Opvattingen over de timing van het ouderschap

2. Wat is de ideale situatie om aan kinderen te beginnen?

2.1 Mening volwassen bevolking

Voldoende inkomen, vaste relatie en samenwonen belangrijkst geacht

Ruim 9 op de 10 volwassenen vindt het belangrijk dat er, voordat er kinderen komen, voldoende inkomen is om een gezin te onderhouden. Ook het hebben van een vaste relatie en samenwonen met een partner vindt een groot deel van de bevolking belangrijke voorwaarden voor het stichten van een gezin. Daarna volgen een vaste baan en een afgeronde opleiding. Een vaste baan, met bijkomende inkomenszekerheid, is tegenwoordig lang niet meer voor iedereen vanzelfsprekend en het duurt langer voordat jongeren zich gaan settelen met een partner (CBS, 13 mei 2019). Wanneer men eerst wil voldoen aan deze voorwaarden kan dat leiden tot uitstel van het ouderschap.

Huwelijk minst belangrijke voorwaarde

Het huwelijk wordt het minst vaak als een belangrijke voorwaarde gezien (28 procent). Het deel dat het niet belangrijk vindt of een stel getrouwd is voordat er kinderen komen, is hoger dan het deel dat dit wel van belang vindt (zie ook tabel B1). Dit komt overeen met de praktijk, namelijk dat steeds meer kinderen buiten het huwelijk worden geboren. Rond de eeuwwisseling bedroeg dit aandeel nog 25 procent; sinds 2008 ligt dit boven de 40 procent (CBS, 24 december 2018). 

2.1.1 Mening over leefomstandigheden bij het eerste ouderschap, 2017
LeefomstandigheidBelangrijk (% van de bevolking)Neutraal (% van de bevolking)Onbelangrijk (% van de bevolking)
Voldoende inkomen9631
Een vaste relatie9362
Samenwonen87103
Vaste baan75197
Opleiding afgerond71209
Van vrijheid genoten632512
Werkervaring/carriére592912
Getrouwd283240

2.2 Mening bevolkingsgroepen

Om na te gaan in hoeverre er consensus is over de ideale leefomstandigheden om aan kinderen te beginnen, zijn een aantal groepen in de samenleving met elkaar vergeleken. In de eerste plaats is gekeken naar verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen verschillende leeftijdsgroepen. Oudere generaties zijn opgegroeid in een tijd waarin het nog gebruikelijk was om vanuit het ouderlijk huis te trouwen en vervolgens kinderen te krijgen. Hun opvattingen kunnen dus anders zijn dan die van de huidige jongeren. Naast geslacht en leeftijd is gekeken naar verschillen in migratieachtergrond, onderwijsniveau en religie. Hoogopgeleiden en mensen die niet gelovig zijn bleken volgens eerder onderzoek doorgaans minder te hechten aan bestaande normen en waarden (Liefbroer en Billari, 2010). In veel religies daarentegen, is de rol van bijvoorbeeld het huwelijk nog wel belangrijk. Onder meer om die reden is ook religie meegenomen.

Bij de beschrijving van de resultaten is gebruik gemaakt van de volgende driedeling: relatie op orde (vaste relatie, samenwonen en trouwen), sociaaleconomische autonomie (afgeronde opleiding, voldoende inkomen en vaste baan) en vrijheid en zelfontplooiing (van vrijheid genoten en werkervaring opgedaan of carrière gemaakt).

2.2.1 Relatie op orde

Vooral katholieken en protestanten vinden vaste relatie belangrijk

Alle bevolkingsgroepen vinden met minstens 90 procent een vaste relatie een belangrijke voorwaarde om aan kinderen te beginnen. Voor rooms-katholieken en protestanten is een vaste relatie nog net iets vaker belangrijk dan voor niet-gelovigen, met 95 tegen 91 procent (tabel B1).

Samenwonen belangrijkst voor katholieken

Ook samenwonen voordat er kinderen komen is voor vrijwel iedereen belangrijk: de meningen daarover lopen nauwelijks uiteen. Religie en migratieachtergrond vormen hierop een uitzondering. Rooms-katholieken (91 procent) zien graag dat mensen samenwonen voordat zij aan kinderen beginnen. Bij de niet-gelovigen is dit 86 procent. Personen met een overig geloof 1) (de groep die zich rekent tot de islam, het jodendom, het hindoeïsme, het boeddhisme of een andere gezindte) hechten hier met 78 procent het minst vaak waarde aan. Volwassenen met een niet-westerse achtergrond vinden samenwonen wat minder vaak belangrijk dan mensen van Nederlandse komaf, met 81 en 88 procent.

Trouwen belangrijk voor mensen met migratieachtergrond en gelovigen

Over het belang van het huwelijk als voorwaarde voor het krijgen van kinderen lopen de meningen sterk uiteen. Er zijn verschillen naar leeftijd, migratieachtergrond, onderwijsniveau en religie. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het huwelijk van alle genoemde voorwaarden de minst belangrijke is, met gemiddeld nog geen 30 procent van de volwassen bevolking.

