Landelijke Jeugdmonitor: Leefsituatie jeugd en jeugdhulpgebruik
Over deze publicatie
In dit artikel wordt op basis van de Landelijke Jeugdmonitor de leefsituatie en het jeugdhulpgebruik van jongeren in Nederland in 2020 beschreven, zowel landelijk als op gemeenteniveau. Dit gebeurt aan de hand van een set maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik in een totaalcijfer. Over het algemeen is de verwachting dat hoe beter de leefsituatie van jongeren is, hoe lager het jeugdhulpgebruik. De afgelopen jaren was er op basis van de indicatoren echter sprake van een verbeterde leefsituatie van jongeren, terwijl het jeugdhulpgebruik toenam. Omdat deze tegengestelde bewegingen ingaan tegen de verwachtingen daarover, worden in dit artikel de maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik nader bekeken en ook op gemeenteniveau aan elkaar gerelateerd. Er blijkt alleen een matige samenhang te zijn van de indicatoren kinderen in een bijstandsgezin, geregistreerde verdachte jongeren en meldingen van kindermishandeling met het jeugdhulpgebruik. Deze samenhang is zwak voor derdejaarsleerlingen in het vmbo en werkzame jongeren. Op basis van deze eerste verkenning lijken de maatschappelijke indicatoren geschikt om een globaal beeld van de leefsituatie van jongeren te bieden maar minder geschikt om te relateren aan het jeugdhulpgebruik in een gemeente.
1. Inleiding
Met de meeste kinderen en jongeren in Nederland gaat het gelukkig goed. Maar sommigen hebben extra hulp nodig. Voor die extra hulp en ondersteuning zijn gemeenten sinds de invoering van de Jeugdwet in 2015 verantwoordelijk. Zij bepalen in hun jeugdbeleid hoe ze de jeugdhulp organiseren. Zo zetten ze bijvoorbeeld in het kader van preventie in op een kansrijke start maar ook op de samenwerking tussen onderwijs en zorg. Om te weten wat het effect is van hun jeugdbeleid, monitoren gemeenten hoe het gaat met de kinderen en jongeren.
Om gemeenten daarbij te ondersteunen is ook in de Landelijke Jeugdmonitor allerlei regionale informatie opgenomen over de situatie van de jeugd. In het Jaarrapport Jeugdmonitor wordt daar jaarlijks over gepubliceerd. Daarnaast zijn cijfers hierover terug te vinden in de Jeugdmonitor StatLine en is de zogenoemde benchmark jeugdhulp beschikbaar. Dit is een visueel instrument met als doel om zicht te krijgen op de situatie van de jeugd in de eigen gemeente, maar ook om te kunnen leren van andere gemeenten. Hoe doet de jeugd het in vergelijkbare gemeenten en hoe is het jeugdhulpgebruik in die gemeenten? Doordat de Landelijke Jeugdmonitor ontwikkelingen door de tijd heen volgt, is ook zichtbaar in hoeverre dit beeld door de jaren heen wijzigt. In het Jaarrapport Jeugdmonitor 2020 (CBS, 2020a) werd stilgestaan bij vijf jaar Jeugdwet. Daaruit bleek dat het aandeel jongeren met jeugdhulp in de periode tussen 2015 en 2019 alsmaar is toegenomen. Echter, een aantal maatschappelijke indicatoren die in de Landelijke Jeugdmonitor zijn opgenomen om een beeld te geven van de leefsituatie van de jeugd, laten in deze periode voornamelijk een positieve ontwikkeling zien. Het aandeel jonge kinderen in een bijstandsgezin, derdejaarsleerlingen op het vmbo en jonge geregistreerde verdachten was kleiner. De arbeidsdeelname onder jongeren was hoger en het drankgebruik is in deze periode niet veranderd. Dit was de aanleiding om in dit artikel de maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik nader te bekijken. De vraag daarbij is ook hoe beiden zich tot elkaar verhouden.
Allereerst wordt een beschrijving gegeven van de maatschappelijke indicatoren zoals die in de Landelijke Jeugdmonitor zijn opgenomen. Het betreft hier een beperkte set aan indicatoren waarmee een globaal beeld wordt geschetst van hoe het met de jeugd in Nederland gesteld is in brede zin, dat wil zeggen in de thuissituatie, op school, op het werk, met de gezondheid en de veiligheid. Daarnaast wordt het jeugdhulpgebruik bekeken. Dit wordt weergegeven in een totaalcijfer, zonder onderscheid te maken naar verschillende vormen van jeugdhulp. Zowel de maatschappelijke indicatoren als het jeugdhulpgebruik worden beschreven op gemeenteniveau.
Vervolgens wordt de samenhang van de maatschappelijke indicatoren met het jeugdhulpgebruik beschreven.
Omdat bij deze samenhang veel factoren een rol kunnen spelen gaat het in onderhavig artikel om exploratieve analyses. Behalve factoren die de jongeren of hun leefsituatie zelf betreffen spelen mogelijk ook andere factoren zoals het gemeentelijk beleid een rol (SCP, 2020). Gemeenten bepalen op lokaal niveau hun eigen beleid op basis van hetgeen in hun regio nodig is en wat zij willen bereiken. De beleidsmatige context op gemeentelijk niveau en andere indicatoren die mogelijk van invloed kunnen zijn op het jeugdhulpgebruik vallen buiten het bestek van dit artikel en worden in de analyse buiten beschouwing gelaten.
De opbouw van het artikel is als volgt: in paragraaf 2 wordt ingegaan op de maatschappelijke indicatoren en in paragraaf 3 op het jeugdhulpgebruik. Vervolgens wordt in paragraaf 4 de samenhang tussen de maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik beschreven en volgen in paragraaf 5 de conclusie en discussie.
2. Maatschappelijke indicatoren
In de Landelijke Jeugdmonitor zijn zes thema’s gekozen die een breed beeld bieden van de situatie waarin jongeren opgroeien en die aansluiten bij het doel van de Jeugdwet om de jeugdige in staat te stellen om gezond en veilig op te groeien, te groeien naar zelfstandigheid, en voldoende redzaam te zijn en maatschappelijk te participeren. Deze thema’s zijn wonen en veilig opgroeien, kindermishandeling, school, werk, middelengebruik en criminaliteit. Voor elk thema is in de Landelijke Jeugdmonitor in samenspraak met beleidsmakers bij de Rijksoverheid één maatschappelijke indicator gekozen om op hoofdlijnen een beeld te geven van de situatie van de jeugd per gemeente. Belangrijk voor de keuze van de indicatoren is of de indicator iets zegt over het welzijn van jongeren en of er betrouwbare data beschikbaar zijn die ook door de tijd heen gevolgd kunnen worden.
In deze paragraaf worden de gekozen thema’s en de daarbij behorende indicatoren verder toegelicht. Ook wordt per indicator beschreven wat de huidige stand van zaken is en een beeld geschetst van de gemeenten die hoog en laag scoren op de verschillende indicatoren. Meer gedetailleerde informatie hierover is te vinden in het Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor (CBS, 2021a).
2.1 Wonen en veilig opgroeien
Uitgangspunt bij het thema wonen en veilig opgroeien is dat kinderen opgroeien in een omgeving waarin aan de eerste levensbehoeften wordt voldaan. Als gezinnen financieel (te) weinig te besteden hebben, vormt dat een risico voor dit uitgangspunt. Het risico om in een gezin met geldzorgen op te groeien is groter voor kinderen uit bijstandsgezinnen (CBS, 2021b). Voor dit thema wordt daarom sinds 2015 het percentage minderjarigen gepresenteerd dat woont in een gezin waarvan minstens één ouder een bijstandsuitkering ontvangt.
Van alle kinderen onder de 18 jaar behoorde eind 2020 6,2 procent tot een gezin waarin minstens één ouder een bijstandsuitkering had. Naar verhouding woonden toen de meeste bijstandskinderen in Rotterdam, Heerlen, Amsterdam, Groningen en Pekela. Op provinciaal niveau woonden naar verhouding de meeste bijstandskinderen in de provincie Groningen (8,7 procent) en de minste in de provincie Utrecht (4,9 procent).
Gemeentenaam | Het percentage minderjarigen in een bijstandsgezin ten opzichte van alle minderjarige kinderen in de betreffende gemeente (%) |
---|---|
Aa en Hunze | 3,9 |
Aalsmeer | 2,8 |
Aalten | 2,8 |
Achtkarspelen | 4,9 |
Alblasserdam | 3,9 |
Albrandswaard | 3,4 |
Alkmaar | 5,7 |
Almelo | 8,7 |
Almere | 7 |
Alphen aan den Rijn | 4,2 |
Alphen-Chaam | 3,1 |
Altena | 2,6 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 5,4 |
Amstelveen | 3,5 |
Amsterdam | 12,4 |
Apeldoorn | 5,4 |
Arnhem | 10,5 |
Assen | 6,7 |
Asten | 3,3 |
Baarle-Nassau | 3,3 |
Baarn | 3,2 |
Barendrecht | 3,2 |
Barneveld | 2,3 |
Beek (L.) | 5,2 |
Beekdaelen | 3,8 |
Beemster | 2,6 |
Beesel | 4,8 |
Berg en Dal | 5,3 |
Bergeijk | 2,3 |
Bergen (L.) | 4,1 |
Bergen (NH.) | 3,1 |
Bergen op Zoom | 9,1 |
Berkelland | 3,7 |
Bernheze | 2,5 |
Best | 3,4 |
Beuningen | 3,9 |
Beverwijk | 6,7 |
De Bilt | 3,6 |
Bladel | 2,5 |
Blaricum | 2,4 |
Bloemendaal | 1,9 |
Bodegraven-Reeuwijk | 2,9 |
