3. Uitgestelde zorg
3.1. Wie kregen te maken met uitgestelde zorg?
Op de vraag of iemand te maken had gehad met zorguitstel door de coronamaatregelen antwoordde 33 procent bevestigend, 35 procent gaf aan dat dit niet het geval was geweest, de overige groep gaf aan dat dit niet van toepassing was, omdat er geen afspraken waren.
Zonder de overige groep blijkt dat 48 procent van de mensen met een afspraak aangaf dat één of meer zorgafspraken niet doorgingen, uitgesteld werden of vervangen zijn door een telefonische afspraak. Het gaat dan bijvoorbeeld om afspraken bij de huisarts, tandarts, fysiotherapeut, met een specialist, de thuiszorg, bij een psycholoog of om behandelingen in het ziekenhuis. Vrouwen met afspraken rapporteerden vaker zorguitstel dan mannen (respectievelijk 53 procent en 44 procent).
In de meeste leeftijdsgroepen gaf ongeveer de helft van de mensen met een zorgafspraak aan te maken te hebben gehad met zorguitstel. Onder 20- tot 40-jarigen kwam dit met 40 procent relatief minder vaak voor.
Te maken gehad met zorguitstel (%) | |
---|---|
Totaal | 48,3 |
Leeftijd | |
12 tot 20 jaar | 49,5 |
20 tot 40 jaar | 40,1 |
40 tot 65 jaar | 51,7 |
65 jaar of ouder | 52,2 |
Geslacht | |
Man | 43,6 |
Vrouw | 52,7 |
3.2. Uitgestelde zorg naar zorgverlener
Zoals hierboven aangegeven gaf 48 procent van de 12-plussers met een afspraak aan te maken te hebben gehad met zorguitstel, dat is 33 procent van alle 12-plussers. 15 procent van de 12-plussers gaf aan dat medisch specialistische zorg in het ziekenhuis werd uitgesteld, 12 procent rapporteerde uitgestelde tandartszorg en 6 procent kreeg te maken met zorguitstel bij de huisartszorg en/of de behandeling door een fysiotherapeut.
(%) | |
---|---|
Specialist | 15 |
Tandarts | 11,7 |
Fysiotherapeut | 5,7 |
Huisarts | 5,6 |
Andere zorg | 3,5 |
Psychiater, psycholoog | 2,9 |
Thuiszorg | 0,3 |
Voor het merendeel van diegenen die te maken kregen met zorguitstel werd op het moment van de enquête aangegeven dat tenminste één uitgestelde zorgafspraak al (telefonisch) ingehaald was en/of opnieuw gepland. Voor 24 procent van de mensen van wie de zorg niet doorging was er voor één of meer zorgafspraken (nog) geen nieuwe afspraak ingepland.
Tussen mannen en vrouwen was er nagenoeg geen verschil in het al dan niet inhalen van uitgestelde zorgafspraken. 12- tot 20-jarigen gaven vaker aan dan 65-plussers aan dat uitgestelde afspraak ingehaald werd met een reguliere afspraak. Deze laatste groep rapporteerde juist vaker dat de uitgestelde zorgafspraak telefonisch was ingehaald. Van 31 procent van de 20- tot 40-jarigen was ten minste één uitgestelde zorgafspraak (nog) niet ingehaald, terwijl 20 procent van de 65-plussers te maken kreeg met die situatie.
Regulier ingehaald (%) | Telefonisch ingehaald (%) | Nieuwe afspraak gepland (%) | (Nog) niet ingehaald (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 41,3 | 32,6 | 27,5 | 23,6 |
Leeftijd | ||||
12 tot 20 jaar | 52,3 | 20,3 | 20,9 | 19 |
20 tot 40 jaar | 44,3 | 31,1 | 24,6 | 30,6 |
40 tot 65 jaar | 41,7 | 31,3 | 28,3 | 22,4 |
65 jaar of ouder | 34,3 | 40,1 | 30,8 | 20,5 |
Geslacht | ||||
Man | 41,4 | 31,4 | 28,8 | 22,2 |
Vrouw | 41,2 | 33,5 | 26,5 | 24,7 |
1) Meerdere vormen mogelijk. |