Monitoring van de doelstelling, soja
De monitoring van het aandeel duurzame soja richtte zich tot en met 2014 op de doelstelling voor de diervoederindustrie. Deze werd uitgevoerd door de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja. De doelstelling voor de jaren 2012 tot en met 2014 betreft alleen het gebruik van sojaschroot/sojameel in de Nederlandse diervoederindustrie, exclusief de voeders voor huisdieren (petfood). De doelstelling voor 2015 en 2016 richt zich op alle aangekochte soja door de leden van Nevedi.
Verbruik verantwoorde soja Nederlands diervoederindustrie
Het verbruik van verantwoorde soja in de diervoederindustrie was bij de Stichting Ketentransitie Verantwoorde Soja dan wel Nevedi bekend, omdat de inkoop van verantwoorde soja voor de diervoederindustrie via een aan de Stichting gekoppelde inkoopgroep verliep. Het totaal aan verbruikte duurzame soja is de hoeveelheid soja die via B&C-certificaten wordt ingezet plus de hoeveelheid soja die ingekocht is via de handelsopties area mass balance en mass balance. Het gebruik van certificaten wordt geregistreerd op de website van RTRS. De fysieke stroom verantwoorde soja verloopt via organisaties die een Chain of Custody certificering hebben.
Verbruik soja in Nederlandse diervoederindustrie
LEI Wageningen UR heeft het sojaverbruik in de jaren 2011, 2012 en 2013 berekend aan de hand van een rekenmodel met productiecijfers en sojagehaltes (LEI Wageningen UR, 2014). De productiecijfers zijn afkomstig van Nevedi. De productie van de niet-leden van Nevedi is geschat. De sojagehaltes van de diervoeders zijn onder meer bepaald op basis van informatie van een aantal grote mengvoederproducenten, van enkele bedrijven met specifieke diervoeders (zoals paardenvoer en visvoer) en van Schothorst (Schothorst Feed Research). Ook is rekening gehouden met soja in voeders voor huisdieren (petfood) en in voeders voor kweekvis. Het verbruik van soja als enkelvoudige grondstof (naast het verbruik van soja in mengvoeders) is apart berekend.
Berekening aandeel verantwoorde soja
In de rapportage van het LEI Wageningen UR bedroeg het totale sojaverbruik (exclusief hullen) door de Nederlandse diervoederindustrie voor de jaren 2011-2013 achtereenvolgens 1,74 miljoen ton, 1,87 miljoen ton en 1,67 miljoen ton. Het gemiddelde over die drie jaren was 1,8 miljoen ton per jaar. Op basis van deze gegevens en die van Nevedi over de inkoop van verantwoorde RTRS-soja, heeft het CBS het aandeel verantwoord geproduceerde RTRS-soja berekend.
Aandelen verantwoorde soja in 2015 en 2016
In 2015 werd door de diervoederbedrijven voor bijna 823.000 ton aan RTRS-certificaten ingekocht, waarmee ze de vraag van marktpartijen, zoals de Nederlandse zuivelsector, afdekten. Naast RTRS-soja werd circa 700.000 ton andere soja gekocht die volgens de duurzaamheidscriteria van de FEFAC Soy Sourcing Guidelines is geproduceerd. Uitgaande van een totaalverbruik van 1,7 miljoen ton soja, bedroeg het aandeel verantwoorde RTRS-soja in 2015 ongeveer 48 procent. (Nevedi, 2016).
Volgens Nevedi kochten de diervoederbedrijven in 2016 voor ruim 1.015.000 ton aan RTRS-certificaten om de vraag van marktpartijen af te dekken. Naast RTRS-soja werd circa 830.000 ton andere soja gekocht die volgens de duurzaamheidscriteria van de FEFAC Soy Sourcing Guidelines is geproduceerd. Uitgaande van een totaalverbruik van 1,872 miljoen ton soja (voor de zuivelsector inclusief de hullen), bedroeg het aandeel verantwoorde RTRS-soja in 2016 ongeveer 54 procent. Het aandeel RTRS-soja dat in 2016 verbruikt werd voor de productie van vlees, zuivel en eieren voor de binnenlandse markt was 100 procent.