Rapportage Waarschuwingen 2023

4. Uitkomsten imputatie-analyse

Op basis van de respons op de enquête en de ophoging met behulp van de imputatiemethode zijn schattingen gemaakt voor het totaal aantal waarschuwingen en de verschillende soorten waarschuwingen in Nederland in 2023. De resultaten worden weergegeven in tabel 4.1.1. Hierin zijn ook de cijfers van alle eerdere onderzoeken over de jaren 2016 tot en met 2022 opgenomen.

De relatieve marge laat zien dat het werkelijke totale aantal tot een bepaald percentage kan afwijken van de puntschatting en geeft daarmee een onder- en een bovengrens aan. Het 95%-betrouwbaarheidsinterval geeft een indicatie dat de puntschatting van het totale aantal waarschuwingen binnen deze range zal liggen. Het totaal aantal waarschuwingen kan echter ook hoger of lager liggen. 

4.1 Aantal waarschuwingen 2023 en eerder

Uit tabel 4.1.1 blijkt dat de Nederlandse gemeenten in 2023 in totaal naar schatting 5,2 duizend waarschuwingen hebben gegeven. De schattingen gaan gepaard met een relatieve onzekerheidsmarge van 3 procent. Het totaal aantal geschatte waarschuwingen in 2023 is lager dan in 2022. In dat jaar kwam het totaal op 5,7 duizend uit. Zie tabel 4.1.1.

4.1.1 Aantal waarschuwingen naar soort, 2016 tot en met 20231)
Jaar Soort Waarschuwing Aantal Relatieve marge 95%-betrouwbaar-
heidsinterval
2023 Totaal waarschuwingen 5 200 3% [5 100:5 400]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 3 600 5% [3 400:3 700]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
780 4% [750:820]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
60 18% [50:70]
w.v. overig 820 5% [790:860]
2022 Totaal waarschuwingen 5 700 5% [5 400:6 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 4 200 6% [3 900:4 400]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
830 6% [780:870]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
140 14% [120:160]
w.v. overig 520 6% [480:550]
2021 Totaal waarschuwingen 8 400 6% [8 000:8 900]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 6 800 6% [6 400:7 300]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
850 6% [800:900]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
50 43% [30:70]
w.v. overig 680 13% [600:770]
2020 Totaal waarschuwingen 9 000 6% [8 400:9 600]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 7 300 3% [7 000:7 500]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
240 12% [210:270]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
40 35% [30:50]
w.v. overig 1 400 33% [1 000:1 900]
2019 Totaal waarschuwingen 13 000 5% [12 000:14 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 9 900 7% [9 000 : 11 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
900 4% [900: 1 000]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
- - -
w.v. overig 2 200 21% [1 700: 2 700]
2018 Totaal waarschuwingen 13 400 3% [13 000:14 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 11 300 4% [11 000:12 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
800 17% [600:900]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
- - -
w.v. overig 1 300 10% [1 100:1 400]
2017 Totaal waarschuwingen 12 400 11% [11 000:14 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 10 100 14% [9 000:12 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
500 9% [420:510]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
- - -
w.v. overig 1 700 27% [1 400:2 100]
2016 Totaal waarschuwingen 12 400 7% [12 000:13 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht 10 700 7% [10 000:12 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie <50 - -
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
300 13% [300:400]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
- - -
w.v. overig 1 400 11% [1 200:1 500]

Bron: CBS
1)
 De geschatte aantallen waarschuwingen en de betrouwbaarheidsintervallen zijn afgerond op honderd- c.q. tientallen.
2) Vóór 2020 geformuleerd als 'niet voldoen aan arbeidsverplichting'.
3) Vanaf 2020 toegevoegd.

Zoals elk jaar zijn de meeste waarschuwingen gegeven vanwege het schenden van de inlichtingenplicht: in 2023 naar schatting 3,6 duizend met een relatieve marge van 5 procent. 

Om het voor gemeenten zo duidelijk mogelijk te maken onder welke soort zij waarschuwingen in de enquête kunnen opgeven, is de antwoordcategorie ‘niet voldoen aan de arbeidsverplichting’ in verslagjaar 2020 aangepast naar ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’. Naar schatting ging het in 2023 om 780 waarschuwingen. De relatieve marge is 4 procent, wat neerkomt op een ondergrens van 750 en een bovengrens van 820. In 2022 was het aantal waarschuwingen in de categorie ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’ met 830 vergelijkbaar aan 2023. 

De antwoordcategorie ‘tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ is in 2020 voor het eerst in de enquête opgenomen. Naar schatting is dit type waarschuwing in 2023 in totaal 60 keer gegeven. De bij dit aantal behorende relatieve marge is met 18 vergelijkbaar met de marge in 2022 toen deze 14 procent was. Waarschijnlijk zal het aantal waarschuwingen dat is gegeven wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid tussen de 50 en de 70 liggen. 

