EHealth: mogelijkheden, gebruik en opvattingen
Over deze publicatie
In 2018 heeft 45 procent van de volwassenen, die de mogelijkheid hadden, wel eens een herhaalrecept via internet aangevraagd en iets minder dan een derde maakte wel eens online een afspraak met de huisarts. Van degenen die dit niet deden, was bijna twee derde bereid om dit te doen als het mogelijk was. Vier op de tien zouden vragen willen stellen via mail of de website van de huisartspraktijk. Daarnaast hadden acht op de tien volwassenen van het Landelijk Schakelpunt (LSP) gehoord. Zes op de tien die ermee bekend waren, hebben toestemming gegeven om gegevens te delen via dit platform, 14 procent heeft geen toestemming gegeven of is hier niet om gevraagd en het overige kwart wist niet meer of zij hebben toegestemd. De groep die toestemming heeft geweigerd, maakte zich vooral zorgen over mogelijke privacyschending en onvoldoende gegevensbeveiliging.
1. Inleiding
De minister en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben in een brief uit 2014 doelstellingen met betrekking tot het gebruik en de beschikbaarheid van eHealth toepassingen geformuleerd (Schippers en van Rijn, 2014). Hierbij wordt met name gefocust op de chronisch zieken en kwetsbare ouderen. Zo zou ten eerste binnen vijf jaar 80 procent van de chronisch zieken en 40 procent van de overige patiënten toegang moeten hebben tot bepaalde medische gegevens over zichzelf. Ten tweede zou drie kwart van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen, die dit willen of kunnen, zelf gezondheidsmetingen zoals van de bloeddruk, gewicht of bloedsuiker moeten kunnen uitvoeren, eventueel met monitoring op afstand door een zorgverlener. Ten derde zou iedereen die thuis zorg en ondersteuning ontvangt de mogelijkheid moeten hebben om via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te kunnen communiceren.
Het behalen van deze doelstellingen wordt door Nictiz en Nivel in de eHealth-monitor bijgehouden. Uit deze monitor blijkt dat zorggebruikers meestal wel bereid zijn om eHealth te gebruiken, maar vaak niet op de hoogte zijn van de beschikbare toepassingen. Na ervaring te hebben opgedaan met een bepaalde eHealth-toepassing zijn zowel zorgverleners als -gebruikers er positiever over. Volgens het CBS maakte in 2018 een kwart van de personen van 12 jaar of ouder gebruik van internet om een afspraak te maken meteen medisch specialist (StatLine, 2018). Dit was in 2012 nog een op de tien. De mogelijkheden voor inzage in medische gegevens zijn de laatste jaren toegenomen, chronisch zieken houden vaker hun gezondheidswaarden bij, maar beeldbellen en het gebruik van domotica voor communicatie met de zorgverlener zijn niet toegenomen (Nictiz en Nivel, 2017). Onder domotica wordt technologie verstaan die het makkelijker maakt voor mensen om zaken in huis, zoals verlichting, te bedienen.
Volgens eerder onderzoek kan eHealth de efficiëntie van de zorg verbeteren, het contact tussen patiënt en arts vergemakkelijken en de patiënt meer controle geven over zijn behandeling (Dedding et al., 2011). Er zijn echter ook zorgen over privacyschending en de beveiliging van gevoelige medische gegevens die via internet worden gedeeld (Wilkowska en Ziefle, 2012). Bovendien heeft de patiënt enerzijds ICT-vaardigheden nodig om met de nieuwe toepassingen om te kunnen gaan en anderzijds de motivatie om dit te willen proberen (Meuter et al., 2005).
Dit onderzoek richt zich op (bereidheid tot) gebruik, mogelijkheden en opvattingen over eHealth onder de volwassen bevolking. In het eerste deel van de resultaten wordt specifiek ingegaan op de volgende eHealth-toepassingen: het aanvragen van herhaalrecepten via internet, online een afspraak maken met de huisarts, vragen stellen over bestaande klachten aan de huisarts via internet en thuis gezondheidsmetingen verrichten om deze via internet aan de huisarts door te geven. Daarnaast wordt beschreven in welke mate mensen zelf op zoek gaan naar informatie op internet als zij gezondheidsklachten hebben. Hoewel dit strikt genomen niet onder eHealth-toepassingen valt, is het in dit kader wel interessant om mee te nemen in dit artikel.
Het tweede deel van de resultaten gaat in op het Landelijk Schakel Punt (LSP), als een van de huidige toepassingen van eHealth. Allereerst wordt antwoord gegeven op de vraag hoe groot het aandeel volwassenen is dat toestemming heeft gegeven voor het delen van medische gegevens via het LSP. Vervolgens wordt beschreven in hoeverre mensen die niet om toestemming gevraagd zijn hiervoor open staan. Tevens worden in dit deel opvattingen over het LSP besproken, de voor- en nadelen die mensen zien en de zorgen en bezwaren die er leven. Van vier typen organisaties wordt gevraagd of mensen zich zorgen maken over inzage in het LSP door deze partijen. Het gaat hierbij om zorgverzekeraars,organisaties die levensverzekeringen aanbieden, hypotheekverstrekkers en werkgevers.Er wordt steeds bekeken of er verschillen zijn naar geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en herkomst. Ook wordt gekeken naar de relatie met huisartscontact en ervaren gezondheid indien dit relevant is.
2. Resultaten
2.1 EHealth-toepassingen: mogelijkheid, gebruik en bereidheid
Een derde weet niet of online herhaalrecept aanvragen mogelijk is
Bijna de helft van de volwassenen geeft aan dat het mogelijk is om bij de huisarts via internet een herhaalrecept aan te vragen. Daarnaast zegt 17 procent geen mogelijkheid te hebben om online een herhaalrecept aan te vragen en een derde weet niet of deze mogelijkheid bestaat. Vooral mensen tussen de 18 en 35 jaar en 75-plussers weten vaak niet of deze mogelijkheid er is bij hun huisarts. De huisarts kan patiënten wijzen op de eHealth-mogelijkheden in zijn of haar praktijk. Contact met de huisarts kan er daarom voorzorgen dat mensen beter op de hoogte zijn van deze mogelijkheden. Mensen die in de afgelopen 12 maanden contact hebben gehad met de huisarts weten inderdaad vaker of het mogelijk is om online een herhaalrecept aan te vragen; van hen weet 51 procent dat het kan, 19 procent weet dat het niet kan en 30 procent weet niet of dit kan of niet. Van degenen die niet bij de huisarts zijn geweest, weet 43 procent niet of onlineherhaalrecepten kunnen worden aangevraagd.Van de mensen die aangeven dat zij online een herhaalrecept kunnen vragen bij hun huisarts, zegt 45 procent dit wel eens te doen. De 55- tot 75-jarigen doen dit vaker dan jongere leeftijdsgroepen. Dit komt niet door gezondheidsverschillen of door verschil in huisartscontact. Mogelijke verschillen in medicijngebruik kunnen niet worden meegenomen als verklaring, want hier zijn geen gegevens over beschikbaar in het onderzoek. Ook personen met een Nederlandse achtergrond doen dit vaker dan personen met een westerse migratieachtergrond, maar er is geen significant verschil tussen mensen met een Nederlandse en niet-westerse achtergrond. Mensen die in het afgelopen jaarcontact hebben gehad met de huisarts maken ook vaker gebruik van online aanvraag van herhaalrecepten dan mensen die dat niet hebben gehad.
Van degenen die geen herhaalrecept via internet aan kunnen vragen, niet weten of dit kan of geen gebruik hebben gemaakt van deze mogelijkheid, zegt twee derde bereid te zijn om dit te doen als dit in de toekomst zou kunnen. Nog eens 17 procent zou hier misschien toe bereid zijn, de overige 18 procent zou dit niet doen. De bereidheid om dit te doen, is lager naarmate mensen ouder zijn. Mensen van 75 jaar of ouder zeggen met 57 procent het vaakst niet bereid te zijn dit te doen. Hoogopgeleiden willen vaker online receptenaanvragen dan laagopgeleiden. Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn hiertoe minder vaak bereid dan mensen met een Nederlandse of westerse achtergrond.
Er zijn geen verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft de bekendheid met de mogelijkheden om herhaalrecepten online aan te vragen, het gebruik hiervan en de bereidheid om dit in de toekomst te doen. De onderwijsgroepen verschillen niet van elkaar met betrekking tot de bekendheid met deze eHealth-toepassing of het gebruik hiervan. Bij herkomstgroepen is er geen verschil in de bekendheid van deze mogelijkheid.
Opleiding | Ja (%) | Misschien (%) | Nee (%) |
---|---|---|---|
Hoog | 78 | 14 | 8 |
Middelbaar | 69 | 16 | 15 |
Laag | 46 | 20 | 34 |
Noot: Deze vraag is gesteld aan degenen die nog geen herhaalrecepten kunnen aanvragen via internet bij de huisarts, niet weten of dit kan of dit nog niet doen. |
Bijna een derde maakt online afspraak met huisarts als deze mogelijkheid er is
Van de volwassenen zegt 38 procent dat zij de mogelijkheid hebben om een afspraak te maken met de huisarts via internet, volgens 29 procent is dit niet mogelijk en 33 procent weet het niet. Mannen zeggen vaker dan vrouwen dat zij online een afspraak kunnen maken; 40 tegen 35 procent geeft dit aan. Mensen met een minder goede gezondheid zijn vaker op de hoogte van deze mogelijkheid dan de mensen met een goede gezondheid. Dat geldt ook voor degenen die de afgelopen 12 maanden bij de huisarts zijn geweest. Voor de leeftijdsgroepen is er geen eenduidig beeld.Bijna een derde van de personen bij wie het mogelijk is om online afspraken te maken, maakt hiervan gebruik. Vrouwen doen dit met 36 tegen 29 procent vaker dan mannen.
In totaal is 64 procent van de mensen die geen afspraken met de huisarts via internet maakt of deze niet kan maken, bereid om dit in de toekomst wel te doen. Een op de vijf zou dit niet doen en de overige 16 procent houdt de mogelijkheid open en zou het misschien doen. Mannen en hoogopgeleiden zijn hiertoe vaker bereid dan respectievelijk vrouwen en laagopgeleiden. Dit geldt ook voor personen met een Nederlandse of westerse achtergrond ten opzichte van mensen met een niet-westerse achtergrond en voor mensen met een zeer goede gezondheid ten opzichte van mensen met een minder goede gezondheid.
Mannen en vrouwen zijn even vaak op de hoogte van de mogelijkheid om online een afspraak met de huisarts te maken. Bij de onderwijs- en herkomstgroepen zijn er ook geen verschillen in het aandeel dat met de mogelijkheid bekend is en in het aandeel dat dit doet. Tot slot zijn er geen verschillen tussen de leeftijdsgroepen in de bereidheid om dit in de toekomst te doen.
Grotere bereidheid tot mailen dan tot videobellen met de huisarts over bekende klachten
Een kwart van de volwassenen zegt dat het mogelijk is om via mail of de website van de praktijk vragen over bij de huisarts bekende klachten aan hem of haar te stellen, daarnaast zegt 9 procent dat dit via een video-gesprek met de huisarts kan. Ongeveer de helft weet niet of een van deze mogelijkheden er is bij zijn huisarts. Mensen die in het afgelopen jaar contact hebben gehad met de huisarts, zijn vaker op de hoogte van deze mogelijkheden dan mensen die geen huisartscontact hebben gehad.Ruim een op de vijf mensen die op de hoogte zijn van de mogelijkheid om vragen te stellen via mail of website doet dit wel eens en een op de acht doet dit wel eens met een video-gesprek. Vier op de tien mensen die hiervan niet op de hoogte zijn of dit niet doen, zijn bereid om vragen over bekende klachten via mail of de website aan de huisarts te stellen. Bijna drie op de tien staan open voor een video-gesprek hierover.
Ruim een op de vijf mensen die op de hoogte zijn van de mogelijkheid om vragen te stellen via mail of website doet dit wel eens en een op de acht doet dit wel eens met een video-gesprek. Vier op de tien mensen die hiervan niet op de hoogte zijn of dit niet doen, zijn bereid om vragen over bekende klachten via mail of de website aan de huisarts te stellen. Bijna drie op de tien staan open voor een video-gesprek hierover.
Hoogopgeleiden zijn hiertoe ook vaker bereid dan laagopgeleiden, namelijk 49 procent via mail of site en 36 procent via video tegen respectievelijk 27 en 16 procent van de laagopgeleiden. Jongeren tot 25 jaar zouden vaker vragen over klachten willen mailen dan 55-plussers, er is geen verschil tussen jongeren en 25- tot 55-jarigen. Voor het videogesprek geldt dat 18- tot 25-jarigen hier minder vaak een probleem mee hebben dan 65-plussers en vaker dan 25- tot 35-jarigen. Er zijn geen verschillen naar migratieachtergrond. Tot slot is de bereidheid om vragen via mail te stellen hoger onder gezonde personen dan onder minder gezonde personen. Dit wordt niet verklaard door leeftijdsverschillen.
Categorie | Ja (%) | Misschien (%) | Nee (%) |
---|---|---|---|
Vragen over klachten via video-gesprek | 28 | 26 | 46 |
Vragen over klachten via e-mail of website | 40 | 25 | 35 |
Afspraak huisarts | 64 | 16 | 20 |
Aanvraag herhaalrecept | 66 | 17 | 18 |
Noot: Deze vraag is alleen gesteld aan degenen die geen gebruik kunnen maken van deze eHealth-toepassingen, niet weten of dit kan of het nog niet doen. |
Bijna driekwart bereid online eigen gewicht door te geven
In hoeverre vindt de volwassen bevolking het een probleem om zelf thuis gezondheidsgegevens te meten en deze gegevens online door te geven aan de huisarts? Ongeveer zeven op de tien vindt het prima om de eigen bloeddruk, bloedsuikerspiegel of het cholesterol zelf thuis te meten. Mannen vinden het vaker geen probleem hun bloeddruk zelf te meten dan vrouwen. Wat betreft de andere gezondheidsmetingen is er geen verschil. Mensen van 65 jaar of ouder willen minder vaak zelf thuis medische gegevens meten dan mensen die jonger zijn dan 65 jaar. Specifiek gaat het dan om hun bloedsuiker of cholesterol, bij bloeddrukmeting is er geen verschil tussen de leeftijdsgroepen. Laagopgeleiden en personen met een niet-westerse migratieachtergrond zijn minder vaak bereid om gezondheidsmetingen zelf thuis te verrichten dan hoogopgeleiden en personen met een Nederlandse achtergrond.Bijna iedereen die bereid is zelf metingen te doen, is ook genegen deze waarden via internet aan de huisarts door te geven, namelijk meer dan negen van de tien. Mannen zijn vaker bereid dan vrouwen om de bloeddruk en bloedsuikerspiegel via internet door te geven, namelijk 95 ten opzichte van 92 procent voor zowel bloeddruk als bloedsuiker. Bij cholesterol is er geen verschil tussen mannen en vrouwen. De 75-plussers zijn minder vaak bereid om hun bloeddruk, bloedsuikerspiegel en cholesterol online door te geven dan mensen jonger dan 75 jaar. Tussen onderwijs- en herkomstgroepen zijn geen verschillen in de bereidheid tot het doorgeven van deze gezondheidsgegevens.
Verder wil 73 procent zijn eigen gewicht wel via internet doorgeven, 15 procent wil dit misschien en de overige 13 procent wil dit niet. Mannen zijn meer bereidwillig dan vrouwen om hun gewicht door te geven, namelijk 76 tegen 70 procent. 75-plussers willen minder vaak hun gewicht doorgeven via internet dan jongere leeftijdsgroepen. Hoogopgeleiden en personen met een Nederlandse of westerse migratieachtergrond zijn hier naar verhouding vaker toe bereid dan respectievelijk laagopgeleiden of personen met een niet-westerse achtergrond.
85 procent zoekt wel eens informatie over gezondheidsklachten op internet
Van de volwassenen geeft 15 procent aan nooit informatie over hun klachten op te zoeken op internet als zij deze hebben. De overige 85 procent doet dit wel in meer of mindere mate en 14 procent kijkt altijd op internet als zij klachten hebben. Hoewel het hier niet gaat om het gebruik van een eHealth-toepassing, kan het als zelfzorg worden opgevat en kan het de gezondheid ondersteunen.Vrouwen zoeken bij klachten wat vaker informatie op internet dan mannen, namelijk 87 ten opzichte van 84 procent. Jongeren zoeken vaker gezondheidsinformatie op dan ouderen. De groep tussen de 25 en 35 jaar doet dit met 94 procent het vaakst en de 75-plussers met 63 procent het minst vaak. Iets meer dan een op de vijf van de 25- tot 35-jarigen zoekt altijd informatie op bij klachten. Hoogopgeleiden zoeken vaker online gezondheidsinformatie op dan laagopgeleiden; respectievelijk ruim negen op de tien tegen iets minder dan drie kwart doet dit wel eens. Middelbaar opgeleiden zitten hier tussenin. Er is geen verschil naar migratieachtergrond.
Leeftijd | Nooit (%) | Zelden (%) | Soms (%) | Vaak (%) | Altijd (%) |
---|---|---|---|---|---|
18 tot 25 jaar | 12 | 15 | 30 | 26 | 17 |
25 tot 35 jaar | 6 | 15 | 30 | 27 | 22 |
35 tot 45 jaar | 9 | 17 | 32 | 26 | 15 |
45 tot 55 jaar | 13 | 17 | 32 | 24 | 15 |
55 tot 65 jaar | 13 | 20 | 37 | 20 | 10 |
65 tot 75 jaar | 25 | 23 | 31 | 13 | 9 |
75 jaar of ouder | 37 | 23 | 25 | 11 | 5 |
2.2 Het Landelijk schakelpunt: bekendheid, toestemming en opvattingen
Acht op de tien volwassen bekend met het LSP
Het Landelijk Schakelpunt (LSP) is een bekende toepassing van eHealth; iets meer dan acht op de tien volwassenen heeft hiervan gehoord. Vrouwen hebben er vaker van gehoord dan mannen en ouderen vaker dan jongeren. 18- tot 25-jarigen hebben met 47 procent het minst vaak gehoord van het LSP, terwijl 93 procent van de 65- tot 75-jarigen het LSP kent. Onder 75-plussers ligt het aandeel dat ermee bekend is op 81 procent. Hoogopgeleiden en mensen met een Nederlandse achtergrond hebben hier vaker van gehoord dan laagopgeleiden en mensen met een westerse of niet-westerse achtergrond. Mensen die het afgelopen jaar contact hebben gehad met de huisarts kennen vaker het LSP dan mensen zonder huisartscontact, namelijk 83 tegen 76 procent. Dit verschil is te verwachten omdat patiënten door hun zorgverlener, zoals de huisarts of apotheek, gewezen worden op het LSP en om toestemming worden gevraagd voor het beschikbaar stellen van hun gegevens.Zes van de tien geeft toestemming voor gegevens delen via LSP
Van degenen die het LSP kennen, geeft zes van de tien personen aan toestemming te hebben verleend voor het delen van zijn of haar medische gegevens via het LSP toen een zorgverlener dit vroeg. Een kwart weet niet (meer) of zij daarvoor toestemming hebben gegeven en 14 procent heeft geen toestemming verleend of is daar niet om gevraagd. Van deze 14 procent heeft 24 procent toestemming geweigerd, 34 procent is niet gevraagd, 41 procent weet niet meer of ze hierom zijn gevraagd en de overige 1 procent wil niet zeggen of ze om toestemming zijn gevraagd of niet.Vrouwen hebben met 64 procent vaker toegestemd om gegevens via het LSP ter beschikking te stellen dan mannen, bij wie dat 55 procent is. Ook geven ouderen vaker hun fiat dan jongeren; van de 18- tot 25-jarigen geeft 44 procent aan akkoord gegeven te hebben voor het delen van medische gegevens, van de 75-plussers zegt 71 procent dit. Dit wordt niet verklaard door verschil in huisartscontact. Maar jongeren hebben in het algemeen minder vaak van het LSP gehoord dan ouderen en weten minder vaak of zij toestemming hebben gegeven, waardoor de groep die mogelijk toestemming heeft gegeven relatief klein is onder jongeren. Van de 18- tot 25-jarigen weet 42 procent niet of zij toestemming hebben gegeven, tegenover 14 procent van de 75-plussers.
Laagopgeleiden geven vaker toestemming dan hoogopgeleiden, namelijk 65 ten opzichte van 54 procent. Dit geldt ook voor personen met een Nederlandse ten opzichte van een niet-westerse achtergrond: 61 tegen 49 procent. Personen met een minder goede gezondheid geven ook vaker permissie dan personen met een goede gezondheid. Dit verschil wordt niet verklaard doordat personen met een minder goede gezondheid vaker contact hebben met de huisarts dan personen met een goede gezondheid.
Degenen die toestemming voor het delen van hun medische gegevens via het LSP hebben geweigerd, zijn gevraagd naar de redenen voor deze weigering. De belangrijkste redenen waarom mensen geen toestemming geven, zijn: zorgen over privacy, gebrekkige beveiliging of angst voor misbruik van de gegevens door zorgverleners of externe partijen. Een aantal mensen geven aan controle en inzage te willen over welke gegevens met wie gedeeld worden.
Categorie | Ja (%) | Nee (%) | Weet ik niet (%) | Wil ik niet zeggen (%) |
---|---|---|---|---|
(Zeer) slecht | 71 | 14 | 14 | 0 |
Redelijk | 70 | 11 | 18 | 1 |
Goed | 59 | 14 | 26 | 1 |
Zeer goed | 49 | 19 | 32 | 0 |
Noot: Alleen mensen die van het LSP hebben gehoord, hebben de vraag naar toestemming gekregen. |
Meer dan de helft bereid om toestemming LSP te verlenen
Aan degenen die niet om toestemming zijn gevraagd, dit niet meer weten, of niet van het LSP gehoord hebben, is gevraagd of zij bezwaar zouden hebben tegen het ter beschikking stellen van hun medische gegevens via het LSP. Hiervan heeft 58 procent geen bezwaar en 14 procent wel. De overige 28 procent weet het niet of wil dit niet zeggen. Degenen die toestemming hebben gegeven om hun medische gegevens via het LSP te delen of deze toestemming hebben geweigerd, hebben de vraag naar bereidheid om toestemming te geven niet gekregen. Personen met een niet-westerse achtergrond hebben vaker bezwaar tegen het delen van gegevens via het LSP dan personen met een Nederlandse of westerse achtergrond. Er is geen verschil tussen mannen of vrouwen, leeftijds- en onderwijsgroepen.De voornaamste redenen dat mensen bezwaar hebben tegen het delen van hun gegevens via het LSP, zijn: mensen willen vanwege privacy niet dat zorgverleners toegang hebben tot medische gegevens en hebben er geen vertrouwen in dat het LSP voldoende beveiligd is. In het verlengde hiervan zijn mensen bang voor lekken of hacks, dat gegevens op straat komen te liggen, misbruik door zorgverleners of dat andere partijen de gegevens kunnen inzien. Tot slot geven mensen aan het vervelend te vinden om geen controle te hebben over de toegang tot hun gegevens. Deze redenen komen overeen met de redenen van de mensen die geen toestemming hebben gegeven.
Meeste mensen die meedoen aan LSP zien voordelen hiervan
Er zijn een aantal stellingen voorgelegd over de meningen en zorgen over het LSP aan
personen die toestemming hebben gegeven hun medische gegevens te delen, hier geen
bezwaar tegen hebben of niet weten of zij bezwaar zouden hebben. Het merendeel ziet de
voordelen van het LSP; 68 procent denkt dat de kwaliteit van de zorg hierdoor beter wordt
en 77 procent denkt dat de zorg efficiënter wordt. Een meerderheid van 85 procent denkt
dat zorgverleners zorgvuldig omgaan met de persoonlijke gegevens in het LSP. De
meningen over de beveiliging van het LSP zijn meer verdeeld: 36 procent maakt zich
zorgen dat medische gegevens op straat komen te liggen, 40 procent maakt zich geen
zorgen en 23 procent is neutraal. Mensen met een niet-westerse achtergrond maken zich
hier het vaakst zorgen over, mensen met een Nederlandse of westerse achtergrond doen
dit minder.
Bijna vier vijfde van de ondervraagden wil zelf zijn eigen gegevens via internet kunnen
inzien, iets wat momenteel nog niet mogelijk is.
Daarnaast is gevraagd of mensen zich zorgen maken over inzage in het LSP door vier typen
organisaties, namelijk zorgverzekeraars, organisaties die levensverzekeringen aanbieden,
hypotheekverstrekkers en werkgevers. Per type organisatie is gevraagd in hoeverre mensen
zich zorgen maken en, als zij dit aangeven, waarover zij bezorgd zijn.
Ruim zeven op de tien personen maakt zich in meer of mindere mate zorgen over het
mogelijk inzien van het medisch dossier door de vier eerdergenoemde organisaties die
daar nu geen toegang toe hebben. Mannen maken zich hier voor ieder type organisatie
vaker zorgen om dan vrouwen. Hoogopgeleiden zijn vaker bezorgd over inzage door
zorgverzekeraars, organisaties die levensverzekeringen aanbieden en hypotheekverstrekkers dan laagopgeleiden. Mensen met een Nederlandse achtergrond zijn bezorgder
over organisaties die levensverzekeringen aanbieden dan mensen met een niet-westerse
achtergrond. Mensen met een slechte gezondheid maken zich niet vaker zorgen dan
mensen met een goede gezondheid. Mensen met een redelijke gezondheid maken zich
vaker zorgen over organisaties die levensverzekeringen aanbieden, hypotheekverstrekkers
en werkgevers dan mensen met een slechte gezondheid, maar er is geen verschil in de
mate van bezorgdheid over zorgverzekeraars.
Categorie | Niet bezorgd (%) | Beetje bezorgd (%) | Tamelijk bezorgd (%) | Zeer bezorgd (%) |
---|---|---|---|---|
Aanbieders levensverzekeringen | 24 | 19 | 24 | 33 |
Hypotheekverstrekkers | 25 | 17 | 23 | 35 |
Werkgevers | 28 | 18 | 22 | 32 |
Zorgverzekeraars | 30 | 22 | 23 | 25 |
Noot: Deze vragen zijn gesteld aan de personen die toestemming gegeven hebben hun gegevens te delen, hier geen bezwaar tegen hebben of niet weten of zij bezwaar zouden hebben. |
Als zorgverzekeraars medische gegevens uit het LSP onder ogen zouden krijgen, maken mensen zich vooral zorgen over premieverhogingen, weigeringen van (aanvullende) verzekeringen of dat bepaalde behandelingen en medicijnen niet vergoed worden in het geval van gezondheidsproblemen.
Bij organisaties die levensverzekeringen aanbieden, hebben mensen bedenkingen over premieverhoging, een verzekering weigeren of het tussentijds wijzigen van voorwaarden, zodat niet wordt uitbetaald bij ziekte. Daarnaast willen mensen geen gegevens met deze verzekeraars delen, omdat dit hun privacy zou kunnen schaden, deze organisaties geen medisch beroepsgeheim kennen en gegevens mogelijk niet voldoende veilig zijn. Mensen geven ook aan bang te zijn dat hen ongevraagd verzekeringen zullen worden aangeboden. In het geval van hypotheekverstrekkers zijn mensen vooral bezorgd over weigering van een hypotheek bij ziekte en dat hun privacy in het geding komt als deze gegevens bij financiële instellingen terecht komen.
Ook bij het delen van medische gegevens met werkgevers speelt schending van de privacy een belangrijke rol, naast de angst om bij gezondheidsproblemen niet aangenomen te worden, ontslagen te worden of geen contractverlenging te krijgen.
3. Conclusie
In dit onderzoek is onder meer nagegaan in welke mate verschillende eHealth toepassingen aangeboden en gebruikt worden, hoe groot de bereidheid tot gebruik is en welke zorgen en bezwaren hiermee gepaard gaan.
Van de hier besproken eHealth-toepassingen is de aanvraag van online herhaalrecepten het vaakst mogelijk. Mensen die in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoekcontact hebben gehad met de huisarts zijn vaker op de hoogte van de mogelijkheden voor het gebruik van eHealth dan mensen die dat niet hebben gehad. Dit ligt ook voor de hand,omdat deze mensen misschien door hun huisarts op deze mogelijkheden zijn gewezen of meer baat bij het gebruik ervan kunnen hebben.
Onder degenen die nog geen gebruik maken van of niet bekend zijn met de eHealth toepassingen, is er met name een grote bereidheid om herhaalrecepten via internet aan te vragen of om online een afspraak met de huisarts te maken. In de eHealth-monitor (Nictiz en NIVEL, 2016) werd in 2016 aangegeven dat nog niet te voorspellen was of toepassingen als videoconsulten op grote schaal gebruikt zullen worden in de toekomst. De resultaten in dit artikel laten zien dat de bereidheid om videogesprekken te voeren met de huisarts nog relatief laag is ten opzichte van andere toepassingen, zoals vragen stellen via mail of via de website van de huisartspraktijk.
Ouderen gebruiken vaker eHealth-toepassingen, zoals de online aanvraag van recepten,dan jongeren. Dit geldt alleen voor ouderen van 55 tot 75 jaar, onder 75-plussers is het gebruik juist lager dan onder jongere leeftijdsgroepen. Het is hierbij niet uit te sluiten dat het hogere gebruik onder ouderen komt omdat ouderen deze toepassingen vaker nodig hebben vanwege hun gezondheidssituatie. Meer huisartscontact en een minder goede ervaren gezondheid verklaren deze verschillen niet. Echter medicijngebruik is in dit onderzoek niet meegenomen. Jongeren zoeken naar aanleiding van klachten wel aanmerkelijk vaker gezondheidsinformatie op dan ouderen. Ouderen die de eHealth toepassingen niet gebruiken, zijn over het algemeen minder bereid dan jongeren om deze in de toekomst te gaan gebruiken.
In 2018 zocht 67 procent van de personen van 12 of ouder wel eens gezondheidsinformatie op internet op. Dit was in 2012 nog 49 procent (StatLine, 2018). Nederland was hiermee in 2017 koploper in Europa (Eurostat, 2017). Deze cijfers zijn gebaseerd op het onderzoek naar ICT-gebruik van huishoudens en personen waarin een iets andere vraagstelling wordt gehanteerd dan in het Belevingen onderzoek. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om informatie over ziekten of over leefstijl en dit hoeft niet per se naar aanleiding van gezondheidsklachten te zijn. In het Belevingen onderzoek wordt specifiek gevraagd naar het online zoeken van gezondheidsinformatie naar aanleiding van gezondheidsklachten.
Naast de verschillen tussen leeftijdsgroepen zijn er ook tussen andere bevolkingsgroepenverschillen gevonden. Zo maken vrouwen vaker online een afspraak met de huisarts, maar van de mensen die hier nog geen gebruik van maken, zijn mannen vaker bereid dit in de toekomst te doen dan vrouwen. Mannen willen ook vaker via internet vragen stellen over gezondheidsklachten dan vrouwen. Daarnaast zijn hoogopgeleiden vaker bereid eHealth te gebruiken dan laagopgeleiden. Dit geldt ook voor personen met een Nederlandse of westerse migratieachtergrond vergeleken met personen met een niet-westerse achtergrond.
Ook willen ouderen, laagopgeleiden en mensen met een niet-westerse migratieachtergrond minder vaak zelf thuis hun eigen gezondheidswaarden meten dan jongeren,hoogopgeleiden of mensen met een Nederlandse achtergrond. Als mensen zelf thuismetingen willen verrichten, willen ze deze gegevens ook vrijwel altijd via internet doorgeven.
Bovenstaande verschillen tussen bevolkingsgroepen in de mogelijkheid en bereidheid tot gebruik van eHealth-toepassingen, met name tussen de leeftijdsgroepen en onderwijsniveaus kunnen mogelijk verklaard worden door verschillen in gebruik van het internet. Zo zitten jongeren veel vaker op het internet dan ouderen: van de 18- tot 25-jarigen gebruikt bijna iedereen dagelijks internet, onder de 75-plussers is dit minder dan de helft (StatLine,2018). Ook internetten hoogopgeleiden vaker dan laagopgeleiden. Of en hoe deze verschillen in internetgebruik gerelateerd zijn aan de verschillen in gebruik en bereidheid tot gebruik van eHealth, kan met dit onderzoek niet vastgesteld worden.
Een van de bekendste eHealth-toepassingen is het Landelijk Schakelpunt. De meeste mensen hebben daar desgevraagd wel eens van gehoord. Dit geldt in meerdere mate voor mensen van 45 tot 75 jaar. Ook hoogopgeleiden en mensen met een Nederlandse achtergrond hebben hier vaker van gehoord dan laagopgeleiden en mensen met een westerse of niet-westerse achtergrond.
Een meerderheid van de personen die bekend is met het LSP heeft toestemming gegeven om zijn of haar medische gegevens te delen nadat hen dit is gevraagd. Vrouwen en ouderen deden dit vaker dan mannen en jongeren. Ook personen met een Nederlandse achtergrond stemden vaker hiermee in dan personen met een niet-westerse migratieachtergrond. Hoogopgeleiden gaven minder vaak permissie voor het delen van hun gegevens in het LSP dan laagopgeleiden.
De belangrijkste genoemde redenen om niet toe te stemmen, zijn zorgen over privacy,beveiliging en misbruik van gegevens. Daarnaast maakt de meerderheid van de volwassenen zich in enige mate zorgen dat partijen als zorgverzekeraars, organisaties die levensverzekeringen aanbieden, hypotheekverstrekkers en werkgevers in de toekomst via het LSP inzage zouden kunnen krijgen in hun medische gegevens met als gevolg mogelijke hogere premies, afwijzing voor (aanvullende) verzekeringen, andersoortig gegevensmisbruik of schending van de privacy. Van de mensen die het LSP niet kennen of niet om toestemming gevraagd zijn, heeft de meerderheid geen bezwaar om desgevraagd hun gegevens te verstrekken.
Tot slot geven degenen die al deelnemen aan het LSP of dat in elk geval niet zouden weigeren, aan zelf inzage te willen in hun eigen medische gegevens en te willen bepalen wie daar toegang toe hebben. De minister van medische zorg heeft recentelijk aangekondigd dit te willen regelen middels een nieuwe eHealth-toepassing, de digitale persoonlijke gezondheidsomgeving (Bruins, 2019). Dit was ten tijde van dit onderzoek nog niet bekend.
4. Referenties
Dedding, C., R. van Doorn, L. Winkler en R. Reis (2011). How will e-health affect patient participation in the clinic? A review of e-health studies and the current evidence for changes in the relationship between medical professionals and patients. Social Science &Medicine, 72, 49-53.
Eurostat (2017). Individuals using the internet for seeking health-related information.Luxemburg: Eurostat. Geraadpleegd op 01-11-2018
Meuter, M. L., M. J. Bitner, A. L. Ostrom en S. W. Brown (2005). Choosing among alternative service delivery modes: an investigation of customer trial of self-service technologies. Journal of Marketing, 69 (april), 61-83.
Nictiz en NIVEL (2016). Meer dan techniek. eHealth-monitor 2016. Nictiz en NIVEL,Den Haag en Utrecht.
Nictiz en NIVEL (2017). Kies bewust voor eHealth. eHealth-monitor 2017. Nictiz en NIVEL,Den Haag en Utrecht.
Schippers, E.I. en M. J. van Rijn (2014, 2 juli). E-health en zorgverbetering [Kamerbrief]. Geraadpleegd op 10-01-2019.
StatLine (2018). Internet; toegang, gebruik en faciliteiten. Den Haag/ Heerlen, CBS.Geraadpleegd op 05-11-2018.
VZVZ (2018). Over het LSP. Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie. Website geraadpleegd op 10-01-2019.
Wilkowska, W. en M. Ziefle (2012). Privacy and data security in E-health: requirements from the user’s perspective. Health Informatics Journal 18 (3), 191-201.
Technische toelichting
1. Analyses
Door middel van bivariate analyses is nagegaan of geslacht, leeftijd, hoogst behaald onderwijsniveau en migratieachtergrond van belang zijn als het gaat om (de mening over) eHealth. Daarnaast is gekeken of de ervaren gezondheid van mensen van belang is en of het uitmaakt of mensen in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek naar de huisarts zijn geweest. Alleen significante relaties (p <0,05) worden in dit artikel besproken. Met meervoudige regressieanalyses is getoetst of de bivariate verbanden blijven bestaan als gecorrigeerd wordt voor de andere hierboven genoemde achtergrondkenmerken.2. Vraagstellingen
Mogelijkheid
Er is gevraagd naar de mogelijkheden voor het gebruiken van eHealth door middel van de volgende vraag:Kunt u voor de volgende zaken aangeven of het bij uw huisarts mogelijk is om deze via internet te regelen?
— Het aanvragen van een herhaalrecept bij uw huisarts
— Het maken van een afspraak met uw huisarts
— Het stellen van vragen over klachten die al bekend zijn bij uw huisarts via e-mail of de website van de praktijk
— Het stellen van vragen over klachten die al bekend zijn bij uw huisarts via een online video-gesprek waarbij uw huisarts en u elkaar kunnen zien, bijvoorbeeld via Skype
Antwoordcategorieën zijn ‘ja’, ‘nee’ en ‘weet ik niet’.
Gebruik
Aan de personen die de mogelijkheid hebben om bovenstaande zaken via internet te regelen, is gevraagd of zij deze gebruiken:Kunt u voor de volgende zaken aangeven of u deze zelf weleens via internet heeft geregeld bij uw huisarts?
Dit wordt voor ieder van de vier opties, die zijn gegeven bij de vraag naar de mogelijkheden, gevraagd met de antwoordcategorieën ‘ja’, ‘nee’ en ‘niet van toepassing, ik heb geen toegang tot internet’.
Bereid
Daarnaast is aan iedereen die geen gebruik maakt van de toepassingen gevraagd of zij daartoe bereid zijn:Kunt u voor de volgende zaken aangeven of u hiervoor internet in de toekomst zou gebruiken als dit mogelijk is bij uw huisarts?
Dezelfde vier opties zijn gegeven als bij de vragen over mogelijkheden en gebruik met de antwoorden ‘ja’, ‘misschien’ en ‘nee’.
Daarnaast is van vier additionele zaken gevraagd of men bereid is dit zelf thuis te doen en of men dit via internet wil doorgeven aan de huisarts met de vragen:
Stel u moet regelmatig uw gewicht doorgeven aan uw huisarts. Bent u dan bereid om dit via internet te doen?
Stel u moet regelmatig uw bloeddruk/ bloedsuikerspiegel/ cholesterol meten en u heeft een apparaat waarmee u dit zelf vanuit thuis kunt doen. Zou u dit dan zelf vanuit thuis doen of gaat u hiervoor liever naar de huisarts?
Indien men bereid is bovenstaande te meten, is daarna gevraagd:
Bent u dan bereid om de waarden van uw bloeddruk/ bloedsuikerspiegel/cholesterol via internet door te geven aan uw huisarts?
Landelijk Schakelpunt
Er is een aantal vragen gesteld over het Landelijk Schakelpunt.Het Landelijk Schakelpunt, voorheen elektronisch patiëntendossier, is een digitaal systeem waarmee medische gegevens van patiënten snel uitgewisseld kunnen worden tussen verschillende zorgverleners. Als u hiervoor toestemming geeft, betekent dit dat huisartsen, apothekers en medisch specialisten het dossier van de huisarts en het overzicht van uw medicijngebruik kunnen inzien als dit nodig is voor uw behandeling.
Had u al eens van het Landelijk Schakelpunt of het elektronisch patiëntendossier gehoord?
De antwoordmogelijkheden voor deze en de volgende drie vragen zijn: ‘ja’, ‘nee’, ‘weet ik niet’, ‘wil ik liever niet zeggen’.
Hoewel het elektronisch patiëntendossier tegenwoordig Landelijk Schakelpunt heet, blijven we in deze vragenlijst spreken van elektronisch patiëntendossier omdat meer mensen deze term kennen.
Indien men ervan gehoord heeft:
Heeft u toestemming gegeven voor het delen van uw medische gegevens via het elektronisch patiëntendossier?
Indien men geen toestemming heeft gegeven:
Is wel ooit aan u gevraagd om toestemming te geven om uw medische gegevens te delen via het elektronisch patiëntendossier?
Indien men er niet van gehoord heeft, niet om toestemming is gevraagd of dit niet weet:
Zou u bezwaar hebben om uw medische gegevens te delen via het Landelijk Schakelpunt of het elektronisch patiëntendossier?
Indien men bezwaar heeft:
Waarom zou u hier bezwaar tegen hebben? (open vraag)
Indien het wel gevraagd is en er geen toestemming gegeven is:
Kunt u toelichten waarom u geen toestemming hiervoor heeft gegeven? (open vraag)
Hierna volgt een aantal stellingen over het elektronisch patiëntendossier. Kunt u telkens aangeven in hoeverre u het eens of oneens met de stelling bent/ als u toestemming zou geven voor het delen van uw medische gegevens via het elektronisch patiëntendossier? Antwoorden variëren van ‘helemaal mee eens’ tot ‘helemaal mee oneens’. Deze vragen zijn gesteld aan de mensen die toestemming hebben gegeven of er geen bezwaar tegen hebben.
Ik maak me zorgen/ zou me zorgen maken dat mijn medische gegevens op straat komen te liggen.
Ik denk dat huisartsen, apothekers en medisch specialisten zorgvuldig (zouden) omgaan met mijn medische gegevens in het elektronisch patiëntendossier.
Ik wil zelf mijn medische gegevens via internet kunnen bekijken/ Ik zou zelf mijn medische gegevens via internet willen kunnen bekijken.
Ik denk dat de kwaliteit van de zorg beter wordt door het elektronisch patiëntendossier.
Ik denk dat de zorg efficiënter wordt door het elektronisch patiëntendossier.
Daarnaast is een aantal extra stellingen opgenomen over specifieke organisaties:
In hoeverre bent u bezorgd/ zou u bezorgd zijn dat de volgende organisaties medische gegevens uit het elektronisch patiëntendossier te zien krijgen?
— zorgverzekeraars
— organisaties die levensverzekeringen verstrekken
— hypotheekverstrekkers
— werkgevers
Antwoordmogelijkheden gaan van ‘zeer bezorgd’ tot ‘niet bezorgd’.
Indien men zich om bovenstaande partijen zorgen maakt:
U heeft net aangegeven dat u bezorgd bent/ zou zijn dat zorgverzekeraars/ organisaties die levensverzekeringen verstrekken/ hypotheekverstrekkers/ werkgevers medische gegevens uit het elektronisch patiëntendossier onder ogen zullen krijgen. Waarom bent u hier bezorgd over/ zou u hier bezorgd over zijn? (open vraag)
Zoeken naar gezondheidsinformatie op internet
Tot slot is gevraagd naar het zoeken naar gezondheidsinformatie:Hoe vaak zoekt u als u gezondheidsklachten heeft naar informatie hierover op internet? Antwoorden variëren van ‘altijd’ tot ‘nooit’.
Bijlage: Kerncijfertabellen
Mogelijkheid | Mogelijkheid | Mogelijkheid | 'Gebruik | 'Gebruik | 'Bereidheid | 'Bereidheid | 'Bereidheid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ja (%) | Nee (%) | Weet niet (%) | Ja (% dat de mogelijkheid heeft) | Nee (% dat de mogelijkheid heeft) | Ja (% dat niet heeft, niet weet, of niet gebruikt) | Misschien (% dat niet heeft, niet weet, of niet gebruikt) | Nee (% dat niet heeft, niet weet, of niet gebruikt) | |
Totaal | 49 | 17 | 33 | 45 | 55 | 66 | 17 | 18 |
Man | 50 | 16 | 34 | 44 | 56 | 69 | 17 | 14 |
Vrouw | 49 | 19 | 32 | 46 | 54 | 63 | 16 | 21 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 40 | 16 | 45 | 33 | 67 | 79 | 13 | 8 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 38 | 22 | 40 | 40 | 60 | 76 | 15 | 9 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 47 | 19 | 34 | 39 | 61 | 72 | 17 | 11 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 52 | 18 | 30 | 41 | 59 | 72 | 17 | 11 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 58 | 17 | 25 | 50 | 50 | 64 | 18 | 18 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 62 | 13 | 24 | 54 | 46 | 53 | 20 | 27 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 43 | 15 | 42 | 48 | 52 | 26 | 17 | 57 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 50 | 18 | 32 | 42 | 58 | 46 | 20 | 34 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 51 | 16 | 33 | 45 | 55 | 69 | 16 | 15 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 48 | 18 | 34 | 46 | 54 | 78 | 14 | 8 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 50 | 17 | 33 | 46 | 54 | 67 | 17 | 16 |
Migratieachtergrond: westers | 56 | 12 | 32 | 37 | 63 | 70 | 15 | 16 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 38 | 27 | 35 | 39 | 61 | 57 | 17 | 25 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 54 | 24 | 22 | . | . | 47 | 16 | 37 |
Ervaren gezondheid: redelijk | 54 | 20 | 26 | 50 | 50 | 54 | 19 | 27 |
Ervaren gezondheid: goed | 49 | 17 | 34 | 43 | 57 | 67 | 17 | 16 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 44 | 15 | 42 | 39 | 61 | 76 | 14 | 10 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 51 | 19 | 30 | 48 | 52 | 64 | 17 | 19 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 44 | 13 | 43 | 35 | 65 | 71 | 15 | 14 |
Bron: Belevingen, 2018. 1) Er is een minimum van 100 waarnemingen gehanteerd voor het rapporteren van betrouwbare cijfers. Indien een punt '.' wordt getoond, zijn er minder dan 100 waarnemingen voor de desbetreffende bevolkingsgroep. |
Mogelijkheid | Mogelijkheid | Mogelijkheid | Gebruik | Gebruik | 'Bereidheid | 'Bereidheid | 'Bereidheid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ja (%) | Nee (%) | Weet niet (%) | Ja (% dat de mogelijkheid heeft) | Nee (% dat de mogelijkheid heeft) | Ja (% dat niet heeft, niet weet, of niet gebruikt) | Misschien (% dat niet heeft, niet weet, of niet gebruikt) | 'Nee'Nee (% dat niet heeft, niet weet, of niet gebruikt) | |
Totaal | 38 | 29 | 33 | 32 | 68 | 64 | 16 | 20 |
Man | 40 | 26 | 34 | 29 | 71 | 69 | 16 | 15 |
Vrouw | 35 | 32 | 32 | 36 | 64 | 60 | 17 | 24 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 36 | 27 | 37 | 35 | 65 | 79 | 10 | 11 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 35 | 30 | 35 | 30 | 70 | 76 | 14 | 10 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 36 | 31 | 33 | 30 | 70 | 72 | 17 | 11 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 40 | 30 | 30 | 31 | 69 | 68 | 18 | 14 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 39 | 33 | 28 | 32 | 68 | 61 | 19 | 21 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 43 | 26 | 31 | 33 | 67 | 53 | 20 | 27 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 32 | 25 | 43 | 39 | 61 | 25 | 16 | 59 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 35 | 31 | 35 | 29 | 71 | 45 | 19 | 35 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 39 | 28 | 33 | 31 | 69 | 66 | 16 | 18 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 38 | 29 | 33 | 35 | 65 | 77 | 14 | 9 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 37 | 29 | 34 | 32 | 68 | 65 | 17 | 18 |
Migratieachtergrond: westers | 47 | 25 | 28 | 34 | 66 | 67 | 13 | 20 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 36 | 34 | 30 | 34 | 66 | 58 | 15 | 27 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 35 | 38 | 27 | . | . | 45 | 19 | 35 |
Ervaren gezondheid: redelijk | 37 | 34 | 29 | 34 | 66 | 53 | 18 | 28 |
Ervaren gezondheid: goed | 38 | 29 | 33 | 33 | 67 | 65 | 17 | 18 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 37 | 24 | 39 | 28 | 72 | 76 | 12 | 12 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 38 | 32 | 31 | 35 | 65 | 62 | 17 | 21 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 38 | 22 | 40 | 24 | 76 | 71 | 14 | 15 |
Bron: Belevingen, 2018. 1) Er is een minimum van 100 waarnemingen gehanteerd voor het rapporteren van betrouwbare cijfers. Indien een punt '.' wordt getoond, zijn er minder dan 100 waarnemingen voor de desbetreffende bevolkingsgroep. |
Mogelijkheid | Mogelijkheid | Mogelijkheid | Gebruik | Gebruik | 'Bereidheid | 'Bereidheid | 'Bereidheid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ja (%) | Nee (%) | Weet niet (%) | Ja (% dat de mogelijkheid heeft) | Nee (% dat de mogelijkheid heeft) | Ja (% dat niet de mogelijkheid heeft, dit niet weet, of niet gebruikt) | Misschien (% dat niet de mogelijkheid heeft, dit niet weet, of niet gebruikt) | Nee (% dat niet de mogelijkheid heeft, dit niet weet, of niet gebruikt) | |
Totaal | 25 | 28 | 47 | 22 | 78 | 40 | 25 | 35 |
Man | 27 | 26 | 47 | 19 | 81 | 45 | 24 | 31 |
vrouw | 22 | 30 | 48 | 25 | 75 | 36 | 26 | 38 |
18 tot 25 jaar | 27 | 21 | 51 | . | . | 50 | 26 | 24 |
25 tot 35 jaar | 25 | 29 | 47 | . | . | 49 | 24 | 27 |
35 tot 45 jaar | 23 | 31 | 46 | 25 | 75 | 46 | 25 | 29 |
45 tot 55 jaar | 29 | 28 | 43 | 16 | 84 | 47 | 26 | 27 |
55 tot 65 jaar | 24 | 31 | 44 | 18 | 82 | 39 | 25 | 36 |
65 tot 75 jaar | 24 | 28 | 48 | 18 | 82 | 28 | 29 | 43 |
75 jaar of ouder | 17 | 25 | 58 | . | . | 14 | 16 | 69 |
laag | 22 | 32 | 46 | 17 | 83 | 27 | 24 | 48 |
middelbaar | 26 | 26 | 48 | 24 | 76 | 42 | 25 | 33 |
hoog | 25 | 28 | 48 | 21 | 79 | 49 | 25 | 26 |
Nederlands | 24 | 27 | 48 | 22 | 78 | 41 | 26 | 33 |
westers | 28 | 28 | 45 | . | . | 40 | 25 | 34 |
niet-westers | 24 | 34 | 43 | . | . | 38 | 19 | 43 |
(zeer) slecht | 25 | 34 | 41 | . | . | 29 | 20 | 52 |
redelijk | 22 | 34 | 43 | 26 | 74 | 31 | 25 | 44 |
goed | 25 | 28 | 48 | 22 | 78 | 41 | 26 | 33 |
zeer goed | 27 | 22 | 51 | 19 | 81 | 52 | 22 | 25 |
ja | 24 | 31 | 45 | 25 | 75 | 39 | 25 | 37 |
nee | 26 | 19 | 55 | 14 | 86 | 46 | 26 | 28 |
Bron: Belevingen, 2018. 1) Er is een minimum van 100 waarnemingen gehanteerd voor het rapporteren van betrouwbare cijfers. Indien een punt '.' wordt getoond, zijn er minder dan 100 waarnemingen voor de desbetreffende bevolkingsgroep. |
Mogelijkheid | Mogelijkheid | Mogelijkheid | Gebruik | Gebruik | Bereidheid | Bereidheid | Bereidheid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ja (%) | Nee (%) | Weet niet (%) | Ja (% dat de mogelijkheid heeft) | Nee (% dat de mogelijkheid heeft) | Ja (% dat niet de mogelijkheid heeft, dit niet weet, of niet gebruikt) | Misschien (% dat niet de mogelijkheid heeft, dit niet weet, of niet gebruikt) | Nee (% dat niet de mogelijkheid heeft, dit niet weet, of niet gebruikt) | |
Totaal | 9 | 40 | 51 | 12 | 88 | 28 | 26 | 46 |
Man | 11 | 38 | 52 | 10 | 90 | 32 | 26 | 41 |
Vrouw | 7 | 42 | 51 | 16 | 84 | 23 | 26 | 51 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 7 | 40 | 54 | . | . | 28 | 25 | 47 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 9 | 39 | 52 | . | . | 38 | 27 | 35 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 10 | 40 | 49 | . | . | 34 | 27 | 40 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 12 | 40 | 48 | . | . | 32 | 28 | 40 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 9 | 42 | 49 | . | . | 26 | 26 | 48 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 6 | 41 | 53 | . | . | 18 | 29 | 54 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 8 | 33 | 59 | . | . | 9 | 20 | 72 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 7 | 41 | 51 | . | . | 16 | 23 | 61 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 8 | 39 | 52 | 13 | 87 | 28 | 26 | 46 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 10 | 38 | 51 | 10 | 90 | 36 | 30 | 34 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 8 | 39 | 53 | 11 | 89 | 27 | 27 | 46 |
Migratieachtergrond: westers | 13 | 36 | 52 | . | . | 32 | 28 | 40 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 11 | 46 | 43 | . | . | 29 | 18 | 53 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 8 | 49 | 43 | . | . | 24 | 16 | 61 |
Ervaren gezondheid: redelijk | 7 | 45 | 47 | . | . | 19 | 26 | 55 |
Ervaren gezondheid: goed | 9 | 39 | 52 | 11 | 89 | 28 | 27 | 45 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 10 | 33 | 56 | . | . | 37 | 26 | 37 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 8 | 43 | 49 | 11 | 89 | 26 | 27 | 47 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 11 | 31 | 58 | 14 | 86 | 31 | 24 | 45 |
Bron: Belevingen, 2018. 1) Er is een minimum van 100 waarnemingen gehanteerd voor het rapporteren van betrouwbare cijfers. Indien een punt '.' wordt getoond, zijn er minder dan 100 waarnemingen voor de desbetreffende bevolkingsgroep. |
Bloeddruk meten | Bloeddruk meten | Bloeddruk meten | Bloedsuikerspiegel meten | Bloedsuikerspiegel meten | Bloedsuikerspiegel meten | Cholesterol meten | Cholesterol meten | Cholesterol meten | Gewicht doorgeven | Gewicht doorgeven | Gewicht doorgeven | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ja zelf thuis | Nee door huisarts | Weet ik niet | Ja zelf thuis | Nee door huisarts | Weet ik niet | Ja zelf thuis | Nee door huisarts | Weet ik niet | Ja | Misschien | Nee | |
Totaal | 70 | 25 | 5 | 71 | 22 | 8 | 67 | 26 | 7 | 73 | 15 | 13 |
Man | 72 | 24 | 4 | 72 | 20 | 8 | 69 | 25 | 6 | 76 | 14 | 10 |
Vrouw | 68 | 27 | 6 | 69 | 23 | 8 | 65 | 27 | 8 | 70 | 16 | 15 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 67 | 29 | 5 | 71 | 23 | 6 | 65 | 29 | 6 | 77 | 11 | 11 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 77 | 18 | 4 | 77 | 18 | 5 | 75 | 19 | 6 | 76 | 15 | 9 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 76 | 20 | 4 | 79 | 14 | 7 | 76 | 16 | 8 | 74 | 18 | 8 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 76 | 19 | 4 | 79 | 15 | 6 | 76 | 18 | 6 | 75 | 15 | 10 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 72 | 24 | 4 | 75 | 18 | 7 | 72 | 23 | 6 | 75 | 13 | 12 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 63 | 33 | 4 | 60 | 30 | 10 | 56 | 36 | 8 | 67 | 16 | 18 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 46 | 42 | 12 | 40 | 44 | 16 | 31 | 54 | 15 | 55 | 16 | 29 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 56 | 39 | 6 | 54 | 35 | 10 | 48 | 44 | 9 | 62 | 15 | 22 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 70 | 26 | 4 | 72 | 21 | 7 | 69 | 25 | 6 | 74 | 15 | 11 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 83 | 14 | 3 | 82 | 12 | 6 | 81 | 12 | 7 | 79 | 13 | 8 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 71 | 24 | 5 | 73 | 20 | 7 | 69 | 24 | 7 | 74 | 15 | 11 |
Migratieachtergrond: westers | 69 | 26 | 5 | 67 | 22 | 11 | 64 | 28 | 8 | 72 | 14 | 13 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 62 | 33 | 5 | 60 | 33 | 7 | 55 | 38 | 7 | 61 | 17 | 21 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 59 | 34 | 7 | 63 | 25 | 12 | 50 | 37 | 12 | 64 | 14 | 22 |
Ervaren gezondheid: redelijk | 63 | 31 | 6 | 64 | 28 | 8 | 59 | 32 | 8 | 66 | 17 | 17 |
Ervaren gezondheid: goed | 71 | 25 | 4 | 71 | 21 | 8 | 68 | 25 | 7 | 73 | 16 | 12 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 77 | 19 | 4 | 78 | 15 | 6 | 76 | 18 | 6 | 81 | 11 | 8 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 69 | 27 | 4 | 69 | 23 | 7 | 66 | 28 | 7 | 72 | 15 | 13 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 74 | 21 | 6 | 74 | 17 | 9 | 71 | 20 | 9 | 73 | 16 | 11 |
Bron: Belevingen, 2018. 1) Er is een minimum van 100 waarnemingen gehanteerd voor het rapporteren van betrouwbare cijfers. Indien een punt '.' wordt getoond, zijn er minder dan 100 waarnemingen voor de desbetreffende bevolkingsgroep. |
Bloeddruk doorgeven | Bloeddruk doorgeven | Bloedsuikerspiegel doorgeven | Bloedsuikerspiegel doorgeven | Cholesterol doorgeven | Cholesterol doorgeven | |
---|---|---|---|---|---|---|
Ja (% bereid is zelf thuis te meten) | Nee (% bereid is zelf thuis te meten) | Ja (% bereid is zelf thuis te meten) | Nee(% bereid is zelf thuis te meten) | Ja (% bereid is zelf thuis te meten) | Nee (% bereid is zelf thuis te meten) | |
Totaal | 93 | 7 | 93 | 7 | 95 | 5 |
Man | 95 | 5 | 95 | 5 | 96 | 4 |
Vrouw | 92 | 8 | 92 | 8 | 94 | 6 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 92 | 8 | 91 | 9 | 95 | 5 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 96 | 4 | 94 | 6 | 95 | 5 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 96 | 4 | 96 | 4 | 96 | 4 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 94 | 6 | 95 | 5 | 96 | 4 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 93 | 7 | 93 | 7 | 93 | 7 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 93 | 7 | 93 | 7 | 96 | 4 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 81 | 19 | 82 | 18 | 86 | 14 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 90 | 10 | 90 | 10 | 94 | 6 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 94 | 6 | 93 | 7 | 95 | 5 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 95 | 5 | 96 | 4 | 96 | 4 |
Migratieachtergrond:Nederlands | 94 | 6 | 93 | 7 | 95 | 5 |
Migratieachtergrond:westers | 92 | 8 | 94 | 6 | 97 | 3 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 91 | 9 | 92 | 8 | 94 | 6 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | . | . | 88 | 12 | . | . |
Ervaren gezondheid: redelijk | 91 | 9 | 93 | 7 | 93 | 7 |
Ervaren gezondheid: goed | 93 | 7 | 93 | 7 | 95 | 5 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 96 | 4 | 96 | 4 | 97 | 3 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 93 | 7 | 93 | 7 | 95 | 5 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 94 | 6 | 94 | 6 | 94 | 6 |
Bron: Belevingen, 2018. 1) Er is een minimum van 100 waarnemingen gehanteerd voor het rapporteren van betrouwbare cijfers. Indien een punt '.' wordt getoond, zijn er minder dan 100 waarnemingen voor de desbetreffende bevolkingsgroep. |
'Gehoord van LSP | 'Gehoord van LSP | 'Toestemming gegeven LSP | 'Toestemming gegeven LSP | 'Toestemming gegeven LSP | 'Toestemming gegeven LSP | 'Toestemming gevraagd voor LSP | 'Toestemming gevraagd voor LSP | Toestemming gevraagd voor LSP | 'Toestemming gevraagd voor LSP | Bezwaar tegen LSP | Bezwaar tegen LSP | Bezwaar tegen LSP | Bezwaar tegen LSP | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Ja (%) | Nee (%) | Ja (% heeft ervan gehoord) | Nee (% heeft ervan gehoord) | Weet ik niet (% heeft ervan gehoord) | Wil ik niet zeggen (% heeft ervan gehoord) | Ja (% heeft geen toestemming gegeven of weet dit niet) | Nee (% heeft geen toestemming gegeven of weet dit niet) | Weet ik niet (% heeft geen toestemming gegeven of weet dit niet) | Wil ik niet zeggen (% heeft geen toestemming gegeven of weet dit niet) | Ja(% heeft er niet van gehoord of heeft niet om toestemming is gevraagd of weet dit niet) | (% heeft er niet van gehoord of heeft niet om toestemming is gevraagd of weet dit niet) | (% heeft er niet van gehoord of heeft niet om toestemming is gevraagd of weet dit niet) | (% heeft er niet van gehoord of heeft niet om toestemming is gevraagd of weet dit niet) | |
Totaal | 81 | 19 | 60 | 14 | 25 | 1 | 24 | 34 | 41 | 1 | 14 | 58 | 26 | 2 |
Man | 78 | 22 | 55 | 15 | 29 | 0 | 21 | 35 | 44 | 1 | 13 | 61 | 25 | 2 |
Vrouw | 83 | 17 | 64 | 14 | 21 | 1 | 29 | 33 | 37 | 2 | 16 | 54 | 27 | 2 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 47 | 53 | 44 | 14 | 42 | 0 | . | . | . | . | 14 | 56 | 27 | 3 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 73 | 27 | 52 | 12 | 36 | 1 | 22 | 36 | 41 | 1 | 16 | 57 | 26 | 1 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 84 | 16 | 53 | 17 | 29 | 0 | 25 | 31 | 42 | 1 | 14 | 53 | 32 | 2 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 87 | 13 | 58 | 16 | 25 | 1 | 28 | 28 | 42 | 1 | 13 | 62 | 23 | 2 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 90 | 10 | 64 | 15 | 21 | 0 | 27 | 31 | 42 | 0 | 17 | 59 | 24 | 0 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 93 | 7 | 73 | 12 | 15 | 1 | 27 | 34 | 37 | 2 | 16 | 61 | 21 | 2 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 81 | 19 | 71 | 14 | 14 | 1 | . | . | . | . | 6 | 66 | 26 | 3 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 73 | 27 | 65 | 13 | 21 | 1 | 22 | 40 | 36 | 1 | 15 | 57 | 25 | 2 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 81 | 19 | 63 | 13 | 23 | 1 | 23 | 34 | 42 | 1 | 11 | 61 | 26 | 2 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 88 | 12 | 54 | 16 | 29 | 0 | 27 | 31 | 42 | 0 | 17 | 58 | 25 | 0 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 85 | 15 | 61 | 14 | 24 | 1 | 25 | 33 | 41 | 1 | 13 | 61 | 24 | 2 |
Migratieachtergrond: westers | 77 | 23 | 63 | 10 | 26 | 1 | . | . | . | . | 11 | 58 | 28 | 2 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 60 | 40 | 49 | 22 | 28 | 1 | 20 | 41 | 36 | 2 | 22 | 45 | 30 | 3 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 79 | 21 | 71 | 14 | 14 | 0 | . | . | . | . | . | . | . | . |
Ervaren gezondheid: redelijk | 83 | 17 | 70 | 11 | 18 | 1 | 35 | 27 | 37 | 1 | 12 | 59 | 26 | 3 |
Ervaren gezondheid: goed | 81 | 19 | 59 | 14 | 26 | 1 | 24 | 32 | 43 | 1 | 14 | 56 | 28 | 2 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 78 | 22 | 49 | 19 | 32 | 0 | 18 | 43 | 38 | 0 | 16 | 63 | 21 | 0 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 83 | 17 | 64 | 13 | 22 | 0 | 25 | 32 | 42 | 1 | 13 | 59 | 26 | 1 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 76 | 24 | 48 | 19 | 32 | 1 | 23 | 37 | 38 | 2 | 16 | 56 | 25 | 3 |
Bron: Belevingen, 2018. 1) Er is een minimum van 100 waarnemingen gehanteerd voor het rapporteren van betrouwbare cijfers. Indien een punt '.' wordt getoond, zijn er minder dan 100 waarnemingen voor de desbetreffende bevolkingsgroep. |
Zorgen over gegevens op straat komen | Zorgen over gegevens op straat komen | Zorgen over gegevens op straat komen | Zorgen over gegevens op straat komen | Zorgen over gegevens op straat komen | Medici gaan zorgvuldig om met gegevens | Medici gaan zorgvuldig om met gegevens | Medici gaan zorgvuldig om met gegevens | Medici gaan zorgvuldig om met gegevens | Medici gaan zorgvuldig om met gegevens | Zelf gegevens willen bekijken | Zelf gegevens willen bekijken | Zelf gegevens willen bekijken | Zelf gegevens willen bekijken | Zelf gegevens willen bekijken | Kwaliteit zorg beter door LSP | Kwaliteit zorg beter door LSP | Kwaliteit zorg beter door LSP | Kwaliteit zorg beter door LSP | Kwaliteit zorg beter door LSP | Zorg efficiënter door LSP | Zorg efficiënter door LSP | Zorg efficiënter door LSP | Zorg efficiënter door LSP | Zorg efficiënter door LSP | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Helemaal mee oneens | Mee oneens | Niet mee eens, niet mee oneens | Mee eens | Helemaal mee eens | Helemaal mee oneens | Mee oneens | Niet mee eens, niet mee oneens | Mee eens | Helemaal mee eens | Helemaal mee oneens | Mee oneens | Niet mee eens, niet mee oneens | Mee eens | Helemaal mee eens | Helemaal mee oneens | Mee oneens | Niet mee eens, niet mee oneens | Mee eens | Helemaal mee eens | Helemaal mee oneens | Mee oneens | Niet mee eens, niet mee oneens | Mee eens | Helemaal mee eens | |
Totaal | 10 | 31 | 23 | 24 | 12 | 1 | 3 | 10 | 63 | 22 | 3 | 8 | 12 | 47 | 31 | 1 | 6 | 25 | 49 | 19 | 2 | 4 | 17 | 54 | 23 |
Man | 10 | 27 | 23 | 26 | 14 | 1 | 4 | 10 | 62 | 23 | 3 | 7 | 12 | 48 | 31 | 1 | 6 | 22 | 50 | 21 | 1 | 3 | 17 | 53 | 25 |
Vrouw | 9 | 34 | 23 | 23 | 10 | 1 | 3 | 11 | 64 | 21 | 2 | 9 | 12 | 46 | 31 | 2 | 6 | 28 | 48 | 17 | 2 | 5 | 18 | 56 | 20 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 8 | 27 | 23 | 32 | 10 | 0 | 4 | 6 | 64 | 27 | 2 | 6 | 15 | 50 | 26 | 1 | 6 | 25 | 47 | 20 | 1 | 1 | 15 | 57 | 26 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 8 | 32 | 23 | 23 | 14 | 0 | 3 | 12 | 59 | 26 | 2 | 7 | 10 | 46 | 35 | 1 | 3 | 23 | 47 | 26 | 1 | 2 | 14 | 51 | 32 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 10 | 27 | 24 | 24 | 15 | 1 | 3 | 11 | 65 | 20 | 2 | 7 | 12 | 50 | 30 | 1 | 7 | 27 | 48 | 17 | 1 | 4 | 19 | 55 | 21 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 10 | 31 | 21 | 25 | 13 | 1 | 3 | 10 | 64 | 21 | 1 | 6 | 9 | 44 | 40 | 1 | 6 | 22 | 51 | 20 | 2 | 4 | 13 | 59 | 22 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 10 | 29 | 24 | 25 | 13 | 1 | 2 | 12 | 65 | 19 | 2 | 7 | 12 | 46 | 32 | 1 | 5 | 26 | 50 | 17 | 2 | 5 | 20 | 56 | 18 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 13 | 33 | 25 | 21 | 8 | 2 | 4 | 9 | 60 | 24 | 4 | 9 | 9 | 50 | 28 | 2 | 5 | 23 | 51 | 18 | 2 | 5 | 19 | 52 | 22 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 10 | 37 | 24 | 20 | 10 | 1 | 4 | 13 | 63 | 19 | 6 | 19 | 20 | 37 | 18 | 1 | 9 | 33 | 46 | 11 | 1 | 9 | 27 | 49 | 13 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 8 | 30 | 23 | 24 | 15 | 2 | 3 | 10 | 63 | 22 | 5 | 13 | 15 | 44 | 22 | 2 | 6 | 31 | 46 | 14 | 3 | 5 | 25 | 52 | 15 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 10 | 32 | 22 | 25 | 11 | 1 | 2 | 10 | 65 | 21 | 2 | 8 | 12 | 45 | 33 | 1 | 6 | 24 | 50 | 19 | 1 | 4 | 16 | 56 | 24 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 10 | 30 | 25 | 24 | 11 | 1 | 4 | 11 | 61 | 24 | 2 | 5 | 8 | 51 | 34 | 1 | 4 | 23 | 50 | 22 | 1 | 3 | 14 | 55 | 26 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 10 | 31 | 24 | 24 | 10 | 1 | 3 | 10 | 64 | 22 | 2 | 8 | 12 | 48 | 30 | 1 | 5 | 24 | 50 | 19 | 1 | 4 | 16 | 56 | 23 |
Migratieachtergrond: westers | 8 | 29 | 24 | 23 | 14 | 1 | 4 | 11 | 61 | 23 | 4 | 10 | 10 | 44 | 32 | 1 | 8 | 23 | 48 | 20 | 1 | 4 | 18 | 54 | 23 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 7 | 28 | 16 | 25 | 24 | 1 | 4 | 14 | 56 | 25 | 4 | 8 | 13 | 39 | 36 | 2 | 7 | 32 | 40 | 19 | 2 | 6 | 25 | 47 | 20 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 14 | 21 | 20 | 26 | 19 | 3 | 3 | 17 | 53 | 24 | 6 | 8 | 14 | 35 | 37 | 3 | 10 | 28 | 39 | 20 | 4 | 6 | 18 | 48 | 24 |
Ervaren gezondheid: redelijk | 10 | 32 | 21 | 25 | 12 | 2 | 4 | 11 | 59 | 24 | 2 | 10 | 12 | 44 | 32 | 1 | 6 | 27 | 48 | 18 | 2 | 5 | 21 | 51 | 20 |
Ervaren gezondheid: goed | 8 | 31 | 25 | 25 | 12 | 1 | 3 | 11 | 66 | 20 | 3 | 8 | 12 | 48 | 30 | 1 | 6 | 26 | 51 | 17 | 1 | 4 | 18 | 57 | 20 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 13 | 32 | 21 | 22 | 12 | 1 | 2 | 7 | 62 | 27 | 2 | 7 | 11 | 46 | 33 | 1 | 4 | 21 | 47 | 26 | 1 | 3 | 12 | 53 | 32 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 10 | 31 | 24 | 24 | 12 | 1 | 3 | 10 | 64 | 22 | 3 | 8 | 12 | 46 | 31 | 2 | 6 | 25 | 49 | 19 | 2 | 4 | 17 | 54 | 22 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 9 | 31 | 22 | 26 | 13 | 1 | 4 | 11 | 61 | 24 | 2 | 8 | 11 | 49 | 31 | 1 | 5 | 26 | 49 | 19 | 1 | 3 | 18 | 55 | 23 |
Bron: Belevingen, 2018. |
Zorgverzekeraars | Zorgverzekeraars | Zorgverzekeraars | Zorgverzekeraars | Levensverzekeraars1) | Levensverzekeraars1) | Levensverzekeraars1) | Levensverzekeraars1) | Hypotheekverstrekkers | Hypotheekverstrekkers | Hypotheekverstrekkers | Hypotheekverstrekkers | Werkgevers | Werkgevers | Werkgevers | Werkgevers | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Niet bezorgd (%) | Een beetje bezorgd (%) | Tamelijk bezorgd (%) | Zeer bezorgd (%) | Niet bezorgd (%) | Een beetje bezorgd (%) | Tamelijk bezorgd (%) | Zeer bezorgd (%) | Niet bezorgd (%) | Een beetje bezorgd (%) | Tamelijk bezorgd (%) | Zeer bezorgd (%) | Niet bezorgd (%) | Een beetje bezorgd (%) | Tamelijk bezorgd (%) | Zeer bezorgd (%) | |
Totaal | 30 | 22 | 23 | 25 | 24 | 19 | 24 | 33 | 25 | 17 | 23 | 35 | 28 | 18 | 22 | 32 |
man | 27 | 21 | 24 | 28 | 22 | 18 | 24 | 37 | 23 | 15 | 24 | 39 | 25 | 16 | 24 | 34 |
vrouw | 32 | 24 | 23 | 22 | 27 | 20 | 24 | 30 | 27 | 20 | 22 | 31 | 30 | 20 | 21 | 29 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 34 | 31 | 23 | 12 | 33 | 26 | 26 | 16 | 31 | 23 | 23 | 23 | 32 | 25 | 23 | 21 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 28 | 19 | 24 | 29 | 24 | 19 | 23 | 35 | 25 | 18 | 21 | 36 | 28 | 18 | 23 | 31 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 27 | 25 | 27 | 22 | 24 | 20 | 28 | 28 | 24 | 18 | 27 | 31 | 29 | 17 | 26 | 27 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 27 | 23 | 22 | 28 | 21 | 21 | 25 | 33 | 23 | 19 | 23 | 35 | 26 | 22 | 22 | 31 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 26 | 22 | 23 | 29 | 21 | 18 | 22 | 39 | 22 | 18 | 21 | 40 | 22 | 18 | 24 | 36 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 30 | 19 | 23 | 28 | 22 | 14 | 23 | 42 | 23 | 12 | 23 | 42 | 25 | 12 | 21 | 42 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 42 | 17 | 20 | 21 | 32 | 13 | 18 | 37 | 33 | 12 | 18 | 37 | 37 | 12 | 17 | 34 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 39 | 20 | 19 | 22 | 27 | 18 | 23 | 32 | 27 | 17 | 22 | 34 | 30 | 16 | 22 | 32 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 31 | 23 | 24 | 22 | 27 | 18 | 24 | 32 | 28 | 16 | 23 | 33 | 28 | 18 | 23 | 31 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 22 | 23 | 26 | 30 | 20 | 20 | 24 | 36 | 20 | 20 | 22 | 37 | 25 | 21 | 22 | 32 |
Migratieachtergrond: Nederlands | 29 | 23 | 24 | 25 | 23 | 19 | 24 | 33 | 24 | 18 | 24 | 35 | 28 | 18 | 23 | 31 |
Migratieachtergrond: westers | 32 | 20 | 20 | 27 | 26 | 13 | 22 | 38 | 27 | 14 | 22 | 37 | 27 | 18 | 22 | 33 |
Migratieachtergrond: niet-westers | 34 | 20 | 23 | 23 | 29 | 20 | 20 | 31 | 30 | 17 | 17 | 36 | 27 | 17 | 23 | 33 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 36 | 18 | 18 | 29 | 30 | 13 | 24 | 34 | 31 | 14 | 16 | 39 | 32 | 12 | 20 | 36 |
Ervaren gezondheid: redelijk | 28 | 20 | 25 | 27 | 21 | 17 | 23 | 39 | 22 | 15 | 22 | 42 | 24 | 15 | 21 | 40 |
Ervaren gezondheid: goed | 29 | 23 | 25 | 24 | 23 | 19 | 25 | 32 | 24 | 19 | 24 | 33 | 27 | 19 | 24 | 29 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 33 | 23 | 19 | 25 | 29 | 20 | 20 | 31 | 30 | 17 | 21 | 32 | 32 | 19 | 19 | 30 |
Afgelopen jaar huisartscontact:ja | 31 | 21 | 23 | 25 | 25 | 19 | 23 | 33 | 26 | 17 | 23 | 35 | 29 | 17 | 22 | 32 |
Afgelopen jaar huisartscontact:nee | 26 | 25 | 24 | 25 | 23 | 18 | 25 | 34 | 23 | 18 | 23 | 35 | 24 | 21 | 24 | 31 |
1) Organisaties die levensverzekeringen verstrekken. |
Nooit | Zelden | Soms | Vaak | Altijd | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal | 15 | 18 | 32 | 22 | 14 |
Man | 16 | 22 | 31 | 20 | 11 |
Vrouw | 13 | 14 | 33 | 24 | 16 |
Leeftijd: 18 tot 25 jaar | 12 | 15 | 30 | 26 | 17 |
Leeftijd: 25 tot 35 jaar | 6 | 15 | 30 | 27 | 22 |
Leeftijd: 35 tot 45 jaar | 9 | 17 | 32 | 26 | 15 |
Leeftijd: 45 tot 55 jaar | 13 | 17 | 32 | 24 | 15 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | 13 | 20 | 37 | 20 | 10 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | 25 | 23 | 31 | 13 | 9 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | 37 | 23 | 25 | 11 | 5 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: laag | 27 | 22 | 30 | 15 | 6 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: middelbaar | 14 | 19 | 31 | 23 | 14 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: hoog | 7 | 15 | 34 | 25 | 19 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: Nederlands | 15 | 18 | 32 | 21 | 13 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: westers | 12 | 21 | 31 | 23 | 13 |
Hoogst behaald onderwijsniveau: niet-westers | 17 | 15 | 27 | 24 | 17 |
Ervaren gezondheid: (zeer) slecht | 15 | 21 | 23 | 26 | 15 |
Ervaren gezondheid: redelijk | 14 | 17 | 32 | 24 | 12 |
Ervaren gezondheid: goed | 15 | 18 | 33 | 21 | 13 |
Ervaren gezondheid: zeer goed | 14 | 21 | 28 | 20 | 18 |
Afgelopen jaar huisartscontact: ja | 13 | 17 | 33 | 23 | 14 |
Afgelopen jaar huisartscontact: nee | 18 | 21 | 29 | 19 | 13 |
Bron: Belevingen, 2018. |