Auteur: Hans Schmeets, Jerome Conceicao, Costanza Marcellino

Het vertrouwen van immigranten in de samenleving in relatie tot hun verblijfsduur

Over deze publicatie

Dit artikel beschrijft de relatie tussen de verblijfsduur van immigranten en hun vertrouwen in andere mensen en in instituties. Immigranten hebben hoge verwachtingen van het land waar ze naartoe gaan en dat uit zich in een hoog vertrouwen in zowel publieke als private instituties. Dat geldt echter specifiek voor de immigranten uit niet-westerse herkomstlanden. Naarmate deze niet-westerse immigranten langer in Nederland verblijven wordt dit vertrouwen naar beneden bijgesteld. Bij westerse immigranten speelt de verblijfsduur geen rol of is er met het vertrouwen in bepaalde instituties een positief verband. Deze resultaten zijn ontleend aan het onderzoek Sociale Samenhang en Welzijn waaraan 61 200 personen van 15 jaar of ouder, waaronder 4 892 immigranten, in de periode 2012-2019 hebben meegewerkt.

Jerome Conceicao en Costanza Marcellino zijn als studenten van het Research Master European Studies verbonden aan de universiteit van Maastricht, faculteit der Cultuur en Maatschappijwetenschappen (FASoS). Het artikel is geschreven tijdens hun stageperiode bij het CBS.

1. Inleiding

Immigranten komen naar Nederland met uiteenlopende motieven, zoals werk, studie of het verkrijgen van asiel. De omvang van deze groepen wisselt sterk, evenals de herkomstlanden van deze immigranten (Jennissen, Engbersen, Bokhorst en Bovens, 2018). Zo nemen de studie- en arbeidsmigranten toe, zijn er minder asielmigranten en is er een sterke groei van de immigranten uit Midden- en Oost-Europa. Vanuit het integratieperspectief is relevant hoe lang deze immigranten in Nederland verblijven. Uit eerdere studies is gebleken dat migratie meer vlottend is geworden: verbleef 64 procent van het 1999-2005 cohort minstens vijf jaar in Nederland, dit aandeel is voor het cohort 2006-2010 gereduceerd tot 53 procent (Schmeets, 2019). Deze bevindingen tonen aan dat het profiel van de immigranten allerminst stabiel is. Dit roept de vraag op of er ook een wisselend beeld is in de mate waarin immigranten geïntegreerd zijn in de Nederlandse samenleving.

Een Europese vergelijking laat zien dat Nederland, samen met Scandinavische landen, hoog scoort op het vertrouwen in de medemens en in instituties (Schmeets, 2017; CBS, 2021). Bovendien kwam uit een recente studie (Schmeets en Exel, 2021) naar voren dat het vertrouwen in de medeburger en in publieke instituties onder migranten met een niet-westerse achtergrond in de periode 2012-2019 sterker is gegroeid dan van de groepen met een Nederlandse en westerse achtergrond. Daarmee is de vertrouwenskloof tussen de herkomstgroepen kleiner geworden en dus is er op dit vlak sprake van meer integratie. Vooral bij de groep die in het buitenland is geboren, de eerste generatie, doet het ertoe of ze afkomstig zijn van een westers of niet-westers land. Zo is het vertrouwen in de medemens hoger onder de westerse immigranten ten opzichte van de niet-westerse, maar beide immigrantengroepen hebben beduidend minder vertrouwen in andere mensen dan de groep met een Nederlandse achtergrond (1.1). Anders gesteld is het echter met het vertrouwen in instituties (1.2). Zowel in publieke als in private instituties hebben de niet-westerse immigranten meer vertrouwen dan zowel de westerse als de Nederlandse groep. Uitzonderingen hierop zijn het vertrouwen in leger, politie en rechters.

1.1 Vertrouwen in de medemens, 2012/2019
BevolkingsgroepVertrouwen in de medemens (%)
Nederlands 64,7
Westers, tweede generatie60,6
Westers, eerste generatie52,7
Niet- westers, tweede generatie42,9
Niet- westers, eerste generatie50,4

1.2 Vertrouwen in instituties, 2012/2019
 Nederlands (%)Westers, tweede generatie (%)Westers, eerste generatie (%)Niet-westers, tweede generatie (%)Niet-westers, eerste generatie (%)
Leger67,264,265,169,764,0
Politie76,773,172,767,467,9
Rechters73,972,571,273,273,2
Ambtenaren44,847,147,759,053,1
Tweede Kamer39,636,246,341,243,3
Europese Unie44,343,653,857,848,7
Pers36,338,541,226,934,4
Kerken27,122,127,639,939,6
Banken40,235,942,256,849,7
Grote bedrijven36,332,640,852,741,7
 

Om meer inzicht te krijgen in deze discrepanties in het vertrouwen wordt in dit artikel ingegaan op de rol van de verblijfsduur van immigranten waarvan de migratiedatum bekend is. Volgens één theorie (Röder en Mühlau, 2012) hebben vooral niet-westerse immigranten een hoog verwachtingspatroon van de instituties. Naarmate ze langer in Nederland verblijven worden deze verwachtingen getemperd en neemt het vertrouwen af. Dit sluit aan bij de assimilatietheorie die ervan uitgaat dat er (gedeeltelijke) assimilatie plaatsvindt waarbij de immigrant zich aanpast aan de cultuur en gewoonten van de inwoners zonder migratieachtergrond. Dit kan tevens gepaard gaan met integratie waarbij migrantengroepen en de groep met een Nederlandse achtergrond naar elkaar toegroeien, en de verschillen uiteindelijk kunnen verdwijnen.

Bij het vertrouwen in de medemens spelen dergelijke verwachtingen minder. Het vertrouwen in de medemens wordt voor een belangrijk deel bepaald in de formatieve jaren en dus in het land waar de immigrant is opgegroeid. Dat vertrouwen in andere personen is onder de niet-westerse immigranten relatief laag. Dit opgebouwde wantrouwen is vooral een grondhouding, die maar lastig omgebogen kan worden. Er is ook weinig empirisch bewijs voor een relatie tussen verblijfsduur en vertrouwen in andere mensen. Voor Denemarken vond Dines (2013, p. 120) een zwak negatief verband met verblijfsduur, terwijl uit een studie van Niu en Zhao (2018, p. 269) in China bleek dat een langere verblijfsduur gunstig was voor het sociale vertrouwen.

Onderzocht wordt of de verblijfsduur bij de immigranten zorgt voor een impuls aan het vertrouwen in de medemens, en voor een afname van het vertrouwen in instituties. Of anders gezegd: nagegaan wordt of, en zo ja in welke mate, de verblijfsduur bijdraagt aan het verminderen van de verschillen in het vertrouwen tussen immigranten en de Nederlandse groep, met meer integratie als resultaat. Immigranten worden in dit onderzoek niet door de tijd gevolgd, maar immigranten met een verschillende verblijfsduur worden met elkaar vergeleken. Nakomelingen van immigranten blijven hier buiten beschouwing.

2. Theoretische inbedding

De bevindingen worden geplaatst in de theoretische perspectieven van de assimilatietheorie en de verwachtingstheorie. Volgens de acculturatietheorie, ook aangeduid met culturele assimilatie, nemen immigranten op den duur de waarden, normen en attitudes over van het gastland. Dit komt doordat immigranten in contact komen met de groep zonder migratieachtergrond en met de instituten. De culturele verschillen tussen de immigrant en de samenleving waar ze naartoe zijn gegaan zouden daarom na verloop van tijd kleiner worden. Zo zal de verblijfsduur door het proces van culturele assimilatie het vertrouwen in instituten beïnvloeden (Alba en Nee, 1997; Gordon, 1964; Michelson, 2003). Aangezien immigranten meer vertrouwen hebben in instituten dan de Nederlandse herkomstgroep (Maxwell, 2010), wordt verwacht dat hun vertrouwensniveau daalt naarmate ze meer cultuur van het gastland overnemen. Ook Röder en Mühlau (2012) wijzen in een studie in 26 Europese landen op de negatieve relatie tussen verblijfsduur van immigranten en het vertrouwen in instituties, terwijl Voicu en Tufiş (2017), in een studie in 47 Europese landen, geen duidelijk patroon tussen verblijfsduur en vertrouwen in instituties vonden.

Deze onderzoeken geven echter geen verklaring voor het aanvankelijk hogere vertrouwensniveau van immigranten ten opzichte van de Nederlandse groep. Vandaar dat de resultaten mede geïnterpreteerd worden vanuit de verwachtingstheorie. Volgens de verwachtingstheorie zal het vertrouwen van de immigranten bij aankomst in het gastland hoger zijn dan dat van de Nederlandse groep als gevolg van ervaringen met slecht presterende instituten in hun herkomstlanden. Naarmate de verblijfsduur toeneemt, zullen de aanvankelijk hoge vertrouwensniveaus onder immigranten echter naar beneden worden bijgesteld, omdat hun positieve verwachtingen afnemen door hun ervaringen met het institutionele systeem (Adman en Strömblad, 2015, p. 109). Uiteindelijk zal het niveau van vertrouwen van immigranten in publieke instituten convergeren met het niveau van vertrouwen van de Nederlandse groep (Adman en Strömblad, 2009, p. 350).

