Werkloosheid naar onderwijsniveau

In het eerste kwartaal van 2024 was 3,8 procent van de beroepsbevolking werkloos. In het eerste kwartaal van 2023 was dat 3,7 procent. De werkloosheid was het laagst onder hbo- en wo-opgeleiden.

Werkloosheid op niveau basisonderwijs gedaald

Het werkloosheidspercentage daalt met toenemend onderwijsniveau. In het eerste kwartaal van 2024 was de werkloosheid het hoogst onder de beroepsbevolking met uitsluitend basisonderwijs (7,9 procent). Voor deze groep daalde het werkloosheidspercentage: tussen de eerste kwartalen van 2023 en 2024 met 0,4 procentpunt. Onder de beroepsbevolking met een hoog onderwijsniveau was de werkloosheid het laagst: 3,2 procent onder personen met een hbo-, wo-bachelorstitel. Onder personen met een hbo-, wo-masters of doctorstitel steeg de werkloosheid van 2,4 naar 2,6 procent. Bij degenen met als hoogste opleiding een vmbo, havo, vwo of mbo1 nam de werkloosheid in een jaar tijd toe van 4,9 naar 5,4 procent.

Tussen 2013 en 2023 daling werkloosheid op alle onderwijsniveaus

Ook over een langere periode bezien verschilt het niveau van de werkloosheid tussen personen van verschillende onderwijsniveaus. Het hoogst was het werkloosheidspercentage onder de beroepsbevolking met uitsluitend basisonderwijs. In 2013 was 16,9 procent van hen werkloos, in 2014 17,9 procent. In de periode 2013-2023 nam de werkloosheid per saldo af op alle onderwijsniveaus, variërend van 9,1 procentpunt daling bij de beroepsbevolking met alleen basisonderwijs tot 2,0 procentpunt bij de beroepsbevolking met een masters of doctorstitel. In 2020 - het eerste coronajaar - nam de werkloosheid toe om de jaren erna weer af te nemen. Hoe lager het onderwijsniveau was, des te sterker was de toename van de werkloosheid in 2020 en des te sterker de afname in de jaren erna.  

 

Cijfers op StatLine: Arbeidsdeelname; kerncijfers