Boekel | 2,2 |
Borger-Odoorn | 4,9 |
Borne | 2,6 |
Borsele | 2,8 |
Boxmeer | 3,1 |
Boxtel | 4 |
Breda | 6,5 |
Brielle | 4,5 |
Bronckhorst | 2,5 |
Brummen | 2,9 |
Brunssum | 7,5 |
Bunnik | 2 |
Bunschoten | 2,3 |
Buren | 2,7 |
Capelle aan den IJssel | 9,7 |
Castricum | 2,6 |
Coevorden | 6,8 |
Cranendonck | 3,5 |
Cuijk | 4,2 |
Culemborg | 4,8 |
Dalfsen | 2,3 |
Dantumadiel | 5 |
Delft | 9,9 |
Deurne | 3,2 |
Deventer | 6,2 |
Diemen | 4,9 |
Dinkelland | 2,6 |
Doesburg | 6 |
Doetinchem | 5,6 |
Dongen | 3,3 |
Dordrecht | 8,3 |
Drechterland | 3,3 |
Drimmelen | 2 |
Dronten | 4,4 |
Druten | 4,1 |
Duiven | 4,6 |
Echt-Susteren | 5,1 |
Edam-Volendam | 3,5 |
Ede | 3,7 |
Eemnes | 2,5 |
Eemsdelta | 10,8 |
Eersel | 2,7 |
Eijsden-Margraten | 2,9 |
Eindhoven | 8,1 |
Elburg | 3,2 |
Emmen | 8,5 |
Enkhuizen | 5,4 |
Enschede | 9,9 |
Epe | 4 |
Ermelo | 3,9 |
Etten-Leur | 4,8 |
De Fryske Marren | 4,1 |
Geertruidenberg | 4,6 |
Geldrop-Mierlo | 4,9 |
Gemert-Bakel | 3,6 |
Gennep | 3,5 |
Gilze en Rijen | 5,2 |
Goeree-Overflakkee | 3,9 |
Goes | 5,3 |
Goirle | 2,8 |
Gooise Meren | 2,7 |
Gorinchem | 6 |
Gouda | 6,4 |
Grave | 4 |
's-Gravenhage (gemeente) | 10,7 |
Groningen (gemeente) | 11,2 |
Gulpen-Wittem | 3,7 |
Haaksbergen | 3,9 |
Haarlem | 5,5 |
Haarlemmermeer | 4,3 |
Halderberge | 5,6 |
Hardenberg | 3,4 |
Harderwijk | 5 |
Hardinxveld-Giessendam | 2,5 |
Harlingen | 7,7 |
Hattem | 2 |
Heemskerk | 7,4 |
Heemstede | 2 |
Heerde | 3,7 |
Heerenveen | 5,8 |
Heerhugowaard | 3,5 |
Heerlen | 13,3 |
Heeze-Leende | 1,6 |
Heiloo | 2 |
Den Helder | 8 |
Hellendoorn | 3 |
Hellevoetsluis | 6,3 |
Helmond | 6,6 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 3,5 |
Hengelo (O.) | 6,2 |
's-Hertogenbosch | 4,7 |
Heumen | 4,1 |
Heusden | 2,9 |
Hillegom | 3,4 |
Hilvarenbeek | 3,1 |
Hilversum | 5,5 |
Hoeksche Waard | 3,3 |
Hof van Twente | 3,3 |
Het Hogeland | 5,4 |
Hollands Kroon | 4 |
Hoogeveen | 5,7 |
Hoorn | 5,5 |
Horst aan de Maas | 3 |
Houten | 2,7 |
Huizen | 5 |
Hulst | 4 |
IJsselstein | 5,1 |
Kaag en Braassem | 3,4 |
Kampen | 3,3 |
Kapelle | 2,8 |
Katwijk | 3,8 |
Kerkrade | 10,4 |
Koggenland | 2,8 |
Krimpen aan den IJssel | 5,5 |
Krimpenerwaard | 3,8 |
Laarbeek | 3,3 |
Landerd | 3,4 |
Landgraaf | 8,6 |
Landsmeer | 4 |
Langedijk | 3,3 |
Lansingerland | 3,2 |
Laren (NH.) | 2,7 |
Leeuwarden | 10 |
Leiden | 8,1 |
Leiderdorp | 3,9 |
Leidschendam-Voorburg | 6,9 |
Lelystad | 7,4 |
Leudal | 2,5 |
Leusden | 2,8 |
Lingewaard | 3,3 |
Lisse | 3 |
Lochem | 3,6 |
Loon op Zand | 3,2 |
Lopik | 4,7 |
Losser | 3,6 |
Maasdriel | 2,8 |
Maasgouw | 3,6 |
Maassluis | 8,7 |
Maastricht | 9,4 |
Medemblik | 3,6 |
Meerssen | 2,9 |
Meierijstad | 3,6 |
Meppel | 4,8 |
Middelburg (Z.) | 7,9 |
Midden-Delfland | 2,9 |
Midden-Drenthe | 3,4 |
Midden-Groningen | 8 |
Mill en Sint Hubert | 3,1 |
Moerdijk | 4,1 |
Molenlanden | 2,4 |
Montferland | 3,2 |
Montfoort | 3,3 |
Mook en Middelaar | 3 |
Neder-Betuwe | 2,7 |
Nederweert | 3 |
Nieuwegein | 5,6 |
Nieuwkoop | 2,5 |
Nijkerk | 2,8 |
Nijmegen | 9,7 |
Nissewaard | 8,8 |
Noardeast-Fryslân | 4,1 |
Noord-Beveland | 4,2 |
Noordenveld | 5 |
Noordoostpolder | 5,5 |
Noordwijk | 2,9 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 4,2 |
Nunspeet | 3,1 |
Oegstgeest | 3,5 |
Oirschot | 2,6 |
Oisterwijk | 2,7 |
Oldambt | 9,7 |
Oldebroek | 3 |
Oldenzaal | 4,2 |
Olst-Wijhe | 3,1 |
Ommen | 3,6 |
Oost Gelre | 3,3 |
Oosterhout | 5,1 |
Ooststellingwerf | 5,4 |
Oostzaan | 3,8 |
Opmeer | 2 |
Opsterland | 4,2 |
Oss | 4,8 |
Oude IJsselstreek | 5,1 |
Ouder-Amstel | 3,5 |
Oudewater | 2,6 |
Overbetuwe | 3,2 |
Papendrecht | 5 |
Peel en Maas | 3 |
Pekela | 11 |
Pijnacker-Nootdorp | 2,9 |
Purmerend | 5,8 |
Putten | 2,1 |
Raalte | 3,2 |
Reimerswaal | 3,1 |
Renkum | 5,1 |
Renswoude | 1,2 |
Reusel-De Mierden | 2,5 |
Rheden | 6,8 |
Rhenen | 2,4 |
Ridderkerk | 7,3 |
Rijssen-Holten | 2,9 |
Rijswijk (ZH.) | 8,8 |
Roerdalen | 4,6 |
Roermond | 7,9 |
De Ronde Venen | 3,4 |
Roosendaal | 7,6 |
Rotterdam | 14,8 |
Rozendaal | 1,3 |
Rucphen | 3,9 |
Schagen | 3,3 |
Scherpenzeel | 2,8 |
Schiedam | 8,9 |
Schiermonnikoog | |
Schouwen-Duiveland | 4,7 |
Simpelveld | 4,1 |
Sint Anthonis | 1,9 |
Sint-Michielsgestel | 2,4 |
Sittard-Geleen | 7 |
Sliedrecht | 5,5 |
Sluis | 3,4 |
Smallingerland | 7 |
Soest | 5 |
Someren | 3,3 |
Son en Breugel | 3,8 |
Stadskanaal | 8,1 |
Staphorst | 2 |
Stede Broec | 4,2 |
Steenbergen | 5,4 |
Steenwijkerland | 4,6 |
Stein (L.) | 3,6 |
Stichtse Vecht | 3,3 |
Súdwest-Fryslân | 6,1 |
Terneuzen | 6,3 |
Terschelling | 0,2 |
Texel | 4,1 |
Teylingen | 2,5 |
Tholen | 3,2 |
Tiel | 7 |
Tilburg | 9,8 |
Tubbergen | 2 |
Twenterand | 3,7 |
Tynaarlo | 3,1 |
Tytsjerksteradiel | 3,9 |
Uden | 4,3 |
Uitgeest | 3,8 |
Uithoorn | 4,2 |
Urk | 1,6 |
Utrecht (gemeente) | 7,3 |
Utrechtse Heuvelrug | 3,2 |
Vaals | 7,5 |
Valkenburg aan de Geul | 4,4 |
Valkenswaard | 4,4 |
Veendam | 8,7 |
Veenendaal | 4,9 |
Veere | 2,1 |
Veldhoven | 3,1 |
Velsen | 6,3 |
Venlo | 7,8 |
Venray | 5,7 |
Vijfheerenlanden | 4,3 |
Vlaardingen | 10,5 |
Vlieland | |
Vlissingen | 10,1 |
Voerendaal | 5,7 |
Voorschoten | 3,7 |
Voorst | 2,9 |
Vught | 1,7 |
Waadhoeke | 5,8 |
Waalre | 3,5 |
Waalwijk | 4,4 |
Waddinxveen | 3 |
Wageningen | 5,7 |
Wassenaar | 4,2 |
Waterland | 3,9 |
Weert | 5,7 |
Weesp | 5 |
West Betuwe | 2,8 |
West Maas en Waal | 3,7 |
Westerkwartier | 3,5 |
Westerveld | 3 |
Westervoort | 8,2 |
Westerwolde | 6,6 |
Westland | 3,5 |
Weststellingwerf | 4 |
Westvoorne | 3,5 |
Wierden | 2,2 |
Wijchen | 4,2 |
Wijdemeren | 2,6 |
Wijk bij Duurstede | 3,5 |
Winterswijk | 4,4 |
Woensdrecht | 4,4 |
Woerden | 3,3 |
De Wolden | 3,1 |
Wormerland | 5,4 |
Woudenberg | 2,8 |
Zaanstad | 6,6 |
Zaltbommel | 3 |
Zandvoort | 7,1 |
Zeewolde | 3,8 |
Zeist | 4,9 |
Zevenaar | 4,7 |
Zoetermeer | 8 |
Zoeterwoude | 2,8 |
Zuidplas | 3,8 |
Zundert | 5,3 |
Zutphen | 7,3 |
Zwartewaterland | 2,2 |
Zwijndrecht | 9,9 |
Zwolle | 6,2 |
2.2 Kindermishandeling
Door kindermishandeling of huiselijk geweld kan de ontwikkeling van kinderen onder druk komen te staan. Zo blijkt uit onderzoek, dat als onderdeel van de Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen is uitgevoerd, dat bijna de helft van de kinderen die te maken hebben gehad met seksueel geweld uit huis wordt geplaatst (Hospers, Van der Kamp en Van der Zijden, 2020). Kindermishandeling betreft naast seksueel geweld, ook fysiek en emotioneel geweld en verwaarlozing. Voor het krijgen van advies en/of het doen van een melding bij (vermoedens) van kindermishandeling kan men in Nederland in elke regio terecht bij Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor (vermoedens van) huiselijk geweld, kinder- en ouderenmishandeling. Om een indicatie te krijgen hoeveel kinderen te maken hebben met kindermishandeling is in de Landelijke Jeugdmonitor gekozen voor de indicator van het aantal meldingen van kindermishandeling bij Veilig Thuis.
In 2020 waren er bijna 63 duizend meldingen van kindermishandeling in heel Nederland, dit zijn 361 meldingen per 100 duizend inwoners. In het merendeel van de gevallen ging het om emotionele of psychische mishandeling of verwaarlozing of het getuige zijn van geweld. Van fysiek geweld of seksueel misbruik was in ongeveer 1 op de 5 meldingen sprake. Het aantal meldingen van kindermishandeling was in dat jaar met 800 of meer meldingen per 100 duizend inwoners het hoogst in de gemeenten Zwijndrecht, Almere, Dordrecht, Appingedam en Den Haag. Gemeenten met naar verhouding het laagste aantal meldingen waren Tubbergen, Dinkelland, Veere, Oisterwijk en Bunnik (minder dan 100 meldingen per 100 duizend inwoners).
Gemeentenaam | Het aantal meldingen van kindermishandeling per 100 000 inwoners in de betreffende gemeente ( per 100 000 inwoners) |
---|---|
Aa en Hunze | 197 |
Aalsmeer | 314 |
Aalten | 203 |
Achtkarspelen | 359 |
Alblasserdam | 645 |
Albrandswaard | 215 |
Alkmaar | 571 |
Almelo | 349 |
Almere | 880 |
Alphen aan den Rijn | 487 |
Alphen-Chaam | 196 |
Altena | 241 |
Ameland | 269 |
Amersfoort | 308 |
Amstelveen | 371 |
Amsterdam | 442 |
Apeldoorn | 299 |
Appingedam | 816 |
Arnhem | 260 |
Assen | 292 |
Asten | 150 |
Baarle-Nassau | 219 |
Baarn | 181 |
Barendrecht | 216 |
Barneveld | 144 |
Beek (L.) | 158 |
Beekdaelen | 223 |
Beemster | 150 |
Beesel | 223 |
Berg en Dal | 243 |
Bergeijk | 188 |
Bergen (L.) | 229 |
Bergen (NH.) | 184 |
Bergen op Zoom | 304 |
Berkelland | 217 |
Bernheze | 128 |
Best | 217 |
Beuningen | 212 |
Beverwijk | 348 |
De Bilt | 220 |
Bladel | 245 |
Blaricum | 173 |