Vanuit het perspectief van de verwachtingstheorie worden in de studies van Adman en Strömblad (2011; 2015) ook kenmerken van het herkomstland meegenomen, zoals de mate van corruptie en het democratische gehalte van de herkomstlanden. Het onderliggende mechanisme in dit verband wordt verondersteld een dual frame of reference te zijn (Suarez-Orozc 1987; zie ook Röder en Mühlau 2011, 2012). Naarmate het ervaren contrast tussen de instituties in het herkomst- en aankomstland groter is, zal dat resulteren in een positievere waardering van de instituties in het nieuwe thuisland. Daardoor is er meer waardering voor instituties dan wanneer het dubbele referentiekader ontbreekt zoals bij de groep met een Nederlandse achtergrond. Immigranten in gevestigde democratieën zullen een groter politiek vertrouwen hebben indien ze vóór hun migratie met instituties zijn geconfronteerd die corrupt en ondemocratisch waren. Toch wordt, naarmate deze immigranten langer verblijven in het land van aankomst, het oorspronkelijke referentiekader op den duur minder belangrijk en wordt er negatiever gedacht over de instituties in dit land (Adman en Strömblad, 2015, p. 109). Zo stellen Röder en Mühlau (2012, p.779) dat "het referentiekader van het thuisland mettertijd minder belangrijk wordt naarmate de herinneringen aan het verleden vervagen, de contacten met het thuisland schaarser worden en de sociale contacten met leden van het land van aankomst toenemen". Deze verschuiving van een dubbel naar een enkelvoudig referentiekader kan worden beschouwd als onderdeel van een assimilatieproces. De verschillende assimilatietrajecten bij de westerse en niet-westerse groep, met naar verwachting de sterkste veranderingen bij de niet-westerse groep, betekenen dat er sprake is van de zogenoemde gesegmenteerde assimilatie (Portes, Fernandez-Kelly en Haller, 2005).

Op basis van het 'dubbele referentiekader'-argument zouden we dus vooral onder de niet-westerse immigranten een aanvankelijk hoger niveau van institutioneel vertrouwen verwachten ten opzichte van de Nederlandse groep. Dit verschil zal bij de westerse immigranten minder groot zijn. Dat westerse immigranten de instituties meer wantrouwen dan de niet-westerse immigranten zou derhalve verklaard kunnen worden door de verschillen in het democratische gehalte, zoals de mate van corruptie, tussen de herkomstlanden1).
1)Een alternatieve verklaring is de ervaren discriminatie bij vooral niet-westerse immigranten, hetgeen kan bijdragen aan een daling van het vertrouwen in (politieke) instituties. Adman en Strömblad (2015) tonen echter aan dat ook na controle voor de ervaren discriminatie, de verblijfsduur een negatief effect heeft op het vertrouwen in (politieke) instituties.

3. Resultaten

3.1 Vertrouwen in medemens

Van alle immigranten in het onderzoek heeft 46 procent vertrouwen in de medemens. Grosso modo geldt hoe langer de verblijfsduur, des te lager het vertrouwen. Iets meer dan de helft van de immigranten die hier korter dan tien jaar verblijven, heeft vertrouwen in anderen. Bij de immigranten die al dertig tot veertig jaar in Nederland wonen, ligt dit op 41 procent. Bij de groep die minstens veertig jaar in Nederland woont, is het vertrouwen in de medemens met 46 procent weer iets hoger.

De daling in het sociale vertrouwen is alleen van toepassing voor de niet-westerse immigranten. Zo zeggen 55 procent van de niet-westerse immigranten die korter dan vijf jaar in Nederland verblijven voorafgaande aan het vraaggesprek dat ze andere mensen vertrouwen. Dit percentage ligt op 47 bij degenen die hier vijf tot tien jaar verblijven en tussen de 37 en 42 procent bij de niet-westerse immigranten die nog langer in Nederland wonen. Bij de westerse groep ligt het vertrouwen van immigranten die hier al langer verblijven juist hoger dan bij degenen die hier korter dan vijf jaar verblijven (51 procent). Alleen bij de groep met de langste verblijfsduur (meer dan veertig jaar) ligt het vertrouwen lager (47 procent). Dit alles kan er op duiden dat deze vertrouwenskloof tussen de niet-westerse en westerse immigranten groter wordt naarmate ze langer, tot een verblijfsduur van veertig jaar, in Nederland wonen. Bij een nog langer verblijf wordt de afstand in het vertrouwen weer kleiner. Het vertrouwen in de medemens ligt bij alle groepen lager dan bij de groep zonder migratieachtergrond (zie 1.1).

3.1.1 Vertrouwen in de medemens naar verblijfsduur immigranten, 2012/2019
 Westers (%)Niet-westers (%)
Totaal 52,742,4
0 tot 5 jaar 50,855,3
5 tot 10 jaar 55,947,3
10 tot 20 jaar 54,740,0
20 tot 30 jaar 58,542,3
30 tot 40 jaar 53,836,6
40 jaar of langer 47,341,8
 

Het verschil in het vertrouwen tussen de kortere en langere verblijfsgroepen kan echter ook (deels) een gevolg zijn van het feit dat de samenstelling van deze groepen verschilt. Een eerste regressieanalyse, zonder aanvullende kenmerken (model 1), bevestigt dat het vertrouwen in de medemens groter is onder de immigranten met een kort verblijf ten opzichte van de groepen die langer in Nederland wonen zie Tabellenbijlage). Uit regressiemodel 2 blijkt dat het vertrouwen groter is onder westerse dan onder niet-westerse immigranten. Uit model 3 blijkt dat er meer vertrouwen is onder de immigranten die niet genaturaliseerd en man zijn, en naarmate het opleidingsniveau hoger is. Leeftijd is voor het vertrouwen niet onderscheidend. Wanneer gecorrigeerd wordt voor verschillen in al deze kenmerken blijkt de verblijfsduur niet meer relevant voor het vertrouwen in de medemens. Dit blijft overeind indien bovendien rekening wordt gehouden met de andere kenmerken (model 4). Immigranten met een bovengemiddeld inkomen hebben meer vertrouwen in de medemens. De overige kenmerken – huishoudsamenstelling, urbanisatiegraad en landsdeel – hangen niet samen met het vertrouwen.

Het verband tussen verblijfsduur en het vertrouwen in de medemens verschilt tussen westerse en niet-westerse immigranten (getest met model 5). Op basis van model 4 zijn daarom afzonderlijke analyses uitgevoerd voor de westerse en de niet-westerse groep. Dit bevestigt de negatieve relatie tussen verblijfsduur en sociaal vertrouwen voor de niet-westerse immigranten: de groepen die langer in Nederland wonen, hebben minder vertrouwen in de medemens. Bij de westerse immigranten geldt de omgekeerde relatie: immigranten die al meer dan vijf jaar in Nederland wonen, etaleren een groter vertrouwen in andere mensen dan degenen die hier minder dan vijf jaar zijn.

3.2 Vertrouwen in instituties

Uit eerder onderzoek is gebleken dat niet-westerse immigranten een hoger vertrouwen hebben in zowel publieke als private instituties dan zowel westerse immigranten als de groep zonder migratieachtergrond (Schmeets en Exel, 2021). Uit het overzicht van de immigranten (3.2.1) blijkt de verblijfsduur ook bij het institutioneel vertrouwen een rol te spelen. Grosso modo neemt ook het institutioneel vertrouwen af met verblijfsduur. Het vertrouwen van de immigranten die veertig jaar of langer in Nederland wonen is voor elke institutie lager dan van diegenen die hier korter dan vijf jaar wonen. Het scherpst zijn de verschillen bij het vertrouwen in de politiek. Het vertrouwen in de Europese Unie (EU) kent het grootste verschil tussen de groep die hier het kortst en de groep die hier het langst verblijft, dat in de Tweede Kamer volgt daarna. Het vertrouwen in de EU is 62 procent onder de kortst verblijvende en 37 procent onder de langst verblijvende groep. Ook het vertrouwen in banken en grote bedrijven is hoger onder degenen die hier relatief kort verblijven dan onder degenen die hier relatief lang verblijven. Alleen bij kerken is het beeld minder scherp. Het vertrouwen onder immigranten die hier nog maar kort verblijven is alleen bij het leger lager dan onder mensen zonder migratieachtergrond (zie 1.2).

3.2.1 Vertrouwen in instituties naar verblijfsduur immigranten, 2012/2019
 0 tot 5 jaar (%)5 tot 10 jaar (%)10 tot 20 jaar (%)20 tot 30 jaar (%)30 tot 40 jaar (%)40 jaar of langer (%)
Leger 63,464,76562,95955,3
Politie 76,571,76863,761,664,6
Rechters75,375,472,869,666,162,2
Ambtenaren57,760,85351,445,142,6
Tweede Kamer5553,846,537,432,633,9
Europese Unie61,56152,341,835,436,6
Pers44,544,336,430,529,735,8
Kerken37,943,545,641,13832,8
Banken58,45751,543,243,135,9
Grote bedrijven44,148,747,738,939,834,5
 

In het vervolg wordt onderzocht in welke mate de immigranten afkomstig uit westerse en niet-westerse herkomstlanden zich onderscheiden. Vanuit de verwachtingstheorie, en daaraan gekoppeld de dubbele referentie, zal de relatie met verblijfsduur sterker zijn voor de niet-westerse dan voor de westerse immigranten. Immers: de niet-westerse immigranten zijn vaak afkomstig uit landen die lager scoren op diverse democratische indicatoren, zoals corruptie, politieke instabiliteit, transparantie van de samenleving en het naleven van de regels van de rechtsstaat (V-DEM, 2021). Het democratische gehalte van herkomstlanden van de westerse immigranten is doorgaans hoger.

