Kleiner deel niet-werkenden op zoek naar of direct beschikbaar voor werk
Naast het aantal werklozen meet het CBS hoeveel mensen zonder betaald werk er zijn die niet op zoek zijn naar werk of niet op korte termijn beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. De leeftijdsafbakening die het CBS daarbij hanteert, is internationaal afgestemd. In Nederland valt daarbinnen ook een deel van de bevolking die gepensioneerd is. De groep niet-werkenden die niet zoeken en ook niet op korte termijn beschikbaar zijn vanwege pensioen of hoge leeftijd, groeide sinds 2013 licht, van 1,5 miljoen naar 1,6 miljoen.
De groep die om andere redenen niet werkt, niet zoekt naar werk en niet beschikbaar is, is in de afgelopen jaren vrijwel even groot gebleven: zowel in 2022 als in 2013 ging het in het tweede kwartaal om 1,5 miljoen personen. Maar het aandeel ervan in het totaal aantal niet-werkenden is gegroeid van 35 procent naar 40 procent.
Van de overige niet-werkenden, de werklozen en semiwerklozen, waren er de laatste jaren namelijk steeds minder. Het verschil tussen werklozen en semiwerklozen is de binding met de arbeidsmarkt. Bij werklozen is die het grootst: ze hebben onlangs gezocht naar werk en zijn op korte termijn beschikbaar. In het tweede kwartaal van 2013 waren er 747 duizend werklozen, in het tweede kwartaal van 2022 waren dat er 329 duizend. Semiwerklozen hebben gezocht of zijn beschikbaar, maar niet allebei. Hun aantal kromp van 482 duizend in het tweede kwartaal van 2013 naar 295 duizend in hetzelfde kwartaal van 2022.
Niet gezocht en niet beschikbaar vanwege pensioen of hoge leeftijd (x 1 000) | Niet gezocht en niet beschikbaar vanwege andere redenen (x 1 000) | Semiwerkloos (x 1 000) | Werkloos (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
2013 | 1502 | 1464 | 482 | 747 |
2014 | 1493 | 1541 | 501 | 770 |
2015 | 1509 | 1493 | 491 | 730 |
2016 | 1552 | 1518 | 466 | 665 |
2017 | 1586 | 1571 | 425 | 559 |
2018 | 1548 | 1628 | 379 | 462 |
2019 | 1569 | 1547 | 366 | 415 |
2020 | 1565 | 1583 | 428 | 460 |
2021 | 1659 | 1499 | 358 | 416 |
2022 | 1567 | 1477 | 295 | 329 |
Vooral ouderen niet op zoek en niet direct beschikbaar
De veranderde verhouding onder de niet-werkenden blijkt ook uit een uitsplitsing naar leeftijd. In de oudste leeftijdsgroep (65 tot 75 jaar) is de verdeling in 2022 nog ongeveer dezelfde als in 2013. Maar vooral in de leeftijdsgroepen tot 55 jaar is het percentage werklozen aanzienlijk afgenomen en het percentage dat niet zoekt en niet beschikbaar is toegenomen.