Bloemendaal | 170 |
Bodegraven-Reeuwijk | 344 |
Boekel | 185 |
Borger-Odoorn | 235 |
Borne | 172 |
Borsele | 198 |
Boxmeer | 306 |
Boxtel | 211 |
Breda | 304 |
Brielle | 261 |
Bronckhorst | 111 |
Brummen | 217 |
Brunssum | 431 |
Bunnik | 99 |
Bunschoten | 274 |
Buren | 243 |
Capelle aan den IJssel | 387 |
Castricum | 278 |
Coevorden | 255 |
Cranendonck | 355 |
Cuijk | 298 |
Culemborg | 224 |
Dalfsen | 157 |
Dantumadiel | 132 |
Delft | 497 |
Delfzijl | 689 |
Deurne | 139 |
Deventer | 243 |
Diemen | 374 |
Dinkelland | 76 |
Doesburg | 135 |
Doetinchem | 405 |
Dongen | 267 |
Dordrecht | 843 |
Drechterland | 431 |
Drimmelen | 202 |
Dronten | 409 |
Druten | 185 |
Duiven | 179 |
Echt-Susteren | 206 |
Edam-Volendam | 138 |
Ede | 175 |
Eemnes | 379 |
Eersel | 129 |
Eijsden-Margraten | 155 |
Eindhoven | 275 |
Elburg | 281 |
Emmen | 336 |
Enkhuizen | 511 |
Enschede | 341 |
Epe | 211 |
Ermelo | 185 |
Etten-Leur | 353 |
De Fryske Marren | 223 |
Geertruidenberg | 278 |
Geldrop-Mierlo | 227 |
Gemert-Bakel | 309 |
Gennep | 177 |
Gilze en Rijen | 397 |
Goeree-Overflakkee | 200 |
Goes | 236 |
Goirle | 188 |
Gooise Meren | 164 |
Gorinchem | 621 |
Gouda | 524 |
Grave | 362 |
's-Gravenhage (gemeente) | 800 |
Groningen (gemeente) | 380 |
Gulpen-Wittem | 141 |
Haaksbergen | 103 |
Haaren | 104 |
Haarlem | 298 |
Haarlemmermeer | 260 |
Halderberge | 297 |
Hardenberg | 197 |
Harderwijk | 382 |
Hardinxveld-Giessendam | 437 |
Harlingen | 223 |
Hattem | 123 |
Heemskerk | 370 |
Heemstede | 129 |
Heerde | 161 |
Heerenveen | 228 |
Heerhugowaard | 556 |
Heerlen | 660 |
Heeze-Leende | 124 |
Heiloo | 167 |
Den Helder | 711 |
Hellendoorn | 139 |
Hellevoetsluis | 411 |
Helmond | 465 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 545 |
Hengelo (O.) | 259 |
's-Hertogenbosch | 396 |
Heumen | 152 |
Heusden | 246 |
Hillegom | 360 |
Hilvarenbeek | 226 |
Hilversum | 297 |
Hoeksche Waard | 440 |
Hof van Twente | 143 |
Het Hogeland | 335 |
Hollands Kroon | 382 |
Hoogeveen | 305 |
Hoorn | 689 |
Horst aan de Maas | 118 |
Houten | 279 |
Huizen | 242 |
Hulst | 163 |
IJsselstein | 337 |
Kaag en Braassem | 403 |
Kampen | 276 |
Kapelle | 197 |
Katwijk | 365 |
Kerkrade | 612 |
Koggenland | 264 |
Krimpen aan den IJssel | 237 |
Krimpenerwaard | 400 |
Laarbeek | 222 |
Landerd | 191 |
Landgraaf | 441 |
Landsmeer | 305 |
Langedijk | 391 |
Lansingerland | 240 |
Laren (NH.) | 133 |
Leeuwarden | 419 |
Leiden | 412 |
Leiderdorp | 314 |
Leidschendam-Voorburg | 575 |
Lelystad | 732 |
Leudal | 181 |
Leusden | 214 |
Lingewaard | 118 |
Lisse | 283 |
Lochem | 119 |
Loon op Zand | 256 |
Lopik | 346 |
Loppersum | 315 |
Losser | 198 |
Maasdriel | 260 |
Maasgouw | 146 |
Maassluis | 376 |
Maastricht | 321 |
Medemblik | 421 |
Meerssen | 106 |
Meierijstad | 216 |
Meppel | 265 |
Middelburg (Z.) | 266 |
Midden-Delfland | 310 |
Midden-Drenthe | 181 |
Midden-Groningen | 419 |
Mill en Sint Hubert | 183 |
Moerdijk | 431 |
Molenlanden | 535 |
Montferland | 278 |
Montfoort | 287 |
Mook en Middelaar | 127 |
Neder-Betuwe | 164 |
Nederweert | 118 |
Nieuwegein | 473 |
Nieuwkoop | 364 |
Nijkerk | 116 |
Nijmegen | 321 |
Nissewaard | 510 |
Noardeast-Fryslân | 254 |
Noord-Beveland | 135 |
Noordenveld | 176 |
Noordoostpolder | 634 |
Noordwijk | 368 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 171 |
Nunspeet | 251 |
Oegstgeest | 342 |
Oirschot | 134 |
Oisterwijk | 95 |
Oldambt | 497 |
Oldebroek | 211 |
Oldenzaal | 188 |
Olst-Wijhe | 192 |
Ommen | 250 |
Oost Gelre | 169 |
Oosterhout | 339 |
Ooststellingwerf | 236 |
Oostzaan | 154 |
Opmeer | 211 |
Opsterland | 235 |
Oss | 354 |
Oude IJsselstreek | 305 |
Ouder-Amstel | 321 |
Oudewater | 147 |
Overbetuwe | 177 |
Papendrecht | 762 |
Peel en Maas | 115 |
Pekela | 738 |
Pijnacker-Nootdorp | 434 |
Purmerend | 382 |
Putten | 270 |
Raalte | 159 |
Reimerswaal | 154 |
Renkum | 191 |
Renswoude | 276 |
Reusel-De Mierden | 153 |
Rheden | 240 |
Rhenen | 249 |
Ridderkerk | 325 |
Rijssen-Holten | 144 |
Rijswijk (ZH.) | 615 |
Roerdalen | 194 |
Roermond | 318 |
De Ronde Venen | 382 |
Roosendaal | 375 |
Rotterdam | 471 |
Rozendaal | |
Rucphen | 393 |
Schagen | 323 |
Scherpenzeel | 152 |
Schiedam | 413 |
Schiermonnikoog | |
Schouwen-Duiveland | 133 |
Simpelveld | 426 |
Sint Anthonis | 129 |
Sint-Michielsgestel | 137 |
Sittard-Geleen | 325 |
Sliedrecht | 674 |
Sluis | 194 |
Smallingerland | 276 |
Soest | 236 |
Someren | 232 |
Son en Breugel | 173 |
Stadskanaal | 458 |
Staphorst | 175 |
Stede Broec | 529 |
Steenbergen | 328 |
Steenwijkerland | 295 |
Stein (L.) | 320 |
Stichtse Vecht | 377 |
Súdwest-Fryslân | 289 |
Terneuzen | 239 |
Terschelling | 205 |
Texel | 295 |
Teylingen | 321 |
Tholen | 233 |
Tiel | 368 |
Tilburg | 441 |
Tubbergen | 71 |
Twenterand | 207 |
Tynaarlo | 162 |
Tytsjerksteradiel | 234 |
Uden | 309 |
Uitgeest | 402 |
Uithoorn | 492 |
Urk | 119 |
Utrecht (gemeente) | 390 |
Utrechtse Heuvelrug | 232 |
Vaals | 198 |
Valkenburg aan de Geul | 183 |
Valkenswaard | 176 |
Veendam | 676 |
Veenendaal | 346 |
Veere | 91 |
Veldhoven | 231 |
Velsen | 364 |
Venlo | 363 |
Venray | 298 |
Vijfheerenlanden | 308 |
Vlaardingen | 416 |
Vlieland | |
Vlissingen | 316 |
Voerendaal | 160 |
Voorschoten | 410 |
Voorst | 163 |
Vught | 113 |
Waadhoeke | 260 |
Waalre | 201 |
Waalwijk | 360 |
Waddinxveen | 427 |
Wageningen | 151 |
Wassenaar | 532 |
Waterland | 115 |
Weert | 190 |
Weesp | 177 |
West Betuwe | 225 |
West Maas en Waal | 181 |
Westerkwartier | 221 |
Westerveld | 154 |
Westervoort | 200 |
Westerwolde | 350 |
Westland | 376 |
Weststellingwerf | 270 |
Westvoorne | 136 |
Wierden | 123 |
Wijchen | 243 |
Wijdemeren | 205 |
Wijk bij Duurstede | 251 |
Winterswijk | 329 |
Woensdrecht | 320 |
Woerden | 277 |
De Wolden | 164 |
Wormerland | 277 |
Woudenberg | 299 |
Zaanstad | 389 |
Zaltbommel | 173 |
Zandvoort | 380 |
Zeewolde | 397 |
Zeist | 293 |
Zevenaar | 183 |
Zoetermeer | 770 |
Zoeterwoude | 232 |
Zuidplas | 456 |
Zundert | 252 |
Zutphen | 323 |
Zwartewaterland | 198 |
Zwijndrecht | 984 |
Zwolle | 287 |
2.3 School
In Nederland hebben kinderen en jongeren het recht om naar school te gaan om zich zo optimaal te kunnen ontwikkelen. Door naar school te gaan, kunnen ze hun talenten benutten, maar zich ook voorbereiden om een passende plek te vinden op de arbeidsmarkt. De indicator die in de Jeugdmonitor wordt gebruikt om hier een beeld van te geven, is het aandeel derdejaars leerlingen in het vmbo ten opzichte van het totaal aantal derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs.
In het schooljaar 2020/’21 zaten bijna 188 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs (exclusief praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs). Daarvan volgde de helft (50,2 procent) een opleiding binnen het vmbo, dit zijn ruim 94 duizend leerlingen. De andere helft zat op de havo of het vwo. Gemeenten met de laagste percentages leerlingen op het vmbo liggen veelal in de omgeving van Wassenaar en Bloemendaal, of in het Gooi: Oegstgeest (17,5 procent), Laren (19,4 procent) en Heemstede (23,8 procent). Gemeenten met de hoogste percentages leerlingen op het vmbo liggen relatief vaak in Groningen, Zeeland en Fryslân, zoals Pekela (73,6 procent), Reimerswaal (67,4 procent) en Weststellingwerf (65,3 procent).
Op de Waddeneilanden is het aandeel vmbo’ers met 67,1 procent hoger dan gemiddeld. Texel, het in inwonersaantal grootste Waddeneiland, wijkt met 55,9 procent het minst af van het Nederlandse gemiddelde. Op Texel wordt voortgezet onderwijs aangeboden op alle niveaus, van vmbo-b tot vwo. Dat is op de overige eilanden niet, of maar voor een deel van de opleiding, het geval. Leerlingen die havo of vwo willen volgen moeten vanaf het eerste leerjaar of na de brugperiode naar de wal.
Gemeentenaam | Het percentage derdejaarsleerlingen op het vmbo ten opzichte van alle derdejaarsleerlingen in het voortgezet onderwijs in de betreffende gemeente ( %) |
---|---|
Aa en Hunze | 49,2 |
Aalsmeer | 46,3 |
Aalten | 54 |
Achtkarspelen | 59,6 |
Alblasserdam | 50,7 |
Albrandswaard | 45 |
Alkmaar | 46,8 |
Almelo | 62,1 |
Almere | 53,5 |
Alphen aan den Rijn | 48,7 |
Alphen-Chaam | 48,3 |
Altena | 57,4 |
Ameland | 97,8 |
Amersfoort | 43,4 |
Amstelveen | 30,1 |
Amsterdam | 43,4 |
Apeldoorn | 51 |
Arnhem | 47,8 |
Assen | 52,3 |
Asten | 45,3 |
Baarle-Nassau | 33,3 |
Baarn | 41,2 |
Barendrecht | 46,3 |
Barneveld | 59,1 |
Beek (L.) | 54,4 |
Beekdaelen | 48,8 |
Beemster | 38,3 |
Beesel | 55,1 |
Berg en Dal | 50,4 |
Bergeijk | 61,5 |
Bergen (L.) | 63,3 |
