2. Database
2.1 Methode
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste concepten en de methode uitgewerkt. Deze methode is gebaseerd op een onderzoek dat in 2023 in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) is uitgevoerd door het CBS1). Dit onderzoek bood een eerste inzicht in de wijze waarop biogrondstoffen worden ingezet in de Nederlandse economie, op basis van data uit de Materiaalmonitor en de energiestatistieken. Er werd onderscheid gemaakt tussen energetische en niet-energetische toepassingen van biogrondstoffen. Voor het huidige project wordt het concept uit het eerdere onderzoek aangepast en uitgebreid.
2.2 Concept
Binnen dit project wordt een onderscheid gemaakt tussen het energetisch gebruik en het niet-energetisch gebruik. Energetisch gebruik van goederen verwijst naar het gebruik van deze goederen als directe energiebron. Dit houdt in dat ze worden omgezet in energie, zoals voor het verwarmen van huizen, het aandrijven van voertuigen of het opwekken van elektriciteit. Ook het verbranden van hout voor warmte of het gebruik van benzine in auto's zijn vormen van energetisch gebruik. Daartegenover is er ook niet-energetisch gebruik van goederen. Dit omvat alle andere toepassingen waarbij de goederen niet direct in energie worden omgezet, maar worden gebruikt vanwege hun fysieke eigenschappen. Voorbeelden hiervan zijn het gebruik van hout voor constructie en meubels, en het gebruik van aardolie als grondstof voor de productie van kunststoffen en chemicaliën. De aardolie die gebruikt wordt om brandstoffen, zoals benzine, van te maken valt onder het energetisch gebruik.
In dit project ligt de focus op het binnenlands gebruik op basis van de Materiaalmonitor. We laten het binnenlandse aanbod, de extractie, import en export buiten beschouwing.
2.3 Databewerking
Om inzicht te krijgen in het energetisch en niet-energetisch gebruik van materialen in de economie, is een gestructureerde aanpak noodzakelijk. In de bijlage is een rekenvoorbeeld opgenomen waarin de stappen zijn uitgewerkt om tot de resultaten te komen. De stappen komen overeen met de onderstaande beschrijving.
Allereerst worden de goederengroepen uit de Materiaalmonitor van het verslagjaar 2022 verdeeld in vier hoofdcategorieën: biomassa, fossiel, mineraal en metaal. Samengestelde goederen, zoals meubels die uit meerdere materialen bestaan, krijgen een specifieke verdeling toegewezen. Deze verdeling is gebaseerd op data verzameld door het CBS voor het Biogrondstoffen- en Voorradenproject2). De gegevens zijn afkomstig uit verschillende bronnen en zijn gedocumenteerd in de bijbehorende onderzoeksrapporten. In tabblad 2 van de bijlage is per goederengroep de toedeling naar materiaalcategorie te vinden. Naast de toedeling naar materiaalcategorie worden de goederengroepen omgezet naar droge stof. Dit maakt een betere vergelijking van materiaalhoeveelheden mogelijk, waarbij de droge stofgehaltes grotendeels zijn verzameld voor het Biomonitor-project en te vinden zijn in tabblad 3 van de Excel-bijlage.
Vervolgens wordt er in de tweede stap een tabel opgesteld waarin de goederengroepen worden toegewezen aan toepassingscategorieën: energie, materiaal of voedsel/veevoer. Deze toewijzing is gebaseerd op de activiteiten van economische sectoren voor specifieke goederengroepen. Het is mogelijk dat een goederengroep door verschillende sectoren voor uiteenlopende toepassingen wordt gebruikt. Een voorbeeld hiervan is de goederengroep oliën en vetten, die zowel in de voedselindustrie wordt toegepast voor de productie van voedingsmiddelen als in de petrochemie voor de vervaardiging van smeermiddelen. Op deze manier krijgt deze categorie een voedseltoepassing of een materiaaltoepassing toegewezen, afhankelijk van de specifieke sector waarin deze wordt gebruikt.
In de vierde stap wordt de tabel van stap 2 samengevoegd met de gebruikstabel (stap 3) uit de Materiaalmonitor (in het overzicht aangeduid als stap 3). Dit maakt het mogelijk om per goederengroep inzichtelijk te maken wat de toepassing is door de sectoren met dezelfde toepassing bij elkaar op te tellen. In stap 5 worden de gegevens van stap 1 en stap 4 samengevoegd. De gegevens over zowel de samenstelling als de toepassing van elke goederengroep worden geïntegreerd in een eindtabel. Om de data zo toepasbaar mogelijk te maken voor verschillende indicatoren, is er ook een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire goederengroepen. Secundaire goederengroepen verwijzen naar het gebruik van afval en gerecyclede materialen door sectoren in de economie.
2.4 Resultaat
In dit hoofdstuk worden de resultaten getoond van de dataverwerking zoals beschreven in het vorige hoofdstuk. Tabel 2.4.1 laat het binnenlands materialenverbruik zien per hoofdcategorie (biomassa, fossiel, metaal en mineraal) naar toepassing (energie, materiaal en voedsel en veevoer) in droge stof voor het jaar 2022.
Biomassa | Fossiel | Metaal | Mineraal | |
---|---|---|---|---|
Energie | 14 639 | 146 098 | 0 | 0 |
Materiaal | 21 462 | 52 706 | 37 040 | 104 510 |
Voedsel en veevoer | 58 276 | 0 | 0 | 0 |
In de tabel is duidelijk te zien dat fossiele bronnen dominant zijn binnen de energietoepassingen. De energetische toepassing van biomassa bestaat voornamelijk uit biobrandstoffen voor vervoer en biomassa die wordt ingezet voor elektriciteitsopwekking. Daarnaast wordt een deel van de energie opgewekt uit gemengd huishoudelijk afval, dat wordt verbrand met energieterugwinning in afvalverbrandingsinstallaties binnen de milieudienstverlening.
Verschillende soorten materialen vinden diverse toepassingen als materiaal (dus niet als voedsel of energiedrager) binnen verschillende sectoren. Een aanzienlijk deel van de inzet van biomassa als materiaal bestaat uit pulp en afval (papier) in de papierindustrie, evenals (afval)hout in de houtindustrie. Het gebruik van fossiele materialen zijn prominent aanwezig in de (petro)chemische industrie, evenals in de productie van rubber en kunststoffen.
Mineralen spelen een cruciale rol in materiaaltoepassingen, voornamelijk vanwege het uitgebreide gebruik van grind, zand, beton, en andere bouwmaterialen zoals cement, natuursteen en gips. Deze worden veelvuldig toegepast in sectoren zoals de Grond-, Water- en Wegenbouw (GWW), de beton- en cementindustrie, en de productie van overige bouwmaterialen.
Binnen specifieke sectoren kunnen bepaalde goederen een scala aan toepassingen hebben, waarbij ze niet alleen voor energetische doeleinden worden ingezet. Dit is met name het geval bij energiedragers, die vaak meerdere functies vervullen in verschillende industrieën. Neem bijvoorbeeld aardgas in de kunstmestindustrie: terwijl het primair wordt gebruikt als grondstof voor de productie van kunstmest, fungeert het binnen dezelfde sector ook als energiebron voor verschillende productieprocessen. Dit benadrukt de veelzijdigheid van toepassingen en de complexe, multifunctionele aard van bepaalde goederengroepen in de industrie.
De resultaten zijn opgesplitst in primaire en secundaire materialen, waarbij secundaire materialen afkomstig zijn van afval en secundaire producten uit de voorbereiding-tot-recyclingindustrie (VTR). In tabel 2.4.2 en tabel 2.4.3 worden deze resultaten weergegeven. Met name mineralen komen voor een aanzienlijk deel uit secundaire bronnen. Het gaat dan met name om mineraal afval dat wordt toegepast in de Grond-, Water- en Wegenbouw (GWW). De secundaire inzet van fossiele materialen bestaat voornamelijk uit het gebruik van gerecycled plastic in de kunststofindustrie.
Voor de secundaire energetische inzet van biomassa wordt vooral gebruikgemaakt van het biogene gedeelte uit het gemengd huishoudelijk afval, dat wordt verbrand in afvalverbrandingsinstallaties met energieterugwinning. Daarentegen bestaat de primaire inzet van biomassa voornamelijk uit vaste biomassa (zoals hout, houtafval en overige materialen) voor energieopwekking en als bijmenging van vloeibare biobrandstoffen in de aardolie-industrie.
Biomassa | Fossiel | Metaal | Mineraal | |
---|---|---|---|---|
Energie | 9 381 | 144 009 | 0 | 0 |
Materiaal | 17 516 | 50 804 | 33 172 | 75 767 |
Voedsel en veevoer | 54 046 | 0 | 0 | 0 |
Biomassa | Fossiel | Metaal | Mineraal | |
---|---|---|---|---|
Energie | 5 258 | 2 089 | 0 | 0 |
Materiaal | 3 946 | 1 902 | 3 867 | 28 743 |
Voedsel en veevoer | 4 231 | 0 | 0 | 0 |
2.5 Dubbeltellingen
Een belangrijk aandachtspunt zijn dubbeltellingen. Dubbeltellingen ontstaan wanneer bepaalde goederen meerdere keren worden meegerekend, omdat ze in verschillende sectoren en toepassingen worden gebruikt. Een goed voorbeeld hiervan is graan: het wordt eerst geteld bij de oogst door de boer, vervolgens bij de verwerking tot meel, daarna tijdens de productie van brood en ten slotte bij de consumptie van het brood door huishoudens.
Om de impact van dubbeltellingen te beperken, wordt de binnenlandse extractie van primaire grondstoffen, zoals oogsten, uit de cijfers gehaald. Voor secundaire grondstoffen, zoals gerecycled afval, wordt het gebruik door de VTR-industrie uitgesloten. Dit helpt om een aanzienlijk deel van de dubbeltellingen binnen deze categorie te voorkomen. Toch is er nog geen universeel toepasbare en bevredigende methode gevonden om alle dubbeltellingen er volledig uit te halen, met name de dubbeltellingen in de gebruikstabel blijven lastig corrigeren. In meer complexe sectoren, zoals de chemische industrie, waar goederen vaak meerdere stadia van verwerking doorlopen, blijven dubbeltellingen een potentieel probleem.
2) Materiaalvoorradenmonitor | CBS.