Kernprognose 2021-2070: Bevolkingsgroei trekt weer aan
Over deze publicatie
Volgens de nieuwe Kernprognose van het CBS groeit de Nederlandse bevolking tot 20,6 miljoen inwoners in 2070. Internationale migratie speelt een belangrijke rol bij de toekomstige bevolkingsgroei. De verwachte bevolkingsomvang in 2070 is 176 duizend groter dan volgens de prognose uit 2020. Dit komt met name door aangepaste veronderstellingen voor geboorte en emigratie.
1. Inleiding
Voor de demografische prognoses werkt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) met een driejaarlijkse publicatiecyclus. Eens in de drie jaar wordt een Bevolkingsprognose gepubliceerd, een nieuwe prognose voor de bevolking naar leeftijd, geslacht en migratieachtergrond. In de andere twee jaren wordt een Kernprognose gepubliceerd. In dit artikel wordt de Kernprognose 2021-2070 besproken. Dit is een update van de Bevolkingsprognose 2020–2070 (Stoeldraijer, De Regt, Van Duin, Huisman en Te Riele, 2020), zonder het onderscheid naar migratieachtergrond.
Tegelijk met deze Kernprognose wordt de Huishoudensprognose 2021–2070 gepubliceerd (Stoeldraijer, Te Riele, Van Duin en Van der Reijden), een prognose van de toekomstige huishoudenssamenstelling van de bevolking. De Huishoudensprognose komt elke drie jaar uit, in het jaar na de Bevolkingsprognose. In de zomer na de Kern- en Huishoudensprognose zullen het CBS en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de driejaarlijkse PBL/CBS Regionale bevolkings- en huishoudensprognose publiceren. De PBL/CBS Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2022–2050 verschijnt in de zomer van 2022.
De demografische prognose van het CBS beschrijft de verwachte ontwikkeling van de Nederlandse bevolking in de toekomst. Deze wordt berekend met het cohort-componentmodel. Dit is een simulatiemodel waarbij de bevolking aan het eind van het jaar wordt bepaald door geboorte, sterfte, migratie en veroudering te verrekenen met de bevolking aan het begin van het jaar. Door dit van jaar op jaar te doen, kan steeds verder vooruit worden gekeken. Input voor het model zijn kansen die bepalen hoeveel vrouwen gedurende het jaar een kind krijgen, hoeveel mensen zullen emigreren en hoeveel mensen zullen sterven. Daarnaast dienen immigratieaantallen als input.
Om over input voor het model te kunnen beschikken, moeten veronderstellingen worden geformuleerd over het toekomstige kindertal, de levensduur, en de omvang en richting van de internationale migratiestromen. Deze veronderstellingen worden gemaakt op basis van ontwikkelingen in het (recente) verleden. Analyseren van demografische ontwikkelingen is daarom een belangrijk onderdeel van het maken van een prognose.
De Kernprognose 2021–2070 betreft een update van de Bevolkingsprognose 2020–2070. Anders dan bij de Bevolkingsprognose, wordt de bevolking in de Kernprognose niet naar migratieachtergrond onderscheiden. Bij het opstellen van de Kernprognose wordt gekeken naar de recente ontwikkelingen op het gebied van geboorte, sterfte en migratie en naar de aansluiting van de recente prognose(s) op de waarnemingen. Op basis van de bevindingen worden vervolgens de veronderstellingen uit de meest recente prognose bijgesteld of, wanneer daartoe aanleiding is, opnieuw opgesteld.
De prognose beschrijft de meest waarschijnlijke ontwikkeling van de bevolking. Deze verwachting kent ook onzekerheden. Daarom worden prognose-intervallen berekend, een marge (onder- of bovengrens) rond de prognose die een indruk geeft van de verwachte nauwkeurigheid van die prognose.
Voor de Kernprognose 2021–2070 zijn de veronderstellingen van de Bevolkingsprognose 2020–2070 op basis van recente ontwikkelingen geactualiseerd. Deze actualisering wordt in dit artikel beschreven. In paragraaf 2 worden recente ontwikkelingen besproken en vergeleken met de uitkomsten van de Bevolkingsprognose uit 2020. Paragraaf 3 beschrijft de bijgestelde veronderstellingen en resultaten voor geboorte, sterfte en migratie. In paragraaf 4 volgt een beschrijving van de toekomstige ontwikkeling van de bevolking.
2. Recente ontwikkeling en vergelijking met Bevolkingsprognose 2020-2070
2.1 Recente bevolkingsontwikkeling
In de periode 2013–2016 verdubbelde de bevolkingsgroei van 49 duizend tot 103 duizend. De toename was het gevolg van oplopende immigratie: in 2016 immigreerden 231 duizend mensen, terwijl dat er 165 duizend waren in 2013. De asielmigratie leverde hieraan een belangrijke bijdrage, maar ook de immigratie uit andere Europese landen en van mensen met een Nederlandse achtergrond nam toe. De bevolkingsgroei tussen 2013 en 2016 bleef beperkt doordat de emigratie en het aantal overledenen ook toenamen.
Na 2016 daalde het aantal asielmigranten dat naar Nederland komt, maar de immigratie bleef toenemen. De totale immigratie steeg tot 269 duizend in 2019. Het aantal emigranten en het aantal overledenen namen geleidelijk toe, terwijl het aantal levend geboren kinderen iets afnam. In 2019 groeide de bevolking met 125 duizend inwoners.
Als gevolg van de coronapandemie nam de immigratie in 2020 af tot 221 duizend. De emigratie daalde naar 152 duizend. Het aantal overledenen nam toe tot 169 duizend en er werden 169 duizend kinderen geboren.
In 2021 neemt de immigratie weer toe, op basis van de voorlopige cijfers tot en met oktober 2021. De emigratie is verder gedaald, het aantal geboorten is toegenomen en het aantal overledenen bleef nagenoeg gelijk.
Levend geboren kinderen (x 1 000) | Overledenen (x 1 000) | Immigratie (x 1 000) | Emigratie incl. saldo administratieve correcties (x 1 000) | Bevolkingsgroei (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|---|
2000 | 206,6 | 140,5 | 132,9 | 79,0 | 123,1 |
2001 | 202,6 | 140,4 | 133,4 | 82,6 | 118,2 |
2002 | 202,1 | 142,4 | 121,3 | 96,9 | 87,3 |
2003 | 200,3 | 141,9 | 104,5 | 104,8 | 65,5 |
2004 | 194,0 | 136,6 | 94,0 | 110,2 | 47,5 |
2005 | 187,9 | 136,4 | 92,3 | 119,7 | 28,7 |
2006 | 185,1 | 135,4 | 101,2 | 132,5 | 23,8 |
2007 | 181,3 | 133,0 | 116,8 | 122,6 | 47,4 |
2008 | 184,6 | 135,1 | 143,5 | 117,8 | 80,4 |
2009 | 184,9 | 134,2 | 146,4 | 111,9 | 89,2 |
2010 | 184,4 | 136,1 | 154,4 | 121,4 | 80,8 |
2011 | 180,1 | 135,7 | 163,0 | 133,2 | 74,5 |
2012 | 176,0 | 140,8 | 158,4 | 144,5 | 49,2 |
2013 | 171,3 | 141,2 | 164,8 | 145,7 | 49,7 |
2014 | 175,2 | 139,2 | 182,9 | 147,9 | 71,4 |
2015 | 170,5 | 147,1 | 204,6 | 149,5 | 78,4 |
2016 | 172,5 | 149,0 | 230,7 | 151,5 | 102,4 |
2017 | 169,8 | 150,2 | 235,0 | 154,3 | 99,6 |
2018 | 168,5 | 153,4 | 243,7 | 157,4 | 101,1 |
2019 | 169,7 | 151,9 | 269,1 | 161,0 | 125,4 |
2020 | 168,7 | 168,7 | 220,9 | 152,5 | 67,8 |
2021* | 179,8 | 168,1 | 245,2 | 138,7 | 118,2 |
* Voorlopig cijfer. |
2.2 Vergelijking voorgaande prognoses met realisatie
De ramingen die voor de migratie, geboorte en sterfte over 2020 in de Bevolkingsprognose 2020–2070 werden gebruikt, kwamen redelijk overeen met de realisaties. Het aantal immigranten is met 10 duizend (5 procent) onderschat, het aantal emigranten met duizend (minder dan 1 procent). De raming voor het aantal overledenen lag 5 duizend (3 procent) te laag, de raming voor het aantal geboorten was gelijk aan het werkelijke aantal. De bevolkingsgroei in 2020 is al met al met 5 duizend (8 procent) onderschat.
Op basis van de voorlopige cijfers tot en met oktober zal het aantal immigranten 2 duizend (1 procent) hoger uitkomen dan de Bevolkingsprognose 2020–2070 verwachtte. De prognose van het aantal emigranten lag 35 duizend (20 procent) hoger dan de huidige raming, het aantal levend geboren kinderen was 19 duizend (11 procent) lager, het aantal overledenen was 10 duizend (7 procent) lager. De bevolkingsgroei in 2021 was daardoor 44 duizend (60 procent) hoger dan de groei die in de Bevolkingsprognose werd verwacht.
Levend geboren kinderen | Overledenen | Immigratie | Emigratie incl. saldo administratieve correcties | Bevolkingsgroei | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Waarneming/raming | 2020 | 169 | 169 | 221 | 152 | 68 |
Waarneming/raming | 20211) | 180 | 168 | 245 | 139 | 118 |
Bevolkingsprognose | 2020 | 168 | 164 | 211 | 152 | 63 |
Bevolkingsprognose | 2021 | 161 | 158 | 244 | 173 | 74 |
Verschil | 2020 | 0 | -5 | -10 | -1 | -5 |
Verschil | 2021 | -19 | -10 | -2 | 35 | -44 |
1) Raming op basis van voorlopige cijfers van januari tot en met oktober 2021. |
3. Bijgestelde veronderstellingen en resultaten voor geboorte, sterfte en migratie
De veronderstellingen voor geboorte, sterfte en migratie zijn op basis van de recente ontwikkelingen geactualiseerd. De toename van het aantal geboorten in 2021 gaf aanleiding om de veronderstellingen uit de Bevolkingsprognose 2020–2070 voor de eerste paar jaar te verhogen. Het model voor de sterfteprognose is opnieuw geschat, waarbij recente cijfers voor sterfte zijn gebruikt. De veronderstellingen voor de internationale migratie zijn ook aangepast voor de eerste paar jaar naar aanleiding van de veranderingen van de in- en uitstroom in 2020 en 2021.
3.1 Geboorte
Na de scherpe geboortedaling in de jaren 1970 schommelde het aantal kinderen dat jaarlijks geboren wordt lang tussen de 180 duizend en 200 duizend. Sinds 2010 is het aantal geboorten gedaald naar rond de 170 duizend per jaar.
Vanaf de jaren 1970 begonnen vrouwen later aan kinderen en kregen zij gemiddeld minder kinderen dan de generaties voor hen. Vrouwen die zijn geboren in 1945 kregen gemiddeld nog 2 kinderen en waren gemiddeld 24,5 jaar als ze moeder werden. Vrouwen die zijn geboren in 1970 kregen gemiddeld nog maar 1,76 kinderen, met de eerste op 29-jarige leeftijd. De generaties daarna stelden het krijgen van kinderen niet meer verder uit en kregen een vergelijkbaar aantal kinderen. Schommelingen in het aantal kinderen dat jaarlijks werd geboren hingen vanaf midden jaren 1990 voornamelijk af van het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. Na 2010 daalde het aantal geboorten echter meer dan op basis daarvan verwacht kon worden.
Dat kan afgeleid worden uit het totale vruchtbaarheidscijfer (TFR), een cijfer dat corrigeert voor het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd. De TFR wordt berekend door het aantal kinderen dat in een jaar bij vrouwen van een bepaalde leeftijd wordt geboren te delen door het aantal vrouwen van die leeftijd in de bevolking. Op deze manier komen leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers tot stand, die vervolgens bij elkaar worden opgeteld. De som van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers kan worden beschouwd als het gemiddeld kindertal dat vrouwen zouden hebben als de vruchtbaarheidscijfers van dat jaar van hun vijftiende tot hun vijftigste zouden gelden. De TFR daalde van 1,80 in 2010 tot 1,54 in 2020. Er werden dus minder kinderen per vrouw geboren.
De TFR wordt sterk beïnvloed door de timing van de geboorten, het moment waarop vrouwen hun kinderen krijgen. In perioden waarin het krijgen van kinderen wordt uitgesteld ligt de TFR tijdelijk lager. Wanneer vrouwen op latere leeftijd alsnog kinderen krijgen, ligt de TFR tijdelijk hoger. De daling sinds 2010 wijst op verder uitstel. In eerste instantie werd de verklaring daarvoor gezocht in de neergaande economische conjunctuur in de jaren na 2008. Eerdere schommelingen in de TFR leken ook met conjuncturele schommelingen samen te hangen (De Beer, 2012). De TFR daalde echter verder na 2013, toen de Nederlandse economie er steeds beter voor kwam te staan (De Beer en Latten, 2018). Verondersteld werd dat er meer structurele veranderingen aan de daling van de TFR ten grondslag lagen.
Het aantal geboorten daalde vooral bij twintigers en jonge dertigers. Deze groep deed er ook in andere opzichten langer over om gesetteld te raken. Twintigers gingen later uit huis en later samenwonen, volgden langer onderwijs en hadden minder snel een vaste baan en een koopwoning (CBS, 13 mei 2019). Jonge generaties hadden in toenemende mate te maken met onzekerheid. De flexibilisering van de arbeidsmarkt leidde bijvoorbeeld tot meer inkomens- en baanonzekerheid, terwijl een stabiel en voldoende hoog inkomen een belangrijke voorwaarde zijn om aan kinderen te beginnen (Loozen en Kloosterman, 2019). Betaalbare woningen voor starters waren schaars en hypotheken waren moeilijker te krijgen (SER, 2019). De stap naar het ouderschap werd daardoor mogelijk verder opgeschoven.
Het aantal kinderen dat bij oudere dertigers en veertigers werd geboren bleef echter wel op peil en nam zelfs licht toe. Om die reden werd er vanuit gegaan dat vrouwen weliswaar later aan kinderen begonnen, maar dat zij deze kinderen op latere leeftijd alsnog zouden krijgen. In eerdere prognoses werd daarom weer een toename van het aantal geboorten verwacht. Tot 2021 bleef die toename echter uit en daarom zijn de veronderstellingen voor de lange termijn in de Kernprognose 2019–2060 naar beneden bijgesteld. Verondersteld werd dat vrouwen die vanaf 1995 zijn geboren uiteindelijk op een kindertal van gemiddeld 1,7 uit zouden komen in plaats van de eerder veronderstelde 1,75.
Voor 2021 is echter een duidelijke verandering te zien. Op basis van de voorlopige cijfers komt de raming voor dat jaar uit op 180 duizend levend geboren kinderen. De TFR stijgt ook en wordt geraamd op 1,63. Vooral dertigers kregen meer kinderen. Dit lijkt er daarom op te wijzen dat de verwachte inhaalslag is begonnen, mogelijk ingegeven door omstandigheden die samenhangen met de coronapandemie (zie ook de volgende paragraaf). Dat kan ook de reden zijn dat er niet alleen meer eerste kinderen werden geboren, maar ook meer tweede en derde kinderen. Onder jonge twintigers nam het aantal geboorten wel verder af. De redenen die vóór de coronapandemie voor uitstel zorgden, gelden voor hen nog steeds.