Bergen (NH.) | 42,2 |
Bergen op Zoom | 52,3 |
Berkelland | 55,8 |
Bernheze | 52,8 |
Best | 46,6 |
Beuningen | 43,7 |
Beverwijk | 58,8 |
De Bilt | 28 |
Bladel | 61 |
Blaricum | 25,5 |
Bloemendaal | 26,8 |
Bodegraven-Reeuwijk | 47,3 |
Boekel | 63 |
Borger-Odoorn | 59,2 |
Borne | 52,9 |
Borsele | 54,1 |
Boxmeer | 49,5 |
Boxtel | 55,3 |
Breda | 43,6 |
Brielle | 50,6 |
Bronckhorst | 55,9 |
Brummen | 59,9 |
Brunssum | 54,2 |
Bunnik | 28,2 |
Bunschoten | 51,8 |
Buren | 57,5 |
Capelle aan den IJssel | 54,3 |
Castricum | 47,7 |
Coevorden | 60,7 |
Cranendonck | 53,6 |
Cuijk | 49,6 |
Culemborg | 42,2 |
Dalfsen | 52,3 |
Dantumadiel | 48,5 |
Delft | 45,2 |
Deurne | 55,5 |
Deventer | 51,7 |
Diemen | 41,6 |
Dinkelland | 53,4 |
Doesburg | 63,7 |
Doetinchem | 48,2 |
Dongen | 53,1 |
Dordrecht | 56,2 |
Drechterland | 58,2 |
Drimmelen | 52 |
Dronten | 50,3 |
Druten | 48,7 |
Duiven | 56,9 |
Echt-Susteren | 48,8 |
Edam-Volendam | 51,7 |
Ede | 49,6 |
Eemnes | 53,8 |
Eemsdelta | 61,8 |
Eersel | 50,2 |
Eijsden-Margraten | 41 |
Eindhoven | 49 |
Elburg | 52,9 |
Emmen | 61 |
Enkhuizen | 61,6 |
Enschede | 58,7 |
Epe | 62,2 |
Ermelo | 47,8 |
Etten-Leur | 50,8 |
De Fryske Marren | 53,7 |
Geertruidenberg | 57,1 |
Geldrop-Mierlo | 52,3 |
Gemert-Bakel | 57,1 |
Gennep | 60,1 |
Gilze en Rijen | 53 |
Goeree-Overflakkee | 56,8 |
Goes | 51,6 |
Goirle | 42,9 |
Gooise Meren | 27,5 |
Gorinchem | 47,3 |
Gouda | 42,8 |
Grave | 45 |
's-Gravenhage (gemeente) | 48,3 |
Groningen (gemeente) | 41,2 |
Gulpen-Wittem | 44,2 |
Haaksbergen | 56,3 |
Haarlem | 41,7 |
Haarlemmermeer | 45,9 |
Halderberge | 47,9 |
Hardenberg | 59,7 |
Harderwijk | 46,9 |
Hardinxveld-Giessendam | 53,1 |
Harlingen | 53,6 |
Hattem | 43,9 |
Heemskerk | 55,4 |
Heemstede | 23,8 |
Heerde | 61,3 |
Heerenveen | 49,4 |
Heerhugowaard | 56,3 |
Heerlen | 57,7 |
Heeze-Leende | 52,4 |
Heiloo | 37,3 |
Den Helder | 60,4 |
Hellendoorn | 55,8 |
Hellevoetsluis | 53,5 |
Helmond | 53,5 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 41,2 |
Hengelo (O.) | 51,5 |
's-Hertogenbosch | 49,1 |
Heumen | 40,8 |
Heusden | 53,3 |
Hillegom | 57,9 |
Hilvarenbeek | 48,6 |
Hilversum | 33 |
Hoeksche Waard | 49,9 |
Hof van Twente | 53,4 |
Het Hogeland | 56,2 |
Hollands Kroon | 59,5 |
Hoogeveen | 64,6 |
Hoorn | 53,5 |
Horst aan de Maas | 58 |
Houten | 35,7 |
Huizen | 42,7 |
Hulst | 58,8 |
IJsselstein | 41,1 |
Kaag en Braassem | 49,5 |
Kampen | 53,4 |
Kapelle | 44,6 |
Katwijk | 51,9 |
Kerkrade | 57,8 |
Koggenland | 57,3 |
Krimpen aan den IJssel | 58,3 |
Krimpenerwaard | 52,1 |
Laarbeek | 55 |
Landerd | 52,9 |
Landgraaf | 54,7 |
Landsmeer | 36,5 |
Langedijk | 51,6 |
Lansingerland | 40,8 |
Laren (NH.) | 19,4 |
Leeuwarden | 49,5 |
Leiden | 36 |
Leiderdorp | 40,3 |
Leidschendam-Voorburg | 40,8 |
Lelystad | 65 |
Leudal | 51,7 |
Leusden | 40,4 |
Lingewaard | 47,4 |
Lisse | 56,5 |
Lochem | 46,8 |
Loon op Zand | 53 |
Lopik | 53,1 |
Losser | 57,1 |
Maasdriel | 49,6 |
Maasgouw | 44,9 |
Maassluis | 61,5 |
Maastricht | 37,3 |
Medemblik | 58,1 |
Meerssen | 34,2 |
Meierijstad | 55,9 |
Meppel | 56,9 |
Middelburg (Z.) | 52,7 |
Midden-Delfland | 49,6 |
Midden-Drenthe | 51,4 |
Midden-Groningen | 62,9 |
Mill en Sint Hubert | 63,3 |
Moerdijk | 54,7 |
Molenlanden | 51,1 |
Montferland | 61 |
Montfoort | 57,8 |
Mook en Middelaar | 36,5 |
Neder-Betuwe | 56 |
Nederweert | 52,7 |
Nieuwegein | 50,6 |
Nieuwkoop | 44,5 |
Nijkerk | 54,9 |
Nijmegen | 43,6 |
Nissewaard | 61,5 |
Noardeast-Fryslân | 61,1 |
Noord-Beveland | 59,4 |
Noordenveld | 51,5 |
Noordoostpolder | 53,4 |
Noordwijk | 46,1 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 40,5 |
Nunspeet | 60 |
Oegstgeest | 17,5 |
Oirschot | 58,2 |
Oisterwijk | 48 |
Oldambt | 65,7 |
Oldebroek | 60,5 |
Oldenzaal | 49,8 |
Olst-Wijhe | 63,8 |
Ommen | 47,3 |
Oost Gelre | 49,2 |
Oosterhout | 56,7 |
Ooststellingwerf | 53,4 |
Oostzaan | 37,4 |
Opmeer | 56,3 |
Opsterland | 54,6 |
Oss | 57,5 |
Oude IJsselstreek | 60,2 |
Ouder-Amstel | 30,3 |
Oudewater | 47,3 |
Overbetuwe | 47,2 |
Papendrecht | 54,5 |
Peel en Maas | 61,5 |
Pekela | 73,6 |
Pijnacker-Nootdorp | 41,5 |
Purmerend | 59,2 |
Putten | 52,5 |
Raalte | 50,4 |
Reimerswaal | 67,4 |
Renkum | 36,2 |
Renswoude | 64 |
Reusel-De Mierden | 63 |
Rheden | 46,2 |
Rhenen | 52,4 |
Ridderkerk | 50,2 |
Rijssen-Holten | 54,4 |
Rijswijk (ZH.) | 45,4 |
Roerdalen | 56,7 |
Roermond | 52,5 |
De Ronde Venen | 39,8 |
Roosendaal | 48,2 |
Rotterdam | 56,3 |
Rozendaal | |
Rucphen | 57,3 |
Schagen | 54,9 |
Scherpenzeel | 54,5 |
Schiedam | 62,6 |
Schiermonnikoog | |
Schouwen-Duiveland | 55,2 |
Simpelveld | 43,8 |
Sint Anthonis | 49,2 |
Sint-Michielsgestel | 37,4 |
Sittard-Geleen | 47,6 |
Sliedrecht | 46,8 |
Sluis | 60,5 |
Smallingerland | 53,9 |
Soest | 36,7 |
Someren | 58,9 |
Son en Breugel | 36,8 |
Stadskanaal | 57,6 |
Staphorst | 59,4 |
Stede Broec | 56,1 |
Steenbergen | 49,8 |
Steenwijkerland | 59,8 |
Stein (L.) | 46,8 |
Stichtse Vecht | 37,9 |
Súdwest-Fryslân | 53,7 |
Terneuzen | 55,3 |
Terschelling | 68,6 |
Texel | 55,9 |
Teylingen | 44,2 |
Tholen | 59,5 |
Tiel | 59,1 |
Tilburg | 53 |
Tubbergen | 55,9 |
Twenterand | 63,3 |
Tynaarlo | 39,3 |
Tytsjerksteradiel | 49,6 |
Uden | 54,5 |
Uitgeest | 46,1 |
Uithoorn | 37,8 |
Urk | 62,7 |
Utrecht (gemeente) | 38,8 |
Utrechtse Heuvelrug | 32 |
Vaals | 57,9 |
Valkenburg aan de Geul | 44,1 |
Valkenswaard | 57,9 |
Veendam | 64,6 |
Veenendaal | 50,4 |
Veere | 48,9 |
Veldhoven | 44,6 |
Velsen | 54,4 |
Venlo | 63,8 |
Venray | 49,2 |
Vijfheerenlanden | 54,6 |
Vlaardingen | 60,8 |
Vlieland | 70,6 |
Vlissingen | 54,5 |
Voerendaal | 50,9 |
Voorschoten | 27,3 |
Voorst | 54 |
Vught | 38 |
Waadhoeke | 54 |
Waalre | 35,9 |
Waalwijk | 56,6 |
Waddinxveen | 59,4 |
Wageningen | 33,8 |
Wassenaar | 24 |
Waterland | 32,9 |
Weert | 47,2 |
Weesp | 44,7 |
West Betuwe | 50 |
West Maas en Waal | 53,1 |
Westerkwartier | 52,4 |
Westerveld | 53,1 |
Westervoort | 54,3 |
Westerwolde | 62,7 |
Westland | 58,8 |
Weststellingwerf | 65,3 |
Westvoorne | 49,4 |
Wierden | 47,1 |
Wijchen | 48,7 |
Wijdemeren | 41,4 |
Wijk bij Duurstede | 52,4 |
Winterswijk | 59,8 |
Woensdrecht | 52,4 |
Woerden | 48,3 |
De Wolden | 57,1 |
Wormerland | 52,5 |
Woudenberg | 44,2 |
Zaanstad | 56,7 |
Zaltbommel | 55,2 |
Zandvoort | 50,9 |
Zeewolde | 36,9 |
Zeist | 31,2 |
Zevenaar | 58,9 |
Zoetermeer | 51,9 |
Zoeterwoude | 37,8 |
Zuidplas | 43,3 |
Zundert | 51,8 |
Zutphen | 48,8 |
Zwartewaterland | 61,3 |
Zwijndrecht | 60,1 |
Zwolle | 50,3 |
*Dit betreft voorlopige cijfers |
2.4 Werk
Tijdens hun schoolloopbaan worden jongeren voorbereid op de arbeidsmarkt. Uit onderzoek van het NJi (2019) blijkt onder meer dat een zinvolle dagbesteding naast school, zoals een baantje, sport of een vereniging, kan helpen om uit de problemen te blijven of te komen. In de Landelijke Jeugdmonitor is voor het thema werk de indicator werkzame jongeren opgenomen. Het gaat om het percentage jongeren van 15 tot 27 jaar met betaald werk, ook wel de nettoarbeidsparticipatie genoemd. Om de situatie op gemeentelijk niveau te kunnen presenteren wordt voor deze indicator gebruik gemaakt van registerinformatie. Voor cijfers over de arbeidsparticipatie van jongeren op landelijk niveau wordt in de Landelijke Jeugdmonitor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) gebruikt.
In 2020 had 65,9 procent van de 15- tot 27 jarigen in Nederland betaald werk, dat zijn bijna 1,7 miljoen jongeren. In 2019 was dit 68,3 procent. Op gemeenteniveau zijn in de Landelijke Jeugdmonitor alleen cijfers uit 2019 beschikbaar. De netto arbeidsparticipatie onder jongeren van 15 tot 27 jaar was in 2019 het hoogst in de gemeenten Veere (84,5 procent), Urk, Boekel, Staphorst en Reusel-De Mierden (allen rond de 84 procent). Bij de gemeenten groter dan 100 duizend inwoners was het percentage werkenden ook hoog in de gemeenten Westland (81,0 procent), Alphen aan den Rijn, ’s-Hertogenbosch en Ede (alle rond de 74 procent). Van alle gemeenten was het aandeel werkende jongeren het kleinst in Vaals (39,5 procent), Wageningen (44,5 procent) en Wassenaar (45,8 procent).
In de vier grootste gemeenten lag de nettoarbeidsparticipatie van jongeren in 2019 onder het landelijk gemiddelde. In Utrecht had van de 15- tot 27 jarigen 67,1 procent betaald werk, in Amsterdam 65,3 procent, in Rotterdam 63,1 procent en in Den Haag 58,7 procent. In de studentensteden Wageningen (44,5 procent), Maastricht (46,0 procent), Delft (51,8 procent) en Groningen (57,3 procent) was de arbeidsparticipatie ook relatief laag.
