1. Inleiding
Sinds 2013 is de gaswinning in Nederland meer dan gehalveerd. Dit gebeurde nadat onderzoek eind 2013 had aangetoond dat de risico’s op aardbevingen door gaswinning groter waren dan eerder gedacht. Sindsdien is de maximale jaarlijkse productie van aardgas steeds verder verlaagd, totdat in 2019 werd besloten dat de structurele winning van Gronings gas uiterlijk in 2022 helemaal gestopt zou moeten zijn. Deze steeds verdere beperking van de aardgasproductie is van grote invloed op de economie van Nederland.
Tegelijkertijd is in deze periode het aandeel van aardgas in de totale binnenlandse energievoorziening gelijk gebleven. Nederland is dus niet minder afhankelijk geworden van aardgas. Om aan de vraag naar aardgas te kunnen blijven voldoen werd Nederland in 2018 voor het eerst sinds het begin van de gaswinning netto-importeur van gas.
Winning (incl. voorraadmutatie) (miljard m3) | Verbruik (miljard m3) | Handelssaldo (=uitvoer-invoer) (miljard m3) | |
---|---|---|---|
2013 | 82,257 | 44,25 | 38,389 |
2014 | 70,157 | 38,598 | 28,817 |
2015 | 52,706 | 38,038 | 13,868 |
2016 | 48,088 | 39,918 | 13,018 |
2017 | 45,095 | 41,097 | 1,724 |
2018 | 39,046 | 40,794 | -6,09 |
2019 | 32,324 | 42,5 | -10,772 |
In dit artikel wordt het belang van aardgas voor de Nederlandse economie beschreven vanaf het moment dat in 2013 de eerste stap werd gezet tot vermindering van de gaswinning in Groningen. In paragraaf 2 wordt beschreven wat de invloed is geweest van het verlagen van het productieplafond op het economisch belang van de delfstoffenwinning in Nederland en de aardgasbaten van de overheid. In paragraaf 3 wordt ingegaan op de invloed van de beperkingen op de omvang en waarde van de resterende aardgasreserves in de Nederlandse bodem. Paragraaf 4 beschrijft hoe de vraag naar en het aanbod van aardgas zich heeft ontwikkeld sinds 2013. Hieruit blijkt dat vooral het verbruik door elektriciteitsproducenten is gestegen. Paragraaf 5 geeft een aantal verklaringen voor deze stijging.