1935 | 1945 | 1955 | 1965 | 1975 | 1985 | 1995 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
15 | 0,00027 | 0,00054 | 0,00080 | 0,00044 | 0,00041 | 0,00053 | 0,00025 |
16 | 0,00139 | 0,00290 | 0,00424 | 0,00196 | 0,00182 | 0,00216 | 0,00108 |
17 | 0,00620 | 0,01172 | 0,01535 | 0,00611 | 0,00553 | 0,00614 | 0,00311 |
18 | 0,02035 | 0,03475 | 0,03555 | 0,01393 | 0,01337 | 0,01376 | 0,00708 |
19 | 0,04776 | 0,07659 | 0,06554 | 0,02788 | 0,02648 | 0,02615 | 0,01408 |
20 | 0,09332 | 0,14085 | 0,10547 | 0,04982 | 0,04420 | 0,04436 | 0,02482 |
21 | 0,15989 | 0,23589 | 0,16358 | 0,08211 | 0,06776 | 0,06785 | 0,04037 |
22 | 0,25474 | 0,36659 | 0,24101 | 0,12629 | 0,09951 | 0,09970 | 0,06114 |
23 | 0,38589 | 0,53321 | 0,34012 | 0,18458 | 0,14083 | 0,14317 | 0,08912 |
24 | 0,55559 | 0,73016 | 0,45804 | 0,25474 | 0,19356 | 0,19756 | 0,12561 |
25 | 0,75047 | 0,92800 | 0,59533 | 0,34280 | 0,26283 | 0,26867 | 0,17320 |
26 | 0,97020 | 1,11810 | 0,74113 | 0,44586 | 0,34663 | 0,35392 | 0,23673 |
27 | 1,19486 | 1,29068 | 0,88304 | 0,55848 | 0,44897 | 0,45542 | |
28 | 1,41222 | 1,43411 | 1,01667 | 0,68171 | 0,56726 | 0,56932 | |
29 | 1,61404 | 1,55170 | 1,14664 | 0,81521 | 0,69831 | 0,70009 | |
30 | 1,79213 | 1,64860 | 1,26976 | 0,95125 | 0,83811 | 0,83620 | |
31 | 1,94308 | 1,72758 | 1,38322 | 1,08577 | 0,98359 | 0,97841 | |
32 | 2,06992 | 1,78957 | 1,48351 | 1,21444 | 1,12180 | 1,11422 | |
33 | 2,17552 | 1,83918 | 1,56796 | 1,33510 | 1,25546 | 1,24051 | |
34 | 2,26595 | 1,87746 | 1,63929 | 1,43944 | 1,37383 | 1,35289 | |
35 | 2,34117 | 1,90912 | 1,70056 | 1,53158 | 1,47854 | 1,45146 | |
36 | 2,39431 | 1,93283 | 1,74894 | 1,60433 | 1,56239 | 1,54296 | |
37 | 2,43103 | 1,95096 | 1,78565 | 1,65985 | 1,62734 | ||
38 | 2,45530 | 1,96446 | 1,81351 | 1,70191 | 1,67493 | ||
39 | 2,47081 | 1,97464 | 1,83341 | 1,73200 | 1,71191 | ||
40 | 2,48114 | 1,98189 | 1,84723 | 1,75299 | 1,73835 | ||
41 | 2,48801 | 1,98706 | 1,85572 | 1,76664 | 1,75643 | ||
42 | 2,49242 | 1,99052 | 1,86123 | 1,77495 | 1,76780 | ||
43 | 2,49502 | 1,99291 | 1,86417 | 1,77942 | 1,77464 | ||
44 | 2,49659 | 1,99437 | 1,86575 | 1,78220 | 1,77828 | ||
45 | 2,49741 | 1,99526 | 1,86673 | 1,78338 | 1,78010 | ||
46 | 2,49797 | 1,99589 | 1,86724 | 1,78407 | 1,78116 | ||
47 | 2,49840 | 1,99617 | 1,86729 | 1,78438 | |||
48 | 2,49868 | 1,99639 | 1,86738 | 1,78454 | |||
49 | 2,49881 | 1,99646 | 1,86746 | 1,78494 | |||
50 | 2,49886 | 1,99651 | 1,86746 | 1,78494 |
Model en veronderstellingen voor geboorten
Bij het opstellen van de Bevolkingsprognose 2020–2070 was nog niet duidelijk wat het effect van de coronapandemie zou zijn op het aantal kinderen dat geboren wordt. De pandemie begon in maart 2020 en pas vanaf eind 2020 zijn de eerste gevolgen zichtbaar geworden. Verwacht werd dat tijdelijk meer kinderen geboren zouden worden. Vooral ten tijde van de strenge lockdown tijdens de eerste golf brachten mensen veel tijd thuis door. Het openbare leven kwam stil te liggen. Ook de verwachting dat in de toekomst meer thuisgewerkt zou worden kon voor stellen aanleiding zijn om aan kinderen te beginnen, ook omdat een verhuizing naar een woning verder van het werk maar geschikter voor kinderen tot de mogelijkheden behoorde.
Uit een studie van Luppi, Arpino en Rosina (2020) in Duitsland, Spanje, Italië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk bleek echter dat een groot deel van de respondenten tot 35 jaar die begin 2020 plannen hadden voor gezinsuitbreiding deze plannen aan het begin van de coronapandemie voor kortere of langere tijd wilden uitstellen. Mogelijk was het voor stellen geen goed moment voor een zwangerschap vanwege onzekerheid over de economische gevolgen van de coronapandemie. De economie kromp en het was onduidelijk wat de gevolgen van de pandemie waren voor de werkgelegenheid. Ook waren er zorgen over de druk op de gezondheidszorg en de toegankelijkheid ervan, wat het besmettingsgevaar was bij ziekenhuisbezoek, en er was onduidelijkheid over de gevolgen van het virus voor een zwangerschap. Om die reden werd in de Bevolkingsprognose 2020–2070 verondersteld dat de coronapandemie op de korte termijn zou leiden tot een verdere daling van het jaarlijkse aantal geboorten.
In de meeste Europese landen gebeurde dit ook. Het aantal geboorten in Spanje was in januari 2021 bijvoorbeeld 20 procent lager dan het jaar ervoor, in Frankijk 14 procent lager. Vanaf februari herstelde in veel landen het geboortecijfer weer. Anders dan verwacht daalde in Nederland het aantal geboorten in januari niet. Vanaf februari werden elke maand meer kinderen geboren dan in voorgaande jaren. Mogelijk speelde daarbij een rol dat de economische gevolgen voor veel mensen meevielen, terwijl de focus op het huiselijke groot bleef. Veel mensen werkten (een deel van de tijd) thuis, het uitgaansleven bleef beperkt en er waren minder mogelijkheden om te reizen. In 2020 gingen meer mensen dan in voorgaande jaren samenwonen, mogelijk mede doordat er tijdelijk, door lagere migratie en stabiele woningbouw, minder woningkrapte was en er meer woonruimte beschikbaar kwam (Stoeldraijer, Van Duin en Te Riele, 2021). Dit alles kan ertoe hebben bijgedragen dat de al langer verwachte opleving van het kindertal in Nederland er in 2021 kwam.
De Bevolkingsprognose 2020–2070 veronderstelde een directe daling van de TFR in 2021 en 2022. Verwacht werd dat dit uitstel in latere jaren grotendeels weer zou worden ingehaald. Voor generaties die de dertig al gepasseerd waren, werd daarnaast verondersteld dat het extra uitstel ertoe zou leiden dat zij uiteindelijk minder kinderen zouden krijgen. Aangezien dit veronderstelde extra uitstel is uitgebleven, worden deze effecten er in de Kernprognose 2021–2070 weer uitgehaald.
Net als in de Kernprognose 2019–2060 wordt nu verondersteld dat het kindertal vanaf generatie 1995 op 1,70 uitkomt. Het gevolg daarvan is dat de TFR (periodecijfer) in 2022 daalt naar 1,59. Daarna stijgt de TFR naar 1,70 in 2034. De veronderstellingen ten aanzien van de gemiddelde leeftijd bij de geboorte van een (eerste) kind zijn gelijk gebleven aan die van de Bevolkingsprognose 2020–2070. Voor de lange termijn wordt een verdere leeftijdsstijging bij de geboorte van het eerste kind verondersteld naar 30,6 jaar vanaf 2035.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1980 | 1,6 | ||||
1981 | 1,56 | ||||
1982 | 1,5 | ||||
1983 | 1,47 | ||||
1984 | 1,49 | ||||
1985 | 1,51 | ||||
1986 | 1,55 | ||||
1987 | 1,56 | ||||
1988 | 1,55 | ||||
1989 | 1,55 | ||||
1990 | 1,62 | ||||
1991 | 1,61 | ||||
1992 | 1,59 | ||||
1993 | 1,57 | ||||
1994 | 1,57 | ||||
1995 | 1,53 | ||||
1996 | 1,53 | ||||
1997 | 1,56 | ||||
1998 | 1,63 | ||||
1999 | 1,65 | ||||
2000 | 1,72 | ||||
2001 | 1,71 | ||||
2002 | 1,73 | ||||
2003 | 1,75 | ||||
2004 | 1,73 | ||||
2005 | 1,71 | ||||
2006 | 1,72 | ||||
2007 | 1,72 | ||||
2008 | 1,77 | ||||
2009 | 1,79 | ||||
2010 | 1,8 | ||||
2011 | 1,76 | ||||
2012 | 1,72 | ||||
2013 | 1,68 | ||||
2014 | 1,71 | ||||
2015 | 1,66 | ||||
2016 | 1,66 | ||||
2017 | 1,62 | ||||
2018 | 1,59 | ||||
2019 | 1,57 | ||||
2020 | 1,54 | 1,54 | |||
2021 | 1,63 | 1,46 | 1,63 | 1,55 – 1,7 | 1,59 – 1,66 |
2022 | 1,49 | 1,59 | 1,48 – 1,7 | 1,54 – 1,64 | |
2023 | 1,53 | 1,61 | 1,48 – 1,74 | 1,54 – 1,67 | |
2024 | 1,58 | 1,62 | 1,47 – 1,77 | 1,55 – 1,69 | |
2025 | 1,61 | 1,63 | 1,46 – 1,8 | 1,55 – 1,71 | |
2026 | 1,62 | 1,65 | 1,46 – 1,83 | 1,56 – 1,74 | |
2027 | 1,64 | 1,65 | 1,45 – 1,85 | 1,55 – 1,75 | |
2028 | 1,67 | 1,66 | 1,45 – 1,87 | 1,56 – 1,77 | |
2029 | 1,68 | 1,67 | 1,44 – 1,9 | 1,56 – 1,78 | |
2030 | 1,69 | 1,68 | 1,44 – 1,92 | 1,56 – 1,8 | |
2031 | 1,7 | 1,68 | 1,43 – 1,93 | 1,56 – 1,81 | |
2032 | 1,7 | 1,69 | 1,43 – 1,95 | 1,56 – 1,82 | |
2033 | 1,7 | 1,69 | 1,42 – 1,97 | 1,56 – 1,83 | |
2034 | 1,7 | 1,7 | 1,42 – 1,98 | 1,56 – 1,84 | |
2035 | 1,7 | 1,7 | 1,41 – 1,99 | 1,56 – 1,85 | |
2036 | 1,7 | 1,7 | 1,4 – 2,0 | 1,55 – 1,85 | |
2037 | 1,7 | 1,7 | 1,39 – 2,01 | 1,55 – 1,85 | |
2038 | 1,7 | 1,7 | 1,38 – 2,02 | 1,54 – 1,86 | |
2039 | 1,7 | 1,7 | 1,37 – 2,03 | 1,54 – 1,86 | |
2040 | 1,7 | 1,7 | 1,36 – 2,04 | 1,53 – 1,87 | |
2041 | 1,7 | 1,7 | 1,35 – 2,05 | 1,53 – 1,87 | |
2042 | 1,7 | 1,7 | 1,35 – 2,05 | 1,52 – 1,87 | |
2043 | 1,7 | 1,7 | 1,34 – 2,06 | 1,52 – 1,88 | |
2044 | 1,7 | 1,7 | 1,33 – 2,07 | 1,52 – 1,88 | |
2045 | 1,7 | 1,7 | 1,32 – 2,08 | 1,51 – 1,89 | |
2046 | 1,7 | 1,7 | 1,32 – 2,08 | 1,51 – 1,89 | |
2047 | 1,7 | 1,7 | 1,31 – 2,09 | 1,51 – 1,89 | |
2048 | 1,7 | 1,7 | 1,3 – 2,1 | 1,5 – 1,9 | |
2049 | 1,7 | 1,7 | 1,29 – 2,11 | 1,5 – 1,9 | |
2050 | 1,7 | 1,7 | 1,29 – 2,11 | 1,5 – 1,9 | |
2051 | 1,7 | 1,7 | 1,28 – 2,12 | 1,49 – 1,91 | |
2052 | 1,7 | 1,7 | 1,27 – 2,13 | 1,49 – 1,91 | |
2053 | 1,7 | 1,7 | 1,27 – 2,13 | 1,49 – 1,91 | |
2054 | 1,7 | 1,7 | 1,26 – 2,14 | 1,48 – 1,92 | |
2055 | 1,7 | 1,7 | 1,25 – 2,15 | 1,48 – 1,92 | |
2056 | 1,7 | 1,7 | 1,25 – 2,15 | 1,48 – 1,92 | |
2057 | 1,7 | 1,7 | 1,24 – 2,16 | 1,47 – 1,93 | |
2058 | 1,7 | 1,7 | 1,23 – 2,17 | 1,47 – 1,93 | |
2059 | 1,7 | 1,7 | 1,23 – 2,17 | 1,47 – 1,93 | |
2060 | 1,7 | 1,7 | 1,22 – 2,18 | 1,46 – 1,94 | |
2061 | 1,7 | 1,7 | 1,22 – 2,18 | 1,46 – 1,94 | |
2062 | 1,7 | 1,7 | 1,21 – 2,19 | 1,46 – 1,94 | |
2063 | 1,7 | 1,7 | 1,2 – 2,19 | 1,45 – 1,94 | |
2064 | 1,7 | 1,7 | 1,2 – 2,2 | 1,45 – 1,95 | |
2065 | 1,7 | 1,7 | 1,19 – 2,21 | 1,45 – 1,95 | |
2066 | 1,7 | 1,7 | 1,19 – 2,21 | 1,45 – 1,95 | |
2067 | 1,7 | 1,7 | 1,18 – 2,22 | 1,44 – 1,96 | |
2068 | 1,7 | 1,7 | 1,18 – 2,22 | 1,44 – 1,96 | |
2069 | 1,7 | 1,7 | 1,17 – 2,23 | 1,44 – 1,96 | |
2070 | 1,7 | 1,7 | 1,17 – 2,23 | 1,44 – 1,96 |
Toekomstige ontwikkeling van geboorten
Onder deze veronderstellingen neemt het aantal geboorten na een kleine daling in 2022 weer toe, van 180 duizend in 2021 naar 234 duizend rond 2033. Daarna wordt een daling verwacht tot 190 duizend eind jaren 2040. De kleinere generaties van de afgelopen jaren komen dan in de leeftijd waarop ze kinderen krijgen.
