Hoeveel fietsen inwoners van Nederland?
In 2023 was de fiets met 27 procent van alle verplaatsingen, na de auto (als bestuurder en passagier) de meest gebruikte vervoerwijze. Een inwoner van Nederland van 6 jaar of ouder verplaatste zich dat jaar gemiddeld 266 keer met de fiets. Over het hele jaar fietste een persoon gemiddeld 1065 kilometer en deed daar 96 uur over. Daarmee was de fiets goed voor 9 procent van alle reizigerskilometers en 22 procent van de totale reisduur van Nederlanders binnen de landsgrenzen.
Fietsen naar reismotief
70 procent van alle fietsverplaatsingen was korter dan 3,7 kilometer. Het vaakst – meer dan 4 op de 10 keer (44 procent) – werd op de fiets gestapt om boodschappen te doen en te winkelen, en voor uitgaan, sport en hobby. Ook het grootste deel van de kilometers op de fiets (40 procent) werd afgelegd om te toeren en te wandelen en voor het doel uitgaan, sport en hobby. De meeste tijd werd op de fiets doorgebracht voor recreatieve doeleinden zoals toeren en wandelen en uitgaan, sport en hobby. Van de bijna 16 minuten fietsen op een dag werd bijna de helft van de tijd (46 procent) besteed aan een recreatief doel.Reismotieven | Van en naar het werk (%) | Zakelijk, beroepsmatig (%) | Diensten, persoonlijke verzorging (%) | Winkelen, boodschappen doen (%) | Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang (%) | Visite, logeren (%) | Uitgaan, sport, hobby (%) | Toeren, wandelen (%) | Overige (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Afgelegde afstand | 19,5 | 1,7 | 2,1 | 11,6 | 12,5 | 7,2 | 22,1 | 17,9 | 5,4 |
Aantal verplaatsingen | 16,4 | 1,5 | 3,2 | 22,1 | 12,9 | 8,2 | 21,7 | 4,4 | 9,5 |
Reisduur | 14,6 | 1,5 | 2,1 | 12,5 | 10,9 | 6,5 | 23,8 | 22,5 | 5,5 |
Fietsen naar geslacht en leeftijd
Nederlanders van 6 jaar of ouder namen per dag gemiddeld ruim 0,7 keer de fiets om zich te verplaatsen en fietsten dagelijks gemiddeld 2,9 kilometer. Vrouwen verplaatsten zich vaker met de fiets dan mannen, gemiddeld 0,8 versus 0,7 keer per dag. Wel legden ze er dagelijks een kortere afstand mee af. Gemiddeld fietsten vrouwen 2,7 kilometer, tegen 3,2 kilometer bij mannen.
Jongeren van 12 tot 18 jaar stapten van alle leeftijdsgroepen het vaakst op de fiets, namelijk 1,5 keer per dag. Ook legden ze met gemiddeld 6,2 kilometer per dag de langste afstand af. De jongens fietsten daarbij gemiddeld 6,7 kilometer, dat is meer dan de meiden. Ouderen van 75 jaar of ouder verplaatsten zich het minst vaak met de fiets (0,4 keer).
Leeftijd | Totaal (km per persoon per dag) | Mannen (km per persoon per dag) | Vrouwen (km per persoon per dag) |
---|---|---|---|
Totaal | 2,92 | 3,16 | 2,68 |
6 tot 12 jaar | 2,34 | 2,58 | 2,09 |
12 tot 18 jaar | 6,21 | 6,70 | 5,70 |
18 tot 25 jaar | 2,62 | 2,95 | 2,29 |
25 tot 35 jaar | 2,42 | 2,52 | 2,31 |
35 tot 50 jaar | 2,58 | 2,60 | 2,56 |
50 tot 65 jaar | 2,81 | 3,01 | 2,61 |
65 tot 75 jaar | 3,42 | 3,75 | 3,10 |
75 jaar of ouder | 2,24 | 2,82 | 1,77 |
Reisdag en maand
In het weekend werd er minder vaak op de fiets gestapt dan door de week. Vooral op zondag waren er weinig fietsverplaatsingen, namelijk gemiddeld maar half zo veel als op een doordeweekse dag. Op zaterdag en zondag werd er gemiddeld respectievelijk 2,5 en 2,6 kilometer op de fiets afgelegd, op doordeweekse dagen waren dat er ruim 3,1.
Ook tussen de maanden verschilt het fietsgedrag. In november, december, januari en augustus werd de fiets met tussen de 0,6 en 0,7 keer per dag het minst vaak gebruikt. Het aantal fietskilometers was het laagst in de maanden november, december en januari, gemiddeld rond de 2,2 kilometer per dag. In het voorjaar en de zomer werd dagelijks een grotere afstand op de fiets afgelegd dan in de herfst en de winter.
Maand | Afstand (km per persoon per dag) |
---|---|
jan | 2,27 |
feb | 2,81 |
maart | 2,59 |
apr | 2,78 |
mei | 3,46 |
jun | 3,87 |
jul | 3,22 |
aug | 2,93 |
sep | 3,83 |
okt | 3,00 |
nov | 2,36 |
dec | 1,90 |