De vergelijking tussen de westerse en niet-westerse immigranten leert dat de relatie met verblijfsduur – hoe langer in Nederland, hoe minder vertrouwen – inderdaad fors sterker is bij de niet-westerse immigranten (3.2.2 en 3.2.3). Een uitgesproken voorbeeld is het vertrouwen in de politie. Bij de westerse immigranten is het vertrouwen hierin 72 procent onder de kortst verblijvende en 67 procent onder de langst verblijvende groep. Bij de niet-westerse immigranten is het vertrouwen in de politie onder deze groepen respectievelijk 80 en 59 procent. Vergelijkbare trends bij de niet-westerse immigranten zien we ook bij het vertrouwen in rechters (respectievelijk 80 en 63 procent), de Tweede Kamer (62 versus 34 procent), de EU (68 versus 33 procent), de pers (49 versus 27 procent) en grote bedrijven (51 versus 40 procent). Ook in de andere instituten heeft de groep met het langste verblijf het minste vertrouwen. Dat geldt voor het leger (63 versus 55 procent), ambtenaren (58 versus 43 procent), kerken (49 versus 37 procent) en banken (58 versus 36 procent). Het vertrouwen onder niet-westerse immigranten die hier nog maar kort verblijven is alleen bij het leger lager dan onder mensen zonder migratieachtergrond (zie 1.2).

Bij de westerse immigranten is er soms nauwelijks verschil in vertrouwen onder groepen met een verschillende verblijfsduur (politie, kerken, pers) of is het patroon grillig (leger, rechters, grote bedrijven). Bij het vertrouwen in andere instituties heeft de kortst verblijvende groep wel duidelijk meer vertrouwen dan de langst verblijvende groep, zoals in de Tweede Kamer (46 versus 34 procent), de EU (54 versus 35 procent) en de banken (46 versus 33 procent). Het vertrouwen onder westerse immigranten is niet bijzonder hoog of laag vergeleken met mensen zonder migratieachtergrond.

3.2.2 Vertrouwen in instituties naar verblijfsduur westerse immigranten, 2012/2019
 0 tot 5 jaar (%)5 tot 10 jaar (%)10 tot 20 jaar (%)20 tot 30 jaar (%)30 tot 40 jaar (%)40 jaar of langer (%)
Leger 56,855,762,660,665,453,9
Politie 72,3677267,869,667,3
Rechters69,268,773,26975,558,9
Ambtenaren49,353,649,848,341,940
Tweede Kamer46,340,2473934,933,6
Europese Unie54,157,75243,841,735
Pers39,535,233,93336,834,7
Kerken24,428,132,126,326,229,9
Banken45,545,345,132,933,533,3
Grote bedrijven36,141,248,935,339,530,2

3.2.3 Vertrouwen in instituties naar verblijfsduur niet-westerse immigranten, 2012/2019
 0 tot 5 jaar (%)5 tot 10 jaar (%)10 tot 20 jaar (%)20 tot 30 jaar (%)30 tot 40 jaar (%)40 jaar of langer (%)
Leger 63,464,76562,95955,3
Politie 79,975,76662,15960,7
Rechters8081,172,569,96366,7
Ambtenaren57,760,85351,445,142,6
Tweede Kamer61,665,746,236,831,834,3
Europese Unie67,863,952,44133,239
Pers48,552,437,729,527,337,3
Kerken49,357,852,84742,337,4
Banken58,45751,543,243,135,9
Grote bedrijven50,855,34740,339,940,9
 

Om na te gaan of de relaties met verblijfsduur veranderen of zelfs verdwijnen indien rekening wordt gehouden met andere kenmerken, is net als bij het vertrouwen in de medemens een aantal regressiemodellen toegepast (zie Tabellenbijlage). Zo zijn immigranten met een langere verblijfsduur gemiddeld ouder dan de immigranten met een korter verblijf in Nederland. In het eerste model is alleen de verblijfsduur opgenomen (model 1). Daar worden dan telkens andere kenmerken aan toegevoegd (model 2, 3 en 4). In het vijfde model is tevens nagegaan of de relatie met verblijfsduur na controle verschilt tussen de westerse en niet-westerse groep.

Bij het vertrouwen in het leger leren de ongecorrigeerde cijfers dat immigranten die al minstens veertig jaar in Nederland wonen minder vertrouwen hebben dan de immigranten met een kort verblijf (model 1). Na correctie met een groot aantal achtergrondkenmerken (model 4) doet de verblijfsduur er niet meer toe. Een daarmee vergelijkbaar patroon zien we bij het vertrouwen in rechters: de aanvankelijke verschillen, waarbij al vanaf een verblijf van tien jaar het vertrouwen daalt, verdwijnen na de correctie voor de andere kenmerken. In model 5 (zie tabel 3.2.4) is echter voor zowel het vertrouwen in het leger als in rechters te zien dat het herkomstland relevant is: de relatie met verblijfsduur is verschillend voor de westerse en niet-westerse groep. Aparte analyses voor de beide groepen leren dat verblijfsduur, na opname van de controlekenmerken (model 4), een positief effect heeft op het vertrouwen in rechters bij de westerse groep, en een negatief effect bij de niet-westerse groep (zie tabel 3.2.5). Deze middelen elkaar uit wanneer westerse en niet-westerse immigranten bij elkaar worden genomen. Bij het vertrouwen in het leger worden nauwelijks relaties met verblijfsduur gevonden.

3.2.4 Model 5: Interactie-effect verblijfsduur op vertrouwen1)
LegerLegerPolitiePolitieRechtersRechtersAmbtenarenAmbtenarenTweede KamerTweede KamerEuropese UnieEuropese UniePersPersKerkenKerkenBankenBankenGrote bedrijvenGrote bedrijven
VerblijfsduurO.R.2)Sign.3)O.R.Sign. O.R.Sign.O.R.Sign. O.R.Sign. O.R.Sign. O.R.Sign. O.R.Sign. O.R.Sign. O.R.Sign.
5 tot 10 jaar * westers 0,650,800,941,100,641,491,001,091,091,08
10 tot 20 jaar * westers 1,421,562,02**1,591,81*1,551,65*1,531,64*2,07**
20 tot 30 jaar * westers 1,401,451,631,521,70**1,65*2,16**1,461,271,56
30 tot 40 jaar * westers 2,33**1,90*3,64***1,78*2,07**2,34**3,11***1,691,501,86*
40 jaar of langer * westers 1,421,76*1,531,521,77*1,321,72*2,26**1,82*1,20
1) Hoofdeffect verblijfsduur en controlekenmerken (model 4) niet weergegeven.De kansverhoudingen in de tabellen geven aan of het verschil in vertrouwen ten opzichte van de kortste verblijfsgroep verschilt tussen de niet-westerse en de westerse groep.
Wanneer er een of meer sterren achter het cijfer staan, is het resultaat statistisch significant. Indien bovendien de kansverhouding groter is dan 1.0, is de relatie tussen verblijfsduur en vertrouwen sterker bij de niet-westerse groep. Indien de kansverhouding kleiner is dan 1.0, dan is de relatie bij de westerse groep sterker.
2)Odds ratio (kansverhouding).
3)Significantie: * p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001.

Bij het vertrouwen in de politie blijven de verschillen tussen de verblijfsgroepen na controle grotendeels overeind: immigranten die al een geruime tijd in Nederland wonen hebben minder fiducie in de politie dan degenen met een korter verblijf. Ook bij het vertrouwen in de politie verschilt de relatie met verblijfsduur tussen de westerse en niet-westerse groep (model 5). Nadere analyses tonen aan dat er alleen een verband is bij de niet-westerse groep: een langer verblijf gaat gepaard met minder vertrouwen in de politie.

3.2.5 Vertrouwen in instituties naar verblijfsduur1)
Leger Leger Politie Politie Rechters Rechters AmbtenarenAmbtenarenTweede KamerTweede KamerEuropese Unie Europese Unie Pers Pers KerkenKerkenBanken Banken Grote bedrijvenGrote bedrijven
ImmigratiegroepVerblijfdsuurO.R.2)Sign.3)O.R. Sign. O.R. Sign. O.R. Sign. O.R. Sign. O.R. Sign. O.R. Sign. O.R. Sign. O.R. Sign. O.R. Sign.
Westers5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar = ref.)0,65*0,651,121,320,831,51*0,801,211,191,11
Westers10 tot 20 jaar1,050,851,66*1,301,141,250,751,481,111,73**
Westers20 tot 30 jaar1,040,821,371,170,791,000,681,120,781,15
Westers30 tot 40 jaar1,380,942,64***1,120,781,120,941,080,921,63
Westers40 jaar of langer 0,880,981,530,910,740,900,851,010,911,02
Niet-westers5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar = ref.)1,250,801,171,141,460,970,811,071,061,05
Niet-westers10 tot 20 jaar1,000,55**0,730,730,760,720,48***0,920,720,85
Niet-westers20 tot 30 jaar1,010,50***0,690,68*0,58**0,51***0,33***0,750,59**0,69
Niet-westers30 tot 40 jaar0,760,36***0,49**0,51***0,42***0,35***0,26***0,62*0,53**0,71
Niet-westers40 jaar of langer 0,850,34***0,61*0,50**0,47***0,43***0,43***0,42***0,42***0,69
1) Gecontroleerd voor geslacht, leeftijd, nationaliteit, samenstelling huishouden, opleiding, huishoudinkomen, stedelijkheidsgraad en landsdeel. De kansverhoudingen in de tabellen geven aan of vertrouwen hoger (>1) of lager (<1) ligt ten opzichte van de groep met de kortste verblijfsduur. Wanneer er een of meer sterren achter het cijfer staat, is het resultaat statistisch significant.
2) Odds ratio (kansverhouding).
3) Significantie: * p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001.

Als immigranten minstens tien jaar in Nederland wonen staan ze meer wantrouwend tegenover ambtenaren dan wanneer hun verblijf korter is. Na correctie wordt dit iets afgezwakt. Uit aanvullende analyses blijkt dat dit alleen geldt voor de niet-westerse groep. Het vertrouwen in de media is fors hoger onder de immigranten met een kort verblijf in Nederland ten opzichte van alle groepen die minstens tien jaar in Nederland wonen. Dit verband wordt zelfs nog iets versterkt na correctie voor de samenstelling van de verblijfsgroepen (modellen 2, 3 en 4). Bovendien is het herkomstland relevant (model 5). Ook hier geldt dat het vertrouwen in de media onder de niet-westerse groep bij een langer verblijf afneemt, terwijl er onder de westerse groep geen relatie is tussen vertrouwen en de verblijfsduur.