Ten opzichte van de Bevolkingsprognose 2020–2070 worden 19 duizend kinderen meer geboren in 2021. Ook in de jaren daarna is het aantal geboorten in de Kernprognose 2021–2070 hoger. Vanaf 2028 is het verschil minder dan 2 duizend.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1980 | 181,294 | ||||
1981 | 178,569 | ||||
1982 | 172,071 | ||||
1983 | 170,246 | ||||
1984 | 174,436 | ||||
1985 | 178,136 | ||||
1986 | 184,513 | ||||
1987 | 186,667 | ||||
1988 | 186,647 | ||||
1989 | 188,979 | ||||
1990 | 197,965 | ||||
1991 | 198,665 | ||||
1992 | 196,734 | ||||
1993 | 195,748 | ||||
1994 | 195,611 | ||||
1995 | 190,513 | ||||
1996 | 189,521 | ||||
1997 | 192,443 | ||||
1998 | 199,408 | ||||
1999 | 200,445 | ||||
2000 | 206,619 | ||||
2001 | 202,603 | ||||
2002 | 202,083 | ||||
2003 | 200,297 | ||||
2004 | 194,007 | ||||
2005 | 187,91 | ||||
2006 | 185,057 | ||||
2007 | 181,336 | ||||
2008 | 184,634 | ||||
2009 | 184,915 | ||||
2010 | 184,397 | ||||
2011 | 180,06 | ||||
2012 | 175,959 | ||||
2013 | 171,341 | ||||
2014 | 175,181 | ||||
2015 | 170,51 | ||||
2016 | 172,52 | ||||
2017 | 169,836 | ||||
2018 | 168,525 | ||||
2019 | 169,68 | ||||
2020 | 168,681 | 168,344 | |||
2021 | 179,839 | 161,326 | 179,839 | 171,073 – 187,895 | 175,813 – 183,898 |
2022 | 165,72 | 178,47 | 166,75 – 189,984 | 172,7 – 184,083 | |
2023 | 172,714 | 183,115 | 168,797 – 197,992 | 175,85 – 190,287 | |
2024 | 180,476 | 186,985 | 170,357 – 204,844 | 178,381 – 195,703 | |
2025 | 185,277 | 190,019 | 171,109 – 210,376 | 180,148 – 200,017 | |
2026 | 188,153 | 193,831 | 172,539 – 216,442 | 182,655 – 205,098 | |
2027 | 192,498 | 195,697 | 171,87 – 221,098 | 183,169 – 208,065 | |
2028 | 196,108 | 198,156 | 172,104 – 226,204 | 184,147 – 211,677 | |
2029 | 198,905 | 200,211 | 172,127 – 231,116 | 184,901 – 214,695 | |
2030 | 200,583 | 201,679 | 171,574 – 234,844 | 185,462 – 217,206 | |
2031 | 202,006 | 202,799 | 170,446 – 238,42 | 186,047 – 219,399 | |
2032 | 201,845 | 203,319 | 168,79 – 240,903 | 185,598 – 221,013 | |
2033 | 201,695 | 203,687 | 167,453 – 243,64 | 184,778 – 221,978 | |
2034 | 201,448 | 203,494 | 165,551 – 244,353 | 183,41 – 222,331 | |
2035 | 201,013 | 202,847 | 163,351 – 245,056 | 182,134 – 221,906 | |
2036 | 200,277 | 201,731 | 160,684 – 244,966 | 180,702 – 221,41 | |
2037 | 199,182 | 200,179 | 157,882 – 245,098 | 178,719 – 220,178 | |
2038 | 197,986 | 198,699 | 156,009 – 245,48 | 176,92 – 219,091 | |
2039 | 196,735 | 197,425 | 153,874 – 245,195 | 174,931 – 218,03 | |
2040 | 195,463 | 196,114 | 151,681 – 244,795 | 173,048 – 217,234 | |
2041 | 194,191 | 194,821 | 149,789 – 244,094 | 171,168 – 216,605 | |
2042 | 192,987 | 193,622 | 148,291 – 243,546 | 169,577 – 216,153 | |
2043 | 191,913 | 192,575 | 147,091 – 244,247 | 168,162 – 215,447 | |
2044 | 190,967 | 191,696 | 144,873 – 243,965 | 166,684 – 215,258 | |
2045 | 190,129 | 190,94 | 143,667 – 244,025 | 165,313 – 214,969 | |
2046 | 189,388 | 190,34 | 142,439 – 244,467 | 164,109 – 214,985 | |
2047 | 188,763 | 189,925 | 141,487 – 245,909 | 163,19 – 214,906 | |
2048 | 188,318 | 189,738 | 140,494 – 247,163 | 162,766 – 215,398 | |
2049 | 188,126 | 189,811 | 139,68 – 247,494 | 162,194 – 216,338 | |
2050 | 188,228 | 190,156 | 138,922 – 247,686 | 161,818 – 217,446 | |
2051 | 188,625 | 190,79 | 138,229 – 249,462 | 161,386 – 218,015 | |
2052 | 189,315 | 191,718 | 137,552 – 252,061 | 161,648 – 218,982 | |
2053 | 190,316 | 192,944 | 136,759 – 255,991 | 161,968 – 220,497 | |
2054 | 191,639 | 194,439 | 136,642 – 259,701 | 162,719 – 223,012 | |
2055 | 193,241 | 196,165 | 136,954 – 264,504 | 163,508 – 225,798 | |
2056 | 195,067 | 198,052 | 137,947 – 269,069 | 164,682 – 228,682 | |
2057 | 197,052 | 200,033 | 137,643 – 273,148 | 165,782 – 231,939 | |
2058 | 199,151 | 202,034 | 137,348 – 276,431 | 166,642 – 235,163 | |
2059 | 201,305 | 203,981 | 136,575 – 279,666 | 167,106 – 238,565 | |
2060 | 203,384 | 205,799 | 136,809 – 283,265 | 167,386 – 241,752 | |
2061 | 205,256 | 207,424 | 136,987 – 288,385 | 167,355 – 244,596 | |
2062 | 206,86 | 208,816 | 137,707 – 293,017 | 167,812 – 246,901 | |
2063 | 208,171 | 209,949 | 137,454 – 298,384 | 168,074 – 249,222 | |
2064 | 209,194 | 210,814 | 137,044 – 302,066 | 168,605 – 251,403 | |
2065 | 209,927 | 211,411 | 135,989 – 304,983 | 168,429 – 253,12 | |
2066 | 210,379 | 211,753 | 135,263 – 307,764 | 167,859 – 254,116 | |
2067 | 210,578 | 211,866 | 133,851 – 310,073 | 166,763 – 254,827 | |
2068 | 210,563 | 211,784 | 132,227 – 313,176 | 165,863 – 255,199 | |
2069 | 210,377 | 211,544 | 130,778 – 315,553 | 164,974 – 255,635 | |
2070 | 210,064 | 211,187 | 129,888 – 316,592 | 164,511 – 255,454 |
3.2 Sterfte
In 2019 overleden 152 duizend Nederlanders. Dit is het dubbele van het aantal overledenen in 1950. Door het toenemend aantal ouderen neemt het aantal overledenen jaarlijks toe, met zo nu en dan fluctuaties van jaar op jaar. Ook voor de toekomst is de verwachting dat het aantal overledenen blijft toenemen. In 2020 steeg het aantal overledenen naar 169 duizend, een gevolg van de coronapandemie. In de eerste en laatste maanden van 2021 lag de sterfte gemiddeld ook hoger dan verwacht wanneer er geen coronapandemie was geweest (CBS, 3 september 2021).
Het aantal mensen dat overlijdt wordt beïnvloed door de veranderende bevolkingsopbouw en het feit dat mensen steeds ouder worden. Om de ontwikkelingen in de sterfte te volgen wordt in plaats van naar de absolute aantallen overledenen gekeken naar de levensverwachting (Stoeldraijer en Harmsen, 2017). Deze periode-levensverwachting of virtuele levensduur geeft aan hoe oud een pasgeborene gemiddeld zal worden als vanaf dat moment de vooruitgang op het gebied van gezondheid en medische kennis zou stilvallen.
De levensverwachting vertoont op de lange termijn een stijgende trend (Stoeldraijer, 2020a). In 1980 gold voor mannen een levensverwachting van 72,5 jaar en voor vrouwen van 79,2 jaar. In 2019 was dit gestegen tot 80,5 jaar voor mannen en 83,6 jaar voor vrouwen. Wel is sprake van schommelingen in de levensverwachting. Incidentele ontwikkelingen zoals griepgolven of extreme zomers of winters kunnen tot fluctuaties in het cijfer leiden. Zo was de toename van de levensverwachting in 2018 zeer beperkt vanwege de hoge sterfte tijdens de lange griepepidemie aan het begin van het jaar. Ook voor de lange termijn zijn schommelingen waarneembaar door veranderingen in onder meer leefstijl, gezondheidszorg en economie. Voor de toekomst wordt vooral gekeken naar de ontwikkelingen over een lange periode.
De levensverwachting van Nederlandse mannen lag in 2018 met 80,2 jaar 0,4 jaar boven het gemiddelde in Denemarken, Duitsland, Engeland en Wales, Finland, Frankrijk, Italië, Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland. De levensverwachting van Nederlandse vrouwen, die tot 1992 hoger was dan het gemiddelde van andere West-Europese vrouwen, lag in 2018 met 83,3 jaar 1,0 jaar onder het gemiddelde in West-Europa. Ondanks de verschillen waren de trends in de sterfte van West-Europese landen in de afgelopen vijftig jaar redelijk vergelijkbaar. Het rookgedrag in het verleden heeft een belangrijke rol gespeeld bij de verklaring van de verschillen in trends tussen West-Europese landen (Janssen, 2019). De trend in de levensverwachting voor alle West-Europese landen is stabieler dan de trend voor Nederland. Om die reden is eerstgenoemde een goede aanvulling om de toekomstige trend van de levensverwachting voor Nederland te bepalen.
Het rookgedrag verklaarde ook de verschillende ontwikkeling van de levensverwachting van mannen en vrouwen. Tot het midden van de jaren 1980 nam het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen toe, daarna nam het verschil af, als gevolg van verschillend rookgedrag van mannen en vrouwen. Doordat rookgedrag vertraagd doorwerkt op de sterfte zijn ook voor de toekomst nog afwijkende trends in de levensverwachting te verwachten voor mannen en vrouwen.
West-Europa* (mannen) (jaren) | West-Europa* (vrouwen) (jaren) | Nederland (mannen) (jaren) | Nederland (vrouwen) (jaren) | |
---|---|---|---|---|
1970 | 68,57 | 74,78 | 70,81 | 76,5 |
1971 | 68,69 | 74,98 | 70,99 | 76,77 |
1972 | 68,89 | 75,26 | 70,81 | 76,79 |
1973 | 69,03 | 75,40 | 71,3 | 77,13 |
1974 | 69,35 | 75,78 | 71,61 | 77,61 |
1975 | 69,40 | 75,89 | 71,45 | 77,71 |
1976 | 69,63 | 76,18 | 71,53 | 77,92 |
1977 | 70,10 | 76,76 | 72,08 | 78,52 |
1978 | 70,14 | 76,86 | 71,95 | 78,5 |
1979 | 70,42 | 77,15 | 72,46 | 78,93 |
1980 | 70,64 | 77,37 | 72,48 | 79,18 |
1981 | 70,93 | 77,60 | 72,71 | 79,32 |
1982 | 71,27 | 77,91 | 72,73 | 79,41 |
1983 | 71,33 | 77,97 | 72,93 | 79,56 |
1984 | 71,78 | 78,45 | 72,96 | 79,68 |
1985 | 71,84 | 78,47 | 73,08 | 79,66 |
1986 | 72,11 | 78,70 | 73,09 | 79,61 |
1987 | 72,46 | 79,11 | 73,51 | 80,06 |
1988 | 72,61 | 79,23 | 73,68 | 80,24 |
1989 | 72,79 | 79,42 | 73,66 | 79,92 |
1990 | 72,87 | 79,57 | 73,84 | 80,11 |
1991 | 73,03 | 79,76 | 74,05 | 80,15 |
1992 | 73,41 | 80,12 | 74,3 | 80,28 |
1993 | 73,52 | 80,11 | 73,98 | 80 |
1994 | 73,90 | 80,48 | 74,58 | 80,31 |
1995 | 74,04 | 80,61 | 74,6 | 80,36 |
1996 | 74,35 | 80,80 | 74,66 | 80,35 |
1997 | 74,77 | 81,06 | 75,16 | 80,55 |
1998 | 74,96 | 81,20 | 75,19 | 80,69 |
1999 | 75,19 | 81,33 | 75,34 | 80,45 |
2000 | 75,59 | 81,67 | 75,54 | 80,58 |
2001 | 75,91 | 81,92 | 75,8 | 80,71 |
2002 | 76,11 | 81,99 | 75,99 | 80,69 |
2003 | 76,24 | 81,97 | 76,24 | 80,93 |
2004 | 76,89 | 82,63 | 76,87 | 81,44 |
2005 | 77,07 | 82,70 | 77,19 | 81,6 |
2006 | 77,48 | 83,06 | 77,63 | 81,89 |
2007 | 77,67 | 83,16 | 78,01 | 82,31 |
2008 | 77,89 | 83,19 | 78,32 | 82,28 |
2009 | 78,12 | 83,38 | 78,53 | 82,65 |
2010 | 78,44 | 83,62 | 78,77 | 82,72 |
2011 | 78,77 | 83,85 | 79,18 | 82,85 |
2012 | 78,89 | 83,82 | 79,14 | 82,82 |
2013 | 79,11 | 83,98 | 79,41 | 83,04 |
2014 | 79,47 | 84,29 | 79,87 | 83,29 |
2015 | 79,25 | 84,00 | 79,73 | 83,13 |
2016 | 79,57 | 84,31 | 79,88 | 83,13 |
2017 | 79,62 | 84,27 | 80,06 | 83,32 |
2018 | 79,73 | 84,36 | 80,16 | 83,33 |
2019 | 80,46 | 83,56 | ||
2020 | 79,67 | 83,08 | ||
* Denemarken, Duitsland, Engeland en Wales, Finland, Frankrijk, Italië, Noorwegen, Spanje, Zweden en Zwitserland |
In februari 2020 kreeg Nederland te maken met het coronavirus SARS-CoV-2. Een maand later waren de gevolgen al te zien in de sterfte. Het wekelijks aantal overledenen liep op van ruim 3 duizend begin maart naar ruim 5 duizend begin april. Een aantal weken nadat de eerste coronamaatregelen waren ingevoerd daalde het aantal overledenen. Begin oktober 2020 begon de sterfte opnieuw toe te nemen. Die toename viel samen met de opkomende tweede golf van de coronapandemie. De sterfte over heel 2020 lag naar schatting 10 procent hoger dan wanneer er geen coronapandemie was geweest (CBS, 29 januari 2021). De levensverwachting daalde naar 81,4 jaar, 0,7 jaar lager dan in 2019. Ook in 2021 is de sterfte hoger dan verwacht als er geen coronapandemie was geweest. De levensverwachting voor 2021 zal daarom ook nog lager zijn.
Model en veronderstellingen voor de sterfte
Bij het opstellen van de Kernprognose 2021–2070 is er nog veel onzeker over het verdere verloop van de coronapandemie. Er zijn verschillende schattingen van de dodelijkheid van (de varianten van) het virus, met en zonder vaccin (Hauser, Counotte, Margossian, Konstantidoudis, Low, Althaus et al. 2020; Meyerowitz-Katz en Merone, 2020). Bovendien bestaat nog veel onduidelijkheid over de rol van risicofactoren en comorbiditeit in relatie tot sterfte aan COVID-19. Begin 2021 is in Nederland het vaccinatieprogramma voor corona gestart. Vaccins zijn bewezen effectief (RIVM, 2021), maar er is verschil tussen de merken en vaccinatie sluit sterfte niet geheel uit. Ook is nog onbekend hoe lang het vaccin bescherming zal geven. Bovendien is een deel van de bevolking niet gevaccineerd. Behandelmethoden en medicijnen zijn overigens wel verbeterd sinds het begin van de pandemie. Ook zijn de gezondheidseffecten van het virus op de lange termijn nog niet te overzien. Daarnaast is nog veel onbekend over effecten op de sterfte die niet direct door het virus worden veroorzaakt, zoals uitgestelde behandelingen en doktersbezoeken, en de economische situatie. Hoewel het voorstelbaar is dat deze indirecte gevolgen een effect zouden kunnen hebben op de levensverwachting in de (nabije) toekomst, is het nog te vroeg om deze mogelijkheden te kwantificeren.
Uit eerder onderzoek blijkt dat het waarschijnlijk is dat de stijgende lijn in de levensverwachting op de langere termijn niet nadelig beïnvloed zal worden (Stoeldraijer, 2020b; Koninklijk Actuarieel Genootschap, 5 juli 2021). Na eerdere perioden met hoge sterfte, zoals bij de Spaanse griep en de Tweede Wereldoorlog, was de levensverwachting weer snel terug op het oude niveau. Vervolgens zette de trend van vóór de periode met hoge sterfte door. Die aanname, dat de levensverwachting weer naar het oude niveau terugkeert, is gemaakt in de Bevolkingsprognose 2020–2070 en zal ook in de Kernprognose 2021–2070 worden aangehouden.
Het CBS gebruikt voor de prognose van de sterftekansen een extrapolatiemodel: er wordt van uitgegaan dat de toekomstige trends een voortzetting zijn van de trends uit het verleden (Stoeldraijer, Van Duin en Janssen, 2013). In het model wordt niet alleen uitgegaan van de trends in Nederland, maar ook van de meer stabiele trends in andere West-Europese landen. Tijdelijke versnellingen en vertragingen die voorkomen in de Nederlandse trends hebben zo een minder groot effect op de toekomstverwachtingen. Het model houdt ook rekening met het effect van rookgedrag op de sterfte, wat voor Nederland met name belangrijk is om de verschillen tussen mannen en vrouwen in sterftetrends goed te beschrijven.
Voor de Kernprognose 2021–2070 zijn geen extra waarnemingen voor de totale sterfte en longkankersterfte in Nederland meegenomen bij het schatten van de sterftetrend. De toekomstige sterftetrend is opnieuw geschat op de periode 1970–2019, net als in de Bevolkingsprognose 2020-2070. De West-Europese sterftedata zijn aangevuld met gegevens van 2018. De modeluitkomsten van de sterftekansen voor Nederland worden, net als in de Bevolkingsprognose 2020–2070, geëxtrapoleerd vanaf het gemiddelde niveau in 2018 en 2019. Vanwege de hogere sterfte door COVID-19 in 2020 en in 2021 worden de sterftecijfers van 2020 en 2021 niet gebruikt in het model om de langetermijntrend te bepalen.
Op de korte termijn is het waarschijnlijk dat de coronapandemie tot meer sterfte leidt, maar in mindere mate dan in de afgelopen 1,5 jaar. Voor 2022 is de levensverwachting daarom ook aangepast. Vanwege de overeenkomst tussen het leeftijdspatroon van de COVID-19-sterfte en alle andere doodsoorzaken (Bauer, Brugger, König en Posch, 2021) zijn de sterftekansen uit het extrapolatiemodel voor mannen en vrouwen over alle leeftijden met dezelfde factor verhoogd (1,022 voor mannen en 1,016 voor vrouwen). De levensverwachting in 2022 is daarmee 0,21 jaar lager voor mannen en 0,14 jaar lager voor vrouwen dan volgens het extrapolatiemodel. Op basis van de raming was het verschil in 2021 0,86 jaar voor mannen en 0,72 jaar voor vrouwen. Vanaf 2023 zijn de sterftekansen weer gelijk aan de sterftekansen uit het geëxtrapoleerde model.
Toekomstige ontwikkeling van de sterfte
Volgens de Kernprognose 2021–2070 stijgt de levensverwachting in 2070 verder naar 87,6 jaar voor mannen en 91,0 jaar voor vrouwen. Dat is ruim 7 jaar meer dan in 2019 (80,5 jaar voor mannen, 83,6 jaar voor vrouwen). De levensverwachting in 2021 wordt geschat op 79,9 jaar voor mannen en 83,2 jaar voor vrouwen.
