2. Data en methode
De EBB is een steekproefonderzoek onder personen van 14 tot 90 jaar, niet woonachtig in instellingen of tehuizen. Het onderzoek is opgezet als een zogenaamd roterend panelonderzoek met vijf peilingen. In 2021 zijn 164 duizend personen benaderd om via internet deel te nemen aan de eerste peiling van de EBB. Een deel van de respondenten die niet respondeerden, is vervolgens face-to-face of telefonisch benaderd. Bij de vier vervolgpeilingen worden respondenten ook eerst gevraagd om via internet mee te doen en degenen die niet responderen worden telefonisch benaderd.
Door middel van weging wordt de EBB-respons gecorrigeerd voor onder- en oververtegenwoordiging van bepaalde groepen. Dit vindt plaats in twee stappen. In de eerste stap worden aan de waarnemingen startgewichten toegekend. Deze startgewichten zijn zo berekend dat ze corrigeren voor ongelijke trekkingskansen die voortkomen uit de gehanteerde steekproeftrekking. In de tweede stap worden definitieve ophoogfactoren bepaald. Met deze stap wordt de vertekening door non-respons gereduceerd. Hierbij wordt onder meer gebruikgemaakt van gegevens over inschrijving als geregistreerde werkzoekende bij het UWV (GWU).
Tot de GWU behoren ontvangers van een WW- of bijstandsuitkering, ontvangers van een WIA-, WAO-, WAZ- of Wajong-uitkering die over arbeidsvermogen beschikken en die zijn aangemeld bij UWV WERKbedrijf, en ook niet-uitkeringsgerechtigden met een actief curriculum vitae (cv) op de site werk.nl van het UWV. Voor alle EBB-respondenten in 2021 is nagegaan of zij op het moment van enquêtering waren geregistreerd als werkzoekende bij het UWV. Detaillering van de werkzame, werkloze en niet-beroepsbevolking naar type uitkering valt buiten de scope van dit artikel. Zie hiervoor CBS (2021a), met cijfers over het verslagjaar 2020. Naar verwachting worden deze in het najaar van 2022 geactualiseerd.3)
Om meer zicht te krijgen op het arbeidspotentieel van niet-werkenden wordt in dit artikel gebruikgemaakt van de panelgegevens van de EBB, waarbij de arbeidspositie per kwartaal wordt vergeleken met de positie in het voorgaande kwartaal. Hiervoor waren gegevens beschikbaar over het tweede, derde en vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022. De stroomcijfers in dit artikel betreffen het gemiddelde van de kwartaalstromen over deze kwartalen.