3. Ruw-eiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen
Met ingang van de tweede kwartaalrapportage van 2022 is de rapportage uitgebreid met een prognose van het ruweiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen. De uitgangspunten in de prognose van het ruweiwitgehalte zijn opgenomen in Paragraaf 2.1 onder Voerverbruik en voersamenstelling.
2022 | 1e kwartaal- rapportage 20231) | 2e kwartaal- rapportage 2023 | |
---|---|---|---|
Melkveevoerrantsoen (melkkoeien en jongvee) | 161 | . | 165 |
1) Er waren onvoldoende gegevens beschikbaar over 2023 voor een zinvolle prognose in deze kwartaalrapportage. |
Van 2018 tot 2022 is het ruweiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen gedaald van 169 gram RE/kg droge stof naar 161 gram RE/kg droge stof. Al eerder, in de vierde kwartaalrapportage van 2022, bevestigden experts uit onderzoek en bedrijfsleven deze dalende tendens. De experts gaven aan dat de dalende trend aansluit bij het beeld dat melkveehouders, samen met hun adviseurs, momenteel veel aandacht besteden aan het optimaliseren van de rantsoenen. Daarnaast heeft ook het zeer lage ruweiwitgehalte van de graskuilen die in 2021 zijn aangelegd en voor een groot deel zijn gebruikt in 2022, bijgedragen aan het lage RE-gehalte van het melkveevoerrantsoen van 2022. Dat het ruweiwitgehalte van de in 2021 aangelegde graskuilen aanzienlijk lager uitkwam dan normaal is het gevolg van de natte weersomstandigheden in het voorjaar, waardoor later is gemaaid. Het ruweiwitgehalte van de graskuilen die in 2022 en in het voorjaar van 2023 zijn aangelegd komt meer overeen met een gemiddelde waarde, zo bevestigen de experts uit onderzoek en bedrijfsleven. Wanneer in het optimaliseren van de rantsoenen geen compenserende maatregelen worden genomen, zal het ruweiwitgehalte van het melkveevoerrantsoen in 2023 naar verwachting hoger uitvallen dan in 2022.