Voor zowel mannen als vrouwen was de levensverwachting voor 2020 iets te hoog geraamd in de Bevolkingsprognose 2020–2070. De langetermijnontwikkeling in deze Kernprognose is nagenoeg gelijk aan de langetermijnontwikkeling in de Bevolkingsprognose.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1980 | 72,48 | ||||
1981 | 72,71 | ||||
1982 | 72,73 | ||||
1983 | 72,93 | ||||
1984 | 72,96 | ||||
1985 | 73,08 | ||||
1986 | 73,09 | ||||
1987 | 73,51 | ||||
1988 | 73,68 | ||||
1989 | 73,66 | ||||
1990 | 73,84 | ||||
1991 | 74,05 | ||||
1992 | 74,3 | ||||
1993 | 73,98 | ||||
1994 | 74,58 | ||||
1995 | 74,6 | ||||
1996 | 74,66 | ||||
1997 | 75,16 | ||||
1998 | 75,19 | ||||
1999 | 75,34 | ||||
2000 | 75,54 | ||||
2001 | 75,8 | ||||
2002 | 75,99 | ||||
2003 | 76,24 | ||||
2004 | 76,87 | ||||
2005 | 77,19 | ||||
2006 | 77,63 | ||||
2007 | 78,01 | ||||
2008 | 78,32 | ||||
2009 | 78,53 | ||||
2010 | 78,77 | ||||
2011 | 79,18 | ||||
2012 | 79,14 | ||||
2013 | 79,41 | ||||
2014 | 79,87 | ||||
2015 | 79,73 | ||||
2016 | 79,88 | ||||
2017 | 80,06 | ||||
2018 | 80,16 | ||||
2019 | 80,46 | ||||
2020 | 79,66 | 80,05 | |||
2021 | 79,89 | 80,58 | 79,89 | 79,12 – 80,66 | 79,51 – 80,27 |
2022 | 80,83 | 80,68 | 79,59 – 81,77 | 80,14 – 81,22 | |
2023 | 81,04 | 81,04 | 79,7 – 82,37 | 80,38 – 81,7 | |
2024 | 81,19 | 81,2 | 79,66 – 82,74 | 80,44 – 81,96 | |
2025 | 81,36 | 81,36 | 79,64 – 83,09 | 80,51 – 82,22 | |
2026 | 81,53 | 81,53 | 79,65 – 83,42 | 80,6 – 82,47 | |
2027 | 81,69 | 81,7 | 79,66 – 83,74 | 80,69 – 82,71 | |
2028 | 81,85 | 81,86 | 79,68 – 84,04 | 80,78 – 82,94 | |
2029 | 82,01 | 82,02 | 79,71 – 84,33 | 80,88 – 83,17 | |
2030 | 82,16 | 82,18 | 79,74 – 84,61 | 80,97 – 83,38 | |
2031 | 82,32 | 82,33 | 79,78 – 84,89 | 81,07 – 83,6 | |
2032 | 82,47 | 82,48 | 79,82 – 85,15 | 81,16 – 83,8 | |
2033 | 82,62 | 82,64 | 79,86 – 85,41 | 81,26 – 84,01 | |
2034 | 82,77 | 82,79 | 79,91 – 85,67 | 81,36 – 84,21 | |
2035 | 82,92 | 82,94 | 79,96 – 85,92 | 81,46 – 84,42 | |
2036 | 83,07 | 83,09 | 80,01 – 86,17 | 81,57 – 84,61 | |
2037 | 83,22 | 83,24 | 80,06 – 86,41 | 81,67 – 84,81 | |
2038 | 83,36 | 83,39 | 80,12 – 86,65 | 81,77 – 85,0 | |
2039 | 83,51 | 83,53 | 80,18 – 86,89 | 81,87 – 85,2 | |
2040 | 83,65 | 83,68 | 80,24 – 87,12 | 81,98 – 85,38 | |
2041 | 83,79 | 83,82 | 80,29 – 87,35 | 82,08 – 85,57 | |
2042 | 83,94 | 83,97 | 80,35 – 87,58 | 82,18 – 85,76 | |
2043 | 84,08 | 84,11 | 80,42 – 87,8 | 82,28 – 85,94 | |
2044 | 84,22 | 84,25 | 80,48 – 88,02 | 82,38 – 86,12 | |
2045 | 84,36 | 84,39 | 80,54 – 88,24 | 82,49 – 86,3 | |
2046 | 84,49 | 84,53 | 80,6 – 88,46 | 82,59 – 86,47 | |
2047 | 84,63 | 84,67 | 80,67 – 88,67 | 82,69 – 86,65 | |
2048 | 84,77 | 84,8 | 80,73 – 88,88 | 82,79 – 86,82 | |
2049 | 84,9 | 84,94 | 80,79 – 89,09 | 82,89 – 86,99 | |
2050 | 85,04 | 85,08 | 80,86 – 89,29 | 82,99 – 87,16 | |
2051 | 85,17 | 85,21 | 80,92 – 89,5 | 83,09 – 87,33 | |
2052 | 85,3 | 85,34 | 80,99 – 89,7 | 83,19 – 87,5 | |
2053 | 85,43 | 85,47 | 81,05 – 89,9 | 83,28 – 87,66 | |
2054 | 85,56 | 85,6 | 81,11 – 90,09 | 83,38 – 87,83 | |
2055 | 85,69 | 85,73 | 81,18 – 90,29 | 83,48 – 87,99 | |
2056 | 85,82 | 85,86 | 81,24 – 90,48 | 83,58 – 88,15 | |
2057 | 85,94 | 85,99 | 81,3 – 90,67 | 83,67 – 88,31 | |
2058 | 86,07 | 86,12 | 81,37 – 90,86 | 83,77 – 88,47 | |
2059 | 86,19 | 86,24 | 81,43 – 91,05 | 83,86 – 88,62 | |
2060 | 86,32 | 86,37 | 81,5 – 91,24 | 83,96 – 88,78 | |
2061 | 86,44 | 86,49 | 81,56 – 91,42 | 84,05 – 88,93 | |
2062 | 86,56 | 86,61 | 81,62 – 91,6 | 84,14 – 89,08 | |
2063 | 86,68 | 86,73 | 81,68 – 91,78 | 84,23 – 89,23 | |
2064 | 86,8 | 86,85 | 81,75 – 91,96 | 84,33 – 89,38 | |
2065 | 86,92 | 86,97 | 81,81 – 92,14 | 84,42 – 89,53 | |
2066 | 87,04 | 87,09 | 81,87 – 92,32 | 84,51 – 89,68 | |
2067 | 87,16 | 87,21 | 81,93 – 92,49 | 84,6 – 89,82 | |
2068 | 87,27 | 87,33 | 81,99 – 92,66 | 84,69 – 89,97 | |
2069 | 87,39 | 87,44 | 82,05 – 92,83 | 84,77 – 90,11 | |
2070 | 87,5 | 87,56 | 82,11 – 93,0 | 84,86 – 90,25 |
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1980 | 79,18 | ||||
1981 | 79,32 | ||||
1982 | 79,41 | ||||
1983 | 79,56 | ||||
1984 | 79,68 | ||||
1985 | 79,66 | ||||
1986 | 79,61 | ||||
1987 | 80,06 | ||||
1988 | 80,24 | ||||
1989 | 79,92 | ||||
1990 | 80,11 | ||||
1991 | 80,15 | ||||
1992 | 80,28 | ||||
1993 | 80,0 | ||||
1994 | 80,31 | ||||
1995 | 80,36 | ||||
1996 | 80,35 | ||||
1997 | 80,55 | ||||
1998 | 80,69 | ||||
1999 | 80,45 | ||||
2000 | 80,58 | ||||
2001 | 80,71 | ||||
2002 | 80,69 | ||||
2003 | 80,93 | ||||
2004 | 81,44 | ||||
2005 | 81,6 | ||||
2006 | 81,89 | ||||
2007 | 82,31 | ||||
2008 | 82,28 | ||||
2009 | 82,65 | ||||
2010 | 82,72 | ||||
2011 | 82,85 | ||||
2012 | 82,82 | ||||
2013 | 83,04 | ||||
2014 | 83,29 | ||||
2015 | 83,13 | ||||
2016 | 83,13 | ||||
2017 | 83,32 | ||||
2018 | 83,33 | ||||
2019 | 83,57 | ||||
2020 | 83,07 | 83,27 | |||
2021 | 83,19 | 83,78 | 83,19 | 82,42 – 83,96 | 82,81 – 83,57 |
2022 | 84,06 | 83,95 | 82,86 – 85,03 | 83,41 – 84,48 | |
2023 | 84,28 | 84,26 | 82,93 – 85,6 | 83,6 – 84,92 | |
2024 | 84,45 | 84,43 | 82,89 – 85,97 | 83,66 – 85,19 | |
2025 | 84,61 | 84,58 | 82,86 – 86,31 | 83,73 – 85,44 | |
2026 | 84,77 | 84,74 | 82,85 – 86,63 | 83,81 – 85,68 | |
2027 | 84,93 | 84,9 | 82,86 – 86,94 | 83,89 – 85,91 | |
2028 | 85,09 | 85,06 | 82,88 – 87,24 | 83,98 – 86,14 | |
2029 | 85,26 | 85,23 | 82,92 – 87,54 | 84,08 – 86,37 | |
2030 | 85,42 | 85,39 | 82,96 – 87,83 | 84,19 – 86,6 | |
2031 | 85,59 | 85,56 | 83,01 – 88,12 | 84,3 – 86,83 | |
2032 | 85,77 | 85,73 | 83,06 – 88,4 | 84,41 – 87,05 | |
2033 | 85,94 | 85,9 | 83,12 – 88,68 | 84,53 – 87,27 | |
2034 | 86,11 | 86,07 | 83,19 – 88,95 | 84,64 – 87,49 | |
2035 | 86,28 | 86,24 | 83,25 – 89,22 | 84,76 – 87,71 | |
2036 | 86,44 | 86,4 | 83,32 – 89,48 | 84,88 – 87,93 | |
2037 | 86,61 | 86,57 | 83,39 – 89,74 | 84,99 – 88,14 | |
2038 | 86,77 | 86,73 | 83,46 – 90,0 | 85,11 – 88,35 | |
2039 | 86,93 | 86,89 | 83,53 – 90,24 | 85,23 – 88,55 | |
2040 | 87,09 | 87,04 | 83,6 – 90,49 | 85,34 – 88,75 | |
2041 | 87,25 | 87,2 | 83,67 – 90,73 | 85,45 – 88,95 | |
2042 | 87,4 | 87,35 | 83,74 – 90,96 | 85,56 – 89,14 | |
2043 | 87,55 | 87,5 | 83,81 – 91,2 | 85,68 – 89,33 | |
2044 | 87,7 | 87,65 | 83,88 – 91,43 | 85,79 – 89,52 | |
2045 | 87,85 | 87,8 | 83,95 – 91,65 | 85,9 – 89,71 | |
2046 | 88,0 | 87,95 | 84,02 – 91,87 | 86,0 – 89,89 | |
2047 | 88,14 | 88,09 | 84,09 – 92,09 | 86,11 – 90,07 | |
2048 | 88,29 | 88,23 | 84,16 – 92,31 | 86,22 – 90,25 | |
2049 | 88,43 | 88,38 | 84,23 – 92,52 | 86,32 – 90,43 | |
2050 | 88,57 | 88,52 | 84,3 – 92,73 | 86,43 – 90,6 | |
2051 | 88,71 | 88,65 | 84,36 – 92,94 | 86,53 – 90,78 | |
2052 | 88,85 | 88,79 | 84,43 – 93,15 | 86,63 – 90,95 | |
2053 | 88,98 | 88,92 | 84,5 – 93,35 | 86,73 – 91,11 | |
2054 | 89,12 | 89,06 | 84,57 – 93,55 | 86,83 – 91,28 | |
2055 | 89,25 | 89,19 | 84,63 – 93,74 | 86,93 – 91,44 | |
2056 | 89,38 | 89,32 | 84,7 – 93,94 | 87,03 – 91,61 | |
2057 | 89,51 | 89,45 | 84,76 – 94,13 | 87,13 – 91,77 | |
2058 | 89,64 | 89,57 | 84,83 – 94,32 | 87,22 – 91,92 | |
2059 | 89,76 | 89,7 | 84,89 – 94,51 | 87,32 – 92,08 | |
2060 | 89,89 | 89,82 | 84,95 – 94,7 | 87,41 – 92,24 | |
2061 | 90,01 | 89,95 | 85,02 – 94,88 | 87,51 – 92,39 | |
2062 | 90,13 | 90,07 | 85,08 – 95,06 | 87,6 – 92,54 | |
2063 | 90,25 | 90,19 | 85,14 – 95,24 | 87,69 – 92,69 | |
2064 | 90,37 | 90,31 | 85,2 – 95,42 | 87,78 – 92,84 | |
2065 | 90,49 | 90,43 | 85,26 – 95,59 | 87,87 – 92,98 | |
2066 | 90,61 | 90,54 | 85,32 – 95,76 | 87,96 – 93,13 | |
2067 | 90,72 | 90,66 | 85,38 – 95,94 | 88,04 – 93,27 | |
2068 | 90,83 | 90,77 | 85,43 – 96,1 | 88,13 – 93,41 | |
2069 | 90,95 | 90,88 | 85,49 – 96,27 | 88,21 – 93,55 | |
2070 | 91,06 | 90,99 | 85,54 – 96,44 | 88,3 – 93,69 |
Het aantal overledenen neemt vanaf 2023 geleidelijk toe, tot een maximum van 210 duizend rond 2055.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1980 | 114,279 | ||||
1981 | 115,515 | ||||
1982 | 117,264 | ||||
1983 | 117,761 | ||||
1984 | 119,812 | ||||
1985 | 122,704 | ||||
1986 | 125,307 | ||||
1987 | 122,199 | ||||
1988 | 124,163 | ||||
1989 | 128,905 | ||||
1990 | 128,824 | ||||
1991 | 129,958 | ||||
1992 | 129,821 | ||||
1993 | 137,795 | ||||
1994 | 133,471 | ||||
1995 | 135,675 | ||||
1996 | 137,561 | ||||
1997 | 135,783 | ||||
1998 | 137,482 | ||||
1999 | 140,487 | ||||
2000 | 140,527 | ||||
2001 | 140,377 | ||||
2002 | 142,355 | ||||
2003 | 141,936 | ||||
2004 | 136,553 | ||||
2005 | 136,402 | ||||
2006 | 135,372 | ||||
2007 | 133,022 | ||||
2008 | 135,136 | ||||
2009 | 134,235 | ||||
2010 | 136,058 | ||||
2011 | 135,741 | ||||
2012 | 140,813 | ||||
2013 | 141,245 | ||||
2014 | 139,223 | ||||
2015 | 147,134 | ||||
2016 | 148,997 | ||||
2017 | 150,214 | ||||
2018 | 153,363 | ||||
2019 | 151,885 | ||||
2020 | 168,678 | 164,087 | |||
2021 | 168,099 | 157,79 | 168,099 | 155,101 – 182,016 | 161,641 – 175,032 |
2022 | 157,505 | 158,446 | 141,908 – 177,072 | 150,238 – 167,315 | |
2023 | 158,529 | 157,455 | 137,829 – 180,004 | 147,935 – 168,229 | |
2024 | 160,702 | 159,725 | 137,424 – 186,054 | 149,039 – 171,681 | |
2025 | 162,908 | 162,023 | 137,84 – 191,041 | 150,23 – 175,185 | |
2026 | 165,153 | 164,364 | 139,045 – 195,634 | 151,545 – 178,369 | |
2027 | 167,465 | 166,756 | 140,194 – 198,689 | 153,131 – 181,829 | |
2028 | 169,839 | 169,206 | 141,194 – 202,334 | 155,1 – 185,178 | |
2029 | 172,278 | 171,715 | 141,997 – 206,133 | 157,187 – 188,357 | |
2030 | 174,762 | 174,267 | 143,954 – 210,766 | 159,257 – 191,618 | |
2031 | 177,28 | 176,846 | 146,133 – 214,296 | 161,135 – 194,558 | |
2032 | 179,8 | 179,424 | 148,097 – 217,597 | 162,917 – 197,61 | |
2033 | 182,296 | 181,975 | 149,332 – 220,329 | 164,802 – 200,658 | |
2034 | 184,745 | 184,472 | 150,526 – 224,145 | 166,798 – 203,925 | |
2035 | 187,123 | 186,895 | 151,743 – 228,207 | 168,69 – 206,984 | |
2036 | 189,403 | 189,217 | 153,236 – 231,644 | 170,806 – 209,566 | |
2037 | 191,565 | 191,42 | 154,745 – 235,006 | 173,125 – 212,135 | |
2038 | 193,59 | 193,483 | 156,124 – 237,329 | 174,965 – 214,508 | |
2039 | 195,455 | 195,386 | 157,502 – 239,955 | 176,773 – 217,105 | |
2040 | 197,143 | 197,11 | 158,652 – 240,855 | 177,767 – 218,954 | |
2041 | 198,666 | 198,67 | 159,936 – 242,406 | 179,021 – 220,346 | |
2042 | 200,036 | 200,076 | 161,114 – 244,76 | 179,889 – 221,407 | |
2043 | 201,259 | 201,334 | 162,221 – 246,254 | 180,84 – 222,369 | |
2044 | 202,34 | 202,451 | 163,164 – 247,972 | 181,374 – 223,15 | |
2045 | 203,364 | 203,51 | 164,323 – 248,477 | 182,09 – 224,224 | |
2046 | 204,246 | 204,429 | 164,601 – 249,541 | 182,794 – 224,993 | |
2047 | 205,084 | 205,304 | 164,957 – 250,173 | 184,065 – 226,493 | |
2048 | 205,928 | 206,184 | 165,545 – 251,361 | 185,283 – 227,206 | |
2049 | 206,773 | 207,066 | 166,842 – 252,893 | 185,944 – 228,59 | |
2050 | 207,587 | 207,918 | 167,753 – 253,962 | 186,65 – 229,404 | |
2051 | 208,336 | 208,704 | 167,559 – 254,895 | 187,457 – 230,345 | |
2052 | 208,967 | 209,371 | 167,494 – 254,863 | 188,639 – 230,857 | |
2053 | 209,452 | 209,894 | 167,868 – 254,222 | 189,485 – 231,248 | |
2054 | 209,755 | 210,234 | 168,656 – 252,954 | 189,976 – 231,128 | |
2055 | 209,846 | 210,361 | 169,387 – 253,256 | 190,202 – 230,893 | |
2056 | 209,697 | 210,247 | 170,288 – 254,215 | 190,234 – 230,534 | |
2057 | 209,289 | 209,875 | 170,855 – 254,388 | 190,038 – 230,277 | |
2058 | 208,618 | 209,24 | 171,145 – 253,007 | 189,944 – 229,826 | |
2059 | 207,681 | 208,337 | 170,941 – 252,813 | 189,273 – 229,108 | |
2060 | 206,499 | 207,188 | 169,91 – 251,85 | 188,489 – 228,908 | |
2061 | 205,077 | 205,801 | 168,392 – 250,656 | 187,053 – 227,959 | |
2062 | 203,454 | 204,211 | 166,427 – 246,906 | 185,398 – 226,986 | |
2063 | 201,671 | 202,462 | 165,042 – 244,208 | 183,32 – 224,5 | |
2064 | 199,782 | 200,607 | 163,647 – 241,907 | 181,209 – 222,089 | |
2065 | 197,863 | 198,723 | 162,46 – 239,855 | 179,451 – 219,679 | |
