Auteur: Carin Reep en Christianne Hupkens

Ervaren impact corona op mentale gezondheid en leefstijl

Over deze publicatie

De coronacrisis heeft iedereen in meer of mindere mate beïnvloed. Uit veel onderzoek komt naar voren dat met name de jongeren en alleenstaande ouderen het mentaal zwaar hadden. Dit onderzoek laat zien hoe men zelf in de tweede helft van 2020 keek naar de coronaperiode en de veranderingen die corona(maatregelen) teweeg heeft gebracht op het gebied van de mentale gezondheid (eenzaamheid, somberheid, stress, angst), lichaamsbeweging en voeding, en rookgedrag, alcohol- en drugsgebruik. Ook de ontwikkeling van de mentale gezondheid, beweging en voeding, en middelengebruik voorafgaand en tijdens de coronacrisis wordt geschetst.

1. Inleiding

Corona heeft ons allen geraakt, de een meer dan de ander. In de eerste plaats door de ernst van de ziekte zelf: er heerste angst voor besmetting, mensen werden ziek, mensen overleden. De coronamaatregelen (zie bijlage 1) hadden grote invloed op het leven en de dagindeling van veel mensen. Mensen moesten hun studie of werk vanuit thuis doen of hadden (tijdelijk) geen werk of juist extra werk. Kinderen bleven thuis en moesten thuis onderwezen worden. Velen konden (tijdelijk) hun sport niet meer beoefenen. Sommigen hadden veel extra tijd, anderen juist niet.

Er is veel gezegd en geschreven over de invloed van de coronacrisis en de coronamaatregelen op onze lichamelijke en vooral mentale gezondheid. Een grote focus ligt daarbij op jongeren. Zij zitten in een bruisende levensfase waarin ‘alles’ zou moeten gebeuren, waarbij sociaal contact van groot belang is en een goede opleiding van belang voor de rest van hun leven. Ook hebben de crisis en de maatregelen veel invloed gehad op het welzijn van ouderen, en – door de bezoekbeperkingen –  zeker van ouderen die alleen wonen of in instellingen en tehuizen wonen. Ook andere groepen zoals mensen die werkzaam zijn in sectoren die afhankelijk zijn van bezoekers (horeca, winkels, cultuur) en zorgmedewerkers zijn zwaar getroffen. In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre de coronacrisis en -maatregelen naar eigen inschatting van invloed waren op de eigen mentale gezondheid en leefstijl. Bij dit laatste gaat het met name om de leefstijlaspecten roken, alcohol- en drugsgebruik enerzijds en beweging en voeding anderzijds.

Voor zover er al ander CBS-onderzoek gedurende de coronacrisis over deze thema’s is gepubliceerd wordt dit eerst kort beschreven. Daarmee worden de cijfers van dit onderzoek in een breder perspectief geplaatst. Op basis van data van de Gezondheidsenquête wordt beschreven hoe de mensen zelf de invloed van corona op hun mentale gezondheid en leefstijl inschatten. Daarna komt aan de orde hoe de gezondheid en leefstijl zich tijdens de coronacrisis ontwikkeld hebben. Er wordt niet alleen een totaalbeeld gegeven maar de onderzoeksuitkomsten zijn ook uitgesplitst naar kenmerken als geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, huishoudenssituatie (alleenstaand of niet) en werksituatie (bijvoorbeeld het hebben van een baan of niet).

De uitkomsten zijn gebaseerd op enquête-onderzoek. Zeker bij een zich zo snel ontwikkelend fenomeen als de coronacrisis kunnen deze nooit helemaal up-to-date zijn. De data over de inschatting van de impact van corona op de mentale gezondheid en de leefstijl zijn verzameld in de periode juli tot en met december 2020. De data over de ontwikkeling van de mentale gezondheid zijn beschreven tot en met het tweede kwartaal van 2021 en die over de ontwikkeling van roken, alcohol- en drugsgebruik tot en met 2020.

In paragraaf 2 volgt eerst een toelichting op de gebruikte data en onderzoeksmethode. Daarna komt de ervaren impact van corona op achtereenvolgens de mentale gezondheid (paragraaf 3), roken, alcohol- en drugsgebruik (paragraaf 4), beweging en voeding (paragraaf 5) aan de orde. Afgesloten wordt met conclusies in paragraaf 6.

2. Data en methode

De data voor dit onderzoek komen uit de Gezondheidsenquête. Dit is een jaarlijkse, continu doorlopende enquête die wordt afgenomen bij de bevolking in particuliere huishoudens. Bewoners van instellingen en tehuizen worden dus niet ondervraagd. 
Respondenten kunnen via internet deelnemen aan het onderzoek of worden aan huis bezocht voor een interview. Die interviews konden in een deel van 2020 niet plaatsvinden als gevolg van de coronamaatregelen. Voor het wegvallen van deze aan-huis-waarneming heeft het CBS gecorrigeerd, waardoor de uitkomsten ook over 2020 een representatief beeld geven1)

Vraagstellingen

In de Gezondheidsenquête komen diverse onderwerpen aan bod die betrekking hebben op gezondheid, zorggebruik en leefstijl. Naast de standaardvragen over de fysieke en mentale   gezondheid, beweging en voeding, en roken, alcohol- en drugsgebruik zijn in de maanden augustus tot en met december 2020 extra vragen gesteld die specifiek gaan over de invloed van de coronacrisis op de mentale gezondheid, beweging en voeding, en roken, alcohol- en drugsgebruik. De vragen over de eerste twee thema’s zijn aan alle respondenten van 12 jaar of ouder gesteld (3300 respondenten); de vragen over roken, alcohol en drugs aan de respondenten van 15 jaar of ouder (3200 respondenten). De vragen waarop de in dit artikel gepresenteerde uitkomsten gebaseerd zijn, worden hieronder weergegeven.

De antwoorden op deze vragen zijn ‘relatief’: een verslechterde mentale gezondheid door corona hoeft bijvoorbeeld niet te betekenen dat het ook in absolute zin slecht gaat. Andersom hoeft een onveranderde mentale gezondheid niet te betekenen dat het mentaal goed gaat. Men kan immers voor corona ook al mentale problemen hebben gehad. Daarom is in dit onderzoek ook gebruik gemaakt van data die de ontwikkeling van de mentale gezondheid en de leefstijl in absolute zin in beeld brengen. Deze informatie wordt standaard in de Gezondheidsenquête uitgevraagd en is beschikbaar tot en met het tweede kwartaal van 2021. De vragen over de mentale gezondheid zijn afkomstig uit de Mental Health Inventory-5 (MHI-5). Dit is een internationaal gestandaardiseerd, veelgebruikt meetinstrument dat de aan- of afwezigheid van gevoelens van depressie en nervositeit in de afgelopen vier weken meet. De MHI bestaat uit 5 vragen over hoe men zich in de afgelopen 4 weken heeft gevoeld.

De cijfers over mentale gezondheid op basis van de MHI zijn weergegeven voor alle kwartalen van 2019, 2020 en voor het eerste en tweede kwartaal van 2021. De MHI-vragen zijn elk kwartaal aan ongeveer 2000 personen van 12 jaar of ouder gesteld. Voor roken, alcohol- en drugsgebruik zijn  alleen de jaarcijfers over 2019 en 2020 opgenomen. Voor de leefstijlthema’s beweging en ongezonde voeding ontbreken bruikbare jaarcijfers (zie voor meer informatie paragrafen 5 en 6).

