In 2023 overleden vier keer zoveel mensen na een val als 20 jaar geleden

© Hollandse Hoogte / Robin Utrecht
In 2023 overleden 7 duizend inwoners van Nederland doordat ze per ongeluk vielen, struikelden of uitgleden (accidentele val). Dat is 12 procent meer dan in 2022 en bijna vier keer zo veel als twintig jaar eerder. Vooral onder 90-plussers en mensen die vanwege een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) zorg krijgen in een instelling vanuit de Wet langdurige zorg (WLZ), nam het percentage overledenen door een accidentele val toe. Dat meldt het CBS op basis van een analyse van doodsoorzaken.

Overlijden door een accidentele val is een situatie waarin iemand per ongeluk valt, struikelt, of uitglijdt en binnen dertig dagen als gevolg daarvan overlijdt. Vallen met een vervoermiddel wordt niet meegerekend, dit wordt geregistreerd als vervoersongeval.

In 2023 overleden gemiddeld 19 mensen per dag na een accidentele val. Van alle mensen die overleden door een accidentele val, had de helft een gebroken heup als belangrijkste letsel als gevolg van de val. Bij een kwart ging het om hoofdletsel. Van alle overledenen was bij ongeveer 4 procent een accidentele val de doodsoorzaak.

Wanneer rekening gehouden wordt met vergrijzing en bevolkingsgroei, daalde het sterftecijfer door een accidentele val tot 1998, vooral bij vrouwen. Daarna nam dit aantal geleidelijk toe en verdubbelde zelfs vanaf 2010.

Overledenen door een accidentele val
JaarMannen (per 100 duizend inwoners (gestandaardiseerd))Vrouwen (per 100 duizend inwoners (gestandaardiseerd))
198017,634,2
198119,432,2
198217,330,3
198316,626,9
198416,926,1
198516,323,4
198615,623,1
198715,422,6
198815,721,3
198917,123,3
199015,821,9
199115,622,5
199214,421,4
199314,319,6
199413,920,2
199514,518,9
199614,719
199713,917,7
199813,517,3
19991420,1
200014,718
200117,322,5
200215,319,4
200315,820,3
200415,618,1
200516,718,3
200616,918,5
200716,217,9
200816,118,6
200916,718,8
201017,318,6
201116,919,6
201218,222,6
201319,222
201419,422,5
201520,925,8
20162327,8
201722,329,1
201824,932,7
20192433,4
20202537,1
202124,438,8
202227,543,6
2023*29,548,4
* voorlopige cijfers

Meeste dodelijke valongelukken bij vrouwen van 80 jaar of ouder

De mensen die overlijden door een accidentele val zijn meestal op leeftijd: 43 procent was tachtiger en 36 procent was negentig jaar of ouder. Vrouwen vormen de meerderheid in beide leeftijdsgroepen: van de mensen die overleden door een accidentele val was bij de tachtigers 60 procent een vrouw en bij de 90-plussers was dit 75 procent. In 2023 was de gemiddelde leeftijd van mannen bij overlijden door een accidentele val 82 jaar en bij vrouwen 87 jaar.

Grootste stijging bij 90-plussers

De stijging van het aantal dodelijke valongelukken gaat samen met de groei van de oudere bevolking, maar ook per duizend inwoners in elke leeftijdsgroep vanaf 60 jaar is er een stijging. Dat geldt vooral voor vrouwen van negentig jaar of ouder.

In 2023 overleden 19,7 vrouwelijke 90-plussers per duizend vrouwen van deze leeftijd door een accidentele val, in 2013 waren dat er 7,9. Bij vrouwelijke tachtigers nam dit aantal toe van 2,0 overledenen in 2013 naar 4,2 per duizend vrouwen in deze leeftijdsklasse in 2023. Ook bij mannen was deze groei bij 90-plussers te zien, maar deze is minder sterk dan bij vrouwen. Sinds 2020 is onder 90-plussers het sterftecijfer door een accidentele val per duizend 90-plussers hoger bij vrouwen dan bij mannen.