2066 | 195,983 | 196,879 | 160,917 – 238,35 | 177,593 – 218,062 | |
2067 | 194,192 | 195,127 | 159,754 – 237,111 | 176,418 – 216,332 | |
2068 | 192,557 | 193,532 | 158,007 – 236,449 | 174,927 – 214,613 | |
2069 | 191,116 | 192,133 | 156,883 – 237,277 | 173,557 – 213,144 | |
2070 | 189,963 | 191,022 | 155,568 – 237,235 | 172,023 – 212,224 |
3.3 Immigratie
Immigratie naar Nederland kent een grillig verloop. Uiteenlopende gebeurtenissen en ontwikkelingen hebben in het verleden een sterke impact gehad op het aantal immigranten. Voorbeelden zijn de dekolonisatie van Indonesië en Suriname, de werving van immigranten uit bijvoorbeeld Marokko en Turkije en de daaropvolgende gezinsimmigratie, het toetreden van Oost-Europese landen tot de Europese Unie en verschillende oorlogen en conflicten die zorgden voor een toename van het aantal asielimmigranten. De coronapandemie is een gebeurtenis die aan dit rijtje toegevoegd kan worden. Vanaf maart 2020 heeft de pandemie (inclusief de maatregelen) een sterke impact gehad op de immigratie naar Nederland. Vanaf ongeveer 2005 nam het aantal immigranten dat naar Nederland kwam jaarlijks toe. In 2020 was er voor het eerst sinds jaren sprake van een significante daling. In 2021 nam het aantal immigranten weer toe.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1945 | 29,074 | ||||
1946 | 107,373 | ||||
1947 | 54,426 | ||||
1948 | 46,278 | ||||
1949 | 36,319 | ||||
1950 | 70,602 | ||||
1951 | 58,016 | ||||
1952 | 33,666 | ||||
1953 | 35,449 | ||||
1954 | 42,418 | ||||
1955 | 52,069 | ||||
1956 | 51,756 | ||||
1957 | 50,143 | ||||
1958 | 67,957 | ||||
1959 | 37,185 | ||||
1960 | 45,407 | ||||
1961 | 55,082 | ||||
1962 | 66,035 | ||||
1963 | 55,127 | ||||
1964 | 67,079 | ||||
1965 | 76,572 | ||||
1966 | 81,842 | ||||
1967 | 55,784 | ||||
1968 | 64,486 | ||||
1969 | 76,359 | ||||
1970 | 90,829 | ||||
1971 | 97,054 | ||||
1972 | 83,329 | ||||
1973 | 86,691 | ||||
1974 | 95,796 | ||||
1975 | 119,264 | ||||
1976 | 82,953 | ||||
1977 | 83,899 | ||||
1978 | 89,184 | ||||
1979 | 104,553 | ||||
1980 | 112,504 | ||||
1981 | 80,183 | ||||
1982 | 70,74 | ||||
1983 | 66,762 | ||||
1984 | 66,907 | ||||
1985 | 79,362 | ||||
1986 | 87,387 | ||||
1987 | 95,935 | ||||
1988 | 91,157 | ||||
1989 | 98,914 | ||||
1990 | 117,35 | ||||
1991 | 120,249 | ||||
1992 | 116,926 | ||||
1993 | 119,154 | ||||
1994 | 99,311 | ||||
1995 | 96,099 | ||||
1996 | 108,749 | ||||
1997 | 109,86 | ||||
1998 | 122,407 | ||||
1999 | 119,151 | ||||
2000 | 132,85 | ||||
2001 | 133,404 | ||||
2002 | 121,25 | ||||
2003 | 104,514 | ||||
2004 | 94,019 | ||||
2005 | 92,297 | ||||
2006 | 101,15 | ||||
2007 | 116,819 | ||||
2008 | 143,516 | ||||
2009 | 146,378 | ||||
2010 | 154,432 | ||||
2011 | 162,962 | ||||
2012 | 158,374 | ||||
2013 | 164,772 | ||||
2014 | 182,949 | ||||
2015 | 204,615 | ||||
2016 | 230,739 | ||||
2017 | 234,957 | ||||
2018 | 243,737 | ||||
2019 | 269,064 | ||||
2020 | 220,853 | 210,629 | |||
2021 | 245,16 | 243,588 | 245,16 | 211,888 – 288,95 | 226,813 – 266,484 |
2022 | 278,977 | 280,91 | 231,803 – 339,577 | 255,753 – 309,712 | |
2023 | 288,194 | 288,563 | 229,582 – 358,476 | 258,404 – 322,903 | |
2024 | 290,245 | 289,479 | 225,05 – 365,631 | 255,966 – 326,839 | |
2025 | 294,785 | 293,378 | 224,231 – 374,786 | 257,731 – 333,474 | |
2026 | 296,415 | 294,732 | 221,689 – 379,711 | 257,387 – 337,287 | |
2027 | 297,577 | 295,894 | 219,404 – 384,184 | 257,395 – 340,349 | |
2028 | 298,952 | 297,283 | 218,36 – 387,937 | 257,068 – 345,17 | |
2029 | 297,867 | 297,032 | 216,04 – 390,727 | 254,935 – 347,159 | |
2030 | 296,781 | 296,506 | 214,892 – 395,217 | 252,685 – 349,078 | |
2031 | 296,341 | 296,341 | 214,099 – 399,134 | 251,336 – 349,808 | |
2032 | 295,627 | 295,627 | 210,717 – 401,791 | 249,313 – 350,471 | |
2033 | 294,901 | 294,901 | 206,976 – 403,551 | 247,58 – 351,834 | |
2034 | 294,116 | 294,116 | 203,409 – 405,393 | 245,098 – 352,918 | |
2035 | 294,056 | 294,056 | 201,397 – 408,667 | 244,3 – 354,507 | |
2036 | 293,943 | 293,943 | 200,75 – 408,914 | 242,745 – 355,152 | |
2037 | 293,783 | 293,783 | 199,785 – 408,526 | 242,729 – 355,495 | |
2038 | 293,616 | 293,616 | 199,914 – 408,0 | 242,705 – 354,882 | |
2039 | 293,434 | 293,434 | 198,354 – 408,235 | 242,709 – 354,033 | |
2040 | 293,245 | 293,245 | 197,088 – 410,68 | 241,702 – 353,371 | |
2041 | 293,03 | 293,03 | 195,816 – 409,49 | 239,364 – 354,483 | |
2042 | 293,021 | 293,021 | 195,405 – 410,607 | 238,498 – 355,076 | |
2043 | 293,019 | 293,019 | 194,987 – 409,463 | 237,791 – 355,626 | |
2044 | 293,026 | 293,026 | 194,586 – 410,628 | 237,588 – 355,893 | |
2045 | 293,031 | 293,031 | 193,745 – 409,409 | 235,669 – 356,984 | |
2046 | 293,043 | 293,043 | 193,18 – 410,246 | 234,998 – 358,384 | |
2047 | 293,046 | 293,046 | 192,384 – 410,024 | 235,084 – 358,447 | |
2048 | 293,071 | 293,071 | 191,707 – 409,322 | 235,887 – 358,475 | |
2049 | 293,12 | 293,12 | 190,836 – 407,808 | 234,851 – 357,972 | |
2050 | 293,201 | 293,201 | 189,886 – 406,432 | 233,728 – 357,929 | |
2051 | 293,315 | 293,315 | 190,322 – 406,972 | 233,896 – 357,185 | |
2052 | 293,393 | 293,393 | 190,639 – 406,462 | 234,398 – 356,489 | |
2053 | 293,475 | 293,475 | 191,123 – 406,885 | 234,873 – 356,63 | |
2054 | 293,59 | 293,59 | 190,251 – 406,955 | 233,817 – 356,528 | |
2055 | 293,682 | 293,682 | 190,898 – 408,41 | 233,265 – 356,983 | |
2056 | 293,78 | 293,78 | 191,835 – 409,636 | 233,103 – 357,183 | |
2057 | 293,909 | 293,909 | 192,098 – 411,393 | 233,965 – 358,11 | |
2058 | 293,996 | 293,996 | 191,689 – 412,076 | 233,238 – 359,002 | |
2059 | 294,077 | 294,077 | 189,94 – 412,526 | 232,744 – 359,016 | |
2060 | 294,215 | 294,215 | 188,854 – 411,502 | 231,483 – 360,056 | |
2061 | 294,306 | 294,306 | 187,986 – 409,433 | 231,631 – 359,658 | |
2062 | 294,422 | 294,422 | 189,532 – 408,438 | 231,547 – 359,851 | |
2063 | 294,504 | 294,504 | 191,752 – 409,511 | 231,91 – 358,916 | |
2064 | 294,584 | 294,584 | 193,175 – 410,624 | 232,834 – 359,279 | |
2065 | 294,666 | 294,666 | 194,129 – 410,814 | 233,519 – 359,206 | |
2066 | 294,757 | 294,757 | 194,871 – 410,355 | 234,579 – 359,684 | |
2067 | 294,834 | 294,834 | 195,659 – 411,411 | 234,89 – 358,427 | |
2068 | 294,897 | 294,897 | 195,811 – 414,428 | 235,179 – 357,544 | |
2069 | 294,968 | 294,968 | 195,803 – 414,956 | 235,704 – 356,827 | |
2070 | 294,968 | 294,968 | 195,89 – 415,666 | 235,996 – 356,899 |
Model en veronderstellingen voor de immigratie
In de Bevolkingsprognose 2020–2070 was de verwachting dat de immigratie in 2020 lager zou zijn vanwege de pandemie en dat in 2021 het aantal immigranten weer zou toenemen. Deze verwachting is uitgekomen. Het verschil tussen de veronderstellingen in de Bevolkingsprognose 2020–2070 en de recente waarnemingen is beperkt: de raming van het aantal immigranten voor 2020 in de Bevolkingsprognose 2020–2070 lag 10 duizend lager dan het werkelijke aantal immigranten en de veronderstelling voor 2021 lag 2 duizend lager dan de huidige raming op basis van de maandcijfers tot en met oktober 2021. De asielmigratie in 2021 lag hoger dan verwacht, de immigratie door uit het buitenland terugkerende Nederlanders lag lager dan voorzien. Bij de overige groepen waren de verschillen klein. Omdat de verschillen beperkt zijn wordt in de huidige Kernprognose voor de immigratieveronderstellingen bij de Bevolkingsprognose 2020–2070 aangesloten. De eerste paar jaar zijn de veronderstellingen iets verhoogd of verlaagd aan de hand van de beperkte verschillen in de waarnemingen met de vorige prognose.
Bij het formuleren van de immigratieveronderstellingen voor de Bevolkingsprognose 2020–2070 is gebruikgemaakt van data over immigratie naar migratieachtergrond voor dertien prognosegroepen (zie voor een volledige uitleg van de immigratieveronderstellingen De Regt, Van Duin en Stoeldraijer, 2021). De immigratie van mensen met een eerste-generatie migratieachtergrond wordt opgesplitst in asielimmigratie en niet-asielimmigratie. Het aantal toekomstige asielimmigranten voor Nederland wordt geschat op basis van waargenomen asielverzoeken in West-Europese landen en verdeeld naar de dertien prognosegroepen naar rato van asielmigranten in het verleden. Het aantal toekomstige niet-asielimmigranten wordt, per prognosegroep, via regressiemodellen geschat. In deze modellen wordt rekening gehouden met een trendmatige groei van de immigratie, de economische situatie in Nederland en specifieke factoren voor bepaalde groepen zoals toetreding tot de Europese Unie en de Brexit. De immigratie van mensen met een Nederlandse achtergrond en mensen met een tweede-generatie migratieachtergrond wordt geschat met behulp van emigratiecijfers en terugkeercijfers.
In de Bevolkingsprognose 2020–2070 werd rekening gehouden met effecten van de coronapandemie op de immigratie naar Nederland. Aangenomen werd dat de invloed van corona door de tijd heen steeds meer zou afnemen. Op hoofdlijnen is dit uitgekomen. De invloed van corona op de immigratie was in 2020 gemiddeld sterker dan in 2021 gezien de hogere immigratie in 2021. De derde golf, en de daarmee samenhangende dip in de immigratie eind 2020/begin 2021, was niet verwacht. Hier speelt onder andere de opkomst van de meer besmettelijke deltavariant van het coronavirus een rol. Ook is de coronasituatie in Nederland enige perioden slechter geweest dan in omringende landen, waardoor Nederland rood kleurde op de kaart van het Europees Centrum voor ziektepreventie en –bestrijding. Deze ontwikkelingen beperkten de mogelijkheden om naar Nederland te immigreren (denk aan reisrestricties), maar kan ook de wenselijkheid om naar Nederland te immigreren negatief beïnvloed hebben. Corona heeft ook invloed op de economische situatie in Nederland en daardoor op het aantal immigranten. Voor het opstellen van de immigratieveronderstellingen van de Bevolkingsprognose 2020–2070 is gebruikgemaakt van de Macro Economische Verkenning van september 2020 (CPB, 2020). De economische situatie in Nederland bleek echter beter dan vooraf was voorspeld, waardoor de verwachtingen over de economie naar boven zijn bijgesteld (CPB, 2021). In 2021 was zelfs sprake van krapte op de arbeidsmarkt (CBS, 17 augustus 2021). Hierdoor was de situatie voor immigranten gunstiger dan verwacht. Dus hoewel er (onvoorziene) schommelingen hebben plaatsgevonden, is de realisatie op hoofdlijnen in lijn met de verwachting.
Het aantal asielimmigranten per jaar fluctueert sterk en hangt samen met internationale conflicten. Zo nam in de jaren 1990 het aantal asielimmigranten toe door de conflicten in voormalig Joegoslavië, en in de jaren 2015–2017 zijn (relatief) veel vluchtelingen naar Nederland gekomen als gevolg van de oorlog in Syrië. Dergelijke internationale conflicten laten zich niet voorspellen en voor de prognose wordt het aantal asielimmigranten daarom constant gehouden op een jaarlijks verwacht gemiddeld niveau. In de Bevolkingsprognose 2020–2070 werd uitgegaan van gemiddeld 18 duizend asielimmigranten per jaar op de lange termijn (De Regt, Van Duin en Stoeldraijer, 2021). Dit was gebaseerd op het aantal eerste asielverzoeken in Nederland en in omliggende landen. Voor de korte termijn werd verondersteld dat na een daling in 2020 het aantal asielmigranten zou toenemen tot het gemiddelde niveau van 18 duizend vanaf 2023. Die toename blijkt uit de cijfers. In 2021 neemt het aantal eerste asielverzoeken weer toe, met name van Afghanen. De toename van het aantal eerste asielverzoeken zal leiden tot een toename van het aantal asielmigranten. Voor 2021 wordt het aantal asielmigranten geraamd op 17 duizend. Deze toename ten opzichte van 2021 is meer dan werd verwacht in de Bevolkingsprognose 2020-2070. Het gemiddelde niveau van 18 duizend wordt daarom in de Kernprognose 2021–2070 al vanaf 2022 verondersteld.
