2. Populatieafbakening
Voorafgaand aan de meting over 2016, heeft het CBS de mogelijkheden verkend om de populatie personen met een chronische ziekte en personen met een beperking goed af te bakenen. Hierbij kwam Nivel Zorgregistraties als meest geschikte bron naar voren. Ook het huidige onderzoek is gebaseerd op deze bron. De populatie bestaat uit personen die in 2019 als patiënt stonden ingeschreven in een van de huisartspraktijken die meedoen aan de Nivel Zorgregistraties, op 31 december van dat jaar tot een particulier huishouden behoorden, en in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven stonden. Nivel Zorgregistraties is gebaseerd op informatie die huisartsen routinematig vastleggen in het elektronisch medisch dossier van hun patiënten. Van de bij de Nivel-huisartspraktijken ingeschreven patiënten is bekend of ze een chronische ziekte en/of beperking hebben of niet. Overigens nemen niet alle huisartsenpraktijken deel aan de Nivel Zorgregistraties. Dit betekent dat Nivel Zorgregistraties niet integraal is, maar slechts een deel van de Nederlandse bevolking hierin voorkomt (circa 10 procent). Het kan voorkomen dat de populatie in de Nivel Zorgregistraties geen goede afspiegeling is van de Nederlandse bevolking: op bepaalde kenmerken kan deze populatie een andere verdeling laten zien dan de Nederlandse bevolking. Hiervoor is gecorrigeerd met behulp van weegfactoren. Door een weging toe te passen kunnen uitspraken gedaan worden over personen in heel Nederland in plaats van enkel personen in de Nivel Zorgregistraties (zie ook paragraaf 3.1.2 Nivel Zorgregistraties).
Net als de populatie, is ook de aanwezigheid van een chronische ziekte dan wel beperking op 31 december 2019 bepaald. De kwantitatieve IVRPH-indicatoren hebben betrekking op het jaar 2020. Op deze manier is de eventueel aanwezige chronische ziekte en/of beperking altijd vastgesteld voorafgaand aan de participatiemetingen, waardoor beperkende effecten zichtbaar worden.
Personen in institutionele huishoudens (zoals verpleeghuizen en instellingen voor gehandicaptenzorg) zijn in principe niet bij de huisarts ingeschreven. Zij ontvangen de zorg vanuit de instelling en zullen dus over het algemeen ontbreken in het bestand van de Nivel Zorgregistraties. De onderzoekspopulatie is daarom beperkt tot personen in particuliere huishoudens. Het effect van deze selectie op de resultaten zal gering zijn, omdat de meting zich richt op de participatie op het gebied van werk en onderwijs. Het grootste deel van de personen met chronische ziekte en/of beperking die tot een institutioneel huishouden behoren, zal niet (meer) werkzaam zijn of onderwijs genieten. Daarnaast gaat het om een klein deel van de populatie (circa 1,5 procent).
2.1 Personen met een chronische en/of langdurige aandoening
Voor de afbakening van de populatie personen met een chronische ziekte en/of beperking wordt in de Nivel Zorgregistraties specifiek gekeken naar de groep personen met een chronische aandoening en/of langdurige psychische aandoening. Daarnaast wordt in dit onderzoek de groep zónder dergelijke aandoeningen in beeld gebracht; de zogeheten referentiegroep.
Of er sprake is van een chronische aandoening en/of langdurige psychische aandoening wordt bepaald op basis van de ICPC (International Classification of Primary Care) diagnosecodes die in de Nivel Zorgregistraties staan geregistreerd. Nivel en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hebben alle bestaande ICPC-codes onderverdeeld naar verwachte duur van de aandoening (acuut, langdurig of chronisch). Op basis hiervan wordt geschat hoe lang een ziekte-episode duurt. Een ziekte-episode loopt van de diagnosedatum tot de geschatte datum van herstel. Het hangt af van het type klacht of ziekte wanneer een ziekte-episode als ‘beëindigd’ wordt beschouwd (Nielen et al., 2016).
Chronische aandoeningen worden voor dit onderzoek onderverdeeld in lichamelijke aandoeningen, psychische aandoeningen, zintuiglijke aandoeningen en verstandelijke beperkingen. Bij de psychische aandoeningen worden naast chronische ook langdurige aandoeningen meegenomen. Ook langdurige psychische aandoeningen, zoals depressies en angststoornissen, hebben immers een grote impact hebben op het participeren in de samenleving. Bij de andere groepen worden de langdurige aandoeningen niet meegenomen, omdat de populatie dan te breed zou worden afgebakend. Diagnosecodes voor gebruik van anticonceptie en voor zwangerschappen vallen bijvoorbeeld ook onder ‘langdurig’. De ICPC-codes die in dit onderzoek zijn gebruikt voor de indeling van een chronische aandoening en/of langdurige psychische aandoening zijn dezelfde als in de meting over 2016 en worden in bijlage 3 weergegeven. De indeling is in overleg met Nivel tot stand gekomen.
Om tot de groep personen met een chronische aandoening en/of langdurige psychische aandoening gerekend te worden, moeten aandoeningen aanwezig zijn op de peildatum 31 december 2019. Voor chronische aandoeningen die op enig moment aanwezig waren in 2019 geldt dit automatisch: nadat een chronische aandoening eenmaal is geregistreerd blijft deze altijd gelden. Langdurige psychische aandoeningen tellen alleen mee als de ziekte-episode naar verwachting nog actief zal zijn in 2020. Dit betekent dat de geregistreerde geschatte datum van herstel valt op of na 31 december 2019.
2.2 Subgroepen
Personen met een chronische aandoening en/of langdurige psychische aandoening zijn onderverdeeld in de volgende subgroepen:
- Personen met een chronische lichamelijke aandoening – Als de persoon op peilmoment met een ziekte-episode met een diagnose (ICPC-code) van een chronische lichamelijke aandoening geregistreerd staat in de Nivel Zorgregistraties (in bijlage 3 is een volledig overzicht van de ICPC-codes behorende bij de groep ‘Chronische lichamelijke aandoeningen’ terug te vinden).
- Personen met een chronische zintuiglijke beperking – Als de persoon op peilmoment met een ziekte-episode met een diagnose (ICPC-code) van een chronisch zintuiglijke beperking geregistreerd staat in de Nivel Zorgregistraties (in bijlage 3 is een volledig overzicht van de ICPC-codes behorende bij de groep ‘Chronische zintuiglijke aandoeningen’ (hoofdstukken F en H) terug te vinden).
- Personen met een chronische en/of een langdurige psychische aandoening – Als de persoon op peilmoment met een ziekte-episode met een diagnose (ICPC-code) van een chronische of langdurige psychische aandoening geregistreerd staat in de Nivel Zorgregistraties. In bijlage 3 is een volledig overzicht van de ICPC-codes behorende bij de groep ‘Chronische en/of langdurige psychische aandoeningen’ (hoofdstuk P) terug te vinden.
- Personen met een verstandelijke beperking – Als de persoon op peilmoment met een ziekte-episode met een diagnose van een verstandelijke beperking (ICPC-code P85) geregistreerd staat in de Nivel Zorgregistraties. Hoewel een verstandelijke beperking is ingedeeld in het hoofdstuk ‘psychisch’, is besloten deze groep apart weer te geven en niet samen te nemen met de totale groep personen met een psychische beperking. Hiervoor is gekozen, omdat personen met een verstandelijke beperking andere participatieproblemen hebben dan personen met een psychische aandoening.