Detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies, 2023

4. Samenvatting en conclusies

In dit rapport wordt verslag gedaan van het door het CBS uitgevoerde onderzoek waarin de cultuurlasten uit de jaarrekening 2023 van gemeenten en provincies in meer detail zijn uitgevraagd dan in de reguliere uitvraag Iv3 (Informatie voor derden)3) het geval is. Voor dit onderzoek hebben 11 van de 12 provincies volledig gerespondeerd en 270 van de 342 gemeenten. Voor 72 gemeenten heeft het CBS de detaillering geïmputeerd aan de hand van de detaillering van gemeenten uit de overeenkomstige grootteklasse. Dit is vervolgens aangesloten op de taakveldtotalen van (tv 5.3 – 5.6) van de Iv3. Bij de Iv3, dit is een verplichte statistiek, was de respons 100 procent.

In totaal rapporteren gemeenten en provincies in dit onderzoek over het verslagjaar 2023 voor 2.638 miljoen euro aan cultuurlasten. In 2021 was dit nog 2.386 miljoen euro. De cultuurlasten van gemeenten waren 10,1 procent hoger en die van provincies 13,1 procent. Bij deze stijging zijn wel twee kanttekeningen te plaatsen. Allereerst is de bevolking tussen 2021 en 2023 relatief sterk gegroeid. Per inwoner stegen de totale cultuurlasten met 8 procent. Ten tweede zijn deze ontwikkelingen zijn niet gecorrigeerd voor inflatie. De consumentenprijsindex (CPI) was in 2023 ruim 14 procent hoger dan twee jaar eerder. Daarmee was de inflatie hoger dan in de periode 2017-2021.

Tegenover de cultuurlasten van gemeenten en provincies staan cultuurbaten. Het gaat hierbij om onder meer ontvangen huren. In 2023 bedroegen de cultuurbaten 331 miljoen euro. Hiermee werd ruim 15 procent van de cultuurlasten gedekt. De cultuurbaten waren 99 miljoen euro hoger dan in 2021. In 2021 werden de baten nog gedrukt door de coronacrisis; veel gemeenten hadden bijvoorbeeld huren kwijtgescholden. Via het gemeentefonds heeft het Rijk overigens wel gemeenten gecompenseerd voor de gederfde inkomsten en de hogere cultuurlasten als gevolg van de coronacrisis.

De detaillering van de cultuurlasten van gemeenten en provincies zoals gepresenteerd in het onderzoek lijkt een getrouw beeld te geven van wat gemeenten en provincies in hun administratie hebben opgenomen. Kanttekening hierbij is echter wel dat een aantal gemeenten en provincies de “multifunctionele” cultuurlasten niet goed in staat zijn te verdelen over de detailposten en daardoor deze lasten hebben opgenomen onder overige lasten. Voorbeelden hiervan zijn personeelslasten, de lasten van multifunctionele gebouwen en subsidies die verstrekt worden via fondsen.

De grootste posten onder de culturele lasten van gemeenten zijn in 2023 de podiumkunsten (29 procent van de totale cultuurlasten), de bibliotheken (22 procent) en de musea (12 procent). Bij de provincies vormt het cultureel erfgoed met 38 procent verreweg de grootste post.

Met behulp van bijgeleverde tabellenset kunnen alle ontwikkelingen verder in detail bestudeerd worden.

3) Informatie voor Derden (Iv3) is een informatiesysteem. Hierin staat welke financiële informatie de gemeente, provincie en gemeenschappelijke regeling moet verstrekken en op welke manier. De afnemers van deze financiële informatie zijn onder meer de financiële toezichthouder, de Europese Unie, het ministerie van BZK en het CBS.