Volwassenen met een niet-westerse achtergrond vinden een huwelijk voorafgaand aan het ouderschap beduidend vaker belangrijk dan personen met een Nederlandse achtergrond, 55 tegen 24 procent.

2.2.1.1 Mening over getrouwd zijn bij het eerste ouderschap naar migratieachtergrond en geloof, 2017
 MigratieachtergrondBelangrijk (% van de volwassen bevolking)Neutraal (% van de volwassen bevolking)Onbelangrijk (% van de volwassen bevolking)
MigratieachtergrondNiet-westers54,726684723,6305149721,64280034
MigratieachtergrondWesters27,4799116931,1039484641,41613985
MigratieachtergrondNederlands23,9851266433,1668491742,84802418
GeloofGeen12,5202666331,2734039656,20632941
GeloofRooms Katholiek29,5180426237,769035932,71292148
GeloofProtestants49,4882357132,0766981918,4350661
GeloofOverig63,6849753617,9813118618,33371279

Gelovigen vinden getrouwd zijn voordat er kinderen komen vaker belangrijk dan mensen die niet gelovig zijn. Het verschil is met 64 tegen 13 procent het grootst tussen personen met een overig geloof en de groep niet-gelovigen. Dit sluit aan bij eerder onderzoek van Liefbroer (2003) waaruit bleek dat individuele normen en waarden van invloed zijn op demografisch gedrag bij jongvolwassenen. Jongvolwassenen die veel waarde hechten aan het burgerlijke gezinsleven, starten op jonge leeftijd met relatie- en gezinsvorming; jongvolwassenen die autonomie en hedonisme belangrijker vinden, stellen trouwen en ouderschap juist uit. Over het algemeen lijken gelovigen wat minder gericht op vrijheid en carrière dan niet-gelovigen. Dit correspondeert tot op zekere hoogte ook met het onderzoek van Schmeets (2001) waaruit blijkt dat gereformeerde en hervormde jongvolwassenen minder hechten aan economische en hedonistische waarden dan katholieken en niet-gelovigen. 

Laagopgeleiden (40 procent) vinden getrouwd zijn voordat er kinderen komen vaker belangrijk dan middelbaar (26 procent) en hoogopgeleiden (19 procent). Middelbaar en hoogopgeleiden vinden het huwelijk vaker onbelangrijk. Onder hoogopgeleiden is dit aandeel met 51 tegen 27 procent bijna 2 keer zo hoog als onder laagopgeleiden.

Personen van 75 jaar of ouder vinden met 53 procent het vaakst dat mensen getrouwd moeten zijn voordat er kinderen komen, gevolgd door 65- tot 75-jarigen met 33 procent. Bij de andere leeftijdsgroepen ligt dit aandeel rond de 25 procent, ook bij de 25- tot 45-jarigen die doorgaans in de fase van gezinsvorming zitten.

2.2.1.2 Mening over getrouwd zijn bij het eerste ouderschap naar onderwijsniveau, 2017
OnderwijsniveauBelangrijk (% van de volwassen bevolking)Neutraal (% van de volwassen bevolking)Onbelangrijk (% van de volwassen bevolking)
Laag39,5551476533,0069431727,43790917
Middelbaar26,383380233,4507317240,16588808
Hoog19,0606628429,4938696151,44546755

2.2.2. Sociaaleconomische autonomie

Afgeronde opleiding belangrijk voor mensen met migratieachtergrond

Personen met een niet-westerse achtergrond hechten vaker belang aan een afgeronde opleiding voordat er kinderen komen dan degenen met een Nederlandse achtergrond. Hierbij speelt religie een rol. Personen met een niet-westerse achtergrond behoren vaker tot de groep die gelooft in de islam, het jodendom, het boeddhisme of hindoeïsme;volwassenen die tot een van deze religies behoren, vinden het relatief vaak belangrijk dat mensen hun opleiding afronden voordat ze aan kinderen beginnen. Ook rooms-katholieken vinden dit vaker belangrijk dan protestanten en niet-gelovigen. Protestanten staan hier wat vaker neutraal tegenover en niet-gelovigen vinden dit vaker onbelangrijk.

Bij de leeftijdsgroepen zijn er eveneens verschillen. Een afgeronde opleiding vinden 75-plussers (78 procent), maar ook jongeren van 18 tot 25 jaar (82 procent), naar verhouding vaak van belang voor het krijgen van kinderen. Bij de 25- tot 75-jarigen ligt dit aandeel rond de 70 procent. In combinatie met het gegeven dat jongeren steeds langer onderwijs volgen, maakt dat een afgeronde opleiding als een voor hen belangrijkevoorwaarde kan leiden tot uitstel van het ouderschap (CBS, 27 juni 2011).