In totaal werden in de Bevolkingsprognose 2020–2070 veronderstellingen voor dertien afzonderlijke eerste-generatie herkomstgroepen opgesteld: EU-landen (opgesplitst in West-Europese landen en Midden- en Oost-Europese landen), overige Europese landen, klassieke migratielanden (Turkije, Marokko, Antillen en Indonesië en Suriname), Afrika, Azië (opgesplitst in Midden-Oosten en Oostelijke Azië) en overige landen buiten Europese (bijvoorbeeld Noord-Amerika). Daarnaast worden veronderstellingen opgesteld voor immigranten die in Nederland zijn geboren (mensen met een Nederlandse achtergrond of een tweede-generatie migratieachtergrond). Voor de meeste groepen is de realisatie in lijn met de verwachting. De grootste verschillen zijn zichtbaar voor de immigratie uit het Midden-Oosten (meer immigranten dan verwacht) en voor mensen die in Nederland zijn geboren (minder immigranten dan verwacht).
Toekomstige ontwikkeling van de immigratie
Op de korte termijn wordt, na de dip door corona, een toename van het aantal immigranten verwacht. Net als in de Bevolkingsprognose 2020–2070 worden in de Kernprognose 2021–2070 voor de lange termijn in totaal gemiddeld ruim 290 duizend immigranten per jaar verwacht.
3.4 Emigratie
De emigratie van mensen die in het buitenland geboren zijn nam toe van 78 duizend rond 2010 tot 121 duizend in 2020. De emigratie van mensen die in Nederland zijn geboren is de afgelopen jaren gedaald, van 48 duizend in 2015 naar 39 duizend in 2019. In 2020 daalde de emigratie van mensen die in Nederland geboren zijn verder naar 31 duizend.
De Bevolkingsprognose 2020–2070 veronderstelde dat de emigratie van in het buitenland geboren mensen zou toenemen tot 132 duizend in 2021. Op basis van de voorlopige cijfers tot en met oktober 2021 komt deze emigratie in 2021 uit op 104 duizend. Ook de emigratie van in Nederland geboren mensen komt lager uit dan verwacht, te weten 34 duizend tegen 41 duizend. De lagere emigratie dan verwacht houdt waarschijnlijk verband met de situatie rondom de coronapandemie. Er kwamen minder immigranten naar Nederland, waardoor er ook minder mensen weer kunnen vertrekken. Maar de immigranten die wel kwamen, vertrokken ook minder snel.
In Nederland geboren | In het buitenland geboren | |
---|---|---|
2010 | 42903 | 78448 |
2011 | 47274 | 85920 |
2012 | 46647 | 97844 |
2013 | 45771 | 99898 |
2014 | 47821 | 100041 |
2015 | 47610 | 101899 |
2016 | 46393 | 105152 |
2017 | 44495 | 109797 |
2018 | 42455 | 114911 |
2019 | 40227 | 120802 |
2020 | 31460 | 121034 |
2021* | 34253 | 104407 |
Model en veronderstellingen voor de emigratie
De toekomstige emigratie van mensen die in het buitenland zijn geboren, wordt geschat door veronderstellingen over het emigratiegedrag naar verblijfsduur te combineren met de immigratieveronderstellingen: hoeveel immigranten vertrekken weer, en na hoeveel jaar? De veronderstellingen voor het emigratiegedrag zijn gebaseerd op het waargenomen gedrag van de immigratiecohorten sinds 1999 (Stoeldraijer et al., 2020). Sinds eind jaren 1990 is het aandeel immigranten dat snel weer vertrekt gestegen, onder meer als gevolg van het toegenomen aandeel arbeids- en studiemigratie. Door de hoge asielmigratie in 2015–2017 was het aandeel hiervan weer iets gedaald: de meeste asielmigranten blijven. Het deel dat wel vertrekt doet dat vaak na een langer verblijf.
Immigranten | Emigranten | |
---|---|---|
1995 | 96099 | 82195 |
1996 | 108749 | 91945 |
1997 | 109860 | 81973 |
1998 | 122407 | 79289 |
1999 | 119151 | 78779 |
2000 | 132850 | 78977 |
2001 | 133404 | 82566 |
2002 | 121250 | 96918 |
2003 | 104514 | 104831 |
2004 | 94019 | 110235 |
2005 | 92297 | 119725 |
2006 | 101150 | 132470 |
2007 | 116819 | 122576 |
2008 | 143516 | 117779 |
2009 | 146378 | 111897 |
2010 | 154432 | 121351 |
2011 | 162962 | 133194 |
2012 | 158374 | 144491 |
2013 | 164772 | 145669 |
2014 | 182949 | 147862 |
2015 | 204615 | 149509 |
2016 | 230739 | 151545 |
2017 | 234957 | 154292 |
2018 | 243737 | 157366 |
2019 | 269064 | 161029 |
2020 | 220853 | 152494 |
2021* | 245160 | 138660 |
In de Bevolkingsprognose 2020-2070 werd het effect van de coronapandemie op de emigratie vanaf 2021 afgebouwd. Daarnaast werd verwacht dat de emigranten die door de coronapandemie niet zijn vertrokken, later alsnog zouden gaan, waardoor de emigratie na 2020 zou toenemen. Echter, het effect van de coronapandemie in 2021 lijkt langer aan te houden en/of van een inhaal lijkt nog geen sprake.
De verwachting is dat het effect van de coronapandemie op de emigratie de komende jaren gaat afnemen. Het aantal immigranten zal weer aantrekken, ook van degenen die maar kort in Nederland verblijven. Daarnaast zullen er nog steeds mensen zijn die hun emigratie later inhalen, maar bij langer uitstel zal afstel vaker voorkomen. Voor de huidige Kernprognose betekent dit dat het verschil tussen de waargenomen en de veronderstelde emigratie in de komende twee jaar wordt afgebouwd. De lagere emigratie betekent dat er op de middellange termijn iets minder immigranten naar Nederland zullen terugkeren.
Toekomstige ontwikkeling van de emigratie
Het aantal in het buitenland geboren emigranten loopt naar verwachting op van 104 duizend in 2021 (raming) naar structureel 192 duizend per jaar vanaf 2040. Voor het aantal in Nederland geboren personen wordt een stijging van 34 duizend in 2021 (raming) naar 47 duizend rond 2030 verwacht.
Het totale aantal emigranten loopt naar verwachting op tot 238 duizend in 2030 en 245 duizend op de lange termijn. Vanaf 2024 is het aantal emigranten nagenoeg gelijk aan het aantal voorzien in de Bevolkingsprognose 2020–2070.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1995 | 82,195 | ||||
1996 | 91,945 | ||||
1997 | 81,973 | ||||
1998 | 79,289 | ||||
1999 | 78,779 | ||||
2000 | 78,977 | ||||
2001 | 82,566 | ||||
2002 | 96,918 | ||||
2003 | 104,831 | ||||
2004 | 110,235 | ||||
2005 | 119,725 | ||||
2006 | 132,47 | ||||
2007 | 122,576 | ||||
2008 | 117,779 | ||||
2009 | 111,897 | ||||
2010 | 121,351 | ||||
2011 | 133,194 | ||||
2012 | 144,491 | ||||
2013 | 145,669 | ||||
2014 | 147,862 | ||||
2015 | 149,509 | ||||
2016 | 151,545 | ||||
2017 | 154,292 | ||||
2018 | 157,366 | ||||
2019 | 161,029 | ||||
2020 | 152,494 | 151,812 | |||
2021 | 138,66 | 173,301 | 138,66 | 124,884 – 155,819 | 131,384 – 146,226 |
2022 | 181,564 | 158,848 | 139,068 – 184,363 | 148,001 – 170,963 | |
2023 | 192,871 | 181,99 | 156,548 – 215,737 | 167,506 – 198,192 | |
2024 | 203,61 | 204,453 | 174,805 – 244,136 | 187,993 – 222,789 | |
2025 | 213,206 | 213,831 | 180,257 – 260,213 | 195,447 – 234,645 | |
2026 | 220,021 | 220,524 | 183,431 – 270,951 | 200,402 – 243,41 | |
2027 | 225,447 | 225,877 | 185,947 – 279,558 | 204,672 – 250,617 | |
2028 | 229,489 | 229,857 | 188,265 – 287,434 | 207,635 – 256,046 | |
2029 | 232,498 | 232,844 | 189,072 – 292,571 | 209,807 – 260,389 | |
2030 | 234,416 | 234,742 | 189,525 – 295,386 | 210,896 – 263,469 | |
2031 | 235,675 | 235,988 | 189,563 – 299,27 | 211,555 – 265,348 | |
2032 | 236,608 | 236,911 | 188,805 – 302,879 | 211,863 – 266,581 | |
2033 | 237,201 | 237,477 | 187,859 – 304,619 | 211,542 – 267,993 | |
2034 | 237,563 | 237,798 | 187,699 – 306,737 | 211,058 – 269,381 | |
2035 | 237,95 | 238,158 | 187,136 – 309,399 | 210,528 – 270,792 | |
2036 | 238,381 | 238,549 | 187,119 – 311,242 | 210,304 – 272,629 | |
2037 | 238,808 | 238,949 | 187,237 – 312,146 | 209,99 – 274,037 | |
2038 | 239,148 | 239,263 | 187,045 – 313,55 | 209,705 – 275,153 | |
2039 | 239,406 | 239,49 | 186,026 – 314,9 | 209,446 – 275,525 | |
2040 | 239,639 | 239,699 | 185,293 – 316,388 | 209,498 – 275,36 | |
2041 | 239,82 | 239,849 | 183,958 – 317,218 | 209,626 – 275,583 | |
2042 | 240,021 | 240,043 | 183,337 – 318,368 | 209,983 – 276,016 | |
2043 | 240,256 | 240,27 | 182,294 – 320,365 | 210,508 – 276,471 | |
2044 | 240,524 | 240,538 | 181,648 – 321,425 | 210,928 – 277,001 | |
2045 | 240,791 | 240,799 | 180,922 – 322,167 | 211,121 – 278,045 | |
2046 | 241,048 | 241,055 | 180,698 – 322,475 | 210,709 – 278,998 | |
2047 | 241,29 | 241,297 | 179,938 – 323,254 | 210,129 – 279,737 | |
2048 | 241,533 | 241,544 | 179,863 – 322,572 | 209,475 – 280,601 | |
2049 | 241,802 | 241,808 | 179,838 – 323,451 | 208,282 – 281,356 | |
2050 | 242,043 | 242,041 | 179,727 – 324,28 | 207,264 – 281,485 | |
2051 | 242,403 | 242,405 | 179,857 – 327,152 | 206,967 – 282,047 | |
2052 | 242,734 | 242,729 | 179,906 – 327,782 | 206,742 – 282,428 | |
2053 | 242,984 | 242,987 | 179,556 – 328,004 | 206,463 – 282,328 | |
2054 | 243,227 | 243,229 | 178,908 – 326,917 | 206,937 – 282,416 | |
2055 | 243,465 | 243,463 | 178,212 – 326,634 | 207,394 – 283,052 | |
2056 | 243,676 | 243,669 | 177,435 – 325,957 | 207,586 – 283,655 | |
2057 | 243,876 | 243,876 | 177,023 – 327,663 | 207,706 – 284,43 | |
2058 | 244,06 | 244,059 | 176,361 – 330,552 | 207,915 – 285,689 | |
2059 | 244,233 | 244,237 | 175,765 – 331,702 | 207,764 – 286,129 | |
2060 | 244,388 | 244,392 | 175,221 – 332,41 | 207,516 – 286,891 | |
2061 | 244,54 | 244,531 | 175,302 – 332,683 | 207,204 – 286,986 | |
2062 | 244,682 | 244,684 | 175,316 – 332,552 | 206,747 – 287,582 | |
2063 | 244,816 | 244,823 | 175,26 – 332,096 | 206,364 – 288,05 | |
2064 | 244,935 | 244,927 | 175,709 – 332,472 | 206,041 – 289,028 | |
2065 | 245,051 | 245,046 | 175,882 – 331,658 | 206,134 – 288,979 | |
2066 | 245,145 | 245,142 | 174,902 – 331,646 | 205,877 – 288,856 | |
2067 | 245,235 | 245,237 | 175,115 – 330,816 | 206,308 – 288,576 | |
2068 | 245,314 | 245,315 | 175,08 – 329,791 | 206,441 – 287,888 | |
2069 | 245,382 | 245,38 | 174,74 – 330,682 | 206,345 – 287,563 | |
2070 | 245,408 | 245,615 | 176,069 – 329,942 | 206,909 – 287,758 |
4. Ontwikkeling van de bevolking
4.1 Bevolkingsgroei
Het hogere aantal geboorten en het hogere aantal overledenen leiden voor 2021 tot een hogere natuurlijke aanwas (geboorte minus sterfte) dan in de Bevolkingsprognose 2020–2070 was verwacht. Ook in de volgende jaren ligt de verwachte natuurlijke aanwas iets hoger. Het omslagpunt van natuurlijke groei naar natuurlijke krimp vindt, net als in de Bevolkingsprognose 2020–2070, naar verwachting plaats in 2040.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1980 | 67,015 | ||||
1981 | 63,054 | ||||
1982 | 54,807 | ||||
1983 | 52,485 | ||||
1984 | 54,624 | ||||
1985 | 55,432 | ||||
1986 | 59,206 | ||||
1987 | 64,468 | ||||
1988 | 62,484 | ||||
1989 | 60,074 | ||||
1990 | 69,141 | ||||
1991 | 68,707 | ||||
1992 | 66,913 | ||||
1993 | 57,953 | ||||
1994 | 62,14 | ||||
1995 | 54,838 | ||||
1996 | 51,96 | ||||
1997 | 56,66 | ||||
1998 | 61,926 | ||||
1999 | 59,958 | ||||
2000 | 66,092 | ||||
2001 | 62,226 | ||||
2002 | 59,728 | ||||
2003 | 58,361 | ||||
2004 | 57,454 | ||||
2005 | 51,508 | ||||
2006 | 49,685 | ||||
2007 | 48,314 | ||||
2008 | 49,498 | ||||
2009 | 50,68 | ||||
2010 | 48,339 | ||||
2011 | 44,319 | ||||
2012 | 35,146 | ||||
2013 | 30,096 | ||||
2014 | 35,958 | ||||
2015 | 23,376 | ||||
2016 | 23,523 | ||||
2017 | 19,622 | ||||
2018 | 15,162 | ||||
2019 | 17,795 | ||||
2020 | 0,003 | 4,257 | |||
2021 | 11,74 | 3,536 | 11,74 | -5,286 – 26,852 | 3,661 – 19,674 |
2022 | 8,215 | 20,024 | -1,391 – 40,202 | 9,337 – 29,689 | |
2023 | 14,185 | 25,66 | -0,008 – 49,911 | 12,728 – 37,053 | |
2024 | 19,774 | 27,26 | -2,864 – 54,066 | 12,47 – 40,445 | |
2025 | 22,369 | 27,996 | -5,872 – 57,178 | 11,535 – 42,767 | |
2026 | 23,0 | 29,467 | -7,782 – 61,561 | 11,43 – 46,008 | |
2027 | 25,033 | 28,941 | -11,04 – 64,203 | 9,658 – 46,759 | |
2028 | 26,269 | 28,95 | -13,205 – 67,728 | 7,991 – 47,687 | |
2029 | 26,627 | 28,496 | -15,726 – 69,65 | 6,079 – 48,067 | |
2030 | 25,821 | 27,412 | -19,288 – 70,904 | 3,539 – 48,336 | |
2031 | 24,726 | 25,953 | -22,462 – 72,164 | 1,361 – 48,584 | |
2032 | 22,045 | 23,895 | -26,324 – 72,283 | -1,695 – 47,585 | |
2033 | 19,399 | 21,712 | -30,372 – 71,909 | -5,15 – 46,325 | |
2034 | 16,703 | 19,022 | -34,858 – 70,749 | -9,241 – 43,88 | |
