De consumentenprijsindex vanaf 2026

Over deze publicatie

Vanaf 2026 gaan de consumentenprijsindex (CPI) en de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) over op een nieuw basisjaar, van 2015=100 naar 2025=100. Dan wordt ook een update van de classificatie van goederen en diensten in gebruik genomen, die beter aansluit bij veranderde consumptiepatronen. Bovendien zal de CPI vanaf 2026 meer aansluiten bij de HICP. Goed om te weten is dat deze wijzigingen geen invloed hebben op al gepubliceerde inflatiecijfers. De eerste uitkomsten volgens de nieuwe reeks met referentiejaar 2025 worden begin februari 2026 gepubliceerd.

1. Inleiding

In 2026 worden enkele wijzigingen doorgevoerd in de berekening en de publicatie van de consumentenprijsindex (CPI) en de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Het wijzigen van het referentiejaar is gebruikelijk voor de CPI en HICP, en gebeurt in de regel eens in de tien jaar. De wijziging van het referentiejaar en andere wijzigingen hebben betrekking op de reeksen met referentiejaar 2025=100. De reeds gepubliceerde inflatie op basis van de reeks 2015=100 verandert niet.

Puntsgewijs zijn de belangrijkste wijzigingen:

  • Een verschuiving van het referentiejaar van de CPI en HICP van 2015=100 naar 2025=100. 
  • Er is een nieuwe goederen- en dienstenclassificatie, de ECOICOP v.2. Deze is voor de gebruikers van gedetailleerde gegevens van belang.
  • Er zijn enkele wijzigingen in de methoden van de CPI. Dit betreft de bungalowparken en  pakketreizen; verzorgingshuizen; kansspelen; en de prijsdefinitie van de eigen bijdrage in ziektekosten en kinderopvang. 

In hoofdstuk 2 wordt een advies gegeven over het gebruik van de oude en nieuwe reeksen voor indexeringsdoeleinden. Eerder gepubliceerde cijfers op referentiejaar 2015=100 blijven beschikbaar, maar deze reeks wordt vanaf 2026 niet meer aangevuld met nieuwe verslagperioden.

In hoofdstuk 3 beschrijven wij de aanleiding voor de veranderingen, en worden deze in verder detail toegelicht. Belangrijk is de wens om aan te sluiten bij de internationale definities en methoden van de HICP. Door de wijzigingen in 2026 worden net als in 2016 een aantal verschillen weggenomen. Tevens wordt aangegeven waarom de CPI nog niet volledig op de internationale definitie wordt aangesloten. Daarna wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de revisiestrategie en de teruglegging van al gepubliceerde jaren volgens de nieuwe ECOICOP v.2.

2. Advies over het gebruik van CPI-reeksen voor indexeringsdoeleinden

De consumentenprijsindexcijfers worden vaak gebruikt voor het aanpassen van contracten of voor het aanpassen van tarieven. In dit hoofdstuk geeft het CBS een advies over het gebruik van de  verschillende indexreeksen die beschikbaar zijn.

Vanaf februari 2026 is een nieuwe CPI-reeks op basis van 2025=100 beschikbaar.

De reeks 2015=100 wordt per verslagmaand december 2025 stopgezet, maar de uitkomsten blijven wel beschikbaar. De reeks 2025=100 leidt in een beperkt aantal gevallen tot andere uitkomsten over de ontwikkeling van de indexcijfers dan de uitkomsten die eerder op basis van de reeks 2015=100 zijn gepubliceerd.

Waar in regelgeving of contracten een indexering met de consumentenprijsindex is vastgelegd, adviseert het CBS om gebruik te maken van de CPI-reeksen en niet van de HICP-reeks, tenzij het gebruik van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex HICP expliciet in de regels of het contract is vastgelegd.

Bij de keuze tussen het gebruik van de oude en de nieuwe CPI-reeks adviseert het CBS het volgende:

  • Bij aanpassingen van contracten over perioden die eindigen in het jaar 2025 of eerder wordt geadviseerd om gebruik te maken van de prijsontwikkeling zoals berekend in de reeks 2015=100.
  • Bij aanpassingen van contracten over perioden die eindigen in januari 2026 of later wordt geadviseerd om gebruik te maken van de prijsontwikkeling zoals berekend in de reeks 2025=100.