Achtergrondkenmerken

Alle cijfers in dit onderzoek zijn uitgesplitst naar leeftijd. De veranderingen in de ervaren invloed van corona op de mentale gezondheid en de leefstijl zijn ook uitgesplitst naar geslacht, opleidingsniveau, samenstelling van het huishouden, en werksituatie. Vanwege het verschil in levensfase en daarmee samenhangende relevante kenmerken is onderscheid gemaakt tussen 25- tot 65-jarigen en 65-plussers. Bij 12- tot 18-jarigen en 18- tot 25-jarigen is het aantal waarnemingen te klein en de populatie te uniform om uitsplitsingen te kunnen maken naar deze relevante achtergrondkenmerken.

In de Gezondheidsenquête is ook gevraagd of er door de coronacrisis een verandering in de werksituatie is geweest. De veranderingen in de ervaren invloed van corona op de mentale gezondheid en de leefstijl zijn ook uitgesplitst naar veranderingen in werk. In de onderzoekspopulatie is van de 25- tot 65-jarige personen die werk hadden 41 procent (deels) thuis gaan werken (onbekend is hoeveel van hen voor de crisis al deels thuis werkte), 11 procent is minder gaan werken, 8 procent is meer gaan werken, bij 7 procent lag het werk stil en 3 procent werd ontslagen (enkele personen vallen in meer dan één categorie). Bij 34 procent is niets in de werksituatie veranderd. 18 procent van de respondenten gaf aan geen werk te hebben gehad vóór de coronacrisis. 

Alle cijfers inclusief de betrouwbaarheidsintervallen zijn terug te vinden in een maatwerktabel (CBS, 2021b). Voor de overzichtelijkheid zijn in dit artikel alleen de meest relevante cijfers weergegeven in de figuren. Als verschillen worden benoemd is er sprake van een significant verschil (p < 0,05). Hierbij is getoetst door middel van logistische regressieanalyse.

Samenhang tussen achtergrondkenmerken

Tussen de diverse achtergrondkenmerken kunnen onderlinge samenhangen bestaan. Zo wonen oudere vrouwen bijvoorbeeld vaker alleen dan oudere mannen. Soms zijn relaties tussen bepaalde uitkomsten en achtergrondkenmerken eigenlijk toe te schrijven aan andere kenmerken die daarmee samenhangen. Als, in ons voorbeeld, oude vrouwen vaker eenzaam zijn kan dat bijvoorbeeld komen omdat ze vaker alleen wonen, niet omdat ze vrouw zijn.  Door in een multivariate analyse te corrigeren voor deze onderlinge samenhang wordt de onderzochte relatie genuanceerd. De in dit onderzoek beschreven resultaten betreffen de ongecorrigeerde, bivariate resultaten. Indien uit de multivariate analyses blijkt dat een relatie niet op zichzelf staat is dit erbij vermeld.

Samenhang tussen uitkomsten

Naast een samenhang tussen achtergrondkenmerken bestaat er ook een samenhang tussen de uitkomstvariabelen die in dit onderzoek aan bod komen. Zo is de relatie tussen lichaamsbeweging en lichamelijke en mentale gezondheid onomstreden, en zal het rookgedrag, alcohol- en drugsgebruik gerelateerd zijn aan de mentale gezondheid (zie bijv. GGZ, 2018; Trimbos, 2021). Op relaties tussen doelvariabelen wordt in dit artikel niet verder ingegaan.

 

1) Bij de Gezondheidsenquête wordt normaliter online en face-to-face geënquêteerd. Via een tijdreeksmodel is zo goed mogelijk voor het deels wegvallen van de face-to-face waarnemingen gecorrigeerd. Deze methode is elders beschreven (CBS, 2021a).

3. Mentale gezondheid en corona

3.1 Eerder gepubliceerde CBS-cijfers over mentale gezondheid 

Het CBS heeft op basis van de Gezondheidsenquête, de Gezondheidsmonitor en het onderzoek Sociale samenhang en welzijn eerder gepubliceerd over hoe het met de gezondheid van de bevolking van Nederland gesteld was.

Uit de Gezondheidsenquête bleek dat de mentale gezondheid in 2020 op jaarniveau niet was verslechterd ten opzichte van 2019. In het laatste kwartaal van 2020 was deze wel licht verslechterd in vergelijking met het laatste kwartaal van 2019 (CBS, 2021c). In het eerste kwartaal van 2021 verslechterde deze verder (CBS, 2021d). De meting van de mentale gezondheid gebeurt bij de Gezondheidsenquête door middel van de MHI-5-vraagstelling (zie paragraaf 2). Gekeken wordt welk deel onder de gestelde grenswaarde scoort (deze groep wordt aangemerkt als ‘psychisch ongezond’). Verder ervaarden in 2020 meer mensen de eigen gezondheid als goed of zeer goed dan in 2019. Op kwartaalbasis was deze toename vanaf het tweede kwartaal van 2020 zichtbaar (CBS, 2020a).

Uit de Gezondheidsmonitor bleek dat 6 procent van de personen van 18 jaar of ouder in de tweede helft van 2020 een hoog risico op een angststoornis of een depressie had. Bij de 18 tot 35-jarigen was dit 9 procent, bij de personen van 35 jaar of ouder 5 procent. Vergeleken met 2016 is dit percentage bij 18 tot 35-jarigen gestegen, en bij personen van 35 jaar of ouder juist gedaald. Het risico op een angststoornis of depressie wordt in de Gezondheidsmonitor gemeten door middel van de Kessler Psychological Distress Scale (de K10), waarbij 10 vragen worden gesteld over het voorkomen van depressieve en/of angstklachten in de afgelopen 2 maanden. Uit ditzelfde onderzoek bleek dat men de algehele gezondheid iets beter ervaarde dan in 2016 (CBS, 2021j).

Uit het onderzoek Sociale samenhang en welzijn kwam naar voren dat de tevredenheid met het psychisch welbevinden in 2020, gemeten op jaarniveau, iets was afgenomen ten opzichte van 2019 (CBS, 2021e). Dit is gemeten door middel van de vraag hoe tevreden men is met de ‘psychische gezondheid’, waarbij de term psychische gezondheid niet nader is gespecificeerd. Tevens bleek uit dit onderzoek dat de tevredenheid over het sociale leven in 2020 was afgenomen in vergelijking met 2019, en dat de tevredenheid over de lichamelijke gezondheid gelijk was gebleven. 

De jaarcijfers uit de Gezondheidsenquête en uit Sociale samenhang en welzijn zijn uitgesplitst naar achtergrondkenmerken (CBS, 2021f, CBS, 2021g). Uit beide onderzoeken zijn ook kwartaalcijfers gepubliceerd (CBS, 2021d; CBS, 2021h). Dit is echter alleen gebeurd voor de totale onderzoekspopulatie, dus zonder uitsplitsingen naar achtergrondkenmerken. Deze uitsplitsingen naar kenmerken zijn in dit artikel wel opgenomen. Verder worden niet alleen uitkomsten gepresenteerd voor de mentale gezondheid als geheel maar ook voor de onderliggende items waarmee dit concept is geoperationaliseerd. 

3.2 Ervaren impact corona op de mentale gezondheid

De mentale gezondheid van Nederlanders is tijdens de coronacrisis achteruitgegaan: 28 procent voelde zich naar eigen zeggen vaker eenzaam dan voor de coronacrisis. Angst, somberheid en stressgevoel kwamen bij 20 á 25 procent vaker voor. Voor weinigen pakte de coronacrisis gunstig uit. ‘Minder vaak stress’ werd het meest genoemd, namelijk door 8 procent van de bevolking.

