Prijsstijging koopwoningen Amsterdam vlakt af

© Hollandse Hoogte / Robin Utrecht
In het tweede kwartaal van 2019 waren bestaande koopwoningen in Amsterdam bijna 7 procent duurder dan een jaar eerder. Dat is de laagste prijsstijging in bijna vijf jaar. Ook in Rotterdam, Den Haag en Utrecht vlakken de prijsstijgingen van koopwoningen af. Dit blijkt uit onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.

Bestaande koopwoningen in Nederland waren in het tweede kwartaal van 2019 gemiddeld 7,2 procent duurder dan een jaar eerder. Dit is de kleinste prijsstijging in de afgelopen twee jaar. In het tweede kwartaal van 2019 zijn 52 506 duizend woningen verkocht, bijna 1 procent minder dan een jaar eerder.

Bestaande koopwoningen naar regio; prijsindex, 2019-II
 Prijsindex (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Utrecht9,7
Den Haag9,2
Rotterdam9
Amsterdam6,9
Flevoland9,2
Zeeland8,1
Noord-Holland8
Drenthe7,6
Friesland7,6
Limburg7,5
Noord-Brabant7,1
Zuid-Holland7
Gelderland7
Utrecht6,8
Overijssel6
Groningen5,7
Nederland7,2
Bron: CBS, Kadaster

Laagste prijsstijging Amsterdam in bijna vijf jaar

In Amsterdam waren in het tweede kwartaal van 2019 bestaande koopwoningen 6,9 procent duurder dan een jaar eerder. Dat is de laagste prijsstijging sinds het vierde kwartaal van 2014. Ook in Den Haag, Rotterdam en Utrecht waren de prijsstijgingen in het tweede kwartaal van 2019 kleiner dan in voorgaande jaren. Met 9,7 procent was de prijsstijging van de vier grootste steden het grootst in de Utrecht.

Wel zijn in Amsterdam en Utrecht in het tweede kwartaal meer woningen verkocht dan een jaar eerder. In de vijf voorafgaande kwartalen daalde in de vier grootste steden het aantal transacties nog jaar-op-jaar.

Bestaande koopwoningen Amsterdam, prijsindex
   Amsterdam (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
20143e kwartaal6,2
20144e kwartaal8,3
20151e kwartaal10
20152e kwartaal8,1
20153e kwartaal9,9
20154e kwartaal11
20161e kwartaal10,7
20162e kwartaal14,7
20163e kwartaal14,2
20164e kwartaal14,4
20171e kwartaal15,6
20172e kwartaal13,4
20173e kwartaal13,8
20174e kwartaal13,4
20181e kwartaal11,9
20182e kwartaal13,4
20183e kwartaal13,1
20184e kwartaal12,5
20191e kwartaal9,2
20192e kwartaal6,9

In de meeste provincies meer woningen verkocht

Sinds het eerste kwartaal van 2018 werden in bijna alle provincies minder woningen verkocht dan een jaar eerder. Daaraan is in het tweede kwartaal van 2019 een eind gekomen. In acht van de twaalf provincies zijn meer woningen verkocht. Met 11 procent was de stijging van het aantal transacties in Friesland het grootst. In Noord-Brabant, Drenthe, Gelderland en Zuid-Holland zijn echter opnieuw minder woningen verkocht dan een jaar eerder. Wel is in deze provincies de daling van het aantal transacties minder groot dan de voorgaande perioden.

Bestaande koopwoningen naar regio; aantal verkopen
 2019-II (%-verandering t.o.v. jaar eerder)2019-I (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
Friesland11-12,2
Groningen4,4-4,5
Flevoland4,4-0,6
Utrecht2,2-2,2
Overijssel1,5-9,6
Limburg1,3-9
Zeeland1-6,1
Noord-Holland0,8-8
Zuid-Holland-2,6-12,9
Gelderland-3-8,2
Drenthe-3,4-3,4
Noord-Brabant-6-11,4
Amsterdam1,8-11,2
Utrecht1,5-3,7
s-Gravenhage-3,6-13,4
Rotterdam-12,3-20

Prijsstijging en daling verkopen het grootst bij appartementen

Alle woningtypen noteerden in het tweede kwartaal een prijsstijging ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. De prijsstijging was met bijna 9 procent opnieuw het grootst bij appartementen. De daling van het aantal verkopen is ook opnieuw het grootst bij appartementen. Voor het eerst sinds begin 2018 zijn er weer meer twee-onder-een-kapwoningen, hoekwoningen en tussenwoningen verkocht dan een jaar eerder.

Bestaande koopwoningen naar woningtype; 2019-II
 Prijsindex (%-verandering t.o.v. jaar eerder)Aantal verkopen (%-verandering t.o.v. jaar eerder)
Appartement9-4,8
Tussenwoning7,41,3
Vrijstaand6,8-3,7
Hoekwoning6,71,5
Twee-onder-een-kap6,33,3

De NVM publiceerde vorige week ook over de woningmarkt. De cijfers van de NVM en het CBS/Kadaster kunnen verschillen. Dat komt doordat de cijfers van de NVM zijn gebaseerd op de voorlopige contracten van door NVM- makelaars verkochte woningen en het CBS en het Kadaster de prijsontwikkeling meten van alle bestaande koopwoningen in Nederland en gebruikmaken van de akten die bij het Kadaster worden geregistreerd.