Op de website van het CBS is een aparte webpagina beschikbaar met een verdere toelichting over indexeringen: Indexeringen voor nieuwe contracten | CBS

Voorbeelden: 

  • Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen oktober 2024 en oktober 2025. U gebruikt uitkomsten uit de reeks 2015=100.
  • Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen het jaar 2024 en 2025. U gebruikt uitkomsten uit de reeks 2015=100.
  • Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen mei 2025 en mei 2026. U gebruikt uitkomsten uit de reeks 2025=100.
  • Een contract wordt aangepast op grond van de prijsontwikkeling volgens de CPI tussen mei 2023 en mei 2026. U gebruikt uitkomsten uit de reeks 2025=100.

3. Aanleiding voor de veranderingen

De reeks 2025=100 wijkt qua methode op enkele punten af van de reeks 2015=100. De verschillen worden in hoofdstuk 4 besproken.

In het algemeen probeert het CBS bij nationale statistieken aan te sluiten bij internationale definities en methoden. Alleen als er goede redenen zijn om van internationale definities af te wijken, wordt daarvoor gekozen. Vanaf 2026 sluit de prijsdefinitie van de CPI voor de eigen bijdrage van ziektekosten en kinderopvang aan bij die van de HICP. Ook wordt de COICOP verzorgingshuizen aan de CPI toegevoegd. Daarmee worden de overeenkomsten tussen de CPI en HICP groter dan voorheen.

De CPI stapt net als de HICP over op het nieuwe indexreferentiejaar 2025 en de nieuwe classificatie van bestedingen. Belangrijke verschillen tussen de twee reeksen blijven bestaan, zoals de kosten van het eigen woningbezit. De belangrijkste reden hiervoor is dat de behandeling van eigen woningbezit in de HICP nog ter discussie staat.

De veranderingen in 2026

In 2026 worden de volgende veranderingen doorgevoerd in de CPI en HICP:

  • Het referentiejaar wordt verlegd van 2015=100 naar 2025=100.
  • De classificatie van bestedingen wijzigt naar ECOICOP v.2. Deze classificatie komt grotendeels overeen met de COICOP 2018 classificatie van de VN, en is een aanpassing aan Europese statistiekbehoeften. Zie hiervoor de CBS publicatie COICOP 2018 | CBS
  • Voor pakketreizen en bungalowparken worden nieuwe methoden en bronnen ingezet.
  • Kansspelen worden als nieuwe klasse toegevoegd.

De volgende wijzigingen worden alleen in de CPI doorgevoerd:

  • De CPI hanteert dezelfde prijsdefinitie van de eigen bijdrage van ziektekosten en kinderopvang als de HICP.
  • Verzorgingshuizen worden als bestedingscategorie aan de CPI toegevoegd.
  • De zuiveringsheffing is niet langer onderdeel van de consumptiegebonden belastingen, deze wordt onderdeel van de COICOP 044310 Riolering via rioolstelsels.

De volgende wijziging wordt alleen in de HICP doorgevoerd:

  • De zuiveringsheffing wordt onderdeel van de COICOP 044310 Riolering via rioolstelsels.

Hieronder worden de wijzigingen in detail besproken.

Referentiejaar 2025=100

Het referentiejaar van alle indices wordt vastgesteld op 2025 en de indexreeksen worden herschaald naar 2025=100. Dit is een kwestie van omrekenen: van de bestaande reeksen worden alle uitkomsten vermenigvuldigd met 100 en gedeeld door de gemiddelde waarde van de index in 2025.

De andere veranderingen, vooral de invoering van ECOICOP v.2, leiden echter tot een aantal praktische complicaties. De uitkomsten van vóór 2025 worden zo veel mogelijk omgerekend naar de nieuwe classificatie, zodat ook op detailniveau lange reeksen beschikbaar zijn. Het hoofdstuk publicatie in de praktijk bespreekt de teruglegging van resultaten.

Het belangrijkste doel van indexcijfers is het vergelijken van indexcijfers in twee verschillende perioden om de prijsverandering tussen de perioden te meten. Omdat de indexcijfers in beide perioden met dezelfde factor zijn herschaald, is er in beginsel geen effect op de maandveranderingen en de jaarinflatiecijfers. Doordat de indexcijfers op twee decimalen afgerond worden gepubliceerd, kan de herschaling echter in een beperkt aantal gevallen leiden tot een zeer kleine verandering van de berekende mutatiecijfers.