3.2.1 Verandering mentale gezondheid tijdens de coronacrisis, 2020
 Vaker (% personen van 12 jaar of ouder)Even vaak (% personen van 12 jaar of ouder)Minder vaak (% personen van 12 jaar of ouder)
Eenzaam28,068,63,4
Angstig 20,576,62,8
Somber23,573,03,5
Gestrest24,167,78,2

Jongvolwassenen mentaal het zwaarst getroffen door corona

De coronacrisis heeft de meeste invloed gehad op de mentale gezondheid van jongvolwassenen (18- tot 25-jarigen). Bijna de helft van hen (45 procent) zei zich vaker eenzaam te voelen, 37 procent voelde zich vaker somber en 31 procent vaker gestrest. Bij ouderen in de leeftijd van 65-79 jaar was dit respectievelijk 25, 18 en 13 procent. Veranderingen in angstgevoel zijn niet leeftijdsspecifiek (zie Maatwerktabel). Maar, hoewel de toename overheerste, bleek ook het omgekeerde het vaakst het geval bij jongvolwassenen: het percentage dat aangaf juist minder vaak last te hebben van negatieve gevoelens is iets hoger dan bij de andere leeftijdsgroepen. Zo was 7 procent van de 18-24-jarigen minder vaak eenzaam en 13 procent minder vaak gestrest. 

Vrouwen vaker last van coronacrisis

Vrouwen hebben mentaal meer onder de crisis geleden dan mannen. In alle leeftijdscategorieën voelden zij zich vergeleken met de periode vóór de crisis veel vaker angstig dan mannen. Zo voelde 27 procent van de vrouwen van 65 jaar of ouder zich vaker angstig, tegen 12 procent van de 65-plus mannen. Op alle leeftijden hadden vrouwen ook vaker stress. Jongvolwassen vrouwen en oudere vrouwen hadden ook vaker last van somberheid dan mannen en oudere vrouwen waren beduidend vaker eenzaam.

Alleenstaanden veel vaker eenzaam door corona

Ook de huishoudsamenstelling speelde een rol bij de inschatting van het effect van de coronacrisis op de mentale gezondheid. Zo voelden alleenstaanden zich vergeleken met de periode vóór de coronamaatregelen veel vaker eenzaam dan niet-alleenstaanden: bij 65-plussers ging het om 44 procent tegen 19 procent. Bij 25- tot 64-jarigen was het beeld vergelijkbaar. Ook waren alleenstaanden iets vaker somber. 

Ouders met jonge kinderen vaker gestrest dan voor de crisis

Er was geen samenhang tussen het hebben van kinderen in huis en het ervaren van veranderingen in eenzaamheid, angst en somberheid. Wel waren personen met jonge kinderen in vergelijking met anderen duidelijk vaker gestrest dan voor de crisis (zie maatwerktabel). Dit komt voor een deel door de relatie met leeftijd: ouders met jonge kinderen zijn zelf wat jonger. Personen in de leeftijd van 18 tot 40 jaar zijn vaker gestrest door corona dan oudere leeftijdsgroepen (zie figuur 3.2.4). 

3.2.2 Verandering eenzaamheid tijdens de coronacrisis, 2020
   Vaker (%)Even vaak (%)Minder vaak (%)
12 tot 18 jaar25,471,13,5
18 tot 25 jaar44,847,87,3
25 tot 40 jaar30,865,53,7
40 tot 65 jaar22,874,23,0
65 tot 80 jaar25,073,71,3
80 jaar of ouder35,460,74,0
18- tot 25-jarigen
Man41,851,96,3
Vrouw48,043,68,4
25-tot 65-jarigen
Alleenstaand41,954,73,4
Niet alleenstaand21,974,83,3
Man24,871,93,2
Vrouw26,670,13,3
65-plussers
Alleenstaand43,653,72,8
Niet alleenstaand19,079,61,4
Man18,379,32,5
Vrouw35,863,01,2

3.2.3 Verandering somberheid tijdens de coronacrisis, 2020
   Vaker (%)Even vaak (%)Minder vaak (%)
12 tot 18 jaar19,975,54,6
18 tot 25 jaar37,357,65,0
25 tot 40 jaar27,669,43,0
40 tot 65 jaar21,075,83,2
65 tot 80 jaar17,579,72,8
80 jaar of ouder19,774,75,6
18- tot 25-jarigen
Man31,063,25,9
Vrouw43,852,04,2
25- tot 65-jarigen
Alleenstaand29,366,34,4
Niet alleenstaand22,075,12,8
Man23,773,23,1
Vrouw23,273,73,1
65-plussers
Alleenstaand23,372,44,3
Niet alleenstaand15,381,82,9
Man12,483,73,9
Vrouw23,373,82,9

3.2.4 Verandering stress tijdens de coronacrisis, 2020
   Vaker (%)Even vaak (%)Minder vaak (%)
12 tot 18 jaar19,569,510,9
18 tot 25 jaar31,255,513,3
25 tot 40 jaar29,859,510,7
40 tot 65 jaar24,568,66,9
65 tot 80 jaar13,182,94,0
80 jaar of ouder24,470,45,2
18- tot 25-jarigen
Man23,764,611,8
Vrouw39,046,114,9
25- tot 65-jarigen
Alleenstaand25,364,410,3
Niet alleenstaand26,765,57,8
Man22,669,08,4
Vrouw30,361,58,2
65-plussers
Alleenstaand18,776,35,0
Niet alleenstaand13,882,33,9
Man9,585,64,9
Vrouw21,275,23,6

Vaker mentale problemen na verandering werksituatie door corona

Werkenden waarbij de werksituatie veranderde door de coronacrisis – het gaat dan om (meer) thuiswerken, minder werken of juist meer werken – voelden zich vaker eenzaam, angstig, somber of gestrest dan in de periode ervoor in vergelijking met werkenden bij wie de werksituatie niet veranderd was (zie maatwerktabel). Bij personen die vóór de coronacrisis geen werk hadden waren de veranderingen in mentale gezondheid door de crisis vergelijkbaar met degenen bij wie de werksituatie veranderde.

Vooral vaker stress bij verandering werksituatie

Er is veel variatie in verandering van stress bij werkenden. Personen die tijdens de coronacrisis meer gingen werken waren het vaakst gestrester: 39 procent tegen 19 procent van degenen bij wie het werk niet veranderde. Degenen die tijdens de crisis thuis gingen werken of minder gingen werken waren ook vaker gestrest dan vóór de crisis. Tegelijkertijd waren er onder hen ook substantiële groepen die juist ‘minder stress’ ervaarden, namelijk 11 procent van de thuiswerkers en 13 procent van degenen die minder werkten. 

Ervaren impact corona op mentale gezondheid verschilt nauwelijks naar opleidingsniveau 

Bij 25-plussers verschilden de veranderingen in mentale gezondheid door corona nauwelijks naar  opleidingsniveau. Met name in de groep 25- tot 65-jarigen waren hoogopgeleiden weliswaar vaker eenzaam, somber en gestrest dan lageropgeleiden, maar deze verschillen hielden verband met de relatief vaak wisselende werksituatie van hoogopgeleiden. 

3.3 Ontwikkeling mentale gezondheid in kwartaalcijfers

Het feit dat mensen aangeven dat hun mentale gezondheid tijdens de coronacrisis is achteruitgegaan hoeft niet per se te betekenen dat hun mentale gezondheid ook in absolute zin laag is. In deze paragraaf wordt op basis van de reguliere MHI-vragen uit de Gezondheidsenquête in kwartaalcijfers voor de jaren 2019, 2020 en het eerste halfjaar van 2021 geschetst hoe de mentale gezondheid zich in deze periode heeft ontwikkeld. Weergegeven zijn de percentages Nederlanders die in de vier weken vóór enquêtering ‘psychisch ongezond’ waren, ook uitgesplitst naar de onderliggende vijf MHI-componenten (neerslachtigheid/somberheid, zenuwachtigheid, in de put zitten, kalmte/rust, en geluk). Hiermee ontstaat de mogelijkheid om de relatieve ontwikkeling van de mentale gezondheid door corona zoals beschreven in paragraaf 3.2 te relateren aan de ontwikkeling op het absolute niveau. Een kanttekening hierbij is dat eenzaamheid geen onderdeel is van de MHI, dus wel meegenomen wordt bij de relatieve ontwikkeling maar niet bij het absolute niveau. 

