Auteur: Ellen Webbink, Monica Deschinger, Ilona Veer, Jeremy Weidum
Rapportage Waarschuwingen 2021

4. Uitkomsten imputatie-analyse

Op basis van de respons op de enquête en de ophoging met behulp van de imputatiemethode zijn schattingen gemaakt voor het totaal aantal waarschuwingen en de verschillende soorten waarschuwingen in Nederland in 2021. De resultaten worden weergegeven in tabel 4.1.1a. Hierin zijn ook de cijfers van het onderzoek over 2020 opgenomen. De cijfers van alle onderzoeken, over de jaren 2016 tot en met 2021, staan in tabel 4.1.1b in bijlage 2. De schattingen gaan gepaard met een bepaalde onzekerheid, uitgedrukt in de relatieve marge. De relatieve marge geeft aan hoeveel procent het werkelijke aantal kan afwijken van de puntschatting. Met behulp van deze marges zijn de 95%-betrouwbaarheidsintervallen bepaald.

4.1 Aantal waarschuwingen 2021 en eerder

Uit tabel 4.1.1a blijkt dat de Nederlandse gemeenten in 2021 in totaal naar schatting 8,4 duizend waarschuwingen hebben gegeven. De schattingen gaan gepaard met een relatieve onzekerheidsmarge van 6 procent. Daardoor heeft het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het totale aantal waarschuwingen als ondergrens 8 duizend en als bovengrens 8,9 duizend waarschuwingen. Dit betekent dat in 95 van de 100 gevallen het werkelijke totale aantal waarschuwingen binnen deze range zal liggen. Er is een kleine kans dat het aantal hoger of lager ligt. Het totaal aantal geschatte waarschuwingen in 2021 is lager dan in 2020. In dat jaar kwam het totaal op 9 duizend uit. Zie tabel 4.1.1a.

4.1.1a Aantal waarschuwingen naar soort, 2020-20211)
Aantal in 2020Relatieve marge in 202095% betrouwbaar-heidsinterval in 2020Aantal in 2021Relatieve marge in 202195% betrouwbaar-heidsinterval in 2021
Totaal waarschuwingen9 0006%[8 400:9 600]8 4006%[8 000:8 900]
waarvan
Schending van de inlichtingenplicht7 3003%[7 000:7 500]6 8006%[6 400:7 300]
Niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--<50--
Niet voldoen aan arbeids- en/of
re-integratieverplichting2)24012%[210:270]8506%[800:900]
Tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)4035%[30:50]5043%[30:70]
Overig1 40033%[1 000:1 900]68013%[600:770]
Bron: CBS.
1) De geschatte aantallen waarschuwingen en de betrouwbaarheidsintervallen zijn afgerond op honderd- c.q. tientallen.
2) Vóór 2020 geformuleerd als 'niet voldoen aan arbeidsverplichting'.
3) Vanaf 2020 toegevoegd.

Omdat het aantal in 2020 gegeven waarschuwingen opvallend lager was dan in 2019, is vorig jaar aan de grootste gemeenten gevraagd of zij konden aangeven wat de reden daarvoor was. Zij meldden dat de oorzaak niet ligt in een andere beleidslijn. Meest voor de hand liggend is dat het lagere aantal waarschuwingen een indirect gevolg is van de coronapandemie. Hierdoor was de druk op de uitvoeringsmedewerkers hoog (onder andere omdat zij de Tozo5) moesten uitvoeren), waardoor zij minder tijd hadden voor reguliere werkzaamheden. Uit de opmerkingen uit de enquête over verslagjaar 2021 kwam bij enkele gemeenten naar voren dat dit in 2021 ook speelde. Een gemeente formuleerde dit als volgt: “Aantal inlichtingenplicht is in 2021 aanzienlijk lager dan voorgaande jaren omdat dit personeel destijds is ingezet voor afhandeling TOZO aanvragen”.

Zoals elk jaar zijn de meeste waarschuwingen gegeven vanwege het schenden van de inlichtingenplicht: in 2021 naar schatting 6,8 duizend met een relatieve marge van 6 procent.

Om het voor gemeenten zo duidelijk mogelijk te maken onder welke soort zij waarschuwingen in de enquête kunnen opgeven, is de antwoordcategorie ‘niet voldoen aan de arbeidsverplichting’ vorig jaar aangepast naar ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’. Naar schatting ging het in 2021 om 850 waarschuwingen. De relatieve marge is 6 procent, wat neerkomt op een ondergrens van 800 en een bovengrens van 900. In 2020 was het aantal waarschuwingen in de categorie ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’ met 240 een stuk lager. Mogelijk had de nieuwe categorie aanlooptijd nodig om goed geregistreerd te worden. Ook zou het effect van de coronapandemie op het aantal waarschuwingen in deze categorie in 2020 groter kunnen zijn geweest dan in 2021. Vermoedelijk was het vooral in 2020 minder of nauwelijks mogelijk om te voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting en zijn er hierdoor in veel gemeenten minder of geen waarschuwingen gegeven die in deze categorie vallen.