Het vertrouwen in de Tweede Kamer neemt af met een langere verblijfsduur. Deze afname start bij een verblijf van minstens tien jaar en wordt vanaf twintig jaar versterkt. De resultaten van model 4 wijzen er op dat er voor de westerse en niet-westerse groep de verblijfsduur een verschillend effect sorteert. Alweer geldt dat de verblijfsduur er niet toe doet bij de westerse groep, maar het vertrouwen wel sterk doet sterk afbrokkelen bij de niet-westerse immigranten. Het vertrouwen in de Europese Unie (EU) hangt eveneens sterk samen met de verblijfsduur. Na een verblijf van tien jaar daalt dit aanzienlijk, om daarna nog sterker te dalen bij een verblijf van twintig en dertig jaar. De correctie zwakt dit verband iets af. Bovendien verschilt de relatie met verblijfsduur tussen de westerse en niet-westerse groep. Een langer verblijf is nadelig voor het vertrouwen in de EU bij de niet-westerse groep, maar voordelig voor het vertrouwen in de EU bij de westerse groep.

Niet alleen speelt de verblijfsduur een rol bij het vertrouwen in het publieke domein, maar ook voor het vertrouwen in het private domein. Zo heeft een immigrant minder vertrouwen in banken als hij of zij minstens tien jaar in Nederland woonachtig is. De correctie doet daar weinig aan af. De negatieve relatie met verblijfsduur geldt echter alleen voor de niet-westerse groep. Bij het tweede aspect van het vertrouwen in het private domein – de grote bedrijven – houdt het negatieve verband met de verblijfsduur geen stand na correctie voor de andere kenmerken in het model. Dit is ook zo bij aparte analyses voor de westerse en niet-westerse groep.

De verblijfsduur is voor het vertrouwen in kerken is, na correctie voor vooral leeftijd, nauwelijks van belang. Alleen voor de niet-westerse groep gaat een langer verblijf van minstens dertig jaar gepaard met minder fiducie in kerken.

Een robuustheidsanalyse leert dat ook onder deze groepen met een gemiddelde langere verblijfsduur afkomstig uit Marokko, Turkije, Suriname, de (voormalige) Nederlandse Antillen en China, het vertrouwen doorgaans lager is naarmate ze langer in Nederland wonen. De verschillen worden soms wel iets kleiner. Bij de overige niet-westerse immigranten blijft de relatie met verblijfsduur nagenoeg overeind. Daarnaast is op nog op een andere manier een robuustheidsanalyse uitgevoerd door de opname van het controlekenmerk herkomstland in zes groepen: Marokko, Turkije, Suriname, Nederlandse Antillen, overig niet-westers en westers. Dit is gedaan voor alle immigranten als voor de selectie niet-westerse immigranten (maar dan met vijf groepen, exclusief westers). De additionele opname van deze controlekenmerken zorgt er niet voor dat de relatie met verblijfsduur in model 4 gaat wijzigen: de odds ratio’s veranderen nauwelijks.

Ten slotte is voor het model met alle immigranten het aantal herkomstlanden opgenomen met minstens 100 respondenten: België, (Bondsrepubliek) Duitsland, Oost-Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Polen, (voormalig) Joegoslavië, Sovjetunie, Nederlands Indië, Overig-Westers, Turkije, Nederlandse Antillen (oud), Indonesië, Marokko, Suriname en Overig niet-Westers. Ook dat heeft nauwelijks gevolgen voor de odds ratio’s.

3.3 Variatie in vertrouwen tussen bevolkingsgroepen

Uit de bevindingen op basis van model 4 (zie tabellenbijlage) komt tevens een aantal andere relaties met het vertrouwen in instituties van de immigranten naar voren. Zo verschillen diverse bevolkingsgroepen in de mate waarin ze de fiducie hebben in de drie ‘gezaghebbende’ instituties: het leger, de rechters en de politie. Zo zien we dat de oudere immigranten meer vertrouwen hebben in de politie, maar minder in het leger en rechters dan de jongere leeftijdsgroepen. Het bezitten van de Nederlandse nationaliteit is alleen van belang voor het vertrouwen in de politie: onder de groep die geen Nederlands paspoort heeft, is er meer vertrouwen. Voorts is er onder de niet-westerse groep meer vertrouwen in het leger dan onder de westerse. Verder is het vertrouwen in rechters groter onder hoger opgeleiden en de hoogste inkomensgroep, en hebben huishoudens met kinderen meer vertrouwen in het leger en de politie dan alleenstaanden. Mannen verschillen niet van vrouwen in het vertrouwen in deze drie ‘gezaghebbende’ instituties, en evenmin zijn er regionale verschillen.

Het plaatje bij andere instituties van het publieke domein – ambtenaren, media, de Tweede Kamer en de Europese Unie – ziet er als volgt uit. Mannen en vrouwen onderscheiden zich niet in dit vertrouwen. Waar de 35- tot 75-jarigen meer vertrouwen hebben in de media dan de jongeren, zijn het vooral de jongste immigranten die meer vertrouwen in de Tweede Kamer en de Europese Unie (EU) etaleren dan oudere leeftijdsgroepen. Ook stuwt een hoger opleidingsniveau het vertrouwen in ambtenaren, de Tweede Kamer en de EU, en is er minder vertrouwen in deze drie instituties onder de middeninkomens dan onder de groep die het minst te besteden heeft. Bovendien heeft de westerse immigrant minder fiducie in ambtenaren dan de niet-westerse, en heeft de genaturaliseerde immigrant minder vertrouwen in ambtenaren en de Tweede Kamer. De huishoudsamenstelling is nauwelijks relevant voor het vertrouwen in deze vier instituties: alleen voor het vertrouwen in ambtenaren is een gezin met kinderen gunstig ten opzichte van de alleenstaanden. Ook is er in de grote steden meer vertrouwen in ambtenaren, de Tweede Kamer en de EU dan in minder verstedelijkte gebieden, en hebben de inwoners in het oosten van het land meer vertrouwen in de Tweede Kamer dan die in het noorden.

Ook bij de twee instituties van het private domein, banken en grote bedrijven, is een aantal bevolkingskenmerken onderscheidend. Vrouwen vertrouwen banken meer dan mannen. Tevens is er meer vertrouwen in beide instituten bij jongeren dan de middelbare leeftijdsgroepen, en bij niet-westerse ten opzichte van westerse immigranten. Ook meer vertrouwen in banken is er bij de immigrant die laag opgeleid is, een laag inkomen heeft, alleenstaand is en in het noorden van het land woont. Ten slotte heeft de niet-westerse immigrant fors minder fiducie in kerken dan de westerse, en tonen de 75-plussers meer vertrouwen in kerken dan vooral de 35- tot 45-jarigen. Ook is dit vertrouwen groter onder de laagste inkomens dan de groepen die meer te besteden hebben.

4. Conclusies en discussie

In een eerdere studie (Schmeets en Exel, 2021) was al aangetoond dat mensen met een migratieachtergrond minder vertrouwen hebben in de medemens, maar vaak meer vertrouwen etaleren in instituties. Vanuit de verwachtings- en assimilatietheorie is onderzocht of de verblijfsduur hierbij een rol speelt. Volgens deze invalshoeken hebben immigranten hoge verwachtingen over het vertrouwensgehalte van het aankomstland, maar zullen ze, naarmate ze daar langer verblijven hun posities op de vertrouwensladders bijstellen. En dat is sterker van toepassing op de immigranten die afkomstig zijn uit, veelal niet-westerse, landen die laag scoren op democratie-indicatoren.

In deze studie is aangetoond dat de verwachtingstheorie niet opgaat voor het vertrouwen in de medemens. Immigranten hebben niet meer, maar juist minder vertrouwen in andere mensen dan de groep met een Nederlandse achtergrond. Vanuit het assimilatieperspectief is de verwachting dat ze meer gaan lijken op de Nederlandse groep naarmate ze langer in Nederland verblijven. Ook dit spoort niet met de bevindingen. Dit sociale vertrouwen neemt, voor de immigranten die langer in Nederland verblijven, alleen iets toe voor de westerse groep, terwijl het juist afneemt bij de niet-westerse groep. Dus waar de afstand in het sociaal vertrouwen tot de Nederlandse groep afneemt bij de westerse groep, wordt die groter bij de niet-westerse groep.

De beide theoretische perspectieven lijken meer hout te snijden bij het vertrouwen in instituties: immigranten hebben vooral meer fiducie in instituties in de eerste periode dat ze in Nederland wonen dan de groep met een Nederlandse achtergrond2). En ook is er bewijs voor een afname van dit vertrouwen naarmate de immigranten langer in Nederland verblijven. Ook hier is echter het onderscheid tussen westers en niet-westers van belang. Voor de niet-westerse immigrant geldt dat bij bijna alle vertrouwensaspecten het vertrouwen afkalft naarmate hij of zij langer in Nederland woont. Dat is niet zo voor de westerse groep. Er is ofwel geen effect van de verblijfsduur (politie, media, Tweede Kamer, banken, kerken) of het verband is positief: een langer verblijf gaat samen met meer vertrouwen (leger, rechters, EU, grote bedrijven). Deze bevindingen stroken met de studies van Röder en Mühlau (2011, p. 382-383; 2012, p. 12) en Adman en Strömblad (2015, p. 112) die vooral onder immigranten afkomstig uit landen met een hoge corruptiegraad een hoger vertrouwen in politie en in rechters constateren dat echter afkalft naarmate ze langer in het land verblijven.