Sterfte door een accidentele val bij ouderen
JaartalMannen, 70 tot 80 jaar (per 1 000 inwoners)Mannen, 80 tot 90 jaar (per 1 000 inwoners)Mannen, 90 jaar of ouder (per 1 000 inwoners)Vrouwen, 70 tot 80 jaar (per 1 000 inwoners)Vrouwen, 80 tot 90 jaar (per 1 000 inwoners)Vrouwen, 90 jaar of ouder (per 1 000 inwoners)
19800,42,26,50,53,111
19810,42,39,70,52,911,1
19820,427,40,42,610,9
19830,3280,32,49,6
19840,41,89,60,32,39,9
19850,31,88,40,328,2
19860,31,87,80,32,18,5
19870,31,87,60,31,98,7
19880,31,98,40,21,88,3
19890,31,910,90,328,9
19900,41,98,30,228,1
19910,3270,21,99,2
19920,31,78,20,21,88,6
19930,31,68,80,21,77,7
19940,31,76,90,31,67,9
19950,31,78,20,21,67,4
19960,41,67,10,21,77,1
19970,31,66,70,21,56,7
19980,31,56,10,21,56,2
19990,31,67,30,31,87,4
20000,31,77,30,31,56,1
20010,41,98,50,31,88,7
20020,31,78,10,31,76,8
20030,41,77,90,31,77,4
20040,31,86,90,31,46,6
20050,41,89,30,21,66,4
20060,41,98,60,21,66,9
20070,41,880,21,66,2
20080,41,88,90,31,66,5
20090,31,98,10,31,76,2
20100,42,18,40,21,76,9
20110,42,17,60,31,76,7
20120,42,28,60,328,3
20130,42,310,90,327,9
20140,42,48,80,328,6
20150,42,411,70,32,49,5
20160,52,911,40,32,510,6
20170,42,911,40,32,611,8
20180,53,113,70,42,913
20190,52,913,30,4313,1
20200,53,212,80,43,414,7
20210,53,113,10,53,415,6
20220,63,414,50,53,917,3
'230,73,815,10,64,219,7
* voorlopige cijfers

Vooral meer dodelijke vallen in een instelling voor langdurige zorg

Van de 7 duizend mensen die in 2023 overleden door een accidentele val, kregen er 4,5 duizend zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Het overgrote deel van deze mensen woonde in een zorginstelling (86 procent).

Bij 7 procent van alle overlijdens in een Wlz-zorginstelling was een accidentele val in 2023 de doodsoorzaak. In 2015 was dit 3 procent. Bij mensen die thuis woonden en Wlz-zorg kregen, steeg het aantal dodelijke valongelukken van 3 procent in 2015 naar 5 procent in 2023.

Dementie of een andere psychogeriatrische aandoening was bij 75 procent van de Wlz-zorggebruikers die aan een accidentele val overleden de belangrijkste reden dat zij Wlz- zorg ontvingen. In 2015 gold dit voor 59 procent.

Overleden door accidentele val, Wlz-zorggebruikers
JaarWlz met verblijf (%)Overige vormen (%)Geen Wlz-zorg (%)
20153,13,11,9
20163,63,62,0
20174,13,71,9
20184,73,92,1
20195,24,12,0
20205,33,81,9
20215,43,82,0
20226,34,82,2
2023*7,35,12,3
* voorlopige cijfers

Vallen meest voorkomende niet-natuurlijke doodsoorzaak

Sinds eind jaren negentig is overlijden door een accidentele val de meest voorkomende niet-natuurlijke doodsoorzaak. Vooral de laatste tien jaar stijgt het aantal overlijdens door een accidentele val. Van alle mensen die in 2023 aan een niet-natuurlijke doodsoorzaak overleden, overleed 62 procent door een accidentele val (7 duizend). In 2014 was dit nog 44 procent.

Aan andere niet-natuurlijke doodoorzaken overleden minder mensen dan aan een accidentele val. Zo overleden 1,8 duizend mensen door zelfdoding, 745 mensen na een vervoersongeval en 103 mensen door moord en doodslag.

Overleden door niet-natuurlijke doodsoorzaak
JaarAccidentele val (per 100 duizend inwoners)Zelfdoding (per 100 duizend inwoners)Vervoersongevallen (per 100 duizend inwoners)Moord en doodslag (per 100 duizend inwoners)Overige niet-
natuurlijke doodsoorzaken
(per 100 duizend inwoners)
198025,912,616,30,86,6
198125,912,514,50,86,2
198223,813,313,90,87,2
198321,714,813,80,97,6
198421,414,813,40,97,1
198519,713,211,50,86,9
198619,412,911,71,06,6
198718,912,711,10,96,1
198818,311,910,20,85,7
198920,011,511,11,06,8
199018,710,910,10,85,8
199118,911,99,51,15,5
199217,811,510,31,25,1
199316,811,19,31,25,1
199417,011,19,31,15,1
199516,510,49,21,25,0
199616,710,99,31,34,4
199715,610,88,41,34,5
199815,210,37,71,14,1
199917,010,28,11,24,0
200016,110,07,81,14,9
200119,79,67,21,24,4
200217,110,27,31,14,6
200317,99,77,61,24,3
200416,59,66,21,25,4
200517,19,95,71,05,9
200617,39,75,60,86,4
200716,88,55,60,96,3
200817,09,05,10,97,1
200917,59,45,00,96,9
201017,69,84,80,96,9
201118,010,04,80,86,3
201220,210,64,70,86,2
201320,311,24,00,86,4
201420,811,04,00,77,8
201523,211,24,30,67,2
201625,211,34,30,67,3
201725,611,34,10,87,5
201828,710,74,50,68,1
201928,610,54,20,67,9
202031,010,53,90,67,0
202131,510,73,70,67,1
202235,410,94,70,78,1
'23*39,210,54,20,68,5
*voorlopige cijfers

Dit bericht verschijnt in de valpreventieweek, geïnitieerd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en VeiligheidNL. Deze organisatie publiceert vandaag nieuwe cijfers over mensen die na een val op de spoedeisende hulp komen.