Gemeentenaam | Het percentage werkzame jongeren van 15 tot 27 jaar ten opzichte van alle jongeren in die leeftijdsgroep in de betreffende gemeente ( %) |
---|---|
Aa en Hunze | 67,3 |
Aalsmeer | 76,1 |
Aalten | 76 |
Achtkarspelen | 70,5 |
Alblasserdam | 75,9 |
Albrandswaard | 67 |
Alkmaar | 73 |
Almelo | 67,4 |
Almere | 67,8 |
Alphen aan den Rijn | 74,1 |
Alphen-Chaam | 76,7 |
Altena | 78,3 |
Ameland | 80,2 |
Amersfoort | 71,1 |
Amstelveen | 59,4 |
Amsterdam | 65,3 |
Apeldoorn | 71,7 |
Arnhem | 64 |
Assen | 67,9 |
Asten | 79,4 |
Baarle-Nassau | 80,5 |
Baarn | 66 |
Barendrecht | 69 |
Barneveld | 82,2 |
Beek (L.) | 74,1 |
Beekdaelen | 71,5 |
Beemster | 73,4 |
Beesel | 78,1 |
Berg en Dal | 70 |
Bergeijk | 80,2 |
Bergen (L.) | 79,4 |
Bergen (NH.) | 67,4 |
Bergen op Zoom | 71,4 |
Berkelland | 76,5 |
Bernheze | 80 |
Best | 75,2 |
Beuningen | 73,4 |
Beverwijk | 75,3 |
De Bilt | 61 |
Bladel | 81,8 |
Blaricum | 53,9 |
Bloemendaal | 53,5 |
Bodegraven-Reeuwijk | 77 |
Boekel | 84 |
Borger-Odoorn | 73,5 |
Borne | 72,6 |
Borsele | 80,2 |
Boxmeer | 74,9 |
Boxtel | 73,7 |
Breda | 70,2 |
Brielle | 75,7 |
Bronckhorst | 73,1 |
Brummen | 74,1 |
Brunssum | 69,4 |
Bunnik | 66,8 |
Bunschoten | 81,3 |
Buren | 74,5 |
Capelle aan den IJssel | 68 |
Castricum | 74,7 |
Coevorden | 72,5 |
Cranendonck | 72,4 |
Cuijk | 75 |
Culemborg | 70,1 |
Dalfsen | 77 |
Dantumadiel | 69,5 |
Delft | 51,8 |
Deurne | 78,4 |
Deventer | 68 |
Diemen | 60,6 |
Dinkelland | 81,6 |
Doesburg | 68,8 |
Doetinchem | 71,2 |
Dongen | 77,3 |
Dordrecht | 68,9 |
Drechterland | 76,8 |
Drimmelen | 78,3 |
Dronten | 68,7 |
Druten | 71,3 |
Duiven | 74,6 |
Echt-Susteren | 69,6 |
Edam-Volendam | 82,3 |
Ede | 73,6 |
Eemnes | 72,4 |
Eemsdelta | 65,7 |
Eersel | 79,2 |
Eijsden-Margraten | 71,3 |
Eindhoven | 66,5 |
Elburg | 78,5 |
Emmen | 70,2 |
Enkhuizen | 73,6 |
Enschede | 59,2 |
Epe | 75,8 |
Ermelo | 74,6 |
Etten-Leur | 72,4 |
De Fryske Marren | 73,5 |
Geertruidenberg | 77,8 |
Geldrop-Mierlo | 74,1 |
Gemert-Bakel | 77,8 |
Gennep | 76,8 |
Gilze en Rijen | 76,6 |
Goeree-Overflakkee | 77,7 |
Goes | 73,6 |
Goirle | 76,3 |
Gooise Meren | 58,4 |
Gorinchem | 71,9 |
Gouda | 71,3 |
Grave | 74,4 |
's-Gravenhage (gemeente) | 58,7 |
Groningen (gemeente) | 57,3 |
Gulpen-Wittem | 75,4 |
Haaksbergen | 77,7 |
Haarlem | 69,5 |
Haarlemmermeer | 72,2 |
Halderberge | 75,1 |
Hardenberg | 78 |
Harderwijk | 75,6 |
Hardinxveld-Giessendam | 80,2 |
Harlingen | 67,5 |
Hattem | 71,9 |
Heemskerk | 75,1 |
Heemstede | 59,9 |
Heerde | 76,7 |
Heerenveen | 68,5 |
Heerhugowaard | 73,3 |
Heerlen | 67 |
Heeze-Leende | 74,1 |
Heiloo | 72,1 |
Den Helder | 73,4 |
Hellendoorn | 75,3 |
Hellevoetsluis | 73,7 |
Helmond | 71 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 74,9 |
Hengelo (O.) | 69,4 |
's-Hertogenbosch | 73,9 |
Heumen | 68,5 |
Heusden | 76,6 |
Hillegom | 76,5 |
Hilvarenbeek | 81,9 |
Hilversum | 66,2 |
Hoeksche Waard | 73,9 |
Hof van Twente | 78,7 |
Het Hogeland | 67,2 |
Hollands Kroon | 77,8 |
Hoogeveen | 74,9 |
Hoorn | 73,2 |
Horst aan de Maas | 81,7 |
Houten | 69,7 |
Huizen | 69,4 |
Hulst | 69,7 |
IJsselstein | 72 |
Kaag en Braassem | 78,7 |
Kampen | 76,7 |
Kapelle | 78,2 |
Katwijk | 80,2 |
Kerkrade | 67,6 |
Koggenland | 79,8 |
Krimpen aan den IJssel | 72,8 |
Krimpenerwaard | 75,5 |
Laarbeek | 77,7 |
Landerd | 81,3 |
Landgraaf | 68,9 |
Landsmeer | 68,5 |
Langedijk | 77,4 |
Lansingerland | 68,9 |
Laren (NH.) | 46,8 |
Leeuwarden | 64 |
Leiden | 61,9 |
Leiderdorp | 68,7 |
Leidschendam-Voorburg | 63 |
Lelystad | 69,5 |
Leudal | 76,1 |
Leusden | 73,1 |
Lingewaard | 72,5 |
Lisse | 77,4 |
Lochem | 69,9 |
Loon op Zand | 80,8 |
Lopik | 77,9 |
Losser | 74,3 |
Maasdriel | 77,4 |
Maasgouw | 72,9 |
Maassluis | 74,1 |
Maastricht | 46 |
Medemblik | 76,6 |
Meerssen | 72,6 |
Meierijstad | 79,9 |
Meppel | 68,8 |
Middelburg (Z.) | 70,1 |
Midden-Delfland | 75 |
Midden-Drenthe | 75 |
Midden-Groningen | 67,1 |
Mill en Sint Hubert | 80 |
Moerdijk | 74,7 |
Molenlanden | 79 |
Montferland | 75,5 |
Montfoort | 79 |
Mook en Middelaar | 66,6 |
Neder-Betuwe | 82,7 |
Nederweert | 81,2 |
Nieuwegein | 73,3 |
Nieuwkoop | 79,7 |
Nijkerk | 78,3 |
Nijmegen | 64 |
Nissewaard | 72,4 |
Noardeast-Fryslân | 70,8 |
Noord-Beveland | 78,9 |
Noordenveld | 67,7 |
Noordoostpolder | 71,4 |
Noordwijk | 73,9 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 72,1 |
Nunspeet | 81,1 |
Oegstgeest | 56,1 |
Oirschot | 82,6 |
Oisterwijk | 75,8 |
Oldambt | 64,9 |
Oldebroek | 75,8 |
Oldenzaal | 74,5 |
Olst-Wijhe | 75,3 |
Ommen | 75,6 |
Oost Gelre | 79,7 |
Oosterhout | 75,4 |
Ooststellingwerf | 71 |
Oostzaan | 73 |
Opmeer | 80,7 |
Opsterland | 70,8 |
Oss | 74,4 |
Oude IJsselstreek | 72 |
Ouder-Amstel | 64,9 |
Oudewater | 78,3 |
Overbetuwe | 71,2 |
Papendrecht | 74 |
Peel en Maas | 82,4 |
Pekela | 70 |
Pijnacker-Nootdorp | 67,5 |
Purmerend | 73,9 |
Putten | 81,4 |
Raalte | 79,2 |
Reimerswaal | 79,7 |
Renkum | 62,4 |
Renswoude | 82,7 |
Reusel-De Mierden | 83,7 |
Rheden | 65,9 |
Rhenen | 75,5 |
Ridderkerk | 75,1 |
Rijssen-Holten | 81,1 |
Rijswijk (ZH.) | 62,2 |
Roerdalen | 76,7 |
Roermond | 72,4 |
De Ronde Venen | 74,1 |
Roosendaal | 72 |
Rotterdam | 63,1 |
Rozendaal | 48,6 |
Rucphen | 77,2 |
Schagen | 76,3 |
Scherpenzeel | 83,1 |
Schiedam | 66,8 |
Schiermonnikoog | |
Schouwen-Duiveland | 79 |
Simpelveld | 72,3 |
Sint Anthonis | 77,2 |
Sint-Michielsgestel | 74,2 |
Sittard-Geleen | 67,6 |
Sliedrecht | 74,8 |
Sluis | 76,7 |
Smallingerland | 67,3 |
Soest | 69,7 |
Someren | 81,6 |
Son en Breugel | 70,8 |
Stadskanaal | 69,5 |
Staphorst | 83,7 |
Stede Broec | 78,9 |
Steenbergen | 72,9 |
Steenwijkerland | 73,2 |
Stein (L.) | 73 |
Stichtse Vecht | 70,3 |
Súdwest-Fryslân | 71,6 |
Terneuzen | 72,3 |
Terschelling | 71,4 |
Texel | 78,8 |
Teylingen | 74,3 |
Tholen | 77,2 |
Tiel | 71,7 |
Tilburg | 69,6 |
Tubbergen | 79,5 |
Twenterand | 75,4 |
Tynaarlo | 62,1 |
Tytsjerksteradiel | 69,3 |
Uden | 79,6 |
Uitgeest | 78 |
Uithoorn | 72,8 |
Urk | 84,3 |
Utrecht (gemeente) | 67,1 |
Utrechtse Heuvelrug | 64,2 |
Vaals | 39,5 |
Valkenburg aan de Geul | 72,5 |
Valkenswaard | 77,3 |
Veendam | 64,8 |
Veenendaal | 75,6 |
Veere | 84,5 |
Veldhoven | 75,1 |
Velsen | 73,6 |
Venlo | 72,5 |
Venray | 77,8 |
Vijfheerenlanden | 76,5 |
Vlaardingen | 71 |
Vlieland | 78,4 |
Vlissingen | 70,8 |
Voerendaal | 73 |
Voorschoten | 62,1 |
Voorst | 73,5 |
Vught | 70,1 |
Waadhoeke | 70,5 |
Waalre | 68 |
Waalwijk | 78 |
Waddinxveen | 76,8 |
Wageningen | 44,5 |
Wassenaar | 45,8 |
Waterland | 70,8 |
Weert | 74,5 |
Weesp | 72,9 |
West Betuwe | 75,2 |
West Maas en Waal | 76,5 |
Westerkwartier | 69,2 |
Westerveld | 71 |
Westervoort | 72 |
Westerwolde | 63,4 |
Westland | 81 |
Weststellingwerf | 70,7 |
Westvoorne | 71,3 |
Wierden | 78,6 |
Wijchen | 73,3 |
Wijdemeren | 70,5 |
Wijk bij Duurstede | 75,7 |
Winterswijk | 75,9 |
Woensdrecht | 71,9 |
Woerden | 75,1 |
De Wolden | 74,8 |
Wormerland | 75,1 |
Woudenberg | 77,7 |
Zaanstad | 71,5 |
Zaltbommel | 79,1 |
Zandvoort | 68,5 |
Zeewolde | 74,9 |
Zeist | 59,1 |
Zevenaar | 73,1 |
Zoetermeer | 70,2 |
Zoeterwoude | 72 |
Zuidplas | 75,5 |
Zundert | 80,5 |
Zutphen | 66,5 |
Zwartewaterland | 82,1 |
Zwijndrecht | 72,3 |
Zwolle | 71,6 |
*Dit betreft voorlopige cijfers |
2.5 Criminaliteit
Tijdens de ontwikkeling van kind naar volwassenheid zoeken jongeren hun eigen weg waarbij ze ook op zoek gaan naar grenzen. Als die grenzen worden overschreden kunnen jongeren in aanraking komen met politie en/of justitie. Deelname aan criminele activiteiten kan leiden tot een grotere onveiligheid voor de maatschappij. Dit kan ook nadelige gevolgen hebben voor de veiligheid van jongeren. Zo blijkt uit de Veiligheidsmonitor van het CBS (2019) dat jongere leeftijdsgroepen vaker slachtoffer zijn dan oudere leeftijdsgroepen. Om te beschrijven hoe het gesteld is met criminaliteit onder jongeren in een gemeente wordt daarom gekeken naar een indicator die gedefinieerd is als het percentage geregistreerde verdachte jongeren van 12 tot 25 jaar. De gegevens over geregistreerde verdachten komen uit de ‘Basisvoorziening Informatie’ (BVI) van de politie. De politie registreert een persoon als verdachte van een misdrijf als er een redelijk vermoeden van schuld aan dat misdrijf bestaat.
Volgens voorlopige cijfers werden in 2020 bijna 49 duizend jongeren geregistreerd als verdachte van een misdrijf. Dat is 1,6 procent van alle jongeren van 12 tot 25 jaar. Het aandeel verdachten onder jongeren was in 2020 het hoogst in de gemeenten Vlissingen (3,0 procent), Terneuzen (2,8 procent), Brunssum en Rotterdam (beide 2,7 procent) en het laagst in de gemeenten Wierden en Alphen-Chaam (beide 0,4 procent). Met name in de grote steden en gemeenten aan de kust is het aandeel verdachte jongeren hoger.