De antwoordcategorie ‘tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ is vorig jaar voor het eerst in de enquête opgenomen. Naar schatting is dit type waarschuwing in 2021 in totaal 50 keer gegeven. De bij dit aantal behorende relatieve marge is met 43 procent vrij groot. Dat hangt samen met de kleine opgegeven aantallen. In absolute zin is de marge beperkt; in de praktijk zal het aantal waarschuwingen dat is gegeven wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid tussen de 30 en de 70 liggen.

Het aantal waarschuwingen voor het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie is naar schatting aanzienlijk lager dan 50. Verreweg de meeste responderende gemeenten hebben aangegeven dat dergelijke waarschuwingen niet zijn gegeven. Het kwam slechts een enkele keer voor dat deze vraag werd ingevuld en indien het werd ingevuld, was het aantal waarschuwingen laag. Omdat waarschuwingen wegens het niet voldoen aan de eis tegenprestatie slechts sporadisch lijken voor te komen, is het niet mogelijk om een betrouwbare berekening te maken van het aantal en de onzekerheidsmarges. Daarom is net als in voorgaande jaren besloten de resultaten van de schatting niet te publiceren.

Tot slot zijn er in 2021 naar schatting 680 waarschuwingen gegeven die in de categorie 'overig' vallen, met een betrouwbaarheidsinterval van 600 tot 770. In het geschatte aantal waarschuwingen in de categorie ‘overig’ is in 2021 een daling te zien ten opzichte van 2020. In 2020 was het aandeel overige waarschuwingen nog 16 procent en in 2021 is dit aandeel gehalveerd tot 8 procent. De volgende paragraaf gaat hier verder op in.

4.2 Overige waarschuwingen en opmerkingen van gemeenten

Na de aanpassing en uitbreiding van de vraagstelling ten opzichte van de eerdere onderzoeken in verslagjaar 2020, viel in 2021 nog 8 procent van het geschatte totale aantal waarschuwingen onder de antwoordcategorie ‘overig’. Bij deze categorie is een open vraag toegevoegd waarin gemeenten konden vermelden welke soorten waarschuwingen onder 'overig' zijn opgegeven. Enkele gemeenten hebben dat gedaan, waarbij het antwoord betrekking had op een enkele waarschuwing. Dat geldt bijvoorbeeld voor ‘niet opvolgen advies arts’ en ‘Waarschuwing i.p.v. maatregel na ontslag op staande voet vanwege mentale problematiek’.

Het antwoord dat door de meeste gemeenten werd gegeven, komt er op neer dat waarschuwingen niet zo gedetailleerd zijn geadministreerd dat de opdeling in soorten gemaakt kan worden. Dit betekent dat onder de overige waarschuwingen vaak ook waarschuwingen vallen vanwege het schenden van de inlichtingenplicht, het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie, het niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting en tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

Aanvullend heeft een aantal gemeenten gebruik gemaakt van de ruimte om een opmerking te maken bij de enquête. Deze zijn verdeeld in drie groepen:

  1. Gemeenten die geen waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal gemeenten was het niet mogelijk om een aantal waarschuwingen op te geven omdat zij die niet registreren in hun systeem.
  2. Gemeenten die naar eigen zeggen weinig waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal andere gemeenten zijn de aantallen onvolledig, omdat niet altijd juist wordt geregistreerd. Meerdere gemeenten geven daarnaast zelden een waarschuwing omdat dat niet aan de orde is in hun uitvoeringspraktijk. Indien daartoe aanleiding bestaat, wordt de belanghebbende opgeroepen voor een gesprek waarin uitleg wordt gegeven over alle verplichtingen, zonder dat dat financiële gevolgen heeft. Een gemeente formuleerde dit als volgt:
    “In het kader van re-integratie wordt de burger vanuit de reguliere re-integratie uitvoering gewaarschuwd om verplichtingen correct na te komen. Dit op basis van interactie met consulent en cliënt. Een formele waarschuwing komt dan ook zelden tot niet voor binnen de maatregel uitvoering. Ditzelfde geldt voor ongenoegzaam besef. Gezien dit veelal verbonden is met onrechtmatige uitkering komt een waarschuwing zelden voor.”
  3. Gemeenten die niet naar (alle) soorten waarschuwingen konden uitsplitsen.
    Meermaals werd aangegeven dat waarschuwingen uitsluitend worden toegepast bij schending van de inlichtingenplicht. Een aantal gemeenten geven aan dat de overige categorieën vallen onder een maatregel. In sommige andere gevallen wordt het soort waarschuwing niet geregistreerd, waardoor er alleen totaalaantallen gegeven kunnen worden.
    Specifiek ten aanzien van waarschuwingen wegens het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie merkten meerdere gemeenten op dat zij de tegenprestatie niet uitvoeren en daarom hiervoor geen waarschuwingen geven.
5) De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) voorzag zelfstandig ondernemers in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud of een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen.