1. Inleiding
Tijdelijke veranderingen in de economische omstandigheden kunnen van invloed zijn op het aantal mensen dat in een jaar gaat trouwen (De Beer, 2012a; 2012b). Niet alleen vanwege de financiële gevolgen die ermee gemoeid zijn, maar ook omdat conjuncturele ontwikkelingen invloed hebben op het vertrouwen dat mensen in de toekomst hebben. De economische omstandigheden kunnen eveneens van invloed zijn op echtscheidingen (De Beer, 1993; 2012a; 2012b). Enerzijds is scheiden duur, zo hebben vooral vrouwen na een scheiding te maken met koopkrachtverlies (Van den Brakel, Herbers en Arts, 2020). Anderzijds kunnen financiële problemen aanleiding voor een scheiding zijn (Kalmijn, Loeve en Manting, 2007).
Dat het huwelijk in trek is als het economisch meezit en wordt uitgesteld in perioden van recessie is al langer bekend (CBS, 2005). Al in 1936 publiceerde het CBS een onderzoek naar de invloed van de economische omstandigheden op de huwelijkssluiting van mannen in de jaren 1913–1935 (CBS, 1936). De Beer (2012a; 2012b) vond op basis van data in de periode 1970-2010 ook een duidelijke samenhang tussen het vertrouwen in de economie en trouwen: als men niet veel vertrouwen heeft in de economie besluit men trouwen uit te stellen, terwijl men eerder de knoop durft door te hakken als men optimistisch is over de toekomst. De relatie tussen economie en echtscheiding is in de loop van de tijd veranderd (De Beer, 2012a; 2012b). Tot 2000 werden er meer huwelijken ontbonden als het economisch slechter ging, maar in de periode 2000-2010 was het omgekeerde het geval en werden er juist meer huwelijken beëindigd als het economisch beter ging.
De samenhang tussen huwelijken/echtscheidingen en de economische omstandigheden is relevant om beter in te schatten of recente ontwikkelingen in het aantal huwelijken en echtscheidingen conjunctureel (tijdelijk) of structureel van aard zijn. Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor de Huishoudensprognose van het CBS (Van Duin, Te Riele en Stoeldraijer, 2018), waarbij veronderstellingen over trouwen en scheiden gebruikt worden om het toekomstige aantal huishoudens in Nederland te bepalen. Trouwen is echter steeds minder vanzelfsprekend geworden en ongehuwd samenwonen meer gewoon. Veranderingen in het aantal huishoudens worden daarom steeds meer bepaald door niet-gehuwde samenwoners. De vraag is of er ook voor gaan samenwonen en uit elkaar gaan een verband te vinden is met de economische omstandigheden. Bij samenwonen en uit elkaar gaan kunnen er immers andere financiële factoren meespelen dan bij trouwen of uit de echt scheiden.
In dit artikel wordt de samenhang bekeken tussen de conjunctuur en relatievorming en -ontbinding in de periode 1995-2019. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
- het sluiten dan wel beëindigen van een huwelijk/partnerschapsregistratie;
- de relatievorming en -ontbinding van álle samenwonenden (gehuwd, met een geregistreerd partnerschap of ongehuwd).
Voor de conjunctuurfluctuaties wordt in dit artikel gekeken naar de index van koopbereidheid, net als in De Beer (2012a). Deze index geeft de eigen financiële situatie aan en of consumenten het een gunstige tijd vinden om grote aankopen te doen. Aangezien de beslissing over gaan samenwonen en trouwen grote financiële gevolgen kan hebben, valt te verwachten dat de index van koopbereidheid ook aangeeft of mensen het een gunstige tijd vinden om te gaan samenwonen of te gaan trouwen. Hetzelfde geldt voor uit elkaar gaan en het beëindigen van een huwelijk, al kan de samenhang daar ook omgekeerd zijn: slechtere economische omstandigheden kunnen ook oorzaak zijn van scheidingen.
Allereerst worden in hoofdstuk 2 de gebruikte gegevens beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de relatie tussen conjunctuur en relatievorming, terwijl in hoofdstuk 4 de relatie tussen de conjunctuur en relatieontbinding centraal staat. In hoofdstuk 5 volgen de conclusies.