2035 | 13,89 | 15,952 | -40,348 – 70,001 | -13,721 – 41,151 | |
2036 | 10,874 | 12,514 | -45,645 – 68,69 | -18,305 – 38,259 | |
2037 | 7,617 | 8,759 | -53,644 – 65,936 | -23,222 – 34,971 | |
2038 | 4,396 | 5,216 | -59,24 – 62,291 | -27,301 – 32,406 | |
2039 | 1,28 | 2,039 | -64,446 – 59,598 | -30,993 – 29,518 | |
2040 | -1,68 | -0,996 | -67,158 – 56,607 | -33,598 – 27,687 | |
2041 | -4,475 | -3,849 | -68,721 – 55,426 | -35,845 – 25,772 | |
2042 | -7,049 | -6,454 | -69,85 – 53,651 | -37,798 – 24,171 | |
2043 | -9,346 | -8,759 | -70,711 – 53,491 | -40,034 – 22,228 | |
2044 | -11,373 | -10,755 | -74,393 – 51,635 | -42,555 – 20,67 | |
2045 | -13,235 | -12,57 | -77,8 – 49,88 | -44,733 – 18,962 | |
2046 | -14,858 | -14,089 | -80,435 – 48,292 | -46,829 – 18,303 | |
2047 | -16,321 | -15,379 | -82,092 – 47,693 | -48,755 – 16,93 | |
2048 | -17,61 | -16,446 | -83,643 – 48,059 | -50,538 – 15,982 | |
2049 | -18,647 | -17,255 | -84,899 – 48,261 | -52,179 – 14,672 | |
2050 | -19,359 | -17,762 | -85,3 – 50,061 | -52,407 – 14,579 | |
2051 | -19,711 | -17,914 | -86,095 – 50,84 | -52,668 – 15,02 | |
2052 | -19,652 | -17,653 | -87,029 – 52,769 | -52,969 – 15,373 | |
2053 | -19,136 | -16,95 | -87,663 – 55,905 | -52,964 – 16,499 | |
2054 | -18,116 | -15,795 | -86,581 – 60,831 | -52,394 – 17,743 | |
2055 | -16,605 | -14,196 | -85,725 – 64,356 | -51,17 – 19,892 | |
2056 | -14,63 | -12,195 | -85,223 – 67,843 | -50,064 – 22,851 | |
2057 | -12,237 | -9,842 | -84,942 – 71,823 | -49,449 – 27,383 | |
2058 | -9,467 | -7,206 | -84,223 – 77,919 | -48,57 – 31,26 | |
2059 | -6,376 | -4,356 | -83,611 – 83,268 | -47,85 – 35,039 | |
2060 | -3,115 | -1,389 | -83,207 – 87,981 | -45,409 – 37,928 | |
2061 | 0,179 | 1,623 | -81,995 – 92,599 | -43,702 – 42,266 | |
2062 | 3,406 | 4,605 | -79,869 – 96,514 | -41,345 – 46,142 | |
2063 | 6,5 | 7,487 | -77,056 – 100,254 | -39,366 – 50,065 | |
2064 | 9,412 | 10,207 | -74,567 – 104,738 | -36,053 – 53,783 | |
2065 | 12,064 | 12,688 | -72,957 – 110,052 | -34,101 – 57,196 | |
2066 | 14,396 | 14,874 | -73,358 – 115,174 | -32,946 – 60,519 | |
2067 | 16,386 | 16,739 | -73,869 – 120,118 | -32,397 – 63,152 | |
2068 | 18,006 | 18,252 | -74,575 – 124,307 | -31,994 – 64,892 | |
2069 | 19,261 | 19,411 | -75,91 – 127,252 | -31,182 – 66,692 | |
2070 | 20,101 | 20,165 | -76,849 – 128,106 | -30,897 – 67,502 |
Het migratiesaldo, het aantal immigranten minus het aantal emigranten, bereikt het hoogste punt in 2022 met 122 duizend. Daarna wordt een daling voorzien. Het migratiesaldo volgens de Kernprognose 2021–2070 is tot en met 2023 hoger dan het migratiesaldo volgens de Bevolkingsprognose 2020–2070, daarna iets lager en na 2030 nagenoeg gelijk. Voor de lange termijn wordt uitgegaan van een migratiesaldo van gemiddeld 50 duizend per jaar. De verwachting is dus dat er meer immigranten naar Nederland komen dan er mensen vertrekken.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1995 | 13,904 | ||||
1996 | 16,804 | ||||
1997 | 27,887 | ||||
1998 | 43,118 | ||||
1999 | 40,372 | ||||
2000 | 53,873 | ||||
2001 | 50,838 | ||||
2002 | 24,332 | ||||
2003 | -0,317 | ||||
2004 | -16,216 | ||||
2005 | -27,428 | ||||
2006 | -31,32 | ||||
2007 | -5,757 | ||||
2008 | 25,737 | ||||
2009 | 34,481 | ||||
2010 | 33,081 | ||||
2011 | 29,768 | ||||
2012 | 13,883 | ||||
2013 | 19,103 | ||||
2014 | 35,087 | ||||
2015 | 55,106 | ||||
2016 | 79,194 | ||||
2017 | 80,665 | ||||
2018 | 86,371 | ||||
2019 | 108,035 | ||||
2020 | 68,359 | 58,817 | |||
2021 | 106,5 | 70,287 | 106,5 | 70,296 – 151,001 | 87,962 – 127,331 |
2022 | 97,413 | 122,062 | 70,331 – 179,426 | 96,881 – 150,088 | |
2023 | 95,323 | 106,573 | 44,895 – 172,708 | 76,682 – 139,164 | |
2024 | 86,635 | 85,026 | 18,881 – 153,952 | 53,587 – 119,268 | |
2025 | 81,579 | 79,547 | 10,418 – 151,438 | 46,102 – 115,204 | |
2026 | 76,394 | 74,208 | 2,908 – 147,418 | 39,527 – 110,68 | |
2027 | 72,13 | 70,017 | -3,079 – 145,125 | 34,182 – 108,096 | |
2028 | 69,463 | 67,426 | -6,333 – 142,729 | 30,998 – 106,257 | |
2029 | 65,369 | 64,188 | -9,239 – 141,117 | 26,976 – 103,71 | |
2030 | 62,365 | 61,764 | -10,864 – 139,659 | 24,539 – 101,786 | |
2031 | 60,666 | 60,353 | -12,562 – 139,906 | 22,707 – 101,493 | |
2032 | 59,019 | 58,716 | -14,17 – 139,083 | 20,99 – 99,822 | |
2033 | 57,7 | 57,424 | -15,772 – 140,57 | 19,06 – 99,503 | |
2034 | 56,553 | 56,318 | -17,629 – 140,723 | 17,584 – 99,436 | |
2035 | 56,106 | 55,898 | -20,71 – 141,415 | 16,472 – 100,193 | |
2036 | 55,562 | 55,394 | -21,951 – 140,863 | 15,341 – 100,052 | |
2037 | 54,975 | 54,834 | -23,852 – 139,762 | 14,411 – 99,561 | |
2038 | 54,468 | 54,353 | -25,066 – 138,604 | 13,697 – 98,562 | |
2039 | 54,028 | 53,944 | -26,309 – 137,213 | 12,771 – 97,352 | |
2040 | 53,606 | 53,546 | -27,772 – 138,078 | 11,623 – 96,646 | |
2041 | 53,21 | 53,181 | -29,22 – 139,011 | 10,767 – 96,099 | |
2042 | 53,0 | 52,978 | -29,072 – 139,43 | 10,403 – 95,89 | |
2043 | 52,763 | 52,749 | -29,716 – 139,777 | 9,824 – 96,122 | |
2044 | 52,502 | 52,488 | -30,235 – 140,763 | 9,179 – 96,527 | |
2045 | 52,24 | 52,232 | -29,862 – 138,953 | 9,315 – 96,154 | |
2046 | 51,995 | 51,988 | -29,839 – 137,433 | 9,217 – 95,68 | |
2047 | 51,756 | 51,749 | -30,224 – 136,849 | 8,527 – 95,304 | |
2048 | 51,538 | 51,527 | -30,078 – 134,993 | 8,129 – 94,72 | |
2049 | 51,318 | 51,312 | -29,89 – 133,796 | 7,724 – 94,068 | |
2050 | 51,158 | 51,16 | -29,681 – 133,888 | 8,008 – 93,373 | |
2051 | 50,912 | 50,91 | -29,82 – 134,169 | 7,193 – 92,617 | |
2052 | 50,659 | 50,664 | -29,899 – 134,731 | 7,143 – 92,382 | |
2053 | 50,491 | 50,488 | -30,125 – 136,213 | 7,13 – 92,618 | |
2054 | 50,363 | 50,361 | -30,595 – 136,379 | 7,263 – 93,17 | |
2055 | 50,217 | 50,219 | -31,344 – 137,517 | 6,435 – 93,136 | |
2056 | 50,104 | 50,111 | -32,464 – 138,282 | 6,587 – 93,4 | |
2057 | 50,033 | 50,033 | -33,665 – 138,295 | 6,313 – 93,02 | |
2058 | 49,936 | 49,937 | -33,635 – 137,201 | 6,157 – 92,372 | |
2059 | 49,844 | 49,84 | -33,656 – 137,252 | 6,051 – 91,558 | |
2060 | 49,827 | 49,823 | -33,581 – 134,491 | 6,247 – 91,672 | |
2061 | 49,766 | 49,775 | -33,307 – 133,311 | 6,096 – 91,502 | |
2062 | 49,74 | 49,738 | -33,293 – 132,744 | 6,247 – 91,569 | |
2063 | 49,688 | 49,681 | -33,538 – 134,141 | 6,683 – 91,13 | |
2064 | 49,649 | 49,657 | -33,396 – 133,857 | 6,694 – 90,91 | |
2065 | 49,615 | 49,62 | -31,682 – 135,286 | 6,934 – 91,218 | |
2066 | 49,612 | 49,615 | -31,209 – 136,312 | 7,6 – 91,647 | |
2067 | 49,599 | 49,597 | -30,363 – 136,882 | 7,311 – 91,535 | |
2068 | 49,583 | 49,582 | -30,069 – 136,176 | 6,725 – 92,024 | |
2069 | 49,586 | 49,588 | -29,903 – 136,395 | 6,802 – 92,306 | |
2070 | 49,56 | 49,353 | -30,635 – 136,044 | 5,273 – 91,246 |
De som van de natuurlijke aanwas en het migratiesaldo is gelijk aan de bevolkingsgroei. Voor 2021 wordt een bevolkingsgroei van 118 duizend voorzien, 44 duizend meer dan in de Bevolkingsprognose 2020–2070 werd verwacht. Rond 2050 is de bevolkingsgroei het geringst, 31 duizend.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1995 | 68,742 | ||||
1996 | 68,764 | ||||
1997 | 84,547 | ||||
1998 | 105,044 | ||||
1999 | 100,33 | ||||
2000 | 119,965 | ||||
2001 | 113,064 | ||||
2002 | 84,06 | ||||
2003 | 58,044 | ||||
2004 | 41,238 | ||||
2005 | 24,08 | ||||
2006 | 18,365 | ||||
2007 | 42,557 | ||||
2008 | 75,235 | ||||
2009 | 85,161 | ||||
2010 | 81,42 | ||||
2011 | 74,087 | ||||
2012 | 49,029 | ||||
2013 | 49,199 | ||||
2014 | 71,045 | ||||
2015 | 78,482 | ||||
2016 | 102,717 | ||||
2017 | 100,287 | ||||
2018 | 101,533 | ||||
2019 | 125,83 | ||||
2020 | 68,362 | 63,074 | |||
2021 | 118,24 | 73,823 | 118,24 | 76,689 – 162,27 | 98,759 – 141,527 |
2022 | 105,628 | 142,086 | 85,478 – 200,607 | 113,537 – 172,603 | |
2023 | 109,508 | 132,233 | 64,981 – 203,025 | 97,265 – 168,406 | |
2024 | 106,409 | 112,286 | 39,768 – 190,144 | 75,178 – 151,411 | |
2025 | 103,948 | 107,543 | 31,392 – 190,88 | 67,909 – 148,829 | |
2026 | 99,394 | 103,675 | 23,041 – 189,449 | 61,221 – 146,234 | |
2027 | 97,163 | 98,958 | 14,076 – 187,77 | 53,66 – 143,123 | |
2028 | 95,732 | 96,376 | 7,863 – 189,206 | 49,117 – 142,651 | |
2029 | 91,996 | 92,684 | 2,775 – 189,315 | 45,183 – 140,606 | |
2030 | 88,186 | 89,176 | -2,646 – 189,419 | 40,514 – 137,901 | |
2031 | 85,392 | 86,306 | -7,179 – 187,906 | 37,896 – 136,18 | |
2032 | 81,064 | 82,611 | -13,01 – 188,157 | 33,066 – 133,184 | |
2033 | 77,099 | 79,136 | -17,725 – 185,645 | 28,583 – 130,979 | |
2034 | 73,256 | 75,34 | -25,461 – 183,767 | 23,402 – 127,629 | |
2035 | 69,996 | 71,85 | -31,523 – 182,297 | 17,882 – 125,747 | |
2036 | 66,436 | 67,908 | -39,687 – 180,4 | 11,939 – 123,614 | |
2037 | 62,592 | 63,593 | -45,702 – 177,328 | 6,15 – 120,002 | |
2038 | 58,864 | 59,569 | -51,715 – 171,593 | 2,437 – 115,269 | |
2039 | 55,308 | 55,983 | -54,741 – 168,078 | -0,903 – 110,448 | |
2040 | 51,926 | 52,55 | -56,296 – 164,154 | -5,301 – 106,963 | |
2041 | 48,735 | 49,332 | -60,045 – 162,56 | -10,045 – 105,641 | |
2042 | 45,951 | 46,524 | -63,072 – 163,005 | -13,435 – 103,761 | |
2043 | 43,417 | 43,99 | -67,054 – 161,424 | -15,788 – 101,361 | |
2044 | 41,129 | 41,733 | -68,864 – 158,418 | -18,415 – 99,032 | |
2045 | 39,005 | 39,662 | -72,617 – 156,467 | -21,822 – 97,175 | |
2046 | 37,137 | 37,899 | -76,563 – 155,058 | -24,876 – 95,935 | |
2047 | 35,435 | 36,37 | -79,213 – 153,807 | -25,778 – 93,488 | |
2048 | 33,928 | 35,081 | -79,612 – 151,122 | -26,662 – 92,191 | |
2049 | 32,671 | 34,057 | -78,664 – 149,81 | -26,49 – 90,266 | |
2050 | 31,799 | 33,398 | -77,942 – 149,692 | -27,548 – 90,348 | |
2051 | 31,201 | 32,996 | -78,792 – 151,186 | -27,077 – 89,249 | |
2052 | 31,007 | 33,011 | -80,886 – 152,119 | -27,86 – 89,18 | |
2053 | 31,355 | 33,538 | -82,905 – 154,207 | -27,193 – 90,396 | |
2054 | 32,247 | 34,566 | -82,235 – 155,881 | -26,955 – 93,615 | |
2055 | 33,612 | 36,023 | -81,627 – 159,897 | -26,118 – 97,571 | |
2056 | 35,474 | 37,916 | -80,418 – 163,823 | -25,924 – 99,299 | |
2057 | 37,796 | 40,191 | -79,472 – 168,293 | -25,464 – 100,818 | |
2058 | 40,469 | 42,731 | -77,423 – 171,796 | -24,166 – 102,703 | |
2059 | 43,468 | 45,484 | -76,477 – 174,035 | -21,639 – 106,391 | |
2060 | 46,712 | 48,434 | -76,954 – 174,555 | -19,54 – 109,65 | |
2061 | 49,945 | 51,398 | -77,252 – 177,032 | -18,011 – 113,611 | |
2062 | 53,146 | 54,343 | -76,435 – 179,358 | -17,081 – 114,897 | |
2063 | 56,188 | 57,168 | -74,699 – 183,723 | -15,179 – 117,581 | |
2064 | 59,061 | 59,864 | -71,384 – 188,672 | -12,706 – 119,927 | |
2065 | 61,679 | 62,308 | -67,672 – 194,228 | -8,54 – 123,593 | |
2066 | 64,008 | 64,489 | -63,939 – 198,004 | -5,51 – 126,195 | |
2067 | 65,985 | 66,336 | -61,924 – 200,001 | -2,259 – 129,642 | |
2068 | 67,589 | 67,834 | -59,84 – 203,434 | -0,202 – 131,561 | |
2069 | 68,847 | 68,999 | -59,443 – 205,876 | 2,15 – 132,18 | |
2070 | 69,661 | 69,518 | -58,628 – 207,939 | 3,252 – 130,741 |
4.2 Bevolking wordt ouder
In maart 2016 passeerde Nederland de grens van 17 miljoen inwoners. De grens van 18 miljoen inwoners wordt volgens de huidige inzichten in 2025 overschreden. Het aantal van 19 miljoen zal naar verwachting in 2036 worden gehaald, de 20 miljoen wordt bereikt in 2060.
De prognosecijfers zijn met onzekerheden omgeven. Zo kan het aantal migranten van jaar tot jaar sterk fluctueren. Ook is niet zeker of de stijging van de levensduur in de toekomst in hetzelfde tempo zal doorzetten en of Nederlanders een voorkeur voor gezinnen met twee kinderen blijven houden. Bovendien is nog onzeker of de coronapandemie ook op de lange termijn effecten heeft op de bevolkingsontwikkeling. De bevolking in 2070 ligt zeer waarschijnlijk tussen 18,8 miljoen en 22,2 miljoen inwoners.
De bijstellingen in de prognose betekenen dat Nederland in 2030 volgens de nieuwe berekeningen 125 duizend inwoners meer heeft dan eerder werd verwacht. Het verschil loopt op tot 146 duizend in 2050 en tot 176 duizend in 2070. De verschillen liggen ruim binnen de 67 procent prognose-intervallen.
