2. Huidige mantelzorg
2.1 Wie krijgt mantelzorg?
Een op vier 75-plussers ontvangt mantelzorg
De Gezondheidsenquête 2019 laat zien dat 10 procent van alle 55-plussers in particuliere huishoudens mantelzorg ontvangen op het moment van het onderzoek (CBS StatLine, 2020b). Dit aandeel is niet gewijzigd tussen 2016 en 2018. Het gaat dan gemiddeld om zo’n 18 uur per week. Er zijn forse verschillen tussen bevolkingsgroepen in de mate waarin ze hulp krijgen van mantelzorgers. Leeftijd is het meest onderscheidend. Van de 55- tot 75-jarigen blijft het deel dat mantelzorg ontvangt beperkt tot ongeveer 6 procent. Bij de 75-plussers gaat het om bijna een kwart. Vrouwen ontvangen bijna dubbel zo vaak mantelzorg dan mannen (13 tegen 7 procent). Ook onderzoek van het SCP laat zien dat vrouwen veel vaker mantelzorg ontvangen dan mannen, en geeft hiervoor twee verklaringen (Kooiker et al., 2019). Allereerst zijn vrouwen gemiddeld iets ouder dan mannen en dan is de behoefte aan zorg vaak groter. Een aanvullende verklaring is dat onder de 75-plussers vrouwen vaker chronische ziekten hebben.
Mantelzorg ontvangen (%) | ||
---|---|---|
Totaal 55-plussers | 10,4 | |
Geslacht | Mannen | 7,3 |
Geslacht | Vrouwen | 13,4 |
Leeftijd | 55 tot 65 jaar | 5,5 |
Leeftijd | 65 tot 75 jaar | 7,4 |
Leeftijd | 75 jaar of ouder | 23,7 |
Bron: Gezondheidsenquête 2019 |
Het onderwijsniveau doet er ook toe. Van de mensen die maximaal het basisonderwijs hebben afgerond geeft 22 procent aan mantelzorg te ontvangen, waarna dat aandeel geleidelijk afneemt tot 4 procent onder de universitair geschoolden. Een daarmee vergelijkbaar patroon is zichtbaar tussen personen met een hoog huishoudensinkomen en personen met een laag huishoudensinkomen. Verder geven personen met een Nederlandse achtergrond vaker aan mantelzorg te ontvangen dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond.
2.2 Ervaringen van mantelzorgontvangers
Hulp in het huishouden meest voorkomende vorm van mantelzorg
Om inzicht te krijgen in de ervaringen van mantelzorgontvangers is in het onderzoek Belevingen 2019 allereerst gevraagd welke hulp of zorg zij in de afgelopen vier weken hebben ontvangen. Meestal gaat het om hulp in het huishouden (69 procent) of begeleiding en/of vervoer bij bezoek aan bijvoorbeeld familie of arts (60 procent). De helft zegt hulp te ontvangen bij het regelen van geldzaken of andere administratieve zaken, en eveneens de helft geeft aan troost en gezelschap van mantelzorgers te ontvangen. Ook noemt iets minder dan de helft hulp te hebben gekregen bij klusjes in en om het huis. Ongeveer een op de drie krijgt hulp bij het bereiden van maaltijden, een op de vijf ontvangt hulp bij persoonlijke verzorging en een op de zes hulp bij medische verzorging.
Soort (% mantelzorgontvangers) | |
---|---|
Hulp bij het huishouden | 69,1 |
Begeleiding en/of vervoer | 60,0 |
Gezelschap, troost of afleiding | 51,1 |
Regelen van geldzaken of andere administratieve zaken | 49,9 |
Hulp bij klusjes in huis of tuin | 44,9 |
Klaarmaken van maaltijden | 34,2 |
Hulp bij persoonlijke verzorging | 20,4 |
Hulp bij medische verzorging | 17,4 |
Hulp bij andere zaken | 9,0 |
Bron: Belevingen 2019 |
Leeuwendeel mantelzorgontvangers positief over ontvangen hulp
De meeste vormen van hulp worden door een grote meerderheid van 80 tot 90 procent als prettig of zeer prettig ervaren (zie tabel 1 in bijlage). Vanwege het beperkte aantal waarnemingen van mantelzorgontvangers dat hulp krijgt bij persoonlijke of medische verzorging is het niet mogelijk om de ervaringen betreffende deze hulpsoorten weer te geven.Degenen die het als onprettig ervaren om bepaalde mantelzorg van bekenden te krijgen, geven hiervoor uiteenlopende redenen: ze vinden het bijvoorbeeld niet fijn om afhankelijk te zijn van anderen, willen anderen niet belasten of vragen niet graag om hulp.
2.3 Van wie mantelzorg ontvangen?
Mantelzorg vaak door eigen kind of partner
Van degenen die in de afgelopen vier weken mantelzorg hebben ontvangen, gaf 46 procent aan dat ze de meeste zorg ontvingen van een eigen zoon of dochter, en 35 procent noemde de partner of echtgenoot. Verder was het bij ruim een op de tien mantelzorgontvangers de schoonzoon of schoondochter die de hulp gaf. Een buur, vriend, kleinkind, broer of zus werd door 5 tot 10 procent vermeld als degene van wie ze de meeste zorg hebben ontvangen. Andere personen zoals stiefkinderen, schoonbroer of schoonzus, werden nauwelijks genoemd. Wel gaf nog een relatief grote groep van 15 procent aan dat het iemand anders betrof.Wie de mantelzorger is hangt samen met kenmerken van de zorgontvanger (zie tabel 2 in bijlage). Mannen die mantelzorg ontvangen krijgen vaker zorg van de partner of echtgenoot dan vrouwen (49 tegen 30 procent). Hierbij speelt mee dat vrouwen vaker geen partner (meer) hebben. Zij ontvangen daardoor vaker zorg van eigen kinderen. Waar van de vrouwen ruim de helft te kennen geeft meestal hulp te krijgen van hun eigen zoon of dochter, blijft dat bij mannen beperkt tot 30 procent. Ook leeftijd doet ertoe: 55- tot 75-jarigen krijgen meestal zorg van de partner (53 procent), terwijl 75-plussers vooral verzorgd worden door hun kinderen (61 procent). Hierbij speelt mee dat 75-plussers vaker geen partner (meer) hebben. Zij krijgen relatief vaak ook hulp van hun schoon- en kleinkinderen.