De officiële Nederlandse inflatiecijfers over 2025 en eerder veranderen echter niet. Deze officiële reeks is steeds gebaseerd op de CPI-indexreeks die gangbaar was op het moment van de eerste publicatie over een bepaalde verslagperiode. De inflatiecijfers uit 2025 en de jaren terug tot de vorige wijziging van het referentiejaar blijven gebaseerd op de reeks 2015=100.

Inflatiecijfers berekend met de nieuwe reeks 2025=100 kunnen op plekken afwijken van inflatiecijfers berekend met de reeks 2015=100. De oorzaak van deze verschillen zijn het doorvoeren van methodewijzigingen met terugwerkende kracht in de nieuwe reeks. Deze wijzigingen zijn niet doorgevoerd in de reeks 2015=100. In de paragraaf revisiestrategie in hoofdstuk 5 wordt hier dieper op ingegaan.

Introductie van ECOICOP v.2

Consumentenprijsindexcijfers zijn wereldwijd gebaseerd op een classificatie van goederen en diensten die is vastgesteld door de Verenigde Naties: de Classification of Individual Consumption by Purpose (COICOP-UN). De Europese classificatie ECOICOP v.2 is hierop gebaseerd en wordt in 2026 ingevoerd (European Classification of Individual Consumption by Purpose) voor de HICP. De nieuwe classificatie is uitgebreid beschreven op de CBS-website ECOICOP v.2

In de ECOICOP v.2 hebben nieuwe soorten producten en diensten een duidelijkere plek dan in ECOICOP. Ook sluit de indeling beter aan op de veranderde consumptiepatronen. Dit heeft vooral betrekking op communicatie en audiovisuele diensten en goederen. Denk hierbij aan streamingdiensten, online abonnementen en bezorgkosten. 

De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de ECOICOP zijn:

  • Informatie en communicatie (afdeling 08) bevat nu goederen en diensten die voorheen deel uitmaakten van afdeling 09 Recreatie sport en cultuur zoals televisies, maar ook streamingdiensten.
  • De afdeling 12 Diverse goederen en diensten was te divers. In de nieuwe indeling is een aantal categorieën overgeheveld en er zijn nu aparte afdelingen voor “12 Verzekeringen en financiële diensten” en “13 Lichaamsverzorging, sociale bescherming en diverse goederen en diensten”. 
  • Het onderscheid tussen niet-duurzame, semi-duurzame en duurzame goederen enerzijds en diensten anderzijds is verbeterd.

Vlees

De ECOICOP-classificatie 011200 is verder onderverdeeld naar het soort dier, bijvoorbeeld de subklassen Rund- en kalfsvlees (011210) of Varkensvlees (011220). Hoewel het gedetailleerde niveau van zogenoemde 6e digit is vervallen binnen ECOICOP v.2, is voor vlees een uitzondering gemaakt in het Europese publicatiepakket. Daardoor kan wel onderscheid gemaakt worden naar diersoort. Het CBS sluit hierbij aan voor zowel de HICP- als CPI-publicaties.

De CPI en ECOICOP v.2

In de CPI wordt ECOICOP v.2 zo veel mogelijk ook ingevoerd. Omdat het bereik van de CPI enigszins afwijkt van het bereik van de HICP blijven er kleine verschillen tussen de publicaties van HICP en CPI. De grootste verschillen zijn de consumptiegebonden belastingen, contributies en de consumptie in het buitenland.

Met de invoering van de ECOICOP v.2 verandert de afdeling 13 Consumptiegebonden belastingen in afdeling 14 Consumptiegebonden belastingen en contributies. De afbakening van wat in de CPI een overheidsdienst is en wat als consumptiegebonden belasting wordt beschouwd, wordt in overeenstemming gebracht met de HICP-regels. Voor de overstap naar 2025=100 betekent dit dat de groep zuiveringsheffing nu onderdeel is van de klasse 044310 Riolering via rioolstelsels. In de indexreeks 2025=100 bestaan consumptiegebonden belastingen uit Motorrijtuigenbelasting (141100) en Watersysteemheffing (141200).

Contributies vormen in de reeks 2025=100 een aparte groep. Voorheen maakten deze onderdeel uit van 2 verschillende COICOPs, namelijk 094130 Contributie sport- en ontspanningsverenigingen en 127040 Overige betalingen en diensten. Met de invoering van de nieuwe classificatie is er nog één aparte groep (142000 Contributies) zonder verder onderscheid naar het soort contributie.
Consumptie in het buitenland valt in het bereik van de CPI maar niet in de HICP en krijgt nu code 150000. Dit was ook al het geval in de reeks 2015=100, toen onder de code 140000.