Hiermee bieden de bevindingen, althans voor het institutioneel vertrouwen, steun voor zowel de verwachtingstheorie als de assimilatietheorie. Maar dat is alleen van toepassing voor de niet-westerse groep. Dit naar elkaar toegroeien van immigranten in de richting van de Nederlandse groep duidt op assimilatie, en resulteert in integratie. Aangezien deze ontwikkeling verschilt tussen de westerse en de niet-westerse groep betekent dit dat er sprake is van gesegmenteerde assimilatie (Portes, Fernandez-Kelly en Haller, 2005). Welke mechanismen hierbij een rol spelen is in dit artikel niet aangetoond. Vanuit het perspectief van de verwachtingstheorie worden de hoge verwachtingen omtrent de instituties met een langere verblijfsduur bijgesteld. Maar ook is denkbaar dat discriminatie een (aanvullende) rol speelt: naarmate de immigranten langer in Nederland wonen ervaren ze steeds meer discriminatie met als gevolg dat het vertrouwen in instituties daalt.

Een kanttekening bij deze bevindingen is dat de gegevens ontleend zijn aan jaarlijkse steekproefonderzoeken waardoor de immigranten niet over de tijd zijn gevolgd. Dergelijke paneldata ontbreken. Hoewel we rekening houden met de verschillen in de samenstelling van de (kortere en langere) verblijfsgroepen op basis van een groot aantal controlekenmerken, is het denkbaar dat er nog andere verschillen zijn en die tevens het vertrouwen beïnvloeden. Een dergelijk verschil zou het land van herkomst kunnen zijn: bekend is dat de groepen die afkomstig zijn uit traditionele herkomstlanden minder vertrouwen etaleren dan de nieuwere groepen (Schmeets en Exel, 2021). De uitgevoerde robuustheidsanalyse geeft hier echter geen aanwijzing toe en bevestigt dat er op zijn minst sterke aanwijzingen zijn dat verblijfsduur gerelateerd is aan vertrouwen. Het neemt echter niet weg dat we geen strikt bewijs hebben, aangezien er misschien nog andere, veelal niet gemeten, kenmerken zijn die invloed kunnen hebben op het effect van verblijfsduur op vertrouwen.

 

2)Zie ook het grotere vertrouwen van de Syrische immigranten (statushouders) bij aankomst in Nederland: https://digitaal.scp.nl/syrische-statushouders-op-weg-in-nederland/vertrouwen-in-nederlandse-instanties/

Literatuur

Adman, P. en P. Strömblad (2009). From Naïve Newcomers to Critical Citizens? Exploring Political Trust Among Immigrants in Scandinavia. Workshop Diversity, Inclusion and Citizenship in Scandinavia, 345-370. Institute for Futures Studies.

Adman, P. en P. Strömblad (2015). Political Trust as Modest Expectations: Exploring Immigrants’ Falling Confidence in Swedish Political Institutions. Nordic Journal of Migration Research, 5(3), 107–116.

Alba, R. en V. Nee (1997). Rethinking assimilation theory for a new era of immigration. International Migration Review, 31(4), 826-874.

CBS StatLine (2021). Vertrouwen in mensen, recht en politiek; Europese vergelijking. https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/80518ned/table?dl=5629C

De Mooij, M., D. Dieleman en S. de Regt (red.), (2020). Jaarrapport Integratie 2020. Den Haag/Heerlen: CBS.

Dinesen, P. T. (2013). Where You Come From or Where You Live? Examining the Cultural and Institutional Explanation of Generalized Trust Using Migration as a Natural Experiment. European Sociological Review, 29(1), 114–128.

Gidron, N., en C. Superti (2015). Overcoming the Long Shadow of Corruption: Trust in Institutions, Evidence from Israel. Harvard University, 1-54.

Gordon, M. M. (1964). Assimilation in American life: The role of race, religion, and national origins. Oxford: Oxford University Press.

Jennissen, R., G. Engbersen, M. Bokhorst en M. Bovens (2018). De nieuwe verscheidenheid. Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland, Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Maxwell, R. (2010). Evaluating Migrant Integration: Political Attitudes Across Generations in Europe. International Migration Review, 44, 25-52.

Michelson, M. R. (2003). The corrosive effect of acculturation: How Mexican Americans lose political trust. Social science quarterly, 84(4), 918-933.

Nicolaas, H., A. Sprangers en H. Witvliet (2003). ‘Arbeidsmigranten en hun gezinnen’, Bevolkingstrends, 2: 20-23.

Niu, G., en G. Zhao (2018). Religion and trust in strangers among China's rural-urban migrants. China Economic Review, 50, 265-272.

Portes, A., P. Fernandez-Kelly en W. Haller (2005). Segmented assimilation on the ground: The new second generation in early adulthood. Ethnic and racial studies, 28(6), 1000-1040.

Röder, A. en P. Mühlau (2011). Discrimination, exclusion and immigrants’ confidence in public institutions in Europe. European Societies, 13(4), 535-557.

Röder, A en P. Mühlau (2012). Low Expectations or Different Evaluations: What Explains Immigrants' High Levels of Trust in Host-Country Institutions? Journal of Ethnic and Migration Studies, 38(5), 777-792.

Schmeets, H. (2017). Vertrouwen in elkaar en in de samenleving. Working paper 26, Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Schmeets, H. (2019). Verblijfsduur immigranten: migratieredenen en herkomstgebieden. Working paper 33, Den Haag: Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Schmeets, H. en J. Exel (2021). Vertrouwen van migranten in medemens en instituties. Statistische Trends, 20-1-2021. https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2021/vertrouwen-van-migranten-in-medemens-en-instituties

Suarez-Orozco, M. M. (1987). Becoming somebody: Central American immigrants in U.S. inner-city schools. Anthropology &Education Quarterly, 18(4), 287–299. https://doi.org/10.1525/aeq.1987.18.4.04x0020t

V-Dem (2021). Democracy at Dusk? V-Dem Annual Report 2021. Gothenburg: University of Gothenburg.

Tabellen

Logistische regressies

De onderstaande tabellen zijn ook beschikbaar als excelbestand.

B1 Vertrouwen in de medemens

B1-I Vertrouwen in medemens, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen32,7***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,93
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,72***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,77**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,61***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,72***
Intercept 1,14
Aantal waarnemingen 4314
Nagelkerke R²0,012
Akaike Inf. Crit.8401,9
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001.

B1-II Vertrouwen in medemens, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen28,9***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,92
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,75**
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,82*
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,66***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,67***
HerkomstlandAlgemeen58,2***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)1,51***
Intercept 0,95
Aantal waarnemingen 4314
Nagelkerke R²0,030
Akaike Inf. Crit.8338,1
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001.

B1-III Vertrouwen in medemens, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen4,8
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,18
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,03
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 1,11
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,97
Verblijfsduur40 jaar of langer0,98
HerkomstlandAlgemeen19,5***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)1,32***
Opleiding Algemeen191,4***
Middelbaar (Laag = ref.)Middelbaar (Laag = ref.)1,37***
Hoog Hoog 2,76***
LeeftijdAlgemeen0,9
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,97
Leeftijd35 tot 45 jaar0,99
Leeftijd45 tot 55 jaar0,99
Leeftijd55 tot 65 jaar0,96
Leeftijd65 tot 75 jaar1,07
Leeftijd75 jaar of ouder 1,04
Nederlandse nationaliteitAlgemeen10,4**
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,78**
GeslachtAlgemeen31,8***
GeslachtVrouw (man=ref.)0,73***
Intercept 0,73
Aantal waarnemingen 3993
Nagelkerke R²0,250
Akaike Inf. Crit.7477,9
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001.

B1-IV Vertrouwen in medemens, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen6,0
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,18
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,03
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 1,09
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,93
Verblijfsduur40 jaar of langer0,92
HerkomstlandAlgemeen11,5***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)1,26***
Opleiding Algemeen127,5***
Middelbaar (Laag = ref.)Middelbaar (Laag = ref.)1,29***
Hoog Hoog 2,43***
LeeftijdAlgemeen2,4
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,99
Leeftijd35 tot 45 jaar0,97
Leeftijd45 tot 55 jaar0,96
Leeftijd55 tot 65 jaar0,90
Leeftijd65 tot 75 jaar1,06
Leeftijd75 jaar of ouder 1,05
Nederlandse nationaliteitAlgemeen9,5**
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,78**
GeslachtAlgemeen23,6***
GeslachtVrouw (man=ref.)0,76***
HuishoudinkomenAlgemeen38,4***
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,98
HuishoudinkomenDerder kwartiel1,18*
HuishoudinkomenVierde kwartiel1,63***
HuishoudsamenstellingAlgemeen3,5
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,96
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 0,99
HuishoudsamenstellingEenouder gezin 0,82
HuishoudsamenstellingOverig 0,94
StedelijkheidsgraadAlgemeen7,6
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)0,97
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk1,21
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 1,10
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk1,28
LandsdeelAlgemeen10,2*
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,21
LandsdeelWest1,17
LandsdeelZuid0,92
Intercept 0,63*
Aantal waarnemingen 3844
Nagelkerke R²0,336
Akaike Inf. Crit.7136,0
Significantie: * p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001.

