Aantal werknemersbanen krimpt met 23 duizend in maart
De afname van werknemersbanen is het saldo van nieuwe en verdwenen banen. In sommige bedrijfstakken, zoals de zorg, het onderwijs en het openbaar bestuur, groeide het aantal banen in maart. Daartegenover stond een grotere krimp in de bedrijfstakken die werden getroffen door de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. In de horeca verdwenen van februari op maart 14 duizend banen (-3,3 procent) en in de bedrijfstak cultuur, sport en recreatie 3 duizend (-2,1 procent). In de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke diensten gingen 13 duizend banen teloor (-1,3 procent). Onder de laatste bedrijfstak vallen onder meer de uitzendbureaus. Het aantal banen in deze bedrijfstak liep overigens al langer terug.
Bedrijfstak | Verandering t.o.v. februari (verandering t.o.v. een maand eerder, x 1 000) |
---|---|
Onderwijs | 3 |
Gezondheids- en welzijnszorg | 3 |
Openbaar bestuur en overheidsdiensten | 2 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 1 |
Industrie | 1 |
Informatie en communicatie | 1 |
Specialistische zakelijke diensten | 1 |
Delfstoffenwinning | 0 |
Energievoorziening | 0 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 0 |
Bouwnijverheid | 0 |
Vervoer en opslag | 0 |
Financiële dienstverlening | 0 |
Verhuur en handel van onroerend goed | 0 |
Overige dienstverlening | -1 |
Cultuur, sport en recreatie | -3 |
Handel | -4 |
Verhuur en overige zakelijke diensten | -13 |
Horeca | -14 |
Alle economische activiteiten | -23 |
Afname banen uitzonderlijk voor begin van het jaar
In de regel worden deze banencijfers gepresenteerd met seizoencorrectie, omdat er een terugkerend patroon is in de toe- of afname van werknemersbanen in bepaalde perioden van het jaar. Een zuivere vergelijking tussen maanden zou anders niet mogelijk zijn. Door de uitzonderlijke economische omstandigheden die gepaard gaan met de coronacrisis, worden de banencijfers voor maart hier zonder seizoencorrectie gepresenteerd. Er zijn wel seizoengecorrigeerde cijfers beschikbaar op StatLine.
Een daling van februari op maart is niet eerder voorgekomen sinds de maandstatistiek over werknemersbanen wordt gemaakt (2006). Zelfs ten tijde van de financiële crisis in 2009 was er een bescheiden groei. Vorig jaar was de groei van februari op maart (ongecorrigeerd) in deze periode nog 0,6 procent. Dit jaar was er een daling van 0,3 procent.
65 duizend oproepbanen minder
Er verdwenen vooral flexibele banen. Zo waren er in maart 65 duizend oproepbanen en 8 duizend uitzendbanen minder dan een maand eerder. Ook het aantal reguliere banen met een tijdelijk contract nam af. Bij de flexibele arbeidscontracten nam alleen het aantal stageplaatsen licht toe. Overigens was er in 2019 al een dalende trend in het aantal flexbanen.
Bij de vaste banen, reguliere banen met een contract voor onbepaalde tijd, zette de groei door in maart.
Werknemers met een flexibel contract verliezen meestal als eerste hun baan als er ontslagen moeten vallen. Werknemers die in maart niet konden werken maar wel kregen doorbetaald, bijvoorbeeld vanuit de NOW-regeling, de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid, blijven in dienst bij hun bedrijf. Deze banen worden dus meegeteld in deze cijfers.
Soort baan | Verandering t.o.v. februari (verandering t.o.v. een maand eerder, x 1 000) |
---|---|
Regulier en WSW, onbepaalde tijd | 53 |
Stageplek | 6 |
Directeur-grootaandeelhouder | -3 |
Regulier en WSW, bepaalde tijd | -7 |
Op uitzendbasis | -8 |
Op oproepbasis | -65 |
In het merendeel van de banen die verloren gingen werkten jongeren van 15 tot 20 jaar. In de bedrijfstakken die door de coronamaatregelen belemmerd werden in de bedrijfsvoering, zoals de horeca, werken relatief veel jongeren. Ook wordt daar veel gewerkt met oproepkrachten.
Bedrijfstak | Verandering t.o.v. februari (verandering t.o.v. een maand eerder, x 1 000) |
---|---|
15 tot 20 jaar | -20 |
20 tot 25 jaar | 0 |
25 tot 30 jaar | 1 |
30 tot 35 jaar | 1 |
35 tot 40 jaar | 0 |
40 tot 45 jaar | -1 |
45 tot 50 jaar | -5 |
50 tot 55 jaar | -1 |
55 tot 60 jaar | 0 |
60 tot 65 jaar | 3 |
65 tot 75 jaar | 1 |
Uit cijfers over het jaar 2019 blijkt dat het grootste deel van alle oproepkrachten (een derde) bestaat uit jongeren van 15 tot 20 jaar. Een kwart is tussen de 20 en 25 jaar en een tiende tussen de 30 en 35 jaar.
Bronnen
- StatLine - Werkgelegenheid; banen, lonen per maand
- Aanvullende statistiek - Aantal oproepbanen naar leeftijdsklasse, 2019
Relevante links
- Visualisatie - Dashboard arbeidsmarkt
- Visualisatie - Dashboard beroepsbevolking
- Publicatie - De arbeidsmarkt in cijfers 2019
- Nieuwsbericht - Ruim 200 duizend werkenden minder sinds maart 2020
- Nieuwsbericht - Aantal vacatures daalt met 60 duizend in eerste kwartaal
- Nieuwsbericht - Vooral uitzendkrachten in eerste kwartaal vaker zonder werk