Huishoudens blijven sparen
De besparingen zijn wat er van het beschikbaar inkomen overblijft na aftrek van de consumptie. Het beschikbaar inkomen was 11,2 miljard euro hoger dan in het derde kwartaal van 2021. De consumptieve bestedingen namen met 11,3 miljard euro toe. De besparingen waren nog steeds hoger dan voor de coronacrisis in 2019.
Consumptieve bestedingen (mld euro) | Vrije/individuele besparingen (mld euro) | |
---|---|---|
2010 | 73,5 | 3,5 |
2011 | 75,1 | 1,3 |
2012 | 75 | 2,8 |
2013 | 76,1 | 2,8 |
2014 | 76,9 | 3,5 |
2015 | 79,2 | 4,1 |
2016 | 80,2 | 4,6 |
2017 | 83,8 | 3 |
2018 | 87 | 4,7 |
2019 | 89,9 | 5,5 |
2020* | 86,3 | 14,1 |
2021* | 94,2 | 12,4 |
2022* | 105,5 | 12,2 |
* voorlopige cijfers |
De toename van het beschikbaar inkomen komt met name door de relatief grote stijging van de lonen van werknemers met 5,4 miljard euro. Dit komt enerzijds door hogere lonen en anderzijds door een toename van het aantal werkenden. Verder waren de sociale uitkeringen ruim 1,8 miljard euro hoger dan in het derde kwartaal van 2021.
Vooral meer besteed aan diensten
De toename van de consumptieve bestedingen is in bijna alle categorieën zichtbaar. De grootste toename ten opzichte van een jaar eerder was te zien bij diensten: de horeca, financiële en zakelijke diensten, en recreatie en cultuur. Bij horeca-, recreatie- en cultuurdiensten stegen zowel de prijzen als het volume (de waarde gecorrigeerd voor prijsontwikkelingen). De toename van de bestedingen aan financiële en zakelijke diensten werd voornamelijk veroorzaakt door prijsstijgingen. De consumptie van duurzame goederen nam toe door de hogere prijzen, terwijl er in volume een daling was. Ook de toename van de bestedingen aan overige goederen kwam door prijsstijgingen. Hieronder valt onder meer de consumptie van energie. Doordat huishoudens in het derde kwartaal relatief weinig gas consumeerden, was het effect van de hogere energieprijzen op de uitgaven beperkt.
Volume (mln euro) | Prijs (mln euro) | |
---|---|---|
Diensten | 3774 | 4338 |
Voedings- en genotmiddelen | -210 | 1355 |
Duurzame goederen | -806 | 1074 |
Overige goederen | -30 | 898 |
* voorlopige cijfers |
Spaartegoed stijgt met 1,2 miljard euro
Huishoudens kunnen de besparingen gebruiken om bijvoorbeeld geld op de spaarrekening te zetten, effecten te kopen of schulden af te lossen om zo hun financieel vermogen te vergroten. In het derde kwartaal van 2022 hebben huishoudens 1,2 miljard euro op de bank gestort en per saldo meer aandelen verkocht dan gekocht. Huishoudens kunnen besparingen ook gebruiken om hun niet-financieel vermogen te vergroten door te investeren in bezit zoals grond en woningen. In het derde kwartaal van 2022 bedroegen de bruto investeringen in vaste activa 15,9 miljard euro.
Girale deposito's (mld euro) | Spaartegoeden (mld euro) | ||
---|---|---|---|
2010 | 1e kwartaal | 53,1 | 301,4 |
2010 | 2e kwartaal | 57,6 | 307,7 |
2010 | 3e kwartaal | 54 | 307 |
2010 | 4e kwartaal | 52,8 | 305,8 |
2011 | 1e kwartaal | 53,7 | 311,2 |
2011 | 2e kwartaal | 58,4 | 317,5 |
2011 | 3e kwartaal | 54,7 | 318,6 |
2011 | 4e kwartaal | 54,4 | 320,6 |
2012 | 1e kwartaal | 52,8 | 329,2 |
2012 | 2e kwartaal | 56,8 | 335,5 |
2012 | 3e kwartaal | 53,4 | 337,4 |
2012 | 4e kwartaal | 50,2 | 340 |
2013 | 1e kwartaal | 45 | 345,2 |
2013 | 2e kwartaal | 51,2 | 348,4 |
2013 | 3e kwartaal | 46,4 | 346,9 |
2013 | 4e kwartaal | 47,8 | 343,7 |
2014 | 1e kwartaal | 47,8 | 348,3 |
2014 | 2e kwartaal | 51,2 | 354,1 |
2014 | 3e kwartaal | 48,6 | 353 |
2014 | 4e kwartaal | 50,7 | 342,4 |
2015 | 1e kwartaal | 49,8 | 348,8 |
2015 | 2e kwartaal | 54,6 | 354,5 |
2015 | 3e kwartaal | 52,5 | 352,5 |
2015 | 4e kwartaal | 52,4 | 346,4 |
2016 | 1e kwartaal | 53,5 | 348,9 |
2016 | 2e kwartaal | 60,2 | 355,9 |
2016 | 3e kwartaal | 57,8 | 354,7 |
2016 | 4e kwartaal | 56,9 | 351,7 |
2017 | 1e kwartaal | 58,8 | 354,9 |
2017 | 2e kwartaal | 63,3 | 362 |
2017 | 3e kwartaal | 62 | 360,1 |
2017 | 4e kwartaal | 60,9 | 354,7 |
2018 | 1e kwartaal | 60 | 357,6 |
2018 | 2e kwartaal | 65,4 | 366,1 |
2018 | 3e kwartaal | 64,7 | 364,8 |
2018 | 4e kwartaal | 63,6 | 361,9 |
2019* | 1e kwartaal | 66,8 | 366,1 |
2019* | 2e kwartaal | 72,9 | 375,4 |
2019* | 3e kwartaal | 72,5 | 375,3 |
2019* | 4e kwartaal | 73,5 | 373 |
2020* | 1e kwartaal | 78,9 | 375,9 |
2020* | 2e kwartaal | 88,7 | 392,5 |
2020* | 3e kwartaal | 89,7 | 395,2 |
2020* | 4e kwartaal | 93,4 | 395,5 |
2021* | 1e kwartaal | 97,5 | 405,1 |
2021* | 2e kwartaal | 107,1 | 412,1 |
2021* | 3e kwartaal | 108,3 | 410,3 |
2021* | 4e kwartaal | 113,7 | 408,9 |
2022* | 1e kwartaal | 117,7 | 418,2 |
2022* | 2e kwartaal | 124,7 | 427,1 |
2022* | 3e kwartaal | 124,9 | 428,2 |
* voorlopige cijfers |
Bronnen
- StatLine – Kerngegevens sectoren; nationale rekeningen
- StatLine – Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine – Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen
- StatLine – Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen
- StatLine – Financiële balansen en transacties; sectoren, nationale rekeningen
Relevante links
- Nieuwsbericht - Beschikbaar inkomen huishoudens 0,8 procent hoger in derde kwartaal
- Privacy - Privacyregels CBS