Eind 2020 en vooral in eerste helft 2021 slechtere mentale gezondheid

Terwijl de mentale gezondheid van Nederlanders in 2019 en de eerste drie kwartalen van 2020 min of meer stabiel bleef, was er sinds het vierde kwartaal van 2020 en vooral in het eerste kwartaal van 2021 duidelijk sprake van een verslechtering die in het tweede kwartaal op hetzelfde niveau bleef. Het percentage psychisch ongezonde personen steeg van 11 procent in het derde kwartaal 2020, 12 procent in het vierde kwartaal 2020 tot 15 procent in het eerste en tweede kwartaal van 2021. De mentale gezondheid is sinds de monitoring hiervan in 2001 nog nooit zo slecht geweest.

3.3.1 Ontwikkeling mentale gezondheid sinds 2001
   % psychisch ongezond (% psychisch ongezond, personen van 12 jaar of ouder)
2001110,3
2001211,5
200139,8
2001412,4
2002110,8
2002210,7
200239,4
200249,3
2003110,7
200328
200338,7
2003411
2004110,1
2004210,1
2004310,2
2004411
2005111,7
200529,6
200539,6
2005410,2
200619,8
2006210
200639,9
200648,6
200719,8
200729,5
200739,4
2007410,6
200817,6
200829,3
200838,7
200849,2
2009111,7
200929,6
200938
200949,7
2010110,5
2010212
2010310
2010410,2
2011111,8
201129,3
2011311,1
2011411,7
2012111
2012210,5
2012310,9
2012410,7
2013111,2
2013210,4
2013310,9
2013410,9
2014110,1
2014211,5
201439,9
2014411,5
2015110,6
2015211,1
201539,5
2015411,4
2016112,2
2016211,5
2016311,1
2016411,3
2017110,8
2017211
2017311,3
2017411,1
2018112,6
2018212
2018310,9
2018412,2
2019111,3
2019211,1
2019311,3
2019412,2
2020112
2020211,8
2020311,3
2020412,5
2021*115,2
2021*215,5
2021*
2021*
* voorlopige cijfers

Bij het inzoomen op de cijfers van de afgelopen jaren en rekening houdend met eventuele seizoensinvloeden (waarbij ook naar hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar wordt gekeken), blijkt dat alleen op de items ‘neerslachtigheid/somberheid’ en ‘geluk2)’ na het derde kwartaal een duidelijke verslechtering is opgetreden. In het eerste en tweede kwartaal van 2021 veranderden deze gevoelens van somberheid en geluk niet. In het tweede kwartaal van 2021 is het gevoel van onrust opvallend gestegen: 22 procent van de bevolking voelde zich ‘soms, zelden of nooit’ kalm en rustig. In het derde kwartaal van 2020 was dit nog 15 procent.

3.3.2 Ontwikkeling mentale gezondheid en onderliggende aspecten
 Vaak, meestal of voortdurend neerslachtig en somber (% personen van 12 jaar of ouder)Vaak, meestal of voortdurend erg zenuwachtig (% personen van 12 jaar of ouder)Vaak, meestal of voortdurend zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken (% personen van 12 jaar of ouder)Soms, zelden of nooit kalm en rustig (% personen van 12 jaar of ouder)Soms, zelden of nooit gelukkig (% personen van 12 jaar of ouder)Psychisch ongezond (% personen van 12 jaar of ouder)
2019-16,27,84,61815,811,3
2019-27,18,44,41815,611,1
2019-36,37,7416,716,911,3
2019-47,28,64,918,117,512,2
2020-16,78,83,41919,412
2020-27,27,14,518,517,711,8
2020-37,36,14,215,417,611,3
2020-49,37,24,418,92012,5
2021-1 *9,97,65,518,120,615,2
2021-2 *9,69,76,121,921,215,5
* voorlopige cijfers
 

Forse verslechtering mentale gezondheid jongeren en jongvolwassenen vanaf eind 2020

Wanneer de kwartaalcijfers, die verbijzonderingen van jaarcijfers zijn, verder worden uitgesplitst naar leeftijd ontstaat door het lage aantal waarnemingen per leeftijdscategorie een grillig beeld. Toch is duidelijk dat vooral de jongeren met name vanaf eind 2020 een verslechtering in mentale gezondheid laten zien. Zo steeg het percentage 18- tot 25-jarigen dat onder de MHI-5 grenswaarde voor ‘psychisch gezond’ scoorde fors tussen het laatste kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021. Een kwart van deze jongvolwassenen was in het eerste halfjaar van 2021 psychisch ongezond.

Bij de 25- tot 40-jarigen was vooral in het eerste kwartaal van 2021 de mentale gezondheid relatief laag, maar is er in het tweede kwartaal een duidelijke verbetering te zien. Deze groep zit mentaal weer op hetzelfde niveau als voorheen. In het tweede kwartaal van 2021 is de mentale gezondheid van met name de 40- tot 65-jarigen verslechterd: in 2020 was rond de 12 procent ongezond, in het tweede kwartaal van 2021 was dit opgelopen naar 17 procent. De veranderingen die de andere leeftijdsgroepen in het tweede kwartaal laten zien, zijn niet statistisch significant. De mentale gezondheid van de 65-plussers is gedurende de hele coronaperiode weinig veranderd.

3.3.3 Ontwikkeling mentale gezondheid naar leeftijd
 Totaal (% psychisch ongezond)12 tot 18 jaar (% psychisch ongezond)18 tot 25 jaar (% psychisch ongezond)25 to 40 jaar (% psychisch ongezond)40 tot 65 jaar (% psychisch ongezond)65 jaar of ouder (% psychisch ongezond)
2019 kwartaal 111,310,212,610,810,812,8
2019 kwartaal 211,16,715,313,710,98,5
2019 kwartaal 311,35,211,912139,5
2019 kwartaal 412,210,411,213,314,18,8
2020 kwartaal 1126,111,615,212,59,8
2020 kwartaal 211,88,415,413,712,19,3
2020 kwartaal 311,33,815,314,510,89,7
2020 kwartaal 412,510,312,914,712,810,2
2021 kwartaal 1*15,213,226,618,414,99,6
2021 kwartaal 2*15,513,323,813,216,712,6
* voorlopige cijfers
 

Gevoelens van neerslachtigheid en somberheid waren bij 40-minners al eerder in het jaar 2020 te zien. Zo gaf 10 procent van de 18- tot 40-jarigen al in het derde kwartaal van 2020 aan zich vaak tot voortdurend somber te voelen (wat hoger is dan in het derde kwartaal van 2019) en steeg dit in het vierde kwartaal naar 15 procent. Deze stijging was zowel bij de jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) als bij de volwassenen van 25 tot 40 jaar zichtbaar. De toename in somberheidsgevoelens onder jongeren (12- tot 18-jarigen) in kwartaal 4  is in verband met het beperkte aantal waarnemingen niet statistisch significant (zie maatwerktabel). In het tweede kwartaal van 2021 voelden veel minder 25- tot 40-jarigen zich somber; bij de jongvolwassenen was er geen sprake van een significante daling.

Bij 40-plussers was het percentage dat zich vaak tot voortdurend somber voelde vrij stabiel, ook gedurende de coronacrisis. Wel lag het percentage 40- tot 65-jarigen met somberheidsgevoelens in het tweede kwartaal van 2021 iets hoger dan in vergelijkbare kwartalen in de voorgaande jaren.