Het aantal waarschuwingen voor het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie is naar schatting aanzienlijk lager dan 50. Verreweg de meeste responderende gemeenten hebben aangegeven dat dergelijke waarschuwingen niet zijn gegeven. Het kwam slechts een enkele keer voor dat deze vraag werd ingevuld en indien het werd ingevuld, was het aantal waarschuwingen laag. Omdat waarschuwingen wegens het niet voldoen aan de eis tegenprestatie slechts sporadisch blijken voor te komen, is het niet mogelijk om een betrouwbare berekening te maken van het aantal en de onzekerheidsmarges. Daarom is net als in voorgaande jaren besloten de resultaten van de schatting niet te publiceren. 

Tot slot zijn er in 2023 naar schatting 820 waarschuwingen gegeven die in de categorie 'overig' vallen, met een betrouwbaarheidsinterval van 790 tot 860. Het aandeel overige waarschuwingen komt daarmee in 2023 overeen met het aandeel geschatte aantal in 2020 – in beide jaren was dit 16 procent. In 2021 en 2022 was dit aandeel respectievelijk 8 en 9 procent. De volgende paragraaf gaat hier verder op in.

4.2 Overige waarschuwingen en opmerkingen van gemeenten

Na de aanpassing en uitbreiding van de vraagstelling ten opzichte van de eerdere onderzoeken in verslagjaar 2020, viel in 2022 nog 9 procent van het geschatte totale aantal waarschuwingen onder de antwoordcategorie ‘overig’ terwijl in 2023 sprake was van 16 procent. Deze stijging komt voornamelijk doordat bij enkele gemeenten het aantal waarschuwingen in deze categorie sterk is gestegen vergeleken met het voorgaande jaar. Bij categorie ‘overig’ is in de vragenlijst een open vraag toegevoegd waarin gemeenten konden vermelden welke soorten waarschuwingen onder 'overig' zijn opgegeven. Bijna alle gemeenten met waarschuwingen vallend onder categorie ‘overig’ hebben dat gedaan, waarbij naar voren kwam dat twee gemeenten veel waarschuwingen in het kader van het niet verschijnen op een afspraak  onder deze categorie hebben geschaard. Een aantal gemeenten geven aan waarschuwingen niet zo gedetailleerd in een systeem vast te leggen waardoor er geen opdeling in soorten kan worden gemaakt. Dit betekent dat onder de overige waarschuwingen vaak ook waarschuwingen vallen vanwege het schenden van de inlichtingenplicht, het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie, het niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting en tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

Aanvullend heeft een aantal gemeenten gebruik gemaakt van de ruimte om een opmerking te maken bij de enquête. Deze zijn verdeeld in vier groepen:

  1. Gemeenten die geen waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal gemeenten was het niet mogelijk om een aantal waarschuwingen op te geven, omdat zij die niet (overzichtelijk) registreren in hun systeem of dat de aantallen onvolledig zijn. Een gemeente formuleerde dit als volgt: “Waarschuwingen worden in ons systeem niet geregistreerd”.
  2. Gemeenten die nul waarschuwingen hebben opgegeven.
    Een aantal gemeenten geven aan in 2023 géén waarschuwingen te hebben opgelegd. Daarnaast geeft een berichtgever van meerdere gemeenten aan nul waarschuwingen te hebben opgelegd en vooral te werken met maatregelen en boetes. Dit formuleerde de gemeente als volgt: “Er zijn in 2023 wel maatregelen en boetes opgelegd voor schending inlichtingenplicht en het niet nakomen van de arbeidsplicht”.
  3. Gemeenten die naar eigen zeggen weinig waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal andere gemeenten zijn de aantallen onvolledig, omdat niet altijd juist wordt geregistreerd. Meerdere gemeenten geven daarnaast aan dat zij bijna geen formele waarschuwingen geven. Dit werd onder andere als volgt geformuleerd: “We zien een daling van het aantal waarschuwingen t.o.v. voorgaande jaren. Deels wordt dit veroorzaakt door een wijziging in wetgeving m.b.t. inlichtingenplicht versus medewerkingsplicht. Anderzijds vanwege preventief beleid. Er wordt maar weinig gebruik gemaakt van de tegenprestatie vandaar geen waarschuwingen. Bij maatregelen wordt meestal gewerkt met directe interactie tussen consulent en inwoner met gebruik van informele waarschuwing. Formele waarschuwingen komen daarom niet echt voor/ zijn voorbehouden voor boetes”.
  4. Gemeenten die niet naar (alle) soorten waarschuwingen konden uitsplitsen.
    Enkele keren werd aangegeven dat waarschuwingen uitsluitend worden toegepast bij schending van de inlichtingenplicht. Daarnaast wordt in sommige andere gevallen het soort waarschuwing niet geregistreerd, waardoor er alleen totaalaantallen gegeven kunnen worden.