Hoeveel fietsen inwoners van Nederland?
In 2022 was de fiets met 28 procent van alle verplaatsingen, na de auto (als bestuurder en passagier) de meest gebruikte vervoerwijze. Een inwoner van Nederland van 6 jaar of ouder verplaatste zich in 2022 gemiddeld 274 keer met de fiets. Over het hele jaar fietste een inwoner van Nederland gemiddeld 1108 kilometer en deed daar 102 uur over. Daarmee was de fiets goed voor 10 procent van alle reizigerskilometers.
Fietsen naar reismotief
70 procent van de verplaatsingen met de fiets was maximaal 3,7 kilometer lang. Er werd het vaakst (23 procent) gefietst om boodschappen te doen en te winkelen. Het grootste deel van de kilometers werd gefietst om recreatieve redenen; 42 procent van alle fietskilometers werd afgelegd om te toeren en te wandelen en om uit te gaan, te sporten of voor een hobby. Ook de meeste tijd werd op de fiets doorgebracht voor recreatieve doeleinden. Van de bijna 17 minuten fietsen op een dag ging het ongeveer de helft van de tijd (48 procent) om een recreatief doel.Reismotieven | Van en naar het werk (%) | Zakelijk, beroepsmatig (%) | Diensten, persoonlijke verzorging (%) | Winkelen, boodschappen doen (%) | Onderwijs volgen, cursus, kinderopvang (%) | Visite, logeren (%) | Uitgaan, sport, hobby (%) | Toeren, wandelen (%) | Overige (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Afgelegde afstand | 18,2 | 1,5 | 2,2 | 11,9 | 11,5 | 7,2 | 21,7 | 20,5 | 5,3 |
Aantal verplaatsingen | 15,8 | 1,5 | 3,5 | 22,8 | 12,6 | 7,9 | 20,9 | 5,0 | 9,9 |
Reisduur | 13,8 | 1,3 | 2,1 | 12,3 | 10,3 | 6,3 | 23,2 | 25,2 | 5,6 |
Fietsen naar geslacht en leeftijd
Nederlanders van 6 jaar of ouder namen per dag gemiddeld ruim 0,8 keer de fiets om zich te verplaatsen en fietsten dagelijks gemiddeld 3 kilometer. Vrouwen verplaatsten zich vaker met de fiets dan mannen, gemiddeld 0,8 tegen 0,7 keer per dag. Wel legden ze er dagelijks een kortere afstand mee af. Gemiddeld fietsten vrouwen 2,9 kilometer, tegen 3,2 kilometer bij mannen.
Jongeren van 12 tot 18 jaar stapten van alle leeftijdsgroepen het vaakst op de fiets, namelijk 1,5 keer per dag. Ook legden ze met gemiddeld 6,1 kilometer per dag de langste afstand af. De jongens fietsten daarbij gemiddeld 1,7 kilometer meer dan de meisjes. Mensen van 75 jaar of ouder verplaatsten zich het minst vaak met de fiets (0,5 keer).
Leeftijd | Totaal (km per persoon per dag) | Mannen (km per persoon per dag) | Vrouwen (km per persoon per dag) |
---|---|---|---|
Totaal | 3,04 | 3,23 | 2,85 |
6 tot 12 jaar | 2,34 | 2,40 | 2,28 |
12 tot 18 jaar | 6,10 | 6,92 | 5,25 |
18 tot 25 jaar | 2,52 | 2,82 | 2,22 |
25 tot 35 jaar | 2,35 | 2,53 | 2,16 |
35 tot 50 jaar | 2,55 | 2,62 | 2,48 |
50 tot 65 jaar | 3,07 | 2,90 | 3,25 |
65 tot 75 jaar | 3,99 | 4,21 | 3,79 |
75 jaar of ouder | 2,47 | 3,25 | 1,83 |
Reisdag en maand
In het weekend werd er minder vaak op de fiets gestapt dan door de week. Vooral op zondag waren er weinig fietsverplaatsingen, gemiddeld maar half zo veel als op een doordeweekse dag. Op zaterdag en zondag werd er gemiddeld respectievelijk 2,6 en 2,5 kilometer op de fiets afgelegd, op een doordeweekse dag werd er rond 3,2 kilometer gefietst.
Ook tussen de maanden verschilt het fietsgedrag. In december, januari en februari werd de fiets met tussen de 0,6 en 0,7 keer per dag het minst vaak gebruikt. In deze periode was ook het aantal fietskilometers het laagst, gemiddeld rond de 2,1 per dag. In het voorjaar en de zomer werd dagelijks een grotere afstand op de fiets afgelegd dan in de herfst en de winter.
Maand | Afstand (km per persoon per dag) |
---|---|
Jan. | 2,00 |
Feb. | 2,16 |
Ma. | 3,15 |
Apr | 3,12 |
Mei | 3,54 |
Jun | 3,67 |
Jul | 3,51 |
Aug | 3,77 |
Sep | 3,27 |
Okt | 3,19 |
Nov | 2,96 |
Dec | 2,05 |