3.3.4 Ontwikkeling somberheid naar leeftijd
 Totaal (% personen dat zich vaak, voortdurend of altijd neerslachtig en somber voelde in de 4 weken vóór enquête)12 tot 18 jaar (% personen dat zich vaak, voortdurend of altijd neerslachtig en somber voelde in de 4 weken vóór enquête)18 tot 25 jaar (% personen dat zich vaak, voortdurend of altijd neerslachtig en somber voelde in de 4 weken vóór enquête)25 tot 40 jaar (% personen dat zich vaak, voortdurend of altijd neerslachtig en somber voelde in de 4 weken vóór enquête)40 tot 65 jaar (% personen dat zich vaak, voortdurend of altijd neerslachtig en somber voelde in de 4 weken vóór enquête)65 jaar of ouder (% personen dat zich vaak, voortdurend of altijd neerslachtig en somber voelde in de 4 weken vóór enquête)
2019-16,27,46,85,46,85,1
2019-27,14,810,99,96,24,8
2019-36,32,48,25,28,44,4
2019-47,26,28,18,67,74,9
2020-16,72,87,897,24
2020-27,2511,510,36,44,9
2020-37,33,89,910,26,26,7
2020-49,38,613,415,57,44,6
2021-1*9,914,316,513,18,94,8
2021-2*9,611,4148,510,56,2
* voorlopige cijfers



2) Bij het onderzoek Sociale samenhang en welzijn wordt het geluksniveau op een andere manier gemeten. In dat onderzoek wordt het volgende gevraagd: 'Kunt u op een schaal van 1 tot en met 10 aangeven in welke mate u zichzelf een gelukkig mens vindt. Een 1 staat voor volledig ongelukkig en 10 voor volledig gelukkig?' Iedereen met een score van 7 of hoger wordt hierbij geclassificeerd als gelukkig.
3) Let wel, de antwoorden op de coronavragen kunnen betrekking hebben op de hele coronaperiode vóór enquêtering. De respondent kan dus een specifieke periode, bijvoorbeeld de eerste lockdown, in gedachten hebben gehad.

4. Roken, alcohol, drugs en corona

4.1 Eerder gepubliceerde CBS-cijfers over roken, alcohol- en drugsgebruik 

In maart 2021 heeft het CBS cijfers over roken, alcohol- en drugsgebruik over verslagjaar 2020 gepubliceerd (CBS, 2021i; CBS, 2021bf).
Het aantal volwassen rokers was in 2020 gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2019 rookte nog bijna 22 procent van de volwassenen; in 2020 was dit gedaald naar 20 procent.
Ook het overmatige drankgebruik4) daalde. In 2019 dronk 8,5 procent van de volwassenen overmatig, in 2020 was dat 7 procent. Het aantal zware drinkers5) bleef gelijk en bedraagt 8 procent.
Het aantal volwassenen dat in de maand voor de enquête cannabis gebruikte is tussen 2019 en 2020 niet veranderd (5 procent in beide jaren). Het percentage dat zei in de maand voor de enquête andere drugs te hebben gebruikt is in 2020 wel licht afgenomen.

4.2 Ervaren impact van corona op roken, alcohol- en drugsgebruik

Meer roken, minder alcoholgebruik en evenveel cannabisgebruik door corona

Van de rokers van 15 jaar of ouder zei 19 procent door de coronamaatregelen meer te zijn gaan roken. Daar staat tegenover dat 9 procent minder was gaan roken en 4 procent zei te zijn gestopt. Het alcoholgebruik is over het algemeen afgenomen: 9 procent is meer6) gaan drinken, 17 procent minder en 1 procent is gestopt. Bij cannabisgebruik weegt het percentage gebruikers dat meer is gaan blowen (25 procent) ongeveer op tegen het percentage dat minder is gaan blowen (18 procent) of is gestopt (4 procent). Het gebruik van andere drugs nam fors af: 11 procent gebruikte meer, 36 procent gebruikte minder en 4 procent is gestopt.

Impact corona grootst bij alcoholgebruik

Een ruime meerderheid van de 15-plussers drinkt weleens alcohol, terwijl een minderheid tabak, cannabis of andere drugs gebruikt. In absolute zin raakt corona daarom bij alcoholgebruik meer mensen: van de totale 15-plus bevolking zei 12 procent minder te zijn gaan drinken of ermee gestopt te zijn, en 6 procent zei meer te zijn gaan drinken dan vóór de crisis. 

4.2.1 Verandering roken, alcohol- en drugsgebruik door de coronamaatregelen1) , 2020
 Meer (% personen van 15 jaar of ouder)Evenveel (% personen van 15 jaar of ouder)Minder (% personen van 15 jaar of ouder)Gestopt (% personen van 15 jaar of ouder)Gebruikte het al niet (% personen van 15 jaar of ouder)
Van gebruikers (15-plus):
Roken19,567,49,24,00,0
Alcoholgebruik8,573,617,40,60,0
Cannabisgebruik24,653,617,64,30,0
Drugsgebruik anders dan cannabis11,448,535,84,30,0
Van totale bevolking (15-plus):
Roken3,512,31,70,781,8
Alcoholgebruik5,547,611,20,435,2
Cannabisgebruik1,63,61,20,393,3
Drugsgebruik anders dan cannabis0,41,81,30,296,3
1) De vraag of men meer of minder is gaan roken, drinken, en cannabis of andere drugs is gaan gebruiken door de coronamaatregelen is alleen gesteld aan de personen van 15 jaar of ouder die deze middelen in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtering zeggen weleens gebruikt te hebben. Er is dus niet bekend wie er in de coronaperiode begonnen is met het gebruik van middelen. Wel is bekend wie in deze periode is gestopt. De cijfers die betrekking hebben op de gebruikers van 15 jaar of ouder zijn ook omgerekend naar de totale bevolking van 15 jaar of ouder.

Jongvolwassenen meldden sterkste daling alcoholgebruik door corona

Bij 18- tot 25-jarigen is het alcoholgebruik het meest gedaald: 36 procent van degenen die weleens dronken gaf aan door de coronamaatregelen minder te zijn gaan drinken; dit komt overeen met 25 procent van alle 18- tot 25-jarigen. 12 procent van de drinkers in deze leeftijdscategorie daarentegen is meer gaan drinken; dit is 8 procent van alle jongvolwassenen. Bij 65-plussers waren de veranderingen door corona het kleinst: 9 procent van de alcoholgebruikers is minder gaan drinken sinds de crisis.

Voor 25- tot 65-jarigen geldt dat alleenstaanden door corona vaker meer zijn gaan drinken dan niet-alleenstaanden: 14 tegen 9 procent. Hoogopgeleiden zijn vaker minder gaan drinken dan lageropgeleiden. Mannen zijn vaker minder gaan drinken dan vrouwen. Van werkenden bij wie de werksituatie niet veranderd is, is ook het drinkgedrag het minst veranderd: slechts 4 procent is meer gaan drinken. 

4.2.2 Verandering alcoholgebruik door de coronamaatregelen, 2020
 Meer (% alcoholgebruikers)Evenveel (% alcoholgebruikers)Minder (% alcoholgebruikers)Gestopt (% alcoholgebruikers)
18 tot 25 jaar12,051,736,30,0
25 tot 40 jaar13,364,421,40,9
40 tot 65 jaar8,378,013,30,4
65 jaar of ouder1,289,39,00,5
Alleen voor 25- tot 65-jarigen:
Alleenstaand13,766,519,20,5
Niet alleenstaand9,374,615,50,6
Laag opgeleid7,776,614,61,1
Middelbaar opgeleid9,278,312,20,3
Hoog opgeleid12,067,020,30,7
Man9,472,017,90,8
Vrouw11,074,314,30,4
Heeft geen werk12,372,615,00,0
Geen verandering in werksituatie4,279,415,41,0
Werkte (deels) thuis13,868,616,80,7
Werkte minder13,368,018,70,0
Bij 15 tot 18-jarigen zijn te weinig alcoholgebruikers ondervraagd.

