Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen, 1995- Kw4 2023
Institutionele sectoren | Niet-geconsolideerd/geconsolideerd | Perioden | Saldi Saldo goederen- en dienstentransacties (mln euro) | Saldi Saldo lopende transacties buitenland (mln euro) | Saldi Totaal fin. transacties vorderingen (mln euro) | Saldi Totaal fin. transacties schulden (mln euro) | Saldi Saldo van financiële transacties (mln euro) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2020 1e kwartaal | 272.727 | 264.273 | 8.454 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2020 2e kwartaal | 274.036 | 266.512 | 7.524 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2020 3e kwartaal | 53.843 | 46.981 | 6.862 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2020 4e kwartaal | -325.790 | -339.056 | 13.266 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2020 | 274.816 | 238.710 | 36.106 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2021 1e kwartaal* | 221.905 | 190.343 | 31.562 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2021 2e kwartaal* | 182.844 | 157.590 | 25.254 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2021 3e kwartaal* | 58.087 | 36.363 | 21.724 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2021 4e kwartaal* | -163.902 | -187.675 | 23.773 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2021* | 298.934 | 196.621 | 102.313 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2022 1e kwartaal* | 330.905 | 303.910 | 26.995 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2022 2e kwartaal* | 294.621 | 184.894 | 109.727 | ||
Totale binnenlandse sectoren | Niet-geconsolideerd | 2022 3e kwartaal* | 114.053 | 82.151 | 31.902 | ||
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de institutionele sectoren van de Nederlandse economie. Niet-financiële transacties bestaan uit lopende transacties en transacties van de kapitaalrekening. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.
Niet-financiële transacties worden geraamd voor de hoofdsectoren van de economie: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en het buitenland. De sectoren financiële instellingen en overheid zijn bovendien nog naar subsectoren uitgesplitst. Sectoren worden zowel geconsolideerd als niet-geconsolideerd gepresenteerd.
Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995.
Kwartaalgegevens vanaf het eerste kwartaal 1999.
Status van de cijfers:
De gegevens van 1995 tot en met 2020 zijn definitief. Gegevens van 2021, 2022 en 2023 hebben de status voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden voorlopige gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 24 juni 2024
Geen, deze tabel is stopgezet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Voor meer informatie zie paragraaf 3.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Saldi
- Een saldo wordt verkregen door van de totale waarde van de posten aan de ene zijde van een rekening de totale waarde van de posten aan de andere zijde af te trekken.
- Saldo goederen- en dienstentransacties
- Saldo goederen- en dienstentransacties met het buitenland.
- Saldo lopende transacties buitenland
- Het overschot (indien negatief) of het tekort (indien positief) van de totale economie op zijn lopende transacties (handel in goederen en diensten, primair inkomen, inkomensoverdrachten) met het buitenland. Het saldo van de lopende transacties met het buitenland vormt de sluitpost van de rekening voor inkomenstransacties met het buitenland en is opgebouwd uit drie onderdelen:
- het uitvoeroverschot, dat is het bedrag waarmee de uitvoer de invoer overtreft
- het saldo uit het buitenland ontvangen primaire inkomens. De primaire inkomens omvatten belastingen op productie en invoer, subsidies, beloning van werknemers en inkomen uit vermogen, zoals rente en dividend
- het saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten. De inkomensoverdrachten omvatten de dividendbelasting, de uitkeringen sociale verzekering en de overige inkomensoverdrachten.
Het saldo van de lopende transacties met het buitenland is tevens gelijk aan de netto nationale besparingen minus de netto investeringen in vaste activa (inclusief de veranderingen in voorraden).
- Totaal fin. transacties vorderingen
- Totaal financiële transacties van vorderingen.
- Totaal fin. transacties schulden
- Totaal financiële transacties van schulden.
- Saldo van financiële transacties
- Het verschil tussen vorderingen en schulden bij de financiële transacties.