Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Huishoudens; personen naar geslacht, leeftijd en regio, 1 januari

Geslacht Leeftijd Perioden Regio's Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in particuliere huishoudens Samenwonend Totaal samenwonende personen (aantal) Personen in institutionele huishoudens (aantal)
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2000 Nederland 274.626 127.912 96.992 33.370
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2001 Nederland 288.303 134.908 104.338 32.509
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2002 Nederland 300.586 141.474 110.338 31.892
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2003 Nederland 311.084 146.931 115.690 31.655
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2004 Nederland 325.193 153.331 122.374 32.309
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2005 Nederland 335.577 158.298 127.431 32.372
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2006 Nederland 336.415 158.694 129.722 30.994
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2007 Nederland 339.154 158.885 133.676 29.727
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2008 Nederland 341.963 159.196 137.650 28.762
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2009 Nederland 345.821 159.325 142.754 27.727
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2010 Nederland 351.308 159.972 148.413 27.148
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2011 Nederland 360.828 161.562 154.587 27.656
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2012 Nederland 368.582 163.561 161.360 26.821
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2013 Nederland 377.863 166.640 168.532 25.990
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2014 Nederland 383.047 164.760 173.719 28.473
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2015 Nederland 390.492 167.471 181.387 25.802
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2016 Nederland 394.936 167.952 186.694 24.860
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2017 Nederland 402.119 170.472 193.580 22.995
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2018 Nederland 408.255 170.178 200.035 23.314
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2019 Nederland 422.114 174.220 209.891 23.336
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2020 Nederland 436.056 177.370 219.956 24.161
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2021 Nederland 449.123 181.472 229.014 23.904
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2022 Nederland 457.540 184.161 234.206 24.386
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2023 Nederland 470.814 187.688 242.470 25.494
Mannen en vrouwen 80 tot 85 jaar 2024 Nederland 486.721 191.834 253.162 26.465
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2000 Nederland 156.917 74.907 30.977 40.698
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2001 Nederland 158.004 76.474 31.488 39.778
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2002 Nederland 159.645 78.072 32.147 38.981
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2003 Nederland 159.983 78.931 33.033 37.955
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2004 Nederland 158.439 78.972 33.293 36.355
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2005 Nederland 160.357 80.387 34.967 35.284
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2006 Nederland 171.369 87.050 38.910 35.477
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2007 Nederland 180.861 93.182 42.511 35.053
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2008 Nederland 190.091 98.655 45.860 35.041
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2009 Nederland 200.625 104.458 49.240 35.983
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2010 Nederland 208.819 108.999 52.243 36.562
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2011 Nederland 212.056 109.608 54.104 36.596
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2012 Nederland 215.887 111.815 57.104 35.295
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2013 Nederland 218.767 113.359 59.608 34.177
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2014 Nederland 222.351 111.194 62.017 37.656
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2015 Nederland 227.621 115.538 65.985 34.853
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2016 Nederland 234.300 119.284 69.357 34.243
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2017 Nederland 239.804 123.223 73.215 32.218
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2018 Nederland 246.487 125.289 77.005 33.036
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2019 Nederland 250.068 127.277 78.883 32.906
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2020 Nederland 256.201 129.098 82.367 33.586
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2021 Nederland 257.809 130.113 84.938 31.962
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2022 Nederland 262.018 131.443 88.230 31.724
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2023 Nederland 266.585 131.751 91.595 32.770
Mannen en vrouwen 85 tot 90 jaar 2024 Nederland 277.392 135.273 97.357 34.282
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2000 Nederland 56.406 22.713 5.128 24.580
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2001 Nederland 57.530 23.831 5.267 24.346
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2002 Nederland 58.200 24.842 5.369 23.844
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2003 Nederland 59.433 25.978 5.675 23.799
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2004 Nederland 60.967 27.207 6.053 23.646
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2005 Nederland 63.284 28.685 6.647 23.768
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2006 Nederland 64.398 29.942 6.795 23.502
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2007 Nederland 65.609 31.360 7.063 22.994
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2008 Nederland 67.331 32.694 7.410 23.085
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2009 Nederland 67.920 33.575 7.684 22.479
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2010 Nederland 69.901 35.080 8.252 22.382
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2011 Nederland 76.191 38.280 9.267 23.679
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2012 Nederland 82.293 42.383 10.482 24.214
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2013 Nederland 86.469 45.437 11.203 24.498
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2014 Nederland 91.773 45.674 11.857 28.718
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2015 Nederland 96.078 49.581 13.036 27.904
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2016 Nederland 96.978 51.100 13.746 26.791
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2017 Nederland 98.476 53.544 14.510 25.127
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2018 Nederland 99.410 53.522 15.232 25.508
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2019 Nederland 100.963 54.673 15.561 25.516
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2020 Nederland 103.118 55.201 16.306 26.334
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2021 Nederland 105.048 56.589 16.943 26.023
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2022 Nederland 106.740 57.568 17.590 26.125
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2023 Nederland 108.901 58.151 18.231 27.250
Mannen en vrouwen 90 tot 95 jaar 2024 Nederland 109.950 58.548 18.867 27.361
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2000 Nederland 12.390 3.801 549 7.075
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2001 Nederland 12.800 4.074 521 7.248
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2002 Nederland 13.176 4.322 552 7.290
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2003 Nederland 13.470 4.577 524 7.402
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2004 Nederland 13.699 4.764 584 7.394
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2005 Nederland 14.355 5.140 660 7.554
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2006 Nederland 14.834 5.599 662 7.524
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2007 Nederland 15.218 5.912 685 7.513
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2008 Nederland 16.104 6.454 746 7.793
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2009 Nederland 16.842 6.887 844 7.971
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2010 Nederland 17.966 7.566 920 8.319
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2011 Nederland 18.472 7.720 823 8.581
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2012 Nederland 19.253 8.266 884 8.715
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2013 Nederland 19.721 8.804 908 8.647
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2014 Nederland 19.918 8.097 851 9.624
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2015 Nederland 20.785 9.054 964 9.410
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2016 Nederland 22.534 10.262 1.112 9.753
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2017 Nederland 23.876 11.546 1.254 9.645
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2018 Nederland 24.762 11.921 1.275 10.041
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2019 Nederland 25.675 12.514 1.394 10.250
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2020 Nederland 26.713 12.922 1.414 10.831
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2021 Nederland 26.681 13.030 1.502 10.641
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2022 Nederland 26.809 13.137 1.550 10.637
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2023 Nederland 26.317 12.628 1.543 10.697
Mannen en vrouwen 95 jaar of ouder 2024 Nederland 26.616 12.544 1.617 11.033
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Personen in Nederland wonend in een particulier of institutioneel huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio op 1 januari.
De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen in alle huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in particuliere huishouden naar plaats in het huishouden, geslacht, leeftijd en regio;
- Personen in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten.