4.3 Ontwikkeling roken, alcohol- en drugsgebruik in jaarcijfers

Bij jongvolwassenen sterkste afname roken en alcoholgebruik

Het aandeel rokers onder de 18- tot 25 jarigen daalde van 28 procent in 2019 naar 23 procent in 2020, terwijl dat onder de 25-plussers niet wezenlijk veranderde. Hetzelfde geldt voor het overmatige alcoholgebruik: dit is alleen onder de jongvolwassenen duidelijk gedaald, namelijk van 15 naar 10 procent.

Met name het alcoholgebruik is onder jongvolwassenen wel nog steeds hoger dan onder oudere leeftijdsgroepen. Zo drinken jongvolwassenen vaker overmatig dan 25-plussers. 

4.3.1 Ontwikkeling rookgedrag naar leeftijd1)
 2019 (%)2020 (%)
Totaal21,119,6
15 tot 18 jaar8,87,0
18 tot 25 jaar28,123,2
25 tot 40 jaar27,526,1
40 tot 65 jaar22,521,2
65 jaar of ouder11,511
1) Weergegeven is het percentage dat zegt weleens te roken.

4.3.2 Ontwikkeling overmatig alcoholgebruik1) naar leeftijd
 2019 (%)2020 (%)
Totaal8,26,8
15 tot 18 jaar3,04,6
18 tot 25 jaar14,59,6
25 tot 40 jaar7,46,5
40 tot 65 jaar8,26,5
65 jaar of ouder7,36,9
1) Onder overmatig alcoholgebruik wordt verstaan het drinken van meer dan 21 glazen per week (voor mannen) of meer dan 14 glazen per week (voor vrouwen).

Cannabisgebruik jongvolwassenen vrijwel gelijk gebleven, gebruik andere drugs gedaald

Cannabis wordt het vaakst gebruikt door jongvolwassenen: in 2019 zei 14 procent van de 18- tot 25-jarigen in de maand voorafgaand aan het onderzoek cannabis te hebben gebruikt; 3 procent gaf aan dit vrijwel dagelijks te hebben gedaan. Dit is in 2020 ongeveer gelijk gebleven. Het aantal cannabisgebruikers in de ondervraagde groep is te klein om betrouwbaar te kunnen onderzoeken of jongeren die in 2020 al gebruikten meer joints per dag zijn roken dan in het jaar ervoor.  

Het gebruik van andere drugs is afgenomen onder de jongvolwassenen, namelijk van 7 procent in 2019 naar 4 procent in 2020 (zie maatwerktabel). 

4.3.3 Ontwikkeling cannabisgebruik1) naar leeftijd
 2019 (%)2020 (%)
Totaal4,95,0
15 tot 18 jaar6,08,1
18 tot 25 jaar13,714,9
25 tot 40 jaar7,97,6
40 tot 65 jaar3,53,3
65 jaar of ouder0,40,6
1) Weergegeven is het percentage dat zegt in de maand voor enquêtering weleens cannabis te hebben gebruikt.


4) Overmatig drankgebruik: meer dan 21 glazen per week (voor mannen) of meer dan 14 glazen per week (voor vrouwen).
5) Zwaar drankgebruik: minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol op één dag (voor mannen) of 4 of meer glazen alcohol op één dag (voor vrouwen).
6) Meer alcoholgebruik is: vaker en/of meer per gelegenheid. Minder alcoholgebruik is: minder vaak en/of minder per gelegenheid. Evenveel alcoholgebruik is: even vaak en evenveel per gelegenheid, of: vaker en minder per gelegenheid, of: minder vaak en meer per gelegenheid.

5. Beweging, voeding en corona

Deze paragraaf beschrijft wat de ervaren impact van corona op beweging en voeding is geweest.
Jaarcijfers over de ontwikkeling van beweging in relatie tot de coronacrisis worden in een andere publicatie door het RIVM beschreven (Duijvestijn et al, 2021).
Over voeding wordt in de Gezondheidsenquête standaard alleen gevraagd naar de consumptie van groenten en fruit, en niet naar het eten van snacks en ongezonde tussendoortjes. De consumptie van groenten en fruit was in 2020 gelijk aan die in 2019 (CBS 2021bf).  

5.1 Ervaren impact corona op beweging

Minder sport en beweging, meer achter beeldscherm 

Een op de drie personen van 12 jaar of ouder (33 procent) is naar eigen zeggen minder gaan sporten en bewegen door de coronamaatregelen; 15 procent juist meer. De tijd die buiten werk of school om achter een beeldscherm werd besteed is flink toegenomen: 41 procent zegt door de coronamaatregelen meer tijd achter een beeldscherm door te brengen dan voorheen. 

5.1.1 Verandering in beweging door de coronamaatregelen, 2020
 Meer (% personen van 12 jaar of ouder)Evenveel (% personen van 12 jaar of ouder)Minder (% personen van 12 jaar of ouder)
Sporten en bewegen 14,752,133,1
Tijd achter een beeldscherm41,154,64,3

Hieronder wordt voor ‘sporten en beweging’ beschreven in welke mate deze activiteit verschilt naar achtergrondkenmerken. Voor de uitsplitsing van ‘tijd achter een beeldscherm’ – een activiteit die sterk (negatief) samenhangt met sport en beweging – wordt verwezen naar de maatwerktabel.

Vooral jongvolwassenen zijn door corona minder gaan sporten en bewegen 

De coronacrisis had de meeste impact op de lichaamsbeweging van jongvolwassenen: zij gingen het vaakst minder bewegen en sporten. Van de 18- tot 25-jarigen gaf  45 procent aan door corona minder te zijn gaan sporten en bewegen, van de 65-plussers zei 26 procent dit. In alle leeftijdsgroepen beneden de 65 jaar zei een kleinere groep van 17 à 18 procent door de coronamaatregelen juist meer te zijn gaan bewegen. Van de 65-plussers zei slechts 7 procent dit. 

5.1.2 Verandering in beweging door de coronamaatregelen naar kenmerken, 2020
   Minder (%)Evenveel (%)Meer (%)
12 tot 18 jaar39,144,216,7
18 tot 25 jaar45,336,718,0
25 tot 40 jaar35,647,816,6
40 tot 65 jaar30,952,616,5
65 jaar f ouder26,566,37,2
18-tot 25-jarigen
18-tot 25-jarigenMan43,939,816,3
18-tot 25-jarigenVrouw46,833,419,8
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenAlleenstaand33,148,218,7
25- tot 65-jarigenNiet alleenstaand32,551,516,0
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenLaag opgeleid26,564,09,5
25- tot 65-jarigenMiddelbaar opgeleid30,756,512,8
25- tot 65-jarigenHoog opgeleid36,938,924,1
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenMan30,753,815,4
25- tot 65-jarigenVrouw34,547,817,7
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenHeeft geen werk36,751,911,4
25- tot 65-jarigenGeen verandering in werksituatie24,664,810,6
25- tot 65-jarigenWerkte (deels) thuis38,438,723,0
25- tot 65-jarigenWerkte minder30,249,520,3
25- tot 65-jarigenWerkte meer36,143,320,6
65-plussers
65-plussersAlleenstaand31,364,34,4
65-plussersNiet alleenstaand24,167,38,6
65-plussers
65-plussersLaag opgeleid26,569,24,3
65-plussersMiddelbaar opgeleid26,965,77,4
65-plussersHoog opgeleid25,360,414,3
65-plussers
65-plussersMan19,874,36,0
65-plussersVrouw33,058,78,4

Negatieve impact corona op beweeggedrag groter bij laagopgeleiden

Bij de 25- tot 65-jarigen ging 37 procent van de hoogopgeleiden door corona minder bewegen en 24 procent juist meer bewegen. Van de laagopgeleiden werd 27 procent minder lichamelijk actief en 10 procent meer. Per saldo was het effect van de coronamaatregelen op het beweeggedrag bij laagopgeleiden dus iets negatiever dan bij hoogopgeleiden.

