5. Conclusie
Om zicht te krijgen op het aantal waarschuwingen dat gemeenten in 2021 hebben gegeven in het kader van de Fraudewet en de Participatiewet, is een enquête verstuurd naar alle Nederlandse gemeenten. Van de 352 gemeenten hebben er 272 gerespondeerd (77 procent). Er zijn 20 gemeenten die wel gerespondeerd hebben, maar aangaven geen waarschuwingen te registreren. Deze gemeenten zijn behandeld als non-respons, omdat het aantal waarschuwingen geschat moest worden. De respons was representatief met betrekking tot het inwonertal van gemeenten (gemeentegrootte) en het aantal ingestroomde fraudevorderingen volgens de BDFS.
Voor de ophoging van het aantal waarschuwingen vanwege non-respons is gebruik gemaakt van de imputatiemethode Random Hot Deck Imputation (predictive mean matching). Hierbij is voor de niet-responderende gemeenten een donorgemeente gezocht die lijkt op de gemeente qua inwoneraantal en het aantal ingestroomde fraudevorderingen.
In 2021 zijn ongeveer 8,4 duizend waarschuwingen gegeven door gemeenten in het kader van de Fraudewet en de Participatiewet. Dit aantal is lager dan in 2020. In dat jaar kwam het geschatte totaal op 9 duizend uit. De daling is waarschijnlijk met name te wijten aan de coronapandemie. Net als in eerdere jaren werd in 2021 het grootste gedeelte (6,8 duizend) van de waarschuwingen gegeven voor schending van de inlichtingenplicht. Daarnaast werden kleinere aantallen waarschuwingen gegeven wegens het niet voldoen aan de arbeidsverplichting, tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie en overige waarschuwingen.