B2 Vertrouwen in leger

B2-I Vertrouwen in leger, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen29,6***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,06
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,07
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,98
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,83
Verblijfsduur40 jaar of langer0,71**
Intercept 1,73***
Aantal waarnemingen 3883
Nagelkerke R²0,014
Akaike Inf. Crit.7244,8
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B2-II Vertrouwen in leger, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen25,6***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,07
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,05
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,95
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,80*
Verblijfsduur40 jaar of langer0,73**
HerkomstlandAlgemeen11,2**
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,82***
Intercept 1,89***
Aantal waarnemingen 3883
Nagelkerke R²0,018
Akaike Inf. Crit.7233,1
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B2-III Vertrouwen in leger, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen6,2
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,03
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,17
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 1,15
Verblijfsduur30 tot 40 jaar1,01
Verblijfsduur40 jaar of langer0,97
HerkomstlandAlgemeen8,2**
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,83**
Opleiding Algemeen1,4
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)1,01
Opleiding Hoog 0,93
LeeftijdAlgemeen18,2**
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,89
Leeftijd35 tot 45 jaar0,78*
Leeftijd45 tot 55 jaar0,63***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,67**
Leeftijd65 tot 75 jaar0,65**
Leeftijd75 jaar of ouder 0,63*
Nederlandse nationaliteitAlgemeen1,2
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,91
GeslachtAlgemeen0,0
GeslachtVrouw (man=ref.)1,01
Intercept 2,39***
Aantal waarnemingen 3591
Nagelkerke R²0,198
Akaike Inf. Crit.6635,6
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B2-IV Vertrouwen in leger, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen4,2
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,90
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,01
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 1,00
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,88
Verblijfsduur40 jaar of langer0,85
HerkomstlandAlgemeen7,3**
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,82**
Opleiding Algemeen1,0
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)1,03
Opleiding Hoog 0,96
LeeftijdAlgemeen16,4*
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,89
Leeftijd35 tot 45 jaar0,76*
Leeftijd45 tot 55 jaar0,63***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,69*
Leeftijd65 tot 75 jaar0,71*
Leeftijd75 jaar of ouder 0,71
Nederlandse nationaliteitAlgemeen1,7
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,89
GeslachtAlgemeen0,2
GeslachtVrouw (man=ref.)1,03
HuishoudinkomenAlgemeen3,6
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,98
HuishoudinkomenDerder kwartiel0,92
HuishoudinkomenVierde kwartiel1,09
HuishoudsamenstellingAlgemeen5,8
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)1,02
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,20*
HuishoudsamenstellingEenouder gezin 1,15
HuishoudsamenstellingOverig 1,04
StedelijkheidsgraadAlgemeen1,8
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)1,07
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk1,13
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 1,02
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk0,99
LandsdeelAlgemeen1,3
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,02
LandsdeelWest1,04
LandsdeelZuid0,94
Intercept 2,32***
Aantal waarnemingen 3462
Nagelkerke R²0,274
Akaike Inf. Crit.6386,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B3 Vertrouwen in politie

B3-I Vertrouwen in politie, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen58,6***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,77*
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,64***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,54***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,49***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,56***
Intercept 3,28***
Aantal waarnemingen 4322
Nagelkerke R²0,022
Akaike Inf. Crit.7731,9
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B3-II Vertrouwen in politie, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen55,7***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,77*
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,65***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,55***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,50***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,54***
HerkomstlandAlgemeen6,4*
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)1,16*
Intercept 3,08***
Aantal waarnemingen 4322
Nagelkerke R²0,024
Akaike Inf. Crit.7727,9

* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B3-III Vertrouwen in politie, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen19,9**
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,75*
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,73*
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,64**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,54***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,56***
HerkomstlandAlgemeen0,2
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)1,03
Opleiding Algemeen5,6*
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,97
Opleiding Hoog 1,15
LeeftijdAlgemeen21,7**
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,96
Leeftijd35 tot 45 jaar1,29*
Leeftijd45 tot 55 jaar1,01
Leeftijd55 tot 65 jaar1,24
Leeftijd65 tot 75 jaar1,42*
Leeftijd75 jaar of ouder 1,53*
Nederlandse nationaliteitAlgemeen19,5***
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,69***
Intercept 3,24***
Aantal waarnemingen 3986
Nagelkerke R²0,206
Akaike Inf. Crit.7059,9
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B3-IV Vertrouwen in politie, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen21,3**
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,71*
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,67**
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,61**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,49***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,50***
HerkomstlandAlgemeen0,4
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)1,05
Opleiding Algemeen3,2
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,96
Opleiding Hoog 1,10
LeeftijdAlgemeen26,0
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,92
Leeftijd35 tot 45 jaar1,22
Leeftijd45 tot 55 jaar0,98
Leeftijd55 tot 65 jaar1,25
Leeftijd65 tot 75 jaar1,51*
Leeftijd75 jaar of ouder 1,71**
Nederlandse nationaliteitAlgemeen17,1***
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,70
GeslachtAlgemeen1,0
GeslachtVrouw (man=ref.)1,06
HuishoudinkomenAlgemeen13,6**
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,78**
HuishoudinkomenDerder kwartiel0,95
HuishoudinkomenVierde kwartiel1,04
HuishoudsamenstellingAlgemeen9,7*
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)1,03
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,23*
HuishoudsamenstellingEenoudergezin 0,99
HuishoudsamenstellingOverig 1,00
StedelijkheidsgraadAlgemeen3,7
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)1,10
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk1,14
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 1,08
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk1,34
LandsdeelAlgemeen1,8
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,02
LandsdeelWest1,08
LandsdeelZuid0,95
Intercept 3,08***
Aantal waarnemingen 3835
Nagelkerke R²0,279
Akaike Inf. Crit.6799,8
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B4 Vertrouwen in rechters

 
B4-I, Vertrouwen in rechters, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen58,1***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,01
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,87
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,77*
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,64***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,54***
Intercept 3,04***
Aantal waarnemingen 4117
Nagelkerke R²0,023
Akaike Inf. Crit.7061,1
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B4-II, Vertrouwen in rechters, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen55,9***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,02
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,86
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,75**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,63***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,55***
HerkomstlandAlgemeen4,3*
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,88*
Intercept 3,21***
Aantal waarnemingen 4117
Nagelkerke R²0,025
Akaike Inf. Crit.7057,8
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B4-III, Vertrouwen in rechters, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen6,1
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,16
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,06
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,97
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,87
Verblijfsduur40 jaar of langer0,88
HerkomstlandAlgemeen3,7
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,88
Opleiding Algemeen49,1***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)1,20**
Opleiding Hoog 1,78***
LeeftijdAlgemeen16,3*
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,92
Leeftijd35 tot 45 jaar0,82
Leeftijd45 tot 55 jaar0,70**
Leeftijd55 tot 65 jaar0,69*
Leeftijd65 tot 75 jaar0,62**
Leeftijd75 jaar of ouder 0,54**
Nederlandse nationaliteitAlgemeen3,2
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,86
GeslachtAlgemeen1,7
GeslachtVrouw (man=ref.)0,92
Intercept 3,09***
Aantal waarnemingen 3801
Nagelkerke R²0,215
Akaike Inf. Crit.6398,3
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B4-IV, Vertrouwen in rechters, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen5,6
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,15
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,07
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,98
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,88
Verblijfsduur40 jaar of langer0,88
HerkomstlandAlgemeen1,4
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,92
Opleiding Algemeen28,5***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)1,16*
Opleiding Hoog 1,60***
LeeftijdAlgemeen12,4
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,88
Leeftijd35 tot 45 jaar0,79
Leeftijd45 tot 55 jaar0,68**
Leeftijd55 tot 65 jaar0,68*
Leeftijd65 tot 75 jaar0,63*
Leeftijd75 jaar of ouder 0,58**
Nederlandse nationaliteitAlgemeen2,9
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,86
GeslachtAlgemeen0,0
GeslachtVrouw (man=ref.)0,96
HuishoudinkomenAlgemeen20,7***
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,79**
HuishoudinkomenDerder kwartiel0,93
HuishoudinkomenVierde kwartiel1,22*
HuishoudsamenstellingAlgemeen4,1
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,87
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,03
HuishoudsamenstellingEenouder gezin 0,95
HuishoudsamenstellingOverig 1,01
StedelijkheidsgraadAlgemeen5,7
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)0,94
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk1,02
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 0,80
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk1,20
LandsdeelAlgemeen1,2
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,08
LandsdeelWest1,13
LandsdeelZuid1,04
Intercept 3,12***
Aantal waarnemingen 3662
Nagelkerke R²0,282
Akaike Inf. Crit.6176,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B5 Vertrouwen in ambtenaren

B5-I Vertrouwen in ambtenaren, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen78,7***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,14
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,83*
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,78*
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,61***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,54***
Intercept 1,36***
Aantal waarnemingen 4043
Nagelkerke R²0,026
Akaike Inf. Crit.7859,1
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B5-II Vertrouwen in ambtenaren, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen77,6***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,15
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,80*
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,74**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,57***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,56***
HerkomstlandAlgemeen26,9***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,75***
Intercept 1,55***
Aantal waarnemingen 4043
Nagelkerke R²0,034
Akaike Inf. Crit.7832,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B5-III Vertrouwen in ambtenaren, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen28,2***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,18
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,93
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,87
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,67**
Verblijfsduur40 jaar of langer0,63**
HerkomstlandAlgemeen32,9***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,69***
Opleiding Algemeen10,5**
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)1,03
Opleiding Hoog 1,25**
LeeftijdAlgemeen7,5
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,85
Leeftijd35 tot 45 jaar0,85
Leeftijd45 tot 55 jaar0,81
Leeftijd55 tot 65 jaar0,87
Leeftijd65 tot 75 jaar0,92
Leeftijd75 jaar of ouder 1,13
Nederlandse nationaliteitAlgemeen4,7*
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,84*
GeslachtAlgemeen0,0
GeslachtVrouw (man=ref.)1,01
Intercept 1,72***
Aantal waarnemingen 3753
Nagelkerke R²0,203
Akaike Inf. Crit.7234,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B5-IV Vertrouwen in ambtenaren, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen22,5***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,20
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,95
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,89
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,71*
Verblijfsduur40 jaar of langer0,67*
HerkomstlandAlgemeen14,8
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,77***
Opleiding Algemeen11,3**
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)1,04
Opleiding Hoog 1,29**
LeeftijdAlgemeen10,8
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,84
Leeftijd35 tot 45 jaar0,86
Leeftijd45 tot 55 jaar0,82
Leeftijd55 tot 65 jaar0,95
Leeftijd65 tot 75 jaar1,03
Leeftijd75 jaar of ouder 1,27
Nederlandse nationaliteitAlgemeen4,2*
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,85*
GeslachtAlgemeen0,0
GeslachtVrouw (man=ref.)0,99
HuishoudinkomenAlgemeen12,9**
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,76***
HuishoudinkomenDerde kwartiel0,85*
HuishoudinkomenVierde kwartiel0,86
HuishoudsamenstellingAlgemeen17,0**
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,92
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,26**
HuishoudsamenstellingEenouder gezin 1,06
HuishoudsamenstellingOverig 0,97
StedelijkheidsgraadAlgemeen12,7*
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)0,84*
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk0,78*
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 0,69**
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk0,77
LandsdeelAlgemeen2,7
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,26
LandsdeelWest1,13
LandsdeelZuid1,12
Intercept 1,62*
Aantal waarnemingen 3616
Nagelkerke R²0,290
Akaike Inf. Crit.6923,5
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B6 Vertrouwen in Tweede Kamer