Thuiswerkers laten grote veranderingen in sporten en beweging zien   

Veranderingen in de werksituatie gingen relatief vaak samen met veranderingen in lichamelijke beweging: een grote groep bewoog minder maar tegelijkertijd bewoog ook een grote groep juist meer. Zo ging 38 procent van de mensen die thuis moesten werken minder bewegen; het percentage dat meer ging bewegen is 23 procent.

65-plussers: vrouwen door corona minder sport en beweging dan mannen 

In de leeftijdsgroep van 65 jaar en ouder gaven vrouwen vaker dan mannen aan door de coronamaatregelen minder te zijn gaan sporten en bewegen (33 tegen 20 procent). 

Alleenstaande 65-plussers gingen relatief vaak minder sporten en bewegen, maar dit komt doordat alleenstaanden vaker vrouw zijn. Verder gingen ook bij de 65-plussers hoogopgeleiden vaker meer bewegen dan lageropgeleiden (14 tegen 4 procent). Degenen met een partner gingen vaker meer bewegen dan alleenstaanden. Er waren ook meer vrouwen dan mannen die juist meer gingen bewegen. Dit verband is bij de bivariate cijfers wat minder duidelijk en niet statistisch significant, maar dat komt omdat vrouwen vaker alleen wonen en laag opgeleid zijn.

5.2 Ervaren impact corona op (on)gezond eten

Twintig procent van de personen van 12 jaar of ouder gaf aan door de coronamaatregelen meer ongezonde snacks en tussendoortjes te zijn gaan eten; 10 procent zei dit juist minder te zijn gaan doen. Op het eten van gezonde voeding, fruit en groente, hadden de coronamaatregelen naar eigen zeggen minder invloed.

5.2.1 Verandering (on)gezond eten door de coronamaatregelen, 2020
 Meer (% personen van 12 jaar of ouder)Evenveel (% personen van 12 jaar of ouder)Minder (% personen van 12 jaar of ouder)
Ongezonde snacks en tussendoortjes eten20,469,510,0
Fruit eten 9,086,74,4
Groente eten 6,092,21,8

Vooral jongeren gingen door corona meer snacken

Bijna 1 op de 3 jongeren in de leeftijd van 18 tot 25 jaar (31 procent) zei door de coronamaatregelen meer ongezonde snacks en tussendoortjes zoals chips, koekjes, of snoep te zijn gaan eten. Dit ongezonde eetgedrag daalt met oplopende leeftijd tot 8 procent bij 65-plussers. Bij de 18-tot 25-jarigen is tegelijkertijd ook het percentage dat zei juist minder te zijn gaan snacken het hoogst: 16 procent tegen 11 procent bij de 65-plussers.

Ook vrouwen, alleenstaanden en thuiswerkers zeiden meer te zijn gaan snacken 

In alle leeftijdscategorieën gaven vrouwen vaker dan mannen aan meer te zijn gaan snacken, behalve bij de jongvolwassen: bij de 18- tot 25-jarigen zeiden mannen even vaak als vrouwen dat ze meer zijn gaan snacken, en het deel dat zei dit minder zijn te gaan doen is bij de vrouwen zelfs groter: 22 procent tegen 10 procent bij de mannen.

Ook alleenstaanden zijn iets meer gaan snacken dan degenen die niet alleen wonen.
Verder hebben veranderingen in de werksituatie negatieve gevolgen gehad voor het ongezonde eetgedrag. Bij degenen die thuis werkten of meer gingen werken was het percentage dat meer ongezonde snacks en tussendoortjes ging eten zelfs twee keer zo hoog als bij degenen bij wie niets in de werksituatie veranderd was.

Ten slotte gaven ook hoogopgeleide 25- tot 65-jarigen vaker dan lageropgeleiden aan meer te zijn gaan snacken. Dat komt doordat hogeropgeleiden vaker thuis gingen werken dan lageropgeleiden. 

5.2.2 Verandering ongezond eten door de coronamaatregelen naar kenmerken, 2020
   Meer (%)Evenveel (%)Minder (%)
12 tot 18 jaar2959,111,9
18 tot 25 jaar30,953,215,9
25 tot 40 jaar27,563,78,8
40 tot 65 jaar18,573,18,4
65 jaar f ouder8,38110,7
18-tot 25-jarigen
18-tot 25-jarigenMan30,758,810,4
18-tot 25-jarigenVrouw31,247,321,5
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenAlleenstaand26,663,59,9
25- tot 65-jarigenNiet alleenstaand20,771,18,2
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenLaag opgeleid14,777,97,4
25- tot 65-jarigenMiddelbaar opgeleid20,870,68,6
25- tot 65-jarigenHoog opgeleid26,264,98,9
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenMan16,474,88,8
25- tot 65-jarigenVrouw27,264,68,2
25- tot 65-jarigen
25- tot 65-jarigenHeeft geen werk14,775,210,1
25- tot 65-jarigenGeen verandering in werksituatie14,279,66,1
25- tot 65-jarigenWerkte (deels) thuis29,961,58,6
25- tot 65-jarigenWerkte minder25,963,111
25- tot 65-jarigenWerkte meer29,661,29,2
65-plussers
65-plussersAlleenstaand12,977,110
65-plussersNiet alleenstaand5,98311,1
65-plussers
65-plussersLaag opgeleid7,681,510,8
65-plussersMiddelbaar opgeleid10,378,311,3
65-plussersHoog opgeleid8,280,511,4
65-plussers
65-plussersMan4,985,110,1
65-plussersVrouw11,577,211,3

6. Conclusies

Veel mensen gaven aan dat ze door de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen zijn geraakt. In augustus-december 2020 zeiden bijna 1 op de 3 Nederlanders van 12 jaar of ouder zich tijdens de coronacrisis vaker eenzaam te voelen dan in de periode ervoor. Ook angst, somberheid en stress kwamen bij 20 à 25 procent van de bevolking vaker voor. Zes procent is meer alcohol gaan drinken. Een op de drie bewoog minder dan voorheen en een op de vijf gaf aan vaker ongezonde snacks en tussendoortjes te eten.

Er zijn echter ook mensen bij wie de coronamaatregelen op deze aspecten van de mentale gezondheid en leefstijl een gunstige uitwerking hadden. Zo voelde 8 procent zich minder gestrest, is 12 procent minder alcohol gaan drinken, 15 procent meer gaan bewegen, en 10 procent minder gaan snacken.

De grootste veranderingen traden op bij de jongvolwassenen, en dan bij mentale gezondheid en bij beweging en voeding vooral in negatieve zin. Zij gaven het vaakst aan eenzamer en somberder te zijn dan vóór de crisis. Vooral eind 2020 en begin 2021 nam de mentale gezondheid in deze leeftijdsgroep sterk af. Jongvolwassenen gaven ook het vaakst aan door corona minder te zijn gaan bewegen en meer ongezond te zijn gaan eten. Daar staat tegenover dat bij hen wel het alcoholgebruik het sterkst is gedaald: zowel het percentage dat zei door corona minder alcohol te zijn gaan drinken als het percentage overmatige drinkers laat een gunstiger beeld zien dan bij andere leeftijdsgroepen. Ook het percentage rokers en gebruikers van andere drugs dan cannabis nam af onder jongvolwassenen. Het aantal cannabisgebruikers onder jongvolwassenen daarentegen lijkt gelijk te zijn gebleven. 

