Overheidstekort 2023 uitgekomen op 0,3 procent bbp
Het overheidssaldo en de overheidsschuld zijn de belangrijkste indicatoren voor de toestand van de overheidsfinanciën. De Europese normen hiervoor zijn een maximaal tekort van 3 procent en een maximale schuld van 60 procent van het bbp. Vanaf 2017 voldoen het tekort en de schuld van de Nederlandse overheid aan deze Europese normen, met uitzondering van 2020 toen het tekort de 3 procent iets overschreed.
Het tekort van de overheid over 2023 valt lager uit dan eerder door onder meer het CPB en het ministerie van Financiën zijn geraamd. De Najaarsnota 2023 van november vorig jaar ging bijvoorbeeld uit van een tekort van 1,8 procent van het bbp. De gerealiseerde tekorten komen de laatste jaren uit onder de ramingen van de Najaarsnota, vooral vanaf 2020.
Jaar | Overheidssaldo (% bbp) | EMU-norm (% bbp) | Raming Najaarsnota (vanaf 2015) (% bbp) |
---|---|---|---|
2005 | -0,5 | -3,0 | |
2006 | 0,0 | -3,0 | |
2007 | -0,2 | -3,0 | |
2008 | 0,1 | -3,0 | |
2009 | -5,2 | -3,0 | |
2010 | -5,3 | -3,0 | |
2011 | -4,4 | -3,0 | |
2012 | -3,9 | -3,0 | |
2013 | -3,0 | -3,0 | |
2014 | -2,3 | -3,0 | |
2015 | -1,9 | -3,0 | -2,3 |
2016 | 0,1 | -3,0 | -0,4 |
2017 | 1,4 | -3,0 | 0,4 |
2018 | 1,5 | -3,0 | 0,9 |
2019 | 1,8 | -3,0 | 1,3 |
2020 | -3,7 | -3,0 | -6,2 |
2021 | -2,2 | -3,0 | -5,1 |
2022* | -0,1 | -3,0 | -1,0 |
2023* | -0,3 | -3,0 | -1,8 |
* voorlopige cijfers |
Inkomsten 7 procent gestegen
De overheidsinkomsten namen in 2023 met 7 procent toe ten opzichte van 2022. De belastingen en premies stegen met 35 miljard euro. Het meest stegen de opbrengsten uit de loon- en inkomstenheffing, 10 miljard euro. Ook de vennootschapsbelasting bracht veel meer op dan in 2022, 9 miljard euro. Relatief sterk stegen de inkomsten uit dividendbelasting. De stijging van 6 miljard euro betekende meer dan een verdubbeling. Dit kwam waarschijnlijk door een tariefsaanpassing bij box 2 van de inkomstenbelasting in 2024. Hogere inkomsten worden hierbij zwaarder belast. Directeur-grootaandeelhouders kunnen ervoor hebben gekozen om meer winst in 2023 aan zichzelf uit te keren, waardoor de winstuitkering nog onder het oude tarief valt. Hogere prijzen van producten en diensten leidden tot meer belastingen bij onder andere de btw (6 miljard euro).
De overige inkomsten daalden juist met 5 miljard euro. Mede door lagere energieprijzen in 2023 verdiende de overheid minder aan aardgas dan in 2022.
Uitgaven 8 procent hoger
De uitgaven stegen in 2023 met bijna 8 procent vergeleken met een jaar eerder. Van de toename van 33 miljard euro ging 20 miljard meer naar sociale uitkeringen in geld en natura, waaronder ook de zorguitgaven vallen. De overheid verhoogde onder meer extra de toeslagen in 2023, en ook andere uitkeringen gingen door indexatie omhoog. De salarissen van overheidspersoneel kostten de overheid 6 miljard euro meer. Aan de aankopen van goederen en diensten spendeerde de overheid 7 miljard euro meer dan in 2022. Dat lijkt vooral een gevolg van hogere prijzen. De overige uitgaven lieten plussen en minnen zien. Tegenover hogere rentelasten en kapitaaloverdrachten stonden lagere uitgaven aan subsidies en overige inkomensoverdrachten.
Jaar | Inkomsten (mld euro) | Uitgaven (mld euro) |
---|---|---|
2005 | 232,0 | 234,6 |
2006 | 253,4 | 253,6 |
2007 | 262,9 | 264,4 |
2008 | 282,1 | 281,3 |
2009 | 266,7 | 299,3 |
2010 | 273,7 | 307,9 |
2011 | 277,7 | 306,6 |
2012 | 281,4 | 307,0 |
2013 | 289,8 | 309,4 |
2014 | 294,4 | 309,5 |
2015 | 296,1 | 309,5 |
2016 | 310,1 | 309,2 |
2017 | 323,5 | 313,4 |
2018 | 338,9 | 327,2 |
2019 | 357,1 | 342,5 |
2020 | 351,4 | 381,0 |
2021 | 380,7 | 400,2 |
2022* | 416,0 | 416,9 |
2023* | 445,9 | 449,5 |
* voorlopige cijfers |
Schuld gedaald naar 46,5 procent van het bbp
De overheidsschuld was eind 2023 met 481 miljard euro gelijk aan een jaar eerder. Dit kwam grotendeels door het kleine tekort over 2023, wat de schuld iets verhoogde. Daarentegen kon door aanwending van banktegoeden en deposito’s en door ontvangsten uit andere financiële bezittingen de schuld verlaagd worden.
De overheidsschuld als percentage van het bbp kwam 3,7 procentpunt lager uit dan eind 2022, toen de schuldquote 50,1 procent bedroeg. Deze afname kwam doordat het bbp in 2023, vooral door hogere prijzen, met 8 procent relatief sterk toenam. In de afgelopen 30 jaar waren alleen de schuldquotes van eind 2006 en eind 2007 lager. De schulden in euro’s waren toen wel meer dan 210 miljard lager.
Jaar | Schuldquote (% bbp) | EMU-normen (% bbp) |
---|---|---|
2005 | 49,8 | 60,0 |
2006 | 45,2 | 60,0 |
2007 | 43,0 | 60,0 |
2008 | 54,7 | 60,0 |
2009 | 56,8 | 60,0 |
2010 | 59,3 | 60,0 |
2011 | 61,7 | 60,0 |
2012 | 66,2 | 60,0 |
2013 | 67,7 | 60,0 |
2014 | 67,9 | 60,0 |
2015 | 64,7 | 60,0 |
2016 | 61,9 | 60,0 |
2017 | 57,0 | 60,0 |
2018 | 52,4 | 60,0 |
2019 | 48,6 | 60,0 |
2020 | 54,7 | 60,0 |
2021 | 51,7 | 60,0 |
2022* | 50,1 | 60,0 |
2023* | 46,5 | 60,0 |
* voorlopige cijfers |
Bronnen
- StatLine - Overheidsfinanciën; kerncijfers
- StatLine - Saldo en schuld; overheidssectoren
Relevante links
- Nieuwsbericht - Nederlandse economie in 2023 over de grens van 1 biljoen euro
- Visualisatie - Dashboard Overheidsfinanciën