook voor jongeren hoger lag dan voor het begin van de coronacrisis.

5.2 Nettoarbeidsparticipatie (15 tot 75 jaar)
Jaar15 tot 25 jaar (%)25 tot 45 jaar (%)45 tot 75 jaar (%)
201972,88659,1
202069,985,759,3
202171,786,459,7

Dat de arbeidsmarkt ongekend krap is, blijkt niet alleen uit de lage werkloosheid en hoge arbeidsparticipatie, maar ook uit een recordaantal openstaande vacatures. Eind 2021 stonden er in Nederland 387 duizend vacatures open. Dat is hoger dan ooit gemeten. Het aantal openstaande vacatures overtrof in 2021 ook voor het eerst het aantal werklozen. In het vierde kwartaal stonden tegenover 387 duizend vacatures 370 duizend werklozen, dat komt neer op 105 vacatures per 100 werklozen.

5.3 Spanning op de arbeidsmarkt
   Vacatures per 100 werklozen (vacatures per 100 werklozen)
2008I58
2008II57
2008III58
2008IV47
2009I35
2009II27
2009III26
2009IV24
2010I21
2010II21
2010III23
2010IV24
2011I26
2011II26
2011III25
2011IV21
2012I20
2012II18
2012III17
2012IV15
2013I14
2013II12
2013III12
2013IV12
2014I13
2014II14
2014III15
2014IV16
2015I17
2015II18
2015III19
2015IV20
2016I22
2016II23
2016III26
2016IV28
2017I32
2017II36
2017III40
2017IV45
2018I50
2018II54
2018III57
2018IV60
2019I66
2019II68
2019III66
2019IV67
2020I56
2020II43
2020III41
2020IV45
2021I55
2021II78
2021III93
2021IV105

De cao-lonen zijn in 2021 gestegen met 2,2 procent. In 2020 was de stijging 2,9 procent. De economische groei, de krapte op de arbeidsmarkt en de sterk oplopende inflatie zijn niet meteen in de loonafspraken voor 2021 terug te zien. Cao-lonen lopen over het algemeen achter zulke ontwikkelingen aan.

De cao-lonen zijn ongeveer 0,5 procentpunt minder gestegen dan de consumentenprijzen. In de bedrijfstak horeca stegen de cao-lonen het minst (0,3 procent). Dat is vooral toe te schrijven aan het feit dat door de harde lockdown eind 2020 is besloten om de bestaande horeca-cao met een jaar te verlengen. Alleen de verhoging van het wettelijk minimumloon werd doorgevoerd. De loonstijging was het hoogst in de bedrijfstak overige dienstverlening (3,4 procent). Onder deze bedrijfstak vallen onder meer belangenorganisaties, wasserijen en de uitvaartbranche.

5.4 Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen
Jaar% (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20032,8
20041,3
20050,7
20062
20072,1
20083,3
20092,8
20101,3
20111,1
20121,4
20131,2
20140,9
20151,4
20161,8
20171,4
20182
20192,5
20202,9
20212,2