Bungalowparken en pakketreizen

Voor de prijsindex van bungalowparken wordt overgestapt van website-prijzen naar daadwerkelijk betaalde prijzen, tegelijkertijd met een ander type prijsindex. Voor de prijsindex van pakketreizen wordt een nieuwe methode ingevoerd. Deze methode houdt nog meer rekening met het seizoenspatroon. In het verleden werden prijzen van niet-beschikbare pakketreizen, bijvoorbeeld wintersportvakanties, onveranderd meegenomen voor de berekening van de index. Dit is niet conform de regelgeving van Eurostat voor seizoensspecifieke producten en diensten. De nieuwe methode houdt rekening met het aantal verkochte pakketreizen per maand, en is hierdoor wel conform de Europese regels.

Om te voorkomen dat de inflatie beïnvloed wordt door het invoeren van nieuwe bronnen en methoden, is ervoor gekozen om deze wijzigingen per verslagmaand januari 2025 door te voeren. Dit geldt alleen voor de CPI met basis 2025=100 en voor alle reeksen van de HICP. Op de CPI met basisjaar 2015=100 hebben deze wijzigingen geen invloed.

Kansspelen

Kansspelen maken deel uit van zowel ECOICOP als ECOICOP v.2. Voor deze bestedingscategorie zijn voor de HICP in het verleden geen prijsindexcijfers berekend, omdat er binnen de EU onvoldoende overeenstemming tussen de statistische bureaus was over de juiste methode om prijsindexcijfers te berekenen. Voor de CPI heeft het CBS zich aangesloten bij deze praktijk. Inmiddels is die overeenstemming er wel, en worden kansspelen toegevoegd aan zowel de HICP als de CPI. Voor de HICP is dit vanaf verslagjaar 2026, voor de CPI is dit per verslagmaand januari 2025, maar alleen voor de reeks 2025=100.

Het berekenen van prijzen van kansspelen gebeurt op een aparte manier. Dit komt doordat de inzet in een kansspel, bijvoorbeeld de prijs van een lot in een loterij, geen goede maatstaf is voor de prijs van kansspelen. Een reden hiervoor is dat een inzet in een kansspel geen recht geeft op een aankoop, maar slechts een kans op een prijs. Daarnaast sluit de inzet niet aan bij het consumptiebegrip van de nationale rekeningen. De nationale rekeningen beschouwen kansspelen als vermaak, en de waarde van deze dienst is gelijk aan de totale inzet minus de totale prijzenpot. De CPI en HICP sluiten aan bij deze definitie, en daardoor is de prijs die maandelijks wordt gemeten gelijk aan de inzet minus prijzenpot uitgedrukt als percentage van de inzet. Deze procentuele term wordt aangeduid als “service charge” en is toepasbaar op alle soorten kansspelen, bijvoorbeeld loterijen, casinospelen, speelautomaten en (sport)weddenschappen.

Kinderopvang en eigen bijdrage basisziektekosten 

Met de start van de reeks 2025=100 worden de prijsindex van kinderopvang en de indexen waarvoor de eigen bijdrage ziektekosten van belang zijn, op dezelfde wijze berekend voor de CPI en HICP. Dit is voor de reeksen 2015=100 niet het geval. In de CPI-reeks is de brutoprijs die voor de kinderopvang wordt betaald bepalend. De weging voor kinderopvang is analoog hoog. In de HICP zijn alleen de eigen bijdragen die de ouders zelf betalen relevant. De bijdragen die het Rijk aan de ouders toekent, worden van de brutoprijzen afgetrokken. Ook de weegfactor voor kinderopvang is daardoor lager. Met de invoering van de index 2025=100 hanteren de CPI en HICP dezelfde HICP-werkwijze.

Veranderingen in eigen bijdragen in het kader van de basisverzekering tegen ziektekosten worden verschillend behandeld in de CPI en HICP met het referentiejaar 2015=100. Als een bepaald deel van de zorg uit de basisverzekering verdwijnt en de consument moet voor die zorg gaan betalen, dan betekent dat voor de CPI een verhoging van de weging voor zorg, en niet een prijsstijging. Andersom leidt een verandering, waarbij een stuk onverzekerde zorg voortaan onder de basisverzekering valt, ook niet tot een prijsdaling in de CPI.

Wijzigingen in het zorgpakket van de basisverzekering resulteren in de HICP in prijsveranderingen. Een verandering waarbij verzekerde zorg vanaf een bepaald moment niet meer onder de basisverzekering valt en waarvoor de consument een eigen bijdrage moet gaan betalen, wordt behandeld als een prijsstijging van nul naar de voortaan geldende eigen bijdrage. Andersom zijn veranderingen, waarbij een stuk onverzekerde zorg voortaan onder de basisverzekering valt, in de HICP een prijsdaling van de bestaande prijs naar nul. Net als met de kinderopvang wordt voor veranderingen in de eigen bijdrage en basisziektekostenverzekering de werkwijze van de HICP ook voor de CPI toegepast met invoering van het nieuwe referentiejaar 2025=100.

Verzorgingshuizen

Met ingang van de reeks 2025=100 wordt de COICOP Verzorgingshuizen (ECOICOP v.2, 133020) aan de CPI toegevoegd. Deze COICOP maakt van oudsher wel deel uit van de HICP, dit betreft dus voor de HICP geen wijziging. De prijsindex van de verzorgingshuizen geeft de prijsverandering weer van de betalingen van de eigen bijdrage die inwoners van deze instellingen doen. De wijziging slaat niet op de andere bestedingen van zogenoemde institutionele huishoudens, deze zijn al onderdeel van de bestedingen van zowel de CPI als de HICP. 

Zuiveringsheffing

Met de invoering van ECOICOP v.2 is voor de CPI besloten om de zuiveringsheffing te verplaatsen naar de COICOP 044310 Riolering via rioolstelsels. Voor de HICP wordt deze per 2026 nieuw toegevoegd aan dezelfde COICOP. Deze beslissing is gebaseerd op de nieuwe gedetailleerde toelichting van COICOP 2018 en ECOICOP v.2, en consultatie met Eurostat. Hieruit bleek dat niet alleen het afvoeren van afvalwater deel uitmaakt van deze bestedingscategorie, maar ook het behandelen en reinigen hiervan. Huishoudens betalen voor deze activiteiten via de zuiveringsheffing.

4. Classificatie

In de reeks 2025=100 zijn de indelingen van de CPI en HICP zoveel mogelijk gelijkgetrokken. Zie hiervoor ook de voorgaande paragraaf.
De resterende verschillen in de publicatie-indeling betreffen uitsluitend categorieën die buiten het bereik van de HICP vallen. 

Wel in de CPI, maar niet in de HICP zijn en blijven:

  • COICOP 042100 Toegerekende huur eigen woning
  • COICOP 140000 Consumptiegebonden belastingen en contributies
  • COICOP 150000 Consumptie in het buitenland

5. Publicatie in de praktijk

Bij de start van de reeks 2025=100 worden CPI-uitkomsten vanaf verslagmaand januari 2025 volgens de nieuwe methoden voor bungalowparken, pakketreizen en kansspelen gepubliceerd. Bovendien zijn uitkomsten teruggerekend tot aan 2010. Voor de HICP zijn de uitkomsten teruggerekend tot aan 1996. Deze cijfers komen per februari 2026 beschikbaar.

De HICP wordt herschaald naar 2025=100 en Nederlandse HICP-uitkomsten volgens ECOICOP v.2 zijn onmiddellijk beschikbaar op de website van het CBS. De cijfers volgens ECOICOP v.2 voor de andere Europese landen en voor het Eurogebied en EU als geheel publiceren de landen en Eurostat zelf.

In de praktijk worden niet alle (sub)klassen en groepen van ECOICOP v.2 berekend en gepubliceerd. Een (sub)klasse of groep is uitgesloten van publicatie als de bestedingen in Nederland beperkt zijn en de groep daarom een zeer lage weging zou hebben. Een ECOICOP v.2 (sub)klasse of groep wordt ook niet gepubliceerd als de bestedingen buiten het bereik van de index vallen. Een definitieve lijst met te publiceren (sub)klassen en groepen zal in de loop van 2025 op de website van het CBS te vinden zijn.

Revisiestrategie

Uitkomsten van de CPI en HICP worden kort na de verslagmaand gepubliceerd. Soms kan een revisie van uitkomsten plaatsvinden als aanvullende