4. Conclusies
Het loonverschil met vaste werknemers varieert aanzienlijk tussen de diverse soorten flexibele werknemers. Met name voor oproepkrachten en tijdelijke werknemers zonder vaste uren is het verschil met vaste werknemers groot. Dit komt vooral doordat oproepkrachten gemiddeld jonger zijn en in andere beroepen werken dan vaste werknemers en andere flexibele werknemers. Als gecorrigeerd wordt voor achtergrondkenmerken blijft er voor oproepkrachten een loonverschil van 3 procent over. Voor alle flexibele werknemers samen bedraagt het gecorrigeerde loonverschil 7 procent. Vooral uitzendkrachten en werknemers met korte tijdelijke contracten hebben te maken met een groot loonverschil na correctie (respectievelijk 13 en 15 procent). Bij deze groepen wordt dus een kleiner deel van het loonverschil verklaard door achtergrondkenmerken. Bij uitzendkrachten hebben zowel het onderwijsniveau als de leeftijd veel minder invloed op het uurloon dan bij andere soorten flexibele werknemers.
Naast het basisloon kwam ook het totale loon, dat wil zeggen het loon inclusief incidentele beloningen en overwerk, aan de orde. Het loonverschil tussen vaste en flexibele werknemers op basis van het totale loon is iets groter dan dat op basis van het basisloon.Corrigeren voor achtergrondkenmerken geeft voor het totale loon vergelijkbare conclusies als voor het basisloon.