Waarneming | Prognose 2020-2070 | Prognose 2021-2070 | Prognose-interval (95%) | Prognose-interval (67%) | |
---|---|---|---|---|---|
1980 | 14,091 | ||||
1981 | 14,209 | ||||
1982 | 14,286 | ||||
1983 | 14,34 | ||||
1984 | 14,395 | ||||
1985 | 14,454 | ||||
1986 | 14,529 | ||||
1987 | 14,615 | ||||
1988 | 14,715 | ||||
1989 | 14,805 | ||||
1990 | 14,893 | ||||
1991 | 15,01 | ||||
1992 | 15,129 | ||||
1993 | 15,239 | ||||
1994 | 15,342 | ||||
1995 | 15,424 | ||||
1996 | 15,494 | ||||
1997 | 15,567 | ||||
1998 | 15,654 | ||||
1999 | 15,76 | ||||
2000 | 15,864 | ||||
2001 | 15,987 | ||||
2002 | 16,105 | ||||
2003 | 16,193 | ||||
2004 | 16,258 | ||||
2005 | 16,306 | ||||
2006 | 16,334 | ||||
2007 | 16,358 | ||||
2008 | 16,405 | ||||
2009 | 16,486 | ||||
2010 | 16,575 | ||||
2011 | 16,656 | ||||
2012 | 16,73 | ||||
2013 | 16,78 | ||||
2014 | 16,829 | ||||
2015 | 16,901 | ||||
2016 | 16,979 | ||||
2017 | 17,082 | ||||
2018 | 17,181 | ||||
2019 | 17,282 | ||||
2020 | 17,408 | ||||
2021 | 17,475 | 17,471 | |||
2022 | 17,594 | 17,544 | 17,594 | 17,552 – 17,638 | 17,574 – 17,617 |
2023 | 17,65 | 17,736 | 17,646 – 17,834 | 17,69 – 17,787 | |
2024 | 17,76 | 17,868 | 17,718 – 18,026 | 17,794 – 17,948 | |
2025 | 17,866 | 17,98 | 17,768 – 18,197 | 17,871 – 18,092 | |
2026 | 17,97 | 18,088 | 17,825 – 18,369 | 17,951 – 18,227 | |
2027 | 18,069 | 18,191 | 17,864 – 18,537 | 18,016 – 18,369 | |
2028 | 18,167 | 18,29 | 17,895 – 18,695 | 18,082 – 18,502 | |
2029 | 18,262 | 18,387 | 17,926 – 18,875 | 18,147 – 18,635 | |
2030 | 18,354 | 18,479 | 17,952 – 19,059 | 18,208 – 18,763 | |
2031 | 18,442 | 18,569 | 17,976 – 19,245 | 18,264 – 18,88 | |
2032 | 18,528 | 18,655 | 18,003 – 19,428 | 18,318 – 19,004 | |
2033 | 18,609 | 18,738 | 18,023 – 19,582 | 18,372 – 19,111 | |
2034 | 18,686 | 18,817 | 18,031 – 19,728 | 18,411 – 19,222 | |
2035 | 18,759 | 18,892 | 18,035 – 19,876 | 18,458 – 19,325 | |
2036 | 18,829 | 18,964 | 18,032 – 20,019 | 18,493 – 19,444 | |
2037 | 18,896 | 19,032 | 18,016 – 20,141 | 18,528 – 19,56 | |
2038 | 18,958 | 19,095 | 18,03 – 20,271 | 18,554 – 19,667 | |
2039 | 19,017 | 19,155 | 18,048 – 20,406 | 18,57 – 19,767 | |
2040 | 19,072 | 19,211 | 18,025 – 20,542 | 18,593 – 19,855 | |
2041 | 19,124 | 19,264 | 17,98 – 20,663 | 18,605 – 19,92 | |
2042 | 19,173 | 19,313 | 17,971 – 20,794 | 18,602 – 19,996 | |
2043 | 19,219 | 19,359 | 17,947 – 20,957 | 18,603 – 20,102 | |
2044 | 19,262 | 19,403 | 17,937 – 21,091 | 18,618 – 20,188 | |
2045 | 19,304 | 19,445 | 17,924 – 21,216 | 18,612 – 20,263 | |
2046 | 19,343 | 19,485 | 17,914 – 21,342 | 18,629 – 20,329 | |
2047 | 19,38 | 19,523 | 17,887 – 21,462 | 18,621 – 20,39 | |
2048 | 19,415 | 19,559 | 17,849 – 21,548 | 18,611 – 20,46 | |
2049 | 19,449 | 19,594 | 17,82 – 21,647 | 18,588 – 20,544 | |
2050 | 19,482 | 19,628 | 17,786 – 21,746 | 18,573 – 20,625 | |
2051 | 19,514 | 19,662 | 17,772 – 21,818 | 18,57 – 20,675 | |
2052 | 19,545 | 19,695 | 17,697 – 21,927 | 18,567 – 20,734 | |
2053 | 19,576 | 19,728 | 17,657 – 21,955 | 18,57 – 20,801 | |
2054 | 19,607 | 19,761 | 17,586 – 22,059 | 18,559 – 20,864 | |
2055 | 19,639 | 19,796 | 17,54 – 22,167 | 18,556 – 20,953 | |
2056 | 19,673 | 19,832 | 17,53 – 22,278 | 18,559 – 21,049 | |
2057 | 19,708 | 19,87 | 17,516 – 22,387 | 18,56 – 21,136 | |
2058 | 19,746 | 19,91 | 17,508 – 22,486 | 18,579 – 21,229 | |
2059 | 19,787 | 19,953 | 17,438 – 22,595 | 18,612 – 21,294 | |
2060 | 19,83 | 19,998 | 17,372 – 22,702 | 18,602 – 21,351 | |
2061 | 19,877 | 20,046 | 17,35 – 22,806 | 18,617 – 21,432 | |
2062 | 19,927 | 20,098 | 17,382 – 22,966 | 18,631 – 21,504 | |
2063 | 19,98 | 20,152 | 17,393 – 23,085 | 18,639 – 21,591 | |
2064 | 20,036 | 20,209 | 17,372 – 23,242 | 18,649 – 21,676 | |
2065 | 20,095 | 20,269 | 17,363 – 23,369 | 18,665 – 21,738 | |
2066 | 20,157 | 20,332 | 17,328 – 23,481 | 18,688 – 21,821 | |
2067 | 20,221 | 20,396 | 17,296 – 23,685 | 18,725 – 21,921 | |
2068 | 20,287 | 20,462 | 17,331 – 23,834 | 18,758 – 22,035 | |
2069 | 20,355 | 20,53 | 17,329 – 23,964 | 18,803 – 22,131 | |
2070 | 20,423 | 20,599 | 17,315 – 24,091 | 18,822 – 22,239 |
De bevolking groeit niet alleen, maar verandert ook van samenstelling. Het aantal inwoners jonger dan 20 jaar neemt na een kleine daling toe tot 4,1 miljoen rond 2045. Daarna zet weer een kleine daling in. Voor de 20- tot 65-jarigen wordt onder invloed van de extra immigratie tussen 2021 en 2026 een stijging met 211 duizend voorzien tot 10,5 miljoen. Na 2026 daalt de omvang van deze bevolkingsgroep tot 10,3 miljoen in 2038. Het aantal 65-plussers loopt naar verwachting op van 3,5 miljoen nu naar 4,8 miljoen rond 2040.
5. Tot slot
Volgens de nieuwe Kernprognose van het CBS groeit de Nederlandse bevolking door tot 20,6 miljoen inwoners in 2070. Internationale migratie speelt een belangrijke rol bij de toekomstige bevolkingsgroei. De verwachte bevolkingsomvang in 2070 is 176 duizend groter dan volgens de prognose uit 2020. Dit is met name het gevolg van aangepaste veronderstellingen voor geboorte en emigratie.
Bijlage A Definities
Emigratie
Met emigratie wordt het vertrek van mensen naar het buitenland bedoeld. Hierbij wordt het saldo van de administratieve correcties opgesteld. Het saldo van de administratieve correcties is de som van de administratieve opnemingen en afvoeringen. Een administratieve opneming is de opneming van een persoon in de bevolkingsregisters van een gemeente op verzoek van de betrokkene. Deze opneming is niet het gevolg van geboorte, immigratie of vestiging van die persoon vanuit een andere gemeente in Nederland. Een administratieve opneming is meestal een hervestiging van een persoon die eerder administratief is afgevoerd en die verklaart nooit uit Nederland te zijn weggeweest.
Een administratieve afvoering is de verwijdering van een persoon uit de bevolkingsregisters van een gemeente nadat de gemeente heeft vastgesteld dat de verblijfplaats niet bekend is, deze persoon niet bereikbaar is en waarschijnlijk geen inwoner meer is van een Nederlandse gemeente. Een administratieve afvoering is meestal het gevolg van het vertrek van een persoon naar het buitenland zonder dat deze de gemeente hiervan op de hoogte heeft gesteld.
Immigratie
Tot de immigranten worden alleen mensen gerekend die als inwoner in een Nederlandse gemeente staan ingeschreven. Wie korter dan vier maanden in Nederland verblijft, is niet verplicht om zich in te schrijven. Veel tijdelijke buitenlandse werknemers worden daarom niet bij de arbeidsmigranten geteld. Asielzoekers kunnen zich alleen inschrijven bij een gemeente als ze een verblijfstatus hebben, of minimaal een half jaar gebruikmaken van een opvangvoorziening voor asielzoekers. Alleen na inschrijving worden ze gerekend tot de asielmigranten.Migratie naar motief en naar reden
Informatie over migratiemotieven van immigranten met een nationaliteit van een land buiten de EU/EFTA is gebaseerd op gegevens van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van het ministerie van Veiligheid en Justitie en gebaseerd op het type verblijfsvergunning die de IND heeft afgegeven. Van personen met de Nederlandse nationaliteit is geen migratiemotief bekend omdat zij zich niet hoeven te melden bij de IND. Het gaat om ongeveer 30 procent van de immigranten. Het afgeleide migratiedoel voor immigranten met een nationaliteit van een land binnen de EU/EFTA wordt vastgesteld op basis van gegevens uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden. Zie Korte onderzoeksbeschrijving statistiek migratiemotieven.Migratieachtergrond
Mensen met een migratieachtergrond, dat wil zeggen inwoners van Nederland van wie minstens één ouder in het buitenland geboren is, worden door het CBS onderscheiden in de eerste en tweede generatie. De eerste generatie is in het buitenland geboren, de tweede generatie in Nederland. Daarnaast worden ze onderscheiden naar geboorteland. De migratieachtergrond wordt bij de eerste generatie bepaald door het geboorteland van de persoon. Bij de tweede generatie wordt de migratieachtergrond bepaald door het land waar hun moeder geboren is of, als dat Nederland is, door het geboorteland van de vader. In de Bevolkingsprognose 2020–2070 worden de geboortelanden onderverdeeld in de volgende gebieden:
- EU (de huidige lidstaten van de Europese Unie, exclusief Nederland)
- Turkije
- Overig Europa (Europese staten die geen EU-lid zijn, exclusief Turkije)
- Marokko
- Afrika (exclusief Marokko)
- Suriname
- Antillen (voormalige Nederlandse Antillen en Aruba, inclusief Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, die de status van speciale Nederlandse gemeente hebben)
- Latijns Amerika (exclusief Suriname en de Antillen)
- Indonesië
- Azië (exclusief Indonesië en Japan)
- Overig buiten Europa (Verenigde Staten, Canada, Japan en Oceanië)
Periode-levensverwachting
Dit is de leeftijd die iemand zou bereiken als de sterftekansen naar leeftijd van een gekozen jaar iemands hele leven zouden gelden. Het geeft aan hoe oud een pasgeborene uit dat jaar gemiddeld zal worden als vanaf dat jaar de vooruitgang op het gebied van gezondheid en medische kennis zou stilvallen.
De werkelijke levensduur, het aantal jaren dat een persoon mag verwachten te leven, wordt ook wel de cohort-levensverwachting genoemd. Het nadeel van de cohortlevensverwachting is dat deze pas exact kan worden berekend wanneer alle personen van de groep zijn overleden. Aangevuld met prognoses kan er wel een schatting gemaakt worden van de levensduur van nog niet uitgestorven cohorten.
Voor meer uitleg over en een berekening van de levensverwachting, zie Stoeldraijer en Harmsen (2017).
Totaal vruchtbaarheidscijfer
Het vruchtbaarheidscijfer is het aantal kinderen geboren bij vrouwen van een bepaalde leeftijd gedeeld door het aantal vrouwen in de bevolking met die leeftijd. Het schat de kans dat een vrouw op een gegeven leeftijd een kind krijgt. Het totaal vruchtbaarheidscijfer (TFR, total fertility rate) is de som van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers van één jaar. Het valt te interpreteren als het gemiddeld kindertal dat vrouwen zouden hebben als de vruchtbaarheidscijfers van dat jaar tot hun vijftigste zouden gelden. De TFR hangt niet af van de leeftijdsopbouw van de vrouwelijke bevolking, maar wordt wel beïnvloed door de timing van de geboorten.
Referenties
Bauer, P., J. Brugger, F. König en M. Posch (2021). An international comparison of age and sex dependency of COVID-19 deaths in 2020: a descriptive analysis. In: Scientific Reports 11, 19143.
Beer, J. de (2012). Crisis in de economie, crisis in de relatie- en gezinsvorming? In: Bevolkingstrends, 12 november 2012.
Beer, J. de, en J. Latten (2018). De weerbarstige relatie tussen baby’s en conjunctuur. In: Demos, jaargang 34, nr. 9.
CBS (13 mei 2019). Mijlpalen twintigers schuiven op. Nieuwsbericht, 13 mei 2019.
CBS (3 april 2020). Sterfte neemt toe. Nieuwsbericht, 3 april 2020.
CBS (3 september 2021). In augustus opnieuw oversterfte. Nieuwsbericht, 3 september 2021.
CBS (29 januari 2021). Bijna 169 duizend mensen overleden in 2020, 10 procent meer dan verwacht. Nieuwsbericht, 29 januari 2021.
CBS (17 augustus 2021). Meer vacatures dan werklozen in tweede kwartaal. Nieuwsbericht, 17 augustus 2021.
CPB (2020). Macro Economische Verkenning (MEV) 2021.
CPB (2021). Ramingen.
Hauser, A., M.J. Counotte, C.C. Margossian, G. Konstantinoudis, N. Low, C.L. Althaus and J. Riou (2020). Estimation of SARS-CoV-2 mortality during the early stages of an epidemic: A modeling study in Hubei, China, and six regions in Europe. In: POLS Medicine, 28 july 2020.
Janssen, F. (2019). Smoking's impact on mortality in Europe. In: Population and Societies. 2019; Vol. 2019, No. 571. pp. 1–4.
Koninklijk Actuarieel Genootschap (5 juli 2021). Koninklijk Actuarieel Genootschap verwacht geen blijvend effect op de toekomstige levensverwachting door COVID-19. Persbericht 5 juli 2021.
Loozen, S. en R. Kloosterman (2019). Opvattingen over de timing van het ouderschap. In: Statistische Trends, oktober 2019.
Luppi, F., B. Arpino en A. Rosina (2020). The impact of COVID-19 on fertility plans in Italy, Germany, France, Spain, and the United Kingdom. In: Demographic Research, 43–47 p. 1 399–1 412.
Meyerowitz-Katz, G. and L. Merone (2020). A systematic review and meta-analysis of published research data on COVID-19 infection-fatality rates. In: MedRxiv preprint, 7 july 2020.
Regt, S. de, C. van Duin en L. Stoeldraijer (2021). Bevolkingsprognose 2020–2070: Veronderstellingen over immigratie. In: Statistische Trends, 2 juni 2021.
RIVM (2021). Werking en bescherming.
SER (2019). Hoge verwachtingen: Kansen en belemmeringen voor jongeren in 2019. Verkenning 19/11, augustus 2019.
Stoeldraijer, L., C. van Duin en F. Janssen (2013). Bevolkingsprognose 2012–2060: model en veronderstellingen betreffende de sterfte. In: Bevolkingstrends, 27-6-2013.
Stoeldraijer, L. en C. Harmsen (2017). De levensverwachting meet de sterfte. In: Bevolkingstrends 2017|04.
Stoeldraijer, L., S. de Regt, S., C. van Duin, C. Huisman en S. te Riele (2020). Bevolkingsprognose 2020–2070: bevolking groeit langzamer door corona. In: Statistische Trends, 16 december 2020.
Stoeldraijer, L. (2020a). Sterfte en levensverwachting in de 21ste eeuw: waarom veranderde de trend rond 2012? In: Statistische Trends, 25 september 2020.
Stoeldraijer, L. (2020b). De invloed van corona op onze levensverwachting. In: Statistische Trends, 25 september 2020.
Stoeldraijer, L., S. te Riele, C. van Duin en P. van der Reijden (2021). Huishoudensprognose 2021–2070: groei aantal huishoudens houdt aan. In: Statistische Trends, 16 december 2021.