B6-I Vertrouwen in Tweede Kamer, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen156,5***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,96
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,71***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,49***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,39***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,42***
Intercept 1,22*
Aantal waarnemingen 4011
Nagelkerke R²0,050
Akaike Inf. Crit.7536,8
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B6-II Vertrouwen in Tweede Kamer, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen158,7***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,96
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,70***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,48***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,38***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,43***
HerkomstlandAlgemeen7,2**
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,86**
Intercept 1,31**
Aantal waarnemingen 4011
Nagelkerke R²0,052
Akaike Inf. Crit.7533,7
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B6-III Vertrouwen in Tweede Kamer, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen46,8***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,12
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,91
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,67**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,52***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,57***
HerkomstlandAlgemeen10,9**
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,80***
Opleiding Algemeen32,3***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,97
Opleiding Hoog 1,42***
LeeftijdAlgemeen17,2**
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,72**
Leeftijd35 tot 45 jaar0,76*
Leeftijd45 tot 55 jaar0,65***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,84
Leeftijd65 tot 75 jaar0,82
Leeftijd75 jaar of ouder 0,82
Nederlandse nationaliteitAlgemeen15,9***
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,73***
GeslachtAlgemeen1,2
GeslachtVrouw (man=ref.)0,94
Intercept 1,62***
Aantal waarnemingen 3712
Nagelkerke R²0,234
Akaike Inf. Crit.6885,6
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B6-IV Vertrouwen in Tweede Kamer, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen44,5***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,08
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,88
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,65**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,50***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,56***
HerkomstlandAlgemeen3,5
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,88
Opleiding Algemeen27,4***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,96
Opleiding Hoog 1,40***
LeeftijdAlgemeen17,7**
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,67**
Leeftijd35 tot 45 jaar0,73*
Leeftijd45 tot 55 jaar0,63***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,80
Leeftijd65 tot 75 jaar0,80
Leeftijd75 jaar of ouder 0,80
Nederlandse nationaliteitAlgemeen14,2***
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,73***
GeslachtAlgemeen1,3
GeslachtVrouw (man=ref.)0,94
HuishoudinkomenAlgemeen18,3***
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,74***
HuishoudinkomenDerde kwartiel0,84*
HuishoudinkomenVierde kwartiel1,01
HuishoudsamenstellingAlgemeen2,0
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,94
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,03
HuishoudsamenstellingEenoudergezin 0,99
HuishoudsamenstellingOverig 0,85
StedelijkheidsgraadAlgemeen15,1**
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)0,78**
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk0,86
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 0,68**
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk0,75
LandsdeelAlgemeen7,6
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,53**
LandsdeelWest1,29
LandsdeelZuid1,30
Intercept 1,67*
Aantal waarnemingen 3588
Nagelkerke R²0,314
Akaike Inf. Crit.6596,5
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B7 Vertrouwen in Europese Unie

B7-I Vertrouwen in Europese Unie, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen221,5***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,98
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,68***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,45***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,34***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,36***
Intercept 1,60***
Aantal waarnemingen 4063
Nagelkerke R²0,069
Akaike Inf. Crit.7663,5
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B7-II Vertrouwen in Europese Unie, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen222,5***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,98
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,67***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,44***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,34***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,37***
HerkomstlandAlgemeen1,6
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,93
Intercept 1,66***
Aantal waarnemingen 4063
Nagelkerke R²0,069
Akaike Inf. Crit.7662,7
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B7-III Vertrouwen in Europese Unie, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen49,1***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,11
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,88
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,66***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,52***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,53***
HerkomstlandAlgemeen1,0
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,94
Opleiding Algemeen21,3***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,99
Opleiding Hoog 1,34***
LeeftijdAlgemeen37,1***
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,66***
Leeftijd35 tot 45 jaar0,63***
Leeftijd45 tot 55 jaar0,49***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,52***
Leeftijd65 tot 75 jaar0,60**
Leeftijd75 jaar of ouder 0,60**
Nederlandse nationaliteitAlgemeen3,0
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,87
GeslachtAlgemeen1,5
GeslachtVrouw (man=ref.)0,93
Intercept 2,16***
Aantal waarnemingen 3769
Nagelkerke R²0,238
Akaike Inf. Crit.7047,3
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B7-IV Vertrouwen in Europese Unie, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen47,7***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,20
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,95
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,71*
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,55***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,57***
HerkomstlandAlgemeen0,1
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,98
Opleiding Algemeen13,8**
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,97
Opleiding Hoog 1,27**
LeeftijdAlgemeen31,0***
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,64***
Leeftijd35 tot 45 jaar0,65***
Leeftijd45 tot 55 jaar0,50***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,53***
Leeftijd65 tot 75 jaar0,62**
Leeftijd75 jaar of ouder 0,64*
Nederlandse nationaliteitAlgemeen2,0
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,89
GeslachtAlgemeen0,6
GeslachtVrouw (man=ref.)0,96
HuishoudinkomenAlgemeen14,3
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,81**
HuishoudinkomenDerde kwartiel0,83*
HuishoudinkomenVierde kwartiel1,05
HuishoudsamenstellingAlgemeen0,6
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,99
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,02
HuishoudsamenstellingEenoudergezin 1,05
HuishoudsamenstellingOverig 1,12
StedelijkheidsgraadAlgemeen13,8**
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)0,76***
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk0,82*
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 0,90
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk0,90
LandsdeelAlgemeen4,0
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,29
LandsdeelWest1,11
LandsdeelZuid1,17
Intercept 2,06***
Aantal waarnemingen 3623
Nagelkerke R²0,318
Akaike Inf. Crit.6757,9
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B8 Vertrouwen in de pers

B8-I Vertrouwen in pers, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen71,4***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,00
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,71***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,55***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,53***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,70***
Intercept 0,80*
Aantal waarnemingen 4149
Nagelkerke R²0,024
Akaike Inf. Crit.7574,9
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B8-II Vertrouwen in pers, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen75,0***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,00
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,70***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,54***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,51***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,71***
HerkomstlandAlgemeen4,3*
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,89*
Intercept 0,85*
Aantal waarnemingen 4149
Nagelkerke R²0,025
Akaike Inf. Crit.7572,5
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B8-III Vertrouwen in pers, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen48,1***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,94
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,68***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,50***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,47***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,63**
HerkomstlandAlgemeen4,4*
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,87*
Opleiding Algemeen10,8**
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,96
Opleiding Hoog 1,20*
LeeftijdAlgemeen8,4
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)1,27*
Leeftijd35 tot 45 jaar1,30*
Leeftijd45 tot 55 jaar1,24
Leeftijd55 tot 65 jaar1,39*
Leeftijd65 tot 75 jaar1,50*
Leeftijd75 jaar of ouder 1,30
Nederlandse nationaliteitAlgemeen0,3
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,96
GeslachtAlgemeen1,9
GeslachtVrouw (man=ref.)0,92
Intercept 0,74*
Aantal waarnemingen 3834
Nagelkerke R²0,202
Akaike Inf. Crit.6948,0
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B8-IV Vertrouwen in pers, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen50,1***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,81
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,60***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,45***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,42***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,56***
HerkomstlandAlgemeen2,2
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,90
Opleiding Algemeen9,3*
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,92
Opleiding Hoog 1,16
LeeftijdAlgemeen7,1
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)1,27
Leeftijd35 tot 45 jaar1,34*
Leeftijd45 tot 55 jaar1,27
Leeftijd55 tot 65 jaar1,35*
Leeftijd65 tot 75 jaar1,43*
Leeftijd75 jaar of ouder 1,20
Nederlandse nationaliteitAlgemeen0,6
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,94
GeslachtAlgemeen0,7
GeslachtVrouw (man=ref.)0,95
HuishoudinkomenAlgemeen0,4
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,96
HuishoudinkomenDerde kwartiel0,98
HuishoudinkomenVierde kwartiel0,95
HuishoudsamenstellingAlgemeen5,1
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,95
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 0,85
HuishoudsamenstellingEenoudergezin 0,82
HuishoudsamenstellingOverig 0,98
StedelijkheidsgraadAlgemeen4,4
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)0,88
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk0,95
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 0,82
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk0,82
LandsdeelAlgemeen5,6
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,05
LandsdeelWest1,01
LandsdeelZuid0,84
Intercept 1,03
Aantal waarnemingen 3695
Nagelkerke R²0,282
Akaike Inf. Crit.6663,3
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B9 Vertrouwen in kerken