Naast de jongvolwassenen hadden met name ook alleenstaanden (in alle leeftijdscategorieën) het zwaar. Zij voelden zich tijdens de coronacrisis twee keer zo vaak eenzamer dan niet-alleenstaanden. Ook waren ze somberder. Ze gingen ook ongezonder eten.

Het meest recent, in het tweede kwartaal van 2021, blijkt de mentale gezondheid op totaalniveau niet te zijn verbeterd, maar er zijn verschillende ontwikkelingen naar leeftijd: met de 25- tot 40-jarigen gaat het beter, met de 40- tot 65-jarigen gaat het minder goed.

Bevindingen grotendeels in lijn met ander onderzoek 

De resultaten van dit onderzoek op basis van de Gezondheidsenquête komen in grote lijnen overeen met eerder onderzoek. Zo bleek ook uit het corona gedragsonderzoek van het RIVM en de GGD-en en uit onderzoek van het SCP dat vooral de mentale gezondheid van jongvolwassenen sinds de crisis en gedurende het verloop daarvan achteruit is gegaan/gaat, terwijl dit bij ouderen vrij stabiel is (RIVM, 2021a; De Klerk et al, 2021). Uit het gedragsonderzoek blijkt echter dat recentelijk, in het tweede kwartaal van 2021, de mentale gezondheid voor alle leeftijdsgroepen is verbeterd; in dit onderzoek wordt in dit kwartaal alleen een duidelijke verbetering gezien bij de 25-40-jarigen. Uit onderzoek van het NIVEL (Jansen, 2021) kwam naar voren dat vooral de groep 20-24 jarigen zich in de periode half oktober 2020 tot half maart 2021 vaker, dat wil zeggen vaker dan in dezelfde periodes van voorgaande jaren, bij de huisarts meldden met een down of depressief gevoel, terwijl er niet significant vaker sprake was van een depressie (Jansen et al, 2021). Er is veel ander onderzoek gedaan naar de effecten van corona op het welzijn van jongeren, overzichtelijk bijeengebracht door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi, 2021). Het algemene beeld is dat het mentaal vooral slechter gaat met jongeren (zie ook I&O Research, 2020; OpenUp, 2020; NOS, 2021). 

Uit het corona gedragsonderzoek bleek ook dat mensen vaker minder dan meer zijn gaan bewegen sinds de coronacrisis (RIVM, 2021a). In verband met de coronabeperkende maatregelen voor sport is dit in lijn met de verwachting. Ook is het niet onverwacht dat de veranderingen in beweging bij jongvolwassenen het grootst waren: het verbod van team- en contactsporten voor volwassenen behoorde in 2020 immers tot de eerste coronamaatregelen; dit zijn sporten die vooral door jongvolwassenen beoefend worden (CBS, 2020b). Ook de veranderingen in roken, alcohol- en drugsgebruik zijn in lijn met de bevindingen van andere onderzoeken. Uit het corona gedragsonderzoek kwam naar voren dat meer mensen minder alcohol zijn gaan drinken dan meer alcohol zijn gaan drinken, en dat meer rokers meer zijn gaan roken dan minder zijn gaan roken. In andere onderzoeken zoals de Global Drug Survey en het Grote Uitgaansonderzoek 2020 tekent zich een vergelijkbaar patroon af als het gaat om de impact van de coronamaatregelen op roken, alcohol- en drugsgebruik (Van Laar et al., 2021). 

De Gezondheidsenquête, uitgevoerd door het CBS in samenwerking met het Consortium Leefstijlmonitor (RIVM, 2021b), heeft in vergelijking met de meeste andere onderzoeken als voordeel dat het is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van de bevolking. Op basis van de Gezondheidsenquête en de verschillende onderzoeken van de Leefstijlmonitor kan voor een aantal thema’s, met name mentale gezondheid, roken, alcohol- en drugsgebruik, worden gevolgd hoe deze zich ontwikkelen na de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen. 

Referenties

CBS, 2020a. In tweede kwartaal 2020 positiever over eigen gezondheid.

CBS, 2020b. Ruim een vijfde van de volwassenen beoefende in 2019 een sport die nu niet mag (cbs.nl)

CBS, 2021a. Toelichting berekening kwartaal- en jaarcijfers Gezondheidsenquête 2020 (cbs.nl)

CBS, 2021b. Maatwerktabel ‘Impact van corona op mentaal welbevinden en leefstijl’

CBS, 2021c. Ervaren psychische ongezondheid in 2020 gelijk aan eerdere jaren (cbs.nl)

CBS, 2021d. Kwartaalcijfers ervaren gezondheid, zorggebruik en leefstijl (cbs.nl)

CBS, 2021e. Persoonlijk welzijn vrijwel gelijk gebleven.

CBS, 2021f.  StatLine - Leefstijl en (preventief) gezondheidsonderzoek; persoonskenmerken (cbs.nl)

CBS, 2021g. Statline - Welzijn; kerncijfers, persoonskenmerken (cbs.nl)

CBS, 2021h. StatLine - Welzijn; tevredenheid, vertrouwen en participatie per kwartaal (cbs.nl)

CBS, 2021i. Aantal volwassen rokers in 2020 gedaald (cbs.nl)

CBS, 2021j. Risico op angststoornis en depressie onder jongvolwassenen toegenomen (cbs.nl)

Duijvestijn M, T Schurink, S van den Berg, S Euser, W Wendel-Vos, 2021. Sport- en Beweeggedrag in 2020. RIVM, rapport 2021-0117.

GGZ, 2018. Steeds meer bewijs dat lichaamsbeweging een positieve invloed heeft op je stemming  - (ggznieuws.nl)

I&O Research, November 2020. Veel jongeren voelen zich nu slechter dan voor coronacrisis

Jansen T, E. Bolt, M. Hooiveld, J. Hendriksen, J. Korevaar, 2021, 2021. 20-24 jarigen in tweede lockdown vaker naar de huisarts met depressieve gevoelens en angst. NIVEL, 17 mei 2021. 

Klerk, M. de, M. Olsthoorn, I. Plaisier, J. Schaper, F. Wagemans, 2021. Een jaar met corona. Ontwikkelingen in de maatschappelijke gevolgen van corona. Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag 2021 SCP-publicatie 2021-13 

Laar, M. van, E. Beenakkers, G. Cruts, T. Ketelaars, M. Kuin, R. Meijer, C. van Miltenburg, A. Mujcic, L. Strada, 2021. Jaarbericht Nationale Drug Monitor 2020. Trends en cijfers over drugs, alcohol en roken. Trimbos instituut. (link: Trimbos.nl | AF1862: Jaarbericht Nationale Drug Monitor 2020)

Nederlands Jeugdinstituut (NJi), 2021. Onderzoek naar gevolgen van de coronatijd op kinderen, jongeren en gezinnen.  Onderzoek naar gevolgen van de coronatijd op kinderen, jongeren en gezinnen | Coronavirus | NJi Laatst geraadpleegd op 10 mei 2021. 

NOS, januari 2021. Jongeren somber door lockdown: 'Mijn leven is saai en uitzichtloos'

OpenUp, 2020. Mentale gezondheid in de tweede Corona golf.

RIVM, 2021a. Welbevinden en leefstijl tijdens de coronacrisis. Welbevinden en leefstijl | RIVM. Laatst geraadpleegd op 3 mei 2021.

RIVM, 2021b. Leefstijlmonitor. Leefstijlmonitor | RIVM

Trimbos, 2021. Psychisch effect van nicotine. Psychisch effect | ROKENinfo.nl

Bijlage

Tijdlijn Coronamaatregelen (bron RIVM)

Tijdlijn maatregelen Corona