Gemeentenaam | Het percentage geregistreerde verdachte jongeren van 12 tot 25 jaar ten opzichte van alle jongeren in die leeftijdsgroep in de betreffende gemeente (%) |
---|---|
Aa en Hunze | 0,83 |
Aalsmeer | 0,99 |
Aalten | 0,62 |
Achtkarspelen | 1,26 |
Alblasserdam | 1,33 |
Albrandswaard | 1,39 |
Alkmaar | 1,83 |
Almelo | 1,90 |
Almere | 2,22 |
Alphen aan den Rijn | 1,68 |
Alphen-Chaam | 0,35 |
Altena | 0,93 |
Ameland | 0,89 |
Amersfoort | 1,73 |
Amstelveen | 1,45 |
Amsterdam | 2,59 |
Apeldoorn | 1,64 |
Arnhem | 2,11 |
Assen | 2,27 |
Asten | 0,82 |
Baarle-Nassau | 0,71 |
Baarn | 1,20 |
Barendrecht | 1,30 |
Barneveld | 1,07 |
Beek (L.) | 1,30 |
Beekdaelen | 1,10 |
Beemster | 1,02 |
Beesel | 1,43 |
Berg en Dal | 1,38 |
Bergeijk | 0,77 |
Bergen (L.) | 0,99 |
Bergen (NH.) | 1,04 |
Bergen op Zoom | 1,88 |
Berkelland | 0,82 |
Bernheze | 0,81 |
Best | 1,25 |
Beuningen | 1,24 |
Beverwijk | 1,30 |
De Bilt | 1,20 |
Bladel | 0,85 |
Blaricum | 1,19 |
Bloemendaal | 1,44 |
Bodegraven-Reeuwijk | 1,11 |
Boekel | 0,88 |
Borger-Odoorn | 0,99 |
Borne | 0,92 |
Borsele | 1,66 |
Boxmeer | 0,99 |
Boxtel | 1,60 |
Breda | 1,44 |
Brielle | 1,13 |
Bronckhorst | 0,59 |
Brummen | 1,18 |
Brunssum | 2,67 |
Bunnik | 0,56 |
Bunschoten | 1,52 |
Buren | 1,19 |
Capelle aan den IJssel | 2,23 |
Castricum | 1,04 |
Coevorden | 1,33 |
Cranendonck | 1,21 |
Cuijk | 1,63 |
Culemborg | 1,24 |
Dalfsen | 0,63 |
Dantumadiel | 0,84 |
Delft | 1,13 |
Deurne | 1,47 |
Deventer | 1,81 |
Diemen | 1,92 |
Dinkelland | 0,67 |
Doesburg | 1,11 |
Doetinchem | 1,71 |
Dongen | 1,27 |
Dordrecht | 2,32 |
Drechterland | 0,85 |
Drimmelen | 1,18 |
Dronten | 1,38 |
Druten | 0,96 |
Duiven | 0,83 |
Echt-Susteren | 0,99 |
Edam-Volendam | 0,86 |
Ede | 1,55 |
Eemnes | 1,09 |
Eemsdelta | 2,33 |
Eersel | 0,87 |
Eijsden-Margraten | 1,65 |
Eindhoven | 1,69 |
Elburg | 1,26 |
Emmen | 1,42 |
Enkhuizen | 2,62 |
Enschede | 1,43 |
Epe | 1,59 |
Ermelo | 1,87 |
Etten-Leur | 1,31 |
De Fryske Marren | 1,49 |
Geertruidenberg | 1,47 |
Geldrop-Mierlo | 1,58 |
Gemert-Bakel | 0,98 |
Gennep | 0,89 |
Gilze en Rijen | 1,48 |
Goeree-Overflakkee | 0,56 |
Goes | 1,85 |
Goirle | 1,30 |
Gooise Meren | 1,39 |
Gorinchem | 1,33 |
Gouda | 2,04 |
Grave | 1,00 |
's-Gravenhage (gemeente) | 2,58 |
Groningen (gemeente) | 1,46 |
Gulpen-Wittem | 0,74 |
Haaksbergen | 0,80 |
Haarlem | 1,80 |
Haarlemmermeer | 1,52 |
Halderberge | 1,37 |
Hardenberg | 0,89 |
Harderwijk | 1,53 |
Hardinxveld-Giessendam | 0,77 |
Harlingen | 1,43 |
Hattem | 1,16 |
Heemskerk | 1,18 |
Heemstede | 1,14 |
Heerde | 1,37 |
Heerenveen | 1,65 |
Heerhugowaard | 1,74 |
Heerlen | 2,23 |
Heeze-Leende | 0,80 |
Heiloo | 0,86 |
Den Helder | 2,43 |
Hellendoorn | 0,91 |
Hellevoetsluis | 1,50 |
Helmond | 2,37 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0,93 |
Hengelo (O.) | 1,57 |
's-Hertogenbosch | 1,82 |
Heumen | 0,92 |
Heusden | 1,70 |
Hillegom | 1,89 |
Hilvarenbeek | 0,48 |
Hilversum | 1,40 |
Hoeksche Waard | 1,15 |
Hof van Twente | 0,70 |
Het Hogeland | 1,62 |
Hollands Kroon | 1,07 |
Hoogeveen | 1,47 |
Hoorn | 1,82 |
Horst aan de Maas | 0,83 |
Houten | 1,05 |
Huizen | 1,34 |
Hulst | 1,49 |
IJsselstein | 1,44 |
Kaag en Braassem | 1,33 |
Kampen | 1,51 |
Kapelle | 1,29 |
Katwijk | 1,23 |
Kerkrade | 2,56 |
Koggenland | 0,91 |
Krimpen aan den IJssel | 1,61 |
Krimpenerwaard | 1,14 |
Laarbeek | 1,36 |
Landerd | 0,62 |
Landgraaf | 1,68 |
Landsmeer | 1,48 |
Langedijk | 1,10 |
Lansingerland | 1,34 |
Laren (NH.) | 0,88 |
Leeuwarden | 1,70 |
Leiden | 1,55 |
Leiderdorp | 1,50 |
Leidschendam-Voorburg | 2,32 |
Lelystad | 2,51 |
Leudal | 1,23 |
Leusden | 1,28 |
Lingewaard | 0,85 |
Lisse | 1,42 |
Lochem | 1,15 |
Loon op Zand | 1,58 |
Lopik | 1,04 |
Losser | 0,86 |
Maasdriel | 1,56 |
Maasgouw | 1,22 |
Maassluis | 2,12 |
Maastricht | 1,09 |
Medemblik | 1,09 |
Meerssen | 1,26 |
Meierijstad | 1,03 |
Meppel | 1,37 |
Middelburg (Z.) | 2,26 |
Midden-Delfland | 1,07 |
Midden-Drenthe | 1,00 |
Midden-Groningen | 1,61 |
Mill en Sint Hubert | 0,67 |
Moerdijk | 1,04 |
Molenlanden | 0,76 |
Montferland | 1,13 |
Montfoort | 0,98 |
Mook en Middelaar | 0,53 |
Neder-Betuwe | 0,78 |
Nederweert | 0,71 |
Nieuwegein | 1,92 |
Nieuwkoop | 0,71 |
Nijkerk | 1,22 |
Nijmegen | 1,31 |
Nissewaard | 2,59 |
Noardeast-Fryslân | 1,23 |
Noord-Beveland | 1,38 |
Noordenveld | 0,74 |
Noordoostpolder | 1,31 |
Noordwijk | 1,80 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 1,33 |
Nunspeet | 0,78 |
Oegstgeest | 1,09 |
Oirschot | 0,71 |
Oisterwijk | 0,87 |
Oldambt | 1,97 |
Oldebroek | 1,16 |
Oldenzaal | 0,79 |
Olst-Wijhe | 0,90 |
Ommen | 0,63 |
Oost Gelre | 1,73 |
Oosterhout | 1,68 |
Ooststellingwerf | 1,23 |
Oostzaan | 1,23 |
Opmeer | 0,73 |
Opsterland | 0,93 |
Oss | 1,55 |
Oude IJsselstreek | 0,85 |
Ouder-Amstel | 1,43 |
Oudewater | 0,75 |
Overbetuwe | 1,92 |
Papendrecht | 1,66 |
Peel en Maas | 0,98 |
Pekela | 2,11 |
Pijnacker-Nootdorp | 1,55 |
Purmerend | 2,00 |
Putten | 0,85 |
Raalte | 0,79 |
Reimerswaal | 1,42 |
Renkum | 1,74 |
Renswoude | 0,93 |
Reusel-De Mierden | 0,83 |
Rheden | 1,53 |
Rhenen | 1,20 |
Ridderkerk | 1,76 |
Rijssen-Holten | 0,65 |
Rijswijk (ZH.) | 2,29 |
Roerdalen | 0,76 |
Roermond | 2,18 |
De Ronde Venen | 1,17 |
Roosendaal | 1,74 |
Rotterdam | 2,67 |
Rozendaal | |
Rucphen | 1,03 |
Schagen | 1,50 |
Scherpenzeel | 0,73 |
Schiedam | 2,43 |
Schiermonnikoog | |
Schouwen-Duiveland | 1,65 |
Simpelveld | 1,31 |
Sint Anthonis | 0,49 |
Sint-Michielsgestel | 1,05 |
Sittard-Geleen | 2,11 |
Sliedrecht | 1,20 |
Sluis | 2,36 |
Smallingerland | 2,14 |
Soest | 1,26 |
Someren | 1,11 |
Son en Breugel | 1,19 |
Stadskanaal | 1,42 |
Staphorst | 0,88 |
Stede Broec | 1,07 |
Steenbergen | 1,29 |
Steenwijkerland | 1,80 |
Stein (L.) | 1,44 |
Stichtse Vecht | 1,31 |
Súdwest-Fryslân | 1,83 |
Terneuzen | 2,79 |
Terschelling | 0,68 |
Texel | 1,25 |
Teylingen | 1,18 |
Tholen | 1,02 |
Tiel | 2,03 |
Tilburg | 1,64 |
Tubbergen | 0,46 |
Twenterand | 1,22 |
Tynaarlo | 1,10 |
Tytsjerksteradiel | 1,14 |
Uden | 1,41 |
Uitgeest | 0,94 |
Uithoorn | 2,31 |
Urk | 1,79 |
Utrecht (gemeente) | 1,61 |
Utrechtse Heuvelrug | 1,17 |
Vaals | 0,51 |
Valkenburg aan de Geul | 1,35 |
Valkenswaard | 1,14 |
Veendam | 1,70 |
Veenendaal | 1,45 |
Veere | 0,93 |
Veldhoven | 1,31 |
Velsen | 1,40 |
Venlo | 2,10 |
Venray | 1,30 |
Vijfheerenlanden | 1,53 |
Vlaardingen | 2,30 |
Vlieland | |
Vlissingen | 3,04 |
Voerendaal | 0,59 |
Voorschoten | 1,34 |
Voorst | 1,58 |
Vught | 1,45 |
Waadhoeke | 1,38 |
Waalre | 1,18 |
Waalwijk | 1,65 |
Waddinxveen | 1,73 |
Wageningen | 0,53 |
Wassenaar | 1,57 |
Waterland | 1,20 |
Weert | 1,62 |
Weesp | 1,86 |
West Betuwe | 1,18 |
West Maas en Waal | 0,82 |
Westerkwartier | 1,15 |
Westerveld | 1,51 |
Westervoort | 1,44 |
Westerwolde | 1,12 |
Westland | 1,26 |
Weststellingwerf | 1,88 |
Westvoorne | 1,03 |
Wierden | 0,36 |
Wijchen | 0,84 |
Wijdemeren | 1,34 |
Wijk bij Duurstede | 1,21 |
Winterswijk | 1,36 |
Woensdrecht | 1,78 |
Woerden | 1,07 |
De Wolden | 0,78 |
Wormerland | 1,22 |
Woudenberg | 1,04 |
Zaanstad | 2,24 |
Zaltbommel | 1,27 |
Zandvoort | 1,61 |
Zeewolde | 1,21 |
Zeist | 1,89 |
Zevenaar | 1,20 |
Zoetermeer | 2,52 |
Zoeterwoude | 1,27 |
Zuidplas | 1,21 |
Zundert | 0,76 |
Zutphen | 1,40 |
Zwartewaterland | 0,98 |
Zwijndrecht | 1,65 |
Zwolle | 1,96 |
*Dit betreft voorlopige cijfers |
2.6 Middelengebruik
Bij de gezondheid van jongeren gaat veel aandacht uit naar het gebruik van stimulerende of verdovende middelen. Middelengebruik kan namelijk lichamelijke of psychische problemen tot gevolg hebben en is extra schadelijk tijdens de groei. Zo ontwikkelt het brein zich tot gemiddeld het 25 levensjaar. Roken en drinken kan die ontwikkeling beïnvloeden (Trimbos-instituut, z.d.). In 2013 werd het initiatief NIX18 gestart door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in samenwerking met een groot aantal partners. De campagne richt zich op het neer zetten van de sociale norm ‘niet roken, en niet drinken onder de 18 jaar’. In de Jeugdmonitor wordt voor dit thema de indicator 12- tot- 25-jarigen die wel eens alcohol drinken gebruikt. Deze cijfers zijn afkomstig uit de Gezondheidsenquête/leefstijlmonitor van het CBS, RIVM en Trimbos-instituut en niet op gemeenteniveau beschikbaar. Deze indicator zal in dit artikel dan ook niet nader onderzocht worden.
3. Jeugdhulpgebruik
De eerder genoemde maatschappelijke indicatoren bieden inzicht in de leefsituatie van de jeugd. Over het algemeen geldt dat als het goed gaat met de jeugd in een gemeente er naar verwachting minder jeugdzorg nodig zal zijn. In de Landelijke Jeugdmonitor zijn daarom naast de maatschappelijke indicatoren ook een aantal jeugdzorg indicatoren opgenomen.
Eén van de jeugdhulpindicatoren die is opgenomen in de Landelijke Jeugdmonitor is het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp in natura (dus zonder PGB) ten opzichte van alle jongeren tot 18 jaar. De gegevens over de jongeren met jeugdhulp in natura zijn gebaseerd op de Beleidsinformatie Jeugd, waarbij volgens het woonplaatsbeginsel Jeugd wordt bepaald welke gemeente verantwoordelijk is voor de geleverde hulp.
In 2020 ontvingen 402 duizend jongeren tot 18 jaar jeugdhulp in natura. Dat is 12,0 procent van alle jongeren tot 18 jaar. Het aandeel jongeren dat jeugdhulp krijgt verschilt per gemeente. Gemeenten met relatief veel (17 procent of meer) jeugdhulp in natura waren in 2020 Tiel, Heerde, Veendam, Valkenburg aan de Geul, Sittard-Geleen en Heerlen. Gemeenten met relatief weinig jeugdhulpgebruik (7 procent of minder) waren Urk, Westvoorne, Raalte, Ameland en Staphorst.