De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.
Bijvoorbeeld: voor de gemeente Vianen, die per 1 januari 2002 is overgegaan van de provincie Zuid-Holland naar de provincie Utrecht, geldt dat ze in de tabel is gegroepeerd in de provincie Utrecht.

De regionale cijfers over de institutionele bevolking vertonen van jaar op jaar soms moeilijk te verklaren schommelingen. De gehanteerde methodiek is gebaseerd op typering van adresbewoning op basis van secundaire bronnen. Niet in alle gevallen valt de typering perfect uit. Dat kan komen doordat een adres van functie is veranderd, bij voorbeeld van zorginstelling naar huisvesting van (voormalige) asielzoekers, zonder dat het CBS daar kennis van heeft genomen. In andere situaties kan het voorkomen dat een adres het ene jaar wel en het andere jaar niet boven de gehanteerde drempelwaarden blijft qua aantal institutionele bewoners die gelden voor het afbakenen van institutionele adressen. Indirect hebben dergelijke schommelingen ook effect op het aantal eenpersoonshuishoudens.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 22 mei 2024:
De cijfers per 1 januari 2024 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
In het 3e kwartaal van 2025 worden cijfers per 1 januari 2025 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen in huishoudens
Totaal aantal personen in zowel particuliere als institutionele huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Personen in particuliere huishoudens
Totaal aantal personen in particuliere huishoudens.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Alleenstaand
Alleenstaande personen in particuliere huishoudens.

Alleenstaand:
Persoon die alleen in een woonruimte woont en een eenpersoonshuishouden vormt.
Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren.
Alleenstaanden kunnen een relatie hebben en zelfs gehuwd zijn met een persoon met wie ze niet samenwonen.
Samenwonend
Samenwonende personen in particuliere huishoudens.

Samenwonende persoon:
Persoon die samen met iemand anders als paar, al dan niet met elkaar gehuwd, al dan niet als geregistreerd partners en al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormt.
Totaal samenwonende personen
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.