1 Inleiding
Hoewel de invloed van religie in de Nederlandse samenleving is afgenomen, komt uit verschillende onderzoeken naar voren dat deze nog steeds een onderscheidende factor is voor diverse facetten van de leefsituatie, zoals de financiële positie en het vermogen (Arts, Otten en Lok, 2013), de sociale cohesie in de samenleving (De Hart, 2014; Putnam en Campbell, 2012; Schmeets, 2015; 2019; Huijnk, 2018), het geefgedrag (Bekkers, Schuyt en Gouwenberg, 2017), orgaandonatie (Schmeets en Peters, 2016) en het ervaren geluk (Coumans, 2014). Ook blijkt dat de religieuze betrokkenheid sterk verschilt tussen regionale gebieden en gemeenten (Schmeets, 2016).
In dit artikel wordt de religieuze betrokkenheid in Nederland beschreven voor de jaren 2018 en 2019. Speciale aandacht is daarbij voor de diversiteit van de religieuze stromingen, met name de protestantse. Eerst wordt in paragraaf 2 een aantal algemene ontwikkelingen van de religieuze betrokkenheid besproken: het behoren tot een geloofsgroep en het praktiseren van het geloof in zowel kerkelijk verband als daarbuiten. In paragraaf 3 komen de verschillen tussen de bevolkingsgroepen, zoals mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, en lager en hoger opgeleiden, aan bod. Daarna worden in paragraaf 4 de resultaten van de drie vraagstellingen in 2018 en 2019 met elkaar vergeleken waarmee tevens de religieuze diversiteit in beeld komt. Vervolgens wordt in paragraaf 5 besproken wie nog in God gelooft, wie niet, en wie daarover twijfelt. Het artikel sluit af met enkele conclusies.
De gegevens over religie zijn vooral ontleend aan het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn (S&W) waar in de periode 2012-2019 meer dan 61 duizend personen van 15 jaar of ouder aan hebben meegewerkt. De gegevens zijn verzameld met behulp van het internet, telefonisch en met een bezoek aan huis. In 2018 en 2019 is voor het eerst doorgevraagd naar een groot aantal, vooral protestantse, religieuze groepen en stromingen.