Gemeentenaam | Het percentage jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp in natura ten opzichte van alle jongeren in die leeftijdsgroep in de betreffende gemeente ( %) |
---|---|
Aa en Hunze | 11,8 |
Aalsmeer | 7,6 |
Aalten | 11 |
Achtkarspelen | 11,3 |
Alblasserdam | 12,9 |
Albrandswaard | 7,2 |
Alkmaar | 13 |
Almelo | 13,6 |
Almere | 11,6 |
Alphen aan den Rijn | 15,2 |
Alphen-Chaam | 9,6 |
Altena | 10,4 |
Ameland | 6,5 |
Amersfoort | 10,9 |
Amstelveen | 9,4 |
Amsterdam | 12,8 |
Apeldoorn | 11,8 |
Appingedam | 12,8 |
Arnhem | 12,4 |
Assen | 16,3 |
Asten | 8,7 |
Baarle-Nassau | 7,8 |
Baarn | 10,3 |
Barendrecht | 8,6 |
Barneveld | 10,1 |
Beek (L.) | 15,9 |
Beekdaelen | 14,8 |
Beemster | 8,8 |
Beesel | 14,8 |
Berg en Dal | 11,5 |
Bergeijk | 10,9 |
Bergen (L.) | 10,4 |
Bergen (NH.) | 10 |
Bergen op Zoom | 14,3 |
Berkelland | 11 |
Bernheze | 12,1 |
Best | 11,2 |
Beuningen | 13,7 |
Beverwijk | 12,7 |
De Bilt | 9 |
Bladel | 9,8 |
Blaricum | 8,8 |
Bloemendaal | 8,6 |
Bodegraven-Reeuwijk | 12,1 |
Boekel | 9,7 |
Borger-Odoorn | 12,8 |
Borne | 10,5 |
Borsele | 12,9 |
Boxmeer | 12,3 |
Boxtel | 10,9 |
Breda | 11,5 |
Brielle | 8,2 |
Bronckhorst | 11,7 |
Brummen | 11,7 |
Brunssum | 15,7 |
Bunnik | 8,9 |
Bunschoten | 11,4 |
Buren | 11,3 |
Capelle aan den IJssel | 13,4 |
Castricum | 9,4 |
Coevorden | 10,6 |
Cranendonck | 9,9 |
Cuijk | 11,8 |
Culemborg | 9,7 |
Dalfsen | 10 |
Dantumadiel | 10,6 |
Delft | 15,4 |
Delfzijl | 14,4 |
Deurne | 10,5 |
Deventer | 11 |
Diemen | 8,8 |
Dinkelland | 8,4 |
Doesburg | 14,7 |
Doetinchem | 13,4 |
Dongen | 14,9 |
Dordrecht | 14,1 |
Drechterland | 8,6 |
Drimmelen | 11,2 |
Dronten | 10,8 |
Druten | 11,8 |
Duiven | 12,9 |
Echt-Susteren | 16,2 |
Edam-Volendam | 7,1 |
Ede | 10,6 |
Eemnes | 11 |
Eersel | 10,3 |
Eijsden-Margraten | 13 |
Eindhoven | 10,1 |
Elburg | 8,4 |
Emmen | 13,8 |
Enkhuizen | 12,7 |
Enschede | 12,9 |
Epe | 10,1 |
Ermelo | 12,1 |
Etten-Leur | 11,9 |
De Fryske Marren | 9,1 |
Geertruidenberg | 16,1 |
Geldrop-Mierlo | 12,5 |
Gemert-Bakel | 8 |
Gennep | 12,1 |
Gilze en Rijen | 12,9 |
Goeree-Overflakkee | 9,4 |
Goes | 14,7 |
Goirle | 12,4 |
Gooise Meren | 9,9 |
Gorinchem | 13,2 |
Gouda | 15,2 |
Grave | 12,6 |
's-Gravenhage (gemeente) | 13,4 |
Groningen (gemeente) | 12,6 |
Gulpen-Wittem | 12,9 |
Haaksbergen | 10,8 |
Haaren | 9,8 |
Haarlem | 10 |
Haarlemmermeer | 12 |
Halderberge | 10,5 |
Hardenberg | 12 |
Harderwijk | 11,2 |
Hardinxveld-Giessendam | 10,4 |
Harlingen | 10,5 |
Hattem | 9,3 |
Heemskerk | 12 |
Heemstede | 8,5 |
Heerde | 18,8 |
Heerenveen | 11,7 |
Heerhugowaard | 13,1 |
Heerlen | 17,1 |
Heeze-Leende | 9,8 |
Heiloo | 10,3 |
Den Helder | 16,7 |
Hellendoorn | 10,3 |
Hellevoetsluis | 9,9 |
Helmond | 9,6 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 12,8 |
Hengelo (O.) | 12,4 |
's-Hertogenbosch | 11,5 |
Heumen | 10,6 |
Heusden | 14,1 |
Hillegom | 15,6 |
Hilvarenbeek | 10,9 |
Hilversum | 10,9 |
Hoeksche Waard | 12 |
Hof van Twente | 10,9 |
Het Hogeland | 14 |
Hollands Kroon | 14,1 |
Hoogeveen | 13,4 |
Hoorn | 13,1 |
Horst aan de Maas | 11,3 |
Houten | 10,3 |
Huizen | 11,3 |
Hulst | 13,2 |
IJsselstein | 12 |
Kaag en Braassem | 14,6 |
Kampen | 10,7 |
Kapelle | 12,5 |
Katwijk | 13,2 |
Kerkrade | 16,6 |
Koggenland | 11,2 |
Krimpen aan den IJssel | 16,6 |
Krimpenerwaard | 10,7 |
Laarbeek | 7,4 |
Landerd | 10,7 |
Landgraaf | 15,8 |
Landsmeer | 10,4 |
Langedijk | 11 |
Lansingerland | 9,5 |
Laren (NH.) | 9,1 |
Leeuwarden | 14,9 |
Leiden | 16 |
Leiderdorp | 14,1 |
Leidschendam-Voorburg | 10,9 |
Lelystad | 12,7 |
Leudal | 15,5 |
Leusden | 10,5 |
Lingewaard | 10,6 |
Lisse | 14,2 |
Lochem | 10,3 |
Loon op Zand | 13 |
Lopik | 9,8 |
Loppersum | 11,2 |
Losser | 11,4 |
Maasdriel | 11,9 |
Maasgouw | 14 |
Maassluis | 8,1 |
Maastricht | 16,9 |
Medemblik | 11,1 |
Meerssen | 15,6 |
Meierijstad | 10,5 |
Meppel | 13,2 |
Middelburg (Z.) | 12,3 |
Midden-Delfland | 7,8 |
Midden-Drenthe | 13,1 |
Midden-Groningen | 14,5 |
Mill en Sint Hubert | 9,6 |
Moerdijk | 13,9 |
Molenlanden | 12,5 |
Montferland | 13,2 |
Montfoort | 7,2 |
Mook en Middelaar | 10,3 |
Neder-Betuwe | 8,4 |
Nederweert | 13,6 |
Nieuwegein | 12 |
Nieuwkoop | 12,1 |
Nijkerk | 10,3 |
Nijmegen | 11,7 |
Nissewaard | 14,2 |
Noardeast-Fryslân | 10,8 |
Noord-Beveland | 12,2 |
Noordenveld | 11,3 |
Noordoostpolder | 10,3 |
Noordwijk | 14,6 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 8,1 |
Nunspeet | 8,3 |
Oegstgeest | 12,3 |
Oirschot | 10,3 |
Oisterwijk | 12,7 |
Oldambt | 16 |
Oldebroek | 9 |
Oldenzaal | 10,6 |
Olst-Wijhe | 10 |
Ommen | 11 |
Oost Gelre | 14,1 |
Oosterhout | 11,8 |
Ooststellingwerf | 11,9 |
Oostzaan | 8,6 |
Opmeer | 9,2 |
Opsterland | 10,2 |
Oss | 14,7 |
Oude IJsselstreek | 13,9 |
Ouder-Amstel | 9,5 |
Oudewater | 9,7 |
Overbetuwe | 12,3 |
Papendrecht | 14,8 |
Peel en Maas | 8,9 |
Pekela | 16,1 |
Pijnacker-Nootdorp | 11,3 |
Purmerend | 10,9 |
Putten | 11,9 |
Raalte | 6,6 |
Reimerswaal | 12,1 |
Renkum | 14,5 |
Renswoude | 8 |
Reusel-De Mierden | 8,7 |
Rheden | 15 |
Rhenen | 8,2 |
Ridderkerk | 9 |
Rijssen-Holten | 11,6 |
Rijswijk (ZH.) | 11,9 |
Roerdalen | 16,3 |
Roermond | 15,2 |
De Ronde Venen | 7,8 |
Roosendaal | 13,2 |
Rotterdam | 9,6 |
Rozendaal | 8,9 |
Rucphen | 13,5 |
Schagen | 11,3 |
Scherpenzeel | 10 |
Schiedam | 7 |
Schiermonnikoog | 12,3 |
Schouwen-Duiveland | 11,7 |
Simpelveld | 12,6 |
Sint Anthonis | 9,3 |
Sint-Michielsgestel | 10 |
Sittard-Geleen | 17,3 |
Sliedrecht | 14,9 |
Sluis | 11,4 |
Smallingerland | 13,6 |
Soest | 10,8 |
Someren | 7,6 |
Son en Breugel | 8,2 |
Stadskanaal | 13,5 |
Staphorst | 5,9 |
Stede Broec | 13,3 |
Steenbergen | 11,9 |
Steenwijkerland | 10,9 |
Stein (L.) | 15 |
Stichtse Vecht | 9,3 |
Súdwest-Fryslân | 10,7 |
Terneuzen | 16,4 |
Terschelling | 11,3 |
Texel | 11 |
Teylingen | 14,5 |
Tholen | 12 |
Tiel | 20,1 |
Tilburg | 14 |
Tubbergen | 8,3 |
Twenterand | 12 |
Tynaarlo | 11,2 |
Tytsjerksteradiel | 10,2 |
Uden | 12,3 |
Uitgeest | 9,4 |
Uithoorn | 10,8 |
Urk | 6,8 |
Utrecht (gemeente) | 16,5 |
Utrechtse Heuvelrug | 10,2 |
Vaals | 12,1 |
Valkenburg aan de Geul | 17,7 |
Valkenswaard | 10,8 |
Veendam | 17,8 |
Veenendaal | 16,2 |
Veere | 9,4 |
Veldhoven | 11,9 |
Velsen | 13,7 |
Venlo | 12,8 |
Venray | 11,8 |
Vijfheerenlanden | 9 |
Vlaardingen | 8,2 |
Vlieland | 9,7 |
Vlissingen | 14,2 |
Voerendaal | 9 |
Voorschoten | 11,5 |
Voorst | 10,3 |
Vught | 10,9 |
Waadhoeke | 9,6 |
Waalre | 10,5 |
Waalwijk | 15 |
Waddinxveen | 9,8 |
Wageningen | 13,1 |
Wassenaar | 10,4 |
Waterland | 8,9 |
Weert | 13,9 |
Weesp | 8,6 |
West Betuwe | 9,5 |
West Maas en Waal | 11,2 |
Westerkwartier | 11,5 |
Westerveld | 12,4 |
Westervoort | 16 |
Westerwolde | 11,3 |
Westland | 11,1 |
Weststellingwerf | 11 |
Westvoorne | 6,7 |
Wierden | 9,2 |
Wijchen | 11,8 |
Wijdemeren | 9,9 |
Wijk bij Duurstede | 11,3 |
Winterswijk | 13,1 |
Woensdrecht | 10,9 |
Woerden | 9 |
De Wolden | 10,6 |
Wormerland | 7,9 |
Woudenberg | 10,2 |
Zaanstad | 14,4 |
Zaltbommel | 15,3 |
Zandvoort | 10,2 |
Zeewolde | 12,9 |
Zeist | 11,8 |
Zevenaar | 14,2 |
Zoetermeer | 13,4 |
Zoeterwoude | 13,2 |
Zuidplas | 11,3 |
Zundert | 8,6 |
Zutphen | 13,7 |
Zwartewaterland | 9,4 |
Zwijndrecht | 16,5 |
Zwolle | 11,7 |
4. Samenhang maatschappelijke indicatoren en jeugdhulpgebruik
In deze paragraaf wordt ingegaan op de samenhang tussen de beschreven maatschappelijke indicatoren in de Landelijke Jeugdmonitor en het jeugdhulpgebruik op gemeenteniveau. Op basis van eerder onderzoek kan verwacht worden dat een aantal maatschappelijke indicatoren samenhangen met het jeugdhulpgebruik. Uit de analyse blijkt dat dat inderdaad het geval is. Wel betreft het voor de meeste indicatoren een matige samenhang. Voor de indicatoren derdejaars vmbo’ers en werkzame jongeren is er nauwelijks samenhang gevonden op gemeenteniveau.
4.1 Eerder onderzoek
Uit onderzoek van Significant (2017) is gebleken dat een aantal populatiekenmerken van een gemeente significant samenhangt met jeugdhulpgebruik. Het sterkste verband vonden zij met het aandeel kinderen in een bijstandsgezin. Dit betekent dat gemeenten met relatief veel kinderen in een bijstandsgezin te maken hebben met een relatief hoog jeugdhulpgebruik. Ook in andere onderzoeken wordt een lage sociaaleconomische status van het gezin genoemd als risicofactor voor opvoedingsproblematiek en jeugdhulpgebruik (van der Put et al. 2020; NJI 2019; SCP 2013, CBS 2020b). Niet alleen het aandeel bijstandskinderen liet in het onderzoek van Significant een positief verband zien met het jeugdhulpgebruik. Dat gold ook voor het aantal meldingen van kindermishandeling en het aandeel geregistreerde verdachten tot 25 jaar in een gemeente. Ook uit een studie van Van der Put et al. (2020) blijkt dat jongeren die verdacht zijn geweest van een misdrijf wat vaker beroep doen op intensieve jeugdhulp. Het onderzoek van Significant laat op gemeenteniveau geen significante samenhang zien tussen het percentage werkzame jongeren en het jeugdhulpgebruik. Datzelfde geldt voor het aandeel 15-jarige vmbo’ers.
Uit ander onderzoek blijkt dat er wél een samenhang is tussen het onderwijsniveau en jeugdhulpgebruik. Zo laat onderzoek van het SCP (2013) zien dat jongeren van 12 tot 18 jaar met een opleiding in het speciaal basisonderwijs, speciaal voortgezet onderwijs, vmbo-kaderberoepsgericht, beroepsopleidende leerweg (bol) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl) vaker een beroep doen op jeugdhulp dan jongeren die onderwijs op een hoger niveau volgen. Recenter onderzoek van het CBS (2020b) toonde aan dat kinderen die op het vmbo zitten vaker instromen in jeugdhulp. Het ging daarbij met name om kinderen in vmbo-b/k. Van der Put et al. (2020) lieten zien dat bij jongeren met een laag onderwijsniveau het toekomstig gebruik van intensieve jeugdhulp iets groter is dan bij hoger opgeleide jongeren.