B9-I Vertrouwen in kerken, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen47,0***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,27*
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,37**
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 1,15
Verblijfsduur30 tot 40 jaar1,00
Verblijfsduur40 jaar of langer0,80*
Intercept 0,61***
Aantal waarnemingen 3850
Nagelkerke R²0,018
Akaike Inf. Crit.7272,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B9-II Vertrouwen in kerken, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen31,0***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,30*
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,27*
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 1,00
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,86
Verblijfsduur40 jaar of langer0,90
HerkomstlandAlgemeen186,6***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,44***
Intercept 0,87
Aantal waarnemingen 3850
Nagelkerke R²0,076
Akaike Inf. Crit.7076,5
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B9-III Vertrouwen in kerken, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen37,6***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,26
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,26
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 1,00
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,82
Verblijfsduur40 jaar of langer0,65**
HerkomstlandAlgemeen151,2***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,42***
Opleiding Algemeen15,8***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,86
Opleiding Hoog 0,73***
LeeftijdAlgemeen42,5***
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,81
Leeftijd35 tot 45 jaar0,72**
Leeftijd45 tot 55 jaar0,83
Leeftijd55 tot 65 jaar0,92
Leeftijd65 tot 75 jaar1,11
Leeftijd75 jaar of ouder 1,98***
Nederlandse nationaliteitAlgemeen0,0
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)1,01
GeslachtAlgemeen4,4*
GeslachtVrouw (man=ref.)1,13*
Intercept 1,11
Aantal waarnemingen 3560
Nagelkerke R²0,265
Akaike Inf. Crit.6416,4
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B9-IV Vertrouwen in kerken, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen26,4***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,13
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,12
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,90
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,77
Verblijfsduur40 jaar of langer0,62**
HerkomstlandAlgemeen114,6***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,45***
Opleiding Algemeen7,4*
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,87
Opleiding Hoog 0,80**
LeeftijdAlgemeen45,7***
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,87
Leeftijd35 tot 45 jaar0,78*
Leeftijd45 tot 55 jaar0,93
Leeftijd55 tot 65 jaar1,11
Leeftijd65 tot 75 jaar1,39
Leeftijd75 jaar of ouder 2,44***
Nederlandse nationaliteitAlgemeen0,2
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,96
GeslachtAlgemeen2,8
GeslachtVrouw (man=ref.)1,11
HuishoudinkomenAlgemeen17,6***
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,80**
HuishoudinkomenDerde kwartiel0,83*
HuishoudinkomenVierde kwartiel0,68***
HuishoudsamenstellingAlgemeen17,8**
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,80*
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,16
HuishoudsamenstellingEenoudergezin 1,18
HuishoudsamenstellingOverig 1,04
StedelijkheidsgraadAlgemeen4,5
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)1,13
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk1,14
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 1,06
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk0,85
LandsdeelAlgemeen9,4*
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,23
LandsdeelWest1,26
LandsdeelZuid0,97
Intercept 0,98
Aantal waarnemingen 3421
Nagelkerke R²0,351
Akaike Inf. Crit.6113,0
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B10 Vertrouwen in banken

B10-I Vertrouwen in banken, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen138,0***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,95
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,75**
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,54***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,54***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,40***
Intercept 1,40
Aantal waarnemingen 4240
Nagelkerke R²0,042
Akaike Inf. Crit.8175,6
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B10-II Vertrouwen in banken, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen138,3***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,96
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,71***
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,49***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,48***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,43***
HerkomstlandAlgemeen99,6***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,57***
Intercept 1,81
Aantal waarnemingen 4240
Nagelkerke R²0,070
Akaike Inf. Crit.8068,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B10-III Vertrouwen in banken, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen31,3***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)0,97
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,82
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,63***
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,58***
Verblijfsduur40 jaar of langer0,53***
HerkomstlandAlgemeen73,3***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,58***
Opleiding Algemeen63,6***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,79***
Opleiding Hoog 0,55***
LeeftijdAlgemeen18,6**
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,81
Leeftijd35 tot 45 jaar0,69**
Leeftijd45 tot 55 jaar0,71**
Leeftijd55 tot 65 jaar0,71**
Leeftijd65 tot 75 jaar0,64**
Leeftijd75 jaar of ouder 0,96
Nederlandse nationaliteitAlgemeen7,0**
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,81**
GeslachtAlgemeen22,7***
GeslachtVrouw (man=ref.)1,30***
Intercept 2,65
Aantal waarnemingen 3914
Nagelkerke R²0,264
Akaike Inf. Crit.7315,4
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B10-IV Vertrouwen in banken, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen27,1***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,06
Verblijfsduur10 tot 20 jaar0,83
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,64**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,63**
Verblijfsduur40 jaar of langer0,57***
HerkomstlandAlgemeen44,8***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,63***
Opleiding Algemeen39,0***
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,81**
Opleiding Hoog 0,60***
LeeftijdAlgemeen15,6
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,79
Leeftijd35 tot 45 jaar0,70**
Leeftijd45 tot 55 jaar0,71**
Leeftijd55 tot 65 jaar0,78
Leeftijd65 tot 75 jaar0,74
Leeftijd75 jaar of ouder 1,05
Nederlandse nationaliteitAlgemeen6,5*
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,81*
GeslachtAlgemeen18,0***
GeslachtVrouw (man=ref.)1,28***
HuishoudinkomenAlgemeen12,1
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,79**
HuishoudinkomenDerde kwartiel0,84*
HuishoudinkomenVierde kwartiel0,78**
HuishoudsamenstellingAlgemeen20,0**
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,79**
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,11
HuishoudsamenstellingEenoudergezin 1,24
HuishoudsamenstellingOverig 0,99
StedelijkheidsgraadAlgemeen4,9
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)1,04
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk1,03
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 0,94
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk1,39
LandsdeelAlgemeen6,7
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,37*
LandsdeelWest1,45**
LandsdeelZuid1,37*
Intercept 1,83**
Aantal waarnemingen 3765
Nagelkerke R²0,345
Akaike Inf. Crit.6996,3
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B11 Vertrouwen in grote bedrijven

B11-I Vertrouwen in grote bedrijven, model 1
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen59,4***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,22
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,15
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,81*
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,84
Verblijfsduur40 jaar of langer0,67***
Intercept 0,79**
Aantal waarnemingen 3994
Nagelkerke R²0,022
Akaike Inf. Crit.7630,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B11-II Vertrouwen in grote bedrijven, model 2
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen56,7***
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,22
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,12
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,77**
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,80*
Verblijfsduur40 jaar of langer0,69***
HerkomstlandAlgemeen19,7***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,78***
Intercept 0,88
Aantal waarnemingen 3994
Nagelkerke R²0,027
Akaike Inf. Crit.7612,6
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B11-III Vertrouwen in grote bedrijven, model 3
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen18,3**
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,21
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,30*
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,97
Verblijfsduur30 tot 40 jaar1,07
Verblijfsduur40 jaar of langer0,89
HerkomstlandAlgemeen14,4***
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,78***
Opleiding Algemeen3,8
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)1,00
Opleiding Hoog 0,88
LeeftijdAlgemeen25,4***
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,79*
Leeftijd35 tot 45 jaar0,64***
Leeftijd45 tot 55 jaar0,62***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,58***
Leeftijd65 tot 75 jaar0,57***
Leeftijd75 jaar of ouder 0,76
Nederlandse nationaliteitAlgemeen1,3
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,91
GeslachtAlgemeen1,7
GeslachtVrouw (man=ref.)0,93
Intercept 1,26
Aantal waarnemingen 3704
Nagelkerke R²0,202
Akaike Inf. Crit.7006,2
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001

B11-IV Vertrouwen in grote bedrijven, model 4
O.R.Wald Sign.
VerblijfsduurAlgemeen14,2*
Verblijfsduur5 tot 10 jaar (0 tot 5 jaar =ref.)1,08
Verblijfsduur10 tot 20 jaar1,14
Verblijfsduur20 tot 30 jaar 0,86
Verblijfsduur30 tot 40 jaar0,97
Verblijfsduur40 jaar of langer0,80
HerkomstlandAlgemeen9,2**
HerkomstlandWesters (niet-westers=ref.)0,81**
Opleiding Algemeen1,3
Opleiding Middelbaar (Laag = ref.)0,99
Opleiding Hoog 0,92
LeeftijdAlgemeen26,4***
Leeftijd25 tot 35 jaar (15 tot 25 =ref.)0,75*
Leeftijd35 tot 45 jaar0,61***
Leeftijd45 tot 55 jaar0,59***
Leeftijd55 tot 65 jaar0,58***
Leeftijd65 tot 75 jaar0,59**
Leeftijd75 jaar of ouder 0,80
Nederlandse nationaliteitAlgemeen1,5
Nederlandse nationaliteitJa (niet = ref.)0,91
GeslachtAlgemeen2,7
GeslachtVrouw (man=ref.)0,91
HuishoudinkomenAlgemeen3,2
HuishoudinkomenTweede kwartiel (eerste = ref.)0,98
HuishoudinkomenDerde kwartiel0,90
HuishoudinkomenVierde kwartiel1,05
HuishoudsamenstellingAlgemeen7,9
HuishoudsamenstellingPaar zonder kinderen (alleenstaand = ref.)0,92
HuishoudsamenstellingPaar met kinderen 1,14
HuishoudsamenstellingEenoudergezin 1,05
HuishoudsamenstellingOverig 0,86
StedelijkheidsgraadAlgemeen2,5
StedelijkheidsgraadSterk stedelijkheid (zeer sterk = ref.)1,02
StedelijkheidsgraadMatig stedelijk0,94
StedelijkheidsgraadWeinig stedelijk 1,03
StedelijkheidsgraadNiet stedelijk1,26
LandsdeelAlgemeen7,0
LandsdeelOost (ref. = Noord)1,19
LandsdeelWest1,20
LandsdeelZuid0,97
Intercept 1,24
Aantal waarnemingen 3561
Nagelkerke R²0,286
Akaike Inf. Crit.6712,9
* p < 0,05 ; ** p < 0,01 ; *** p < 0,001