2. Het belang van de delfstoffenwinning voor de Nederlandse economie
2.1 Ontwikkeling van de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning
Na de opgelegde productiebeperkingen in Groningen is de gaswinning in Nederland gedaald van 82,6 miljard m3 in 2013 naar 31,8 miljard m3 in 2019.[1] Mede hierdoor is de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning met ruim driekwart gedaald van 22,3 miljard euro in 2013 naar 5,3 miljard euro in 2019. Daarmee is het aandeel van de delfstoffenwinning in de totale toegevoegde waarde van de Nederlandse economie gedaald van 3,7 procent in 2013 naar 0,7 procent in 2019. Ruim driekwart van de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning wordt behaald met de winning van aardgas. Het overige deel wordt behaald met de dienstverlening ten behoeve van de delfstoffenwinning en de winning van ruwe aardolie en overige delfstoffen.
De daling van de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning wordt niet alleen veroorzaakt door de lagere gaswinning, maar ook door een lagere gasprijs. De aardgasprijs is tussen 2013 en 2019 met 37 procent gedaald. Dit kwam vooral door de lage olieprijs, een stijgend aanbod van vloeibaar aardgas (LNG) en door enkele relatief zachte winters, waardoor de vraag naar aardgas door huishoudens daalde, zie ook paragraaf 5.
aardgasprijs (2015=100) 2007 104,7619048 2008 128,5714286 2009 95,23809524 2010 90,47619048 2011 109,5238095 2012 119,047619 2013 123,8095238 2014 104,7619048 2015 100 2016 71,42857143 2017 80,95238095 2018 100 2019 77,96016667 Gemiddelde leveringsprijzen aan eindverbruikers bij afname van meer dan 1000TJ.
Alleen al door de prijsdaling is de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning met bijna 42 procent gedaald tussen 2013 en 2019. Dit is meer dan de daling van de aardgasprijs, doordat de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning ook wordt bepaald door andere goederen en diensten in deze bedrijfstak, zoals ruwe aardolie, netdiensten en de diensten ten behoeve van de delfstoffenwinning.[2] Het volume van de toegevoegde waarde van de delfstoffenwinning is in dezelfde periode met bijna 60 procent gedaald.
Jaar | Gemiddelde prijs van de toegevoegde waarde (2015=100) | Volume van de toegevoegde waarde (2015=100) |
---|---|---|
1995 | 36,2 | 157,2 |
1996 | 37,9 | 178,8 |
1997 | 41,0 | 159,8 |
1998 | 38,7 | 153,9 |
1999 | 35,2 | 145,8 |
2000 | 53,6 | 136,2 |
2001 | 65,4 | 140,3 |
2002 | 59,4 | 141,8 |
2003 | 62,7 | 140,2 |
2004 | 61,1 | 152,6 |
2005 | 80,8 | 126,9 |
2006 | 104,8 | 124,1 |
2007 | 104,6 | 120,1 |
2008 | 132,6 | 132,4 |
2009 | 105,2 | 121,1 |
2010 | 99,5 | 139,9 |
2011 | 116,7 | 128,8 |
2012 | 134,3 | 126,9 |
2013 | 129,3 | 137,2 |
2014 | 113,0 | 117,9 |
2015 | 100,0 | 100,0 |
2016 | 68,8 | 91,7 |
2017 | 76,7 | 77,0 |
2018 | 87,8 | 64,9 |
2019 | 74,8 | 56,1 |
2.2 Bijdrage van de delfstoffenwinning aan de economische groei in Nederland
De delfstoffenwinning heeft in 2013 voor het laatst een positieve bijdrage geleverd aan de economische groei.[3] De bruto toegevoegde waarde van Nederland groeide in 2013 met 0,3 procent, exclusief de delfstoffenwinning stagneerde de toegevoegde waarde. De delfstoffenwinning leverde dus een positieve bijdrage aan de groei van 0,3 procentpunt. De jaren erna leverde de delfstoffenwinning een negatieve bijdrage aan de economische groei. Door het afnemende belang van de delfstoffenwinning werd het verschil tussen de economische groei met en zonder de delfstoffenwinning wel steeds kleiner. In 2014 was de negatieve bijdrage van de delfstoffenwinning 0,6 procentpunt. In 2019 was dit 0,2 procentpunt.
Totaal (%-punt volumemutatie) Bijdrage overige bedrijfstakken (%-punt volumemutatie) Bijdrage delfstoffenwinning (%-punt volumemutatie) 2013 0,263418237 -0,033397198 0,296815435 2014 1,438621877 2,042350299 -0,603728421 2015 1,704490967 2,184592729 -0,480101762 2016 1,966383983 2,179145308 -0,212761325 2017 2,930733558 3,170357042 -0,239623484 2018 2,31979878 2,523909109 -0,204110328 2019 1,641997482 1,801107858 -0,159110376
2.3 Aardgasbaten
De winning van aardgas levert de Nederlandse overheid inkomsten op uit dividenden, vennootschapsbelastingen, en grond en minerale reserves. Deze inkomsten worden de aardgasbaten genoemd. De aardgasbaten bereikten in 2013 met 15,4 miljard euro het hoogste niveau sinds het begin van de aardgaswinning. Door de daling van de gaswinning en de lagere aardgasprijzen zijn de aardgasbaten na 2013 sterk afgenomen. In 2019 bedroegen de aardgasbaten 1,1 miljard euro. Het aandeel van de aardgasbaten in de totale overheidsinkomsten is van 5,3 procent in 2013 teruggelopen naar 0,3 procent in 2019.
Jaar | Aardgasbaten (mld euro) |
---|---|
2001 | 6,350 |
2002 | 5,282 |
2003 | 5,980 |
2004 | 6,681 |
2005 | 7,579 |
2006 | 10,610 |
2007 | 9,762 |
2008 | 15,071 |
2009 | 10,398 |
2010 | 10,670 |
2011 | 11,941 |
2012 | 14,586 |
2013 | 15,372 |
2014 | 10,387 |
2015 | 5,262 |
2016 | 2,698 |
2017 | 3,256 |
2018 | 2,677 |
2019 | 1,147 |
[1] Het aardgasvolume wordt in dit artikel weergegeven als kubieke meter (m3) aardgasequivalent. Dit is het volume bij een standaard luchtdruk van 101,325 kilopascal (kPa) en een temperatuur van 0 graden Celsius, met een onderste verbrandingswaarde van 31,65 megajoule per m3. Deze eenheid staat ook bekend als de Groningen-equivalent.
[2] Het gaat hierbij om booractiviteiten in verband met de aardolie- en aardgaswinning en het opbouwen, repareren en ontmantelen van boortorens.
[3] Gemeten als de bruto toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken. Dit is niet gelijk aan het bbp, omdat de productgebonden belastingen en subsidies ontbreken (bbp = bruto toegevoegde waarde alle bedrijfstakken + productgebonden belastingen min subsidies).