4.2 Samenhang maatschappelijke indicatoren en jeugdhulpgebruik
Het meest recente jaar waarvoor alle indicatoren op het moment van schrijven beschikbaar zijn, en waarbij er nog geen sprake is van een mogelijk corona-effect is 2019. Vandaar dat deze periode als referentiepunt is genomen voor het berekenen van de samenhang tussen indicatoren in deze publicatie.
Voor het bepalen van de samenhang tussen de maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik op gemeenteniveau is telkens de correlatiecoëfficiënt van twee variabelen berekend. Een correlatiecoëfficiënt van 0 betekent dat er geen correlatie is tussen twee variabelen. Een coëfficiënt van -1 betekent dat er een perfecte negatieve correlatie is: een toenemend percentage jeugdhulpgebruik gaat dan samen met een evenredige afname van de maatschappelijke indicator. Bijvoorbeeld hoe hoger het jeugdhulpgebruik, hoe lager het percentage werkende jongeren. Een coëfficiënt van 1 is een perfecte positieve correlatie: een toenemend percentage jeugdhulpgebruik gaat in dit geval samen met een evenredige toename van de maatschappelijke indicator. Bijvoorbeeld hoe hoger het jeugdhulpgebruik, hoe hoger het aantal meldingen van kindermishandeling per 100 duizend inwoners.
Geen enkele indicator laat een correlatie van 0,50 of groter zien. Bij de meeste indicatoren gaat het om een matige correlatie, en bij enkele indicatoren is er sprake van een zwakke correlatie op gemeenteniveau. Van de vijf maatschappelijke indicatoren vertonen het aantal minderjarige kinderen in een bijstandsgezin (0,45), meldingen van kindermishandeling (0,40) en jonge geregistreerde verdachten (0,33) de sterkste correlatie met het jeugdhulpgebruik, hoewel het hier nog steeds een matige correlatie betreft. De samenhang van de beschermende factor werkzame jongeren en de risicofactor derdeklas vmbo’ers met het jeugdhulpgebruik is zwak (lager dan 0,30).
Maatschappelijke indicator, 2019 | Correlatie met jeugdhulpgebruik, 2019 |
---|---|
Minderjarigen in een bijstandsgezin | 0,45 |
Meldingen van kindermishandeling | 0,40 |
Jonge geregistreerde verdachten (12 tot 25 jaar) | 0,33 |
Werkzame jongeren (15 tot 27 jaar) | -0,18 |
Derdejaars vmbo-leerlingen | 0,10 |
5. Conclusies, discussie en implicaties
5.1 Conclusies
In het onderzoek beschreven in dit artikel is ingegaan op de maatschappelijke indicatoren en de jeugdhulpindicatoren in de Landelijke Jeugdmonitor en hoe beiden zich tot elkaar verhouden. Uit de analyse blijkt dat drie van de vijf gemeten maatschappelijk indicatoren op gemeenteniveau een matige samenhang vertonen met het jeugdhulpgebruik in de gemeente. Zo blijkt dat als het aandeel minderjarigen in een bijstandsgezin, het aantal meldingen van kindermishandeling per 100 duizend inwoners of het aandeel geregistreerde verdachte jongeren groter is in een gemeente, ook het jeugdhulpgebruik in die gemeente relatief groot is. De maatschappelijke indicator minderjarigen in een bijstandsgezin laat van deze drie indicatoren de sterkste samenhang zien. De samenhang tussen de werkzame jongeren en derdejaars vmbo-leerlingen en het jeugdhulpgebruik is op gemeenteniveau zwak.5.2 Discussie
De samenhang van de maatschappelijke indicatoren met het jeugdhulpgebruik komt op hoofdlijnen overeen met de conclusie uit het onderzoek van Significant (2017). Zo blijkt dat het wonen in een bijstandsgezin de sterkste samenhang vertoont vergeleken met de andere maatschappelijke indicatoren. En ook de indicatoren meldingen van kindermishandeling en geregistreerde verdachte jongeren hangen in beide onderzoeken samen met het jeugdhulpgebruik in de gemeente. Het onderzoek van Significant liet voor de indicatoren werkzame jongeren en 15-jarige vmbo’ers geen significante samenhang zien met het jeugdhulpgebruik. Onderhavig onderzoek laat voor de indicatoren werkzame jongeren en derdejaars vmbo’ers ook een zwakke samenhang zien. Wel blijkt op basis van andere onderzoeken (CBS, 2020b; Van der Put et al., 2020, SCP, 2013), dat een laag onderwijsniveau een risicofactor kan zijn voor jeugdhulpgebruik, al is niet in elk van die onderzoeken dezelfde afbakening van laag onderwijsniveau gebruikt.
Er kunnen op gemeenteniveau verschillende factoren een rol spelen bij de relatief kleine samenhang tussen de maatschappelijke indicatoren met het jeugdhulpgebruik. Bij de samenhang met meldingen van kindermishandeling kan bijvoorbeeld een rol spelen dat niet alle gevallen van kindermishandeling worden gemeld. Daarnaast is het hulpaanbod bij kindermishandeling meer dan alleen jeugdhulp. Hulp inzetten kent verschillende fases en verschillende vormen. Niet alle kinderen en gezinnen die te maken hebben (gehad) met kindermishandeling of seksueel geweld hebben professionele hulp nodig (Hospers, Van der Kamp en Van der Zijden, 2020). De matige correlatie tussen het aantal jonge geregistreerde verdachten en het jeugdhulpgebruik heeft mogelijk te maken met verschillen in de ernst van het delict of het aantal delicten waarvoor een jongere geregistreerd staat. Dat is in dit artikel echter niet verder onderzocht.
Factoren die een rol kunnen spelen bij het vinden van een samenhang tussen werkende jongeren en het jeugdhulpgebruik op gemeenteniveau zijn onder ander verschillen in de werkgelegenheid per gemeente en verschillen in de economische situatie. Daarnaast worden onder werkende jongeren alle jongeren meegeteld met inkomsten uit arbeid, ongeacht de grootte van deze inkomsten en het aantal arbeidsuren. En ook bij de samenhang tussen het onderwijsniveau en het jeugdhulpgebruik kunnen allerlei factoren een rol spelen. Zo is bijvoorbeeld niet in alle gemeenten een brede scholengemeenschap te vinden, wat de keus voor een bepaald niveau kan beperken. Ook volgen niet alle kinderen met jeugdhulp een vmbo-, havo- of vwo-opleiding. Bovendien zou het voor kunnen komen dat kinderen eerst van havo of vwo naar het vmbo zijn gegaan, alvorens ze gebruik gingen maken van jeugdhulp of dat kinderen geforceerd worden om vooral havo of vwo te volgen. Op basis van de gegevens in dit artikel kan niet worden geconcludeerd of de eerdergenoemde factoren ook daadwerkelijk een rol spelen bij de beperkte samenhang tussen de maatschappelijke indicatoren en het jeugdhulpgebruik.
5.3 Implicaties van en kanttekeningen bij het onderzoek
Wat betekenen de bovenstaande uitkomsten voor het gebruik van de maatschappelijke indicatoren in de Landelijke Jeugdmonitor? De maatschappelijke indicatoren bieden samen een globaal overzicht van de leefsituatie van de jeugd in gemeenten op verschillende thema’s. Uit de indicatoren blijkt bijvoorbeeld dat gemeenten in Noordoost Groningen in vergelijking met andere gemeenten relatief hoog scoren op de maatschappelijke indicatoren minderjarige bijstandskinderen, meldingen van kindermishandeling, derdejaars vmbo’ers en jonge geregistreerde verdachten. Daarentegen zijn er relatief weinig werkende jongeren. Voor andere regio’s is dit beeld minder eenduidig. De maatschappelijke indicatoren laten gemeenten zien op welke thema’s het relatief goed gaat, en op welke thema’s het nog beter kan.
Op basis van deze eerste verkenning lijken de maatschappelijke indicatoren geschikt om een globaal beeld van de leefsituatie van jongeren te bieden maar minder geschikt om te relateren aan het jeugdhulpgebruik in een gemeente. Dat blijkt uit de beperkte samenhang van de maatschappelijke indicatoren met het jeugdhulpgebruik op gemeenteniveau. De indicatoren minderjarige kinderen in een bijstandsgezin, meldingen van kindermishandeling en geregistreerde verdachte jongeren lieten een matige samenhang zien, en de indicatoren werkzame jongeren en derdejaars vmbo’ers een zwakke samenhang. Deze beperkte samenhang komt mede doordat naast deze indicatoren ook nog andere factoren op gemeenteniveau een rol kunnen spelen.
Het huidige onderzoek heeft een aantal beperkingen. De beschikbare data die als uitgangspunten voor de analyses hebben gediend, vormen een beperking van de keuzemogelijkheden in het aantal en type indicatoren waarvoor een correlatie berekend kan worden met het jeugdhulpgebruik in een gemeente. Het jeugdhulpgebruik is afhankelijk van een diverse set factoren. Zoals het aantal jongeren in eenoudergezinnen, het aantal jongeren in het speciaal onderwijs en het aantal kinderen per huishouden, maar ook gemeentelijk beleidsaspecten. In deze verkennende analyse ligt de focus op de – beperkte - set maatschappelijke indicatoren die zijn opgenomen in de Landelijke Jeugdmonitor en op gemeenteniveau beschikbaar zijn. Een tweede kanttekening is het feit dat de correlaties alleen bivariaat bekeken zijn en niet in samenhang met elkaar.
Een eerste suggestie voor vervolgonderzoek volgt uit de genoemde beperkingen. Vervolgstudie is nodig om na te gaan welke andere factoren nog van invloed kunnen zijn op het jeugdhulpgebruik op gemeenteniveau, zoals het aantal jongeren in eenoudergezinnen, het percentage jongeren in het speciaal onderwijs en het aantal kinderen per huishouden. Daarnaast kunnen bepaalde aspecten van het gemeentelijk beleid worden meegenomen die in het huidige onderzoek buiten beschouwing worden gelaten. In het onderzoek van SCP (2020) worden hier enkele suggesties voor gedaan zoals de inzet en samenstelling van wijkteams, de aanwezigheid van praktijkondersteuners jeugd bij huisartsen en verschillen in inkoopcontracten. Ook kan, indien mogelijk, worden gekeken naar de samenhang tussen meerdere indicatoren met het jeugdhulpgebruik aan de hand van een multivariate regressieanalyse. Dit kan op zowel gemeenteniveau als op individueel niveau.
Literatuur
StatLine
Jongeren met jeugdhulp in natura
Kinderen in bijstandsgezinnen
Deelnemers vmbo, 3e klassers
Geregistreerde verdachten
Werkende jongeren
Huishoudens naar kindertal
Jongeren in een eenoudergezin
Jongeren in speciaal onderwijs
Meldingen kindermishandeling
Meldingen kindermishandeling naar aard van de mishandeling
Referenties
CBS (2019). Veiligheidsmonitor 2019.
CBS (2020a). Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor 2020.
CBS (2020b). Profielen voor instroom naar jeugdhulp in de gemeente Eindhoven.
CBS (2021a). Jaarrapport Landelijke Jeugdmonitor 2021.
CBS (2021b). Armoede en sociale uitsluiting 2021. Armoede en sociale uitsluiting bij kinderen.
Cohen, J. (1988). Statistical power analysis for the behavioral sciences (Second edition). Hillsdale, NJ: Lawrence Erlbaum Associates, Publishers.
Hospers, S., Van der Kamp, J & Van der Zijden, Q. (2020). Jeugdhulp bij kindermishandeling en seksueel geweld: doen we de juiste dingen? Onderzoek naar de mogelijkheden van datacollectie over hulp bij kindermishandeling en seksueel geweld. Rapportage in het kader van ZonMw Veilig Opgroeien.
NJI (2019). Het groeiend jeugdzorggebruik. Duiding en aanpak.
Overheid.nl. (z.d.). Jeugdwet. Geraadpleegd op 29 november 2021 via Jeugdwet.
Put van der, C., Assink, M., Schmitz, D., Kuyvenhoven, J., Jager de, A., Stams, G.J. en Dam van, L. (2020). Vroegsignalering van het risico op intensieve jeugdhulp voor preventieve doeleinden. Kind en adolescent, 41, 351-368.
SCP (2013). Groeit de jeugdzorg door? Het beroep op de voorzieningen: realisatie 2001-2011 en raming 2011-2017.
SCP (2020). Jeugdhulp in de wijk. Jeugdhulp in de wijk | Publicatie | Sociaal en Cultureel Planbureau (scp.nl)
Significant (2017). Sturing op specialistische jeugdhulp. Exploratief onderzoek naar het zorglandschap specialistische jeugdhulp.
Trimbos-instituut. (z.d.) NIX18. Geraadpleegd op 29 november 2021 via NIX 18 voor profs | Veelgestelde vragen