Leeftijd | Jaar | Niet gezocht en niet beschikbaar (%) | Semiwerkloos (%) | Werkloos (%) |
---|---|---|---|---|
15 tot 25 jaar | 2022 | 57 | 18 | 25 |
15 tot 25 jaar | 2013 | 47 | 19 | 35 |
25 tot 35 jaar | 2022 | 63 | 16 | 21 |
25 tot 35 jaar | 2013 | 42 | 18 | 39 |
35 tot 45 jaar | 2022 | 70 | 14 | 16 |
35 tot 45 jaar | 2013 | 48 | 18 | 34 |
45 tot 55 jaar | 2022 | 81 | 10 | 10 |
45 tot 55 jaar | 2013 | 55 | 16 | 29 |
55 tot 65 jaar | 2022 | 86 | 6 | 8 |
55 tot 65 jaar | 2013 | 78 | 9 | 13 |
65 tot 75 jaar | 2022 | 97 | 3 | 1 |
65 tot 75 jaar | 2013 | 94 | 5 | 1 |
Uiteenlopende redenen om niet te zoeken of snel aan het werk te kunnen
De redenen waarom mensen niet op zoek zijn naar werk en ook niet direct kunnen beginnen, variëren sterk tussen leeftijdsgroepen en tussen mannen en vrouwen. Bij jongeren heeft het meestal te maken met het volgen van een opleiding of studie, bij 65-plussers met pensioen of hoge leeftijd. Voor 35- tot 65-jarige mannen is ziekte of arbeidsongeschiktheid de belangrijkste reden. Bij vrouwen van 25 tot 55 jaar telt ook zorg voor gezin of huishouden relatief zwaar.
In de afgelopen jaren veranderde hierin weinig. Wel werden niet alleen pensioen of hoge leeftijd, maar ook ziekte of arbeidsongeschiktheid iets vaker als reden genoemd.
Zorg gezin/huishouden (%) | Opleiding studie (%) | Pensioen/hoge leeftijd (%) | Ziekte/arbeidsongeschiktheid (%) | Andere redenen (%) | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Mannen | 15 tot 25 jaar | 1 | 134 | 0 | 9 | 6 |
Mannen | 25 tot 35 jaar | 2 | 26 | 0 | 24 | 6 |
Mannen | 35 tot 45 jaar | 3 | 5 | 1 | 35 | 5 |
Mannen | 45 tot 55 jaar | 5 | 2 | 1 | 73 | 7 |
Mannen | 55 tot 65 jaar | 6 | 0 | 46 | 133 | 10 |
Mannen | 65 tot 75 jaar | 7 | 0 | 654 | 41 | 3 |
Vrouwen | 15 tot 25 jaar | 2 | 118 | 0 | 15 | 5 |
Vrouwen | 25 tot 35 jaar | 34 | 22 | 0 | 52 | 11 |
Vrouwen | 35 tot 45 jaar | 63 | 9 | 0 | 64 | 8 |
Vrouwen | 45 tot 55 jaar | 58 | 5 | 1 | 106 | 9 |
Vrouwen | 55 tot 65 jaar | 77 | 2 | 83 | 181 | 16 |
Vrouwen | 65 tot 75 jaar | 22 | 0 | 780 | 48 | 4 |
1 op 20 na drie maanden toch aan het werk
Dat mensen aangeven niet te zoeken en niet beschikbaar te zijn, wil niet zeggen dat ze niet aan het werk gaan. Zo gingen gemiddeld in de afgelopen vier kwartalen 159 duizend mensen uit deze groep (5,0 procent) betaald aan de slag en 75 duizend (2,4 procent) gingen op zoek en kwamen direct beschikbaar. Vooral scholieren en studenten bieden zich aan. Van degenen die vanwege zorgtaken, pensioen of ziekte niet wilden of konden werken, kwamen per kwartaal minder mensen op de arbeidsmarkt.
Werkzaam (x 1 000) | Werkloos (x 1 000) | |
---|---|---|
Totaal | 159 | 75 |
Reden niet gezocht of niet beschikbaar | ||
Vanwege opleiding/ studie | 92 | 48 |
Vanwege ziekte/ arbeidsongeschiktheid | 21 | 12 |
Vanwege vut/pensioen /hoge leeftijd | 21 | 4 |
Vanwege andere redenen | 16 | 8 |
Vanwege zorg gezin /huishouden | 9 | 5 |
Bronnen
- StatLine - Arbeidsdeelname; binding met de arbeidsmarkt
- StatLine - Arbeidsdeelname; wisseling arbeidspositie niet-beroepsbevolking
Relevante links
- Statistische Trends - Arbeidspotentieel van niet-werkenden
- Privacy - Privacyregels CBS