Hoogopgeleiden vinden een afgeronde opleiding minder vaak een belangrijkevoorwaarden voor het ouderschap dan laagopgeleiden. Dat komt door verschillen in leeftijd: hoogopgeleiden zijn relatief vaak 25 tot 45 jaar en deze leeftijdsgroep vindt het minder vaak belangrijk dat mensen een opleiding hebben afgerond voordat zij aan kinderen beginnen in vergelijking met de jongsten en oudsten.

2.2.2.1 Mening over afgeronde opleiding bij het eerste ouderschap naar leeftijd, 2017
LeeftijdBelangrijk (% van de volwassen bevolking)Neutraal (% van de volwassen bevolking)Onbelangrijk (% van de volwassen bevolking)
75 jaar en ouder77,4927069915,193856057,313436966
65 tot 75 jaar71,0219085921,664743747,313347668
55 tot 65 jaar65,3700442926,574144478,055811235
45 tot 55 jaar70,6639334318,2201060611,1159605
35 tot 45 jaar68,4407588119,5604462411,99879495
25 tot 35 jaar69,9271796819,9850275110,08779281
18 tot 25 jaar81,5669220811,9188676,514210929


Vaste baan: jongsten, personen met migratieachtergrond en laagopgeleiden Jongeren van 18 tot 25 jaar vinden een vaste baan voordat er kinderen komen belangrijk: 88 procent is deze mening toegedaan. Bij de 75-plussers ligt dit aandeel met 82 procent iets lager. De 25- tot 75-jarigen hechten minder belang aan een vaste baan voor het krijgen van kinderen. Bij 55- tot 65-jarigen is dit aandeel met 68 procent het laagst.

Personen met een niet-westerse achtergrond hechten vaker belang aan een vaste baan voordat er kinderen komen dan degenen met een Nederlandse achtergrond. Leeftijd speelt hierbij een rol: personen met een niet-westerse achtergrond zijn doorgaans jonger dan personen met een Nederlandse achtergrond. Verder vinden hoogopgeleiden een vaste baan minder vaak een belangrijke voorwaarde voor het ouderschap dan laagopgeleiden. In de praktijk zijn het deze drie groepen, jongvolwassenen, personen met een niet-westerse migratieachtergrond en laagopgeleiden, die relatief vaak een flexbaan hebben (Kösters en Smits, 2013).

Verder vinden rooms-katholieken een vaste baan vaker van belang voor mensen die aan kinderen willen beginnen dan niet-gelovigen. Niet-gelovigen nemen hierover wat vaker een neutraal standpunt in. Mannen hechten wat minder waarde aan een vaste baan dan vrouwen.

Voldoende inkomen vindt vrijwel iedereen een belangrijke voorwaarde, met gemiddeld 96 procent. Er zijn geen significante verschillen naar achtergrondkenmerken (tabel B1).

2.2.2.2 Mening over vaste baan naar onderwijsniveau, 2017
OnderwijsniveauBelangrijk (% van de volwassen bevolking)Neutraal (% van de volwassen bevolking)Onbelangrijk (% van de volwassen bevolking)
Hoog65,2410873625,3456679,413245637
Middelbaar77,1008404717,044282275,854877261
Laag82,6840909712,664958554,650950472

2.2.3. Vrijheid en zelfontplooiing

Vrouwen hechten meer belang aan vrijheid

Vrouwen vinden het vaker dan mannen belangrijk dat mensen eerst een tijdje van hun vrijheid genieten voordat ze aan kinderen beginnen, 65 tegen 60 procent. Daarnaast hechten mannen wat minder waarde aan het opdoen van werkervaring of het kunnen werken aan een carrière voordat er kinderen komen dan vrouwen. In de praktijk zijn het vooral vrouwen die minder gaan werken na de geboorte van het eerste kind om werk en zorgtaken te kunnen combineren (Portegijs en Van den Brakel, 2018).

Werkervaring opdoen of carrière maken vinden rooms-katholieken vaker van belang voor mensen die aan kinderen willen beginnen dan niet-gelovigen. Niet-gelovigen nemen hierover wat vaker een neutraal standpunt in. Personen met een overig geloof vinden werkervaring of het werken aan een carrière relatief vaak onbelangrijk voor het krijgen van kinderen.

Verder vinden rooms-katholieken en niet-gelovigen het vaker belangrijk dat personen die aan kinderen willen beginnen een tijdje van hun vrijheid genoten hebben dan protestanten en personen met een overig geloof.

2.2.3.1 Mening over tijdje van vrijheid genieten bij het eerste ouderschap naar religie, 2017
Geloof(Heel) belangrijk (% van de volwassen bevolking)Niet belangrijk, niet onbelangrijk (% van de volwassen bevolking)(Heel) onbelangrijk (% van de volwassen bevolking)
Geen66,254844324,868866068,876289633
Rooms Katholiek64,6312517724,8833834810,48536475
Protestants54,3742912127,6423050417,98340375
Overig55,6910330825,0675073319,24145959

1) Ook personen die zich tot een andere, niet nader gespecificeerde kerkelijke groepering of levensbeschouwelijke gezindte rekenen dan het rooms-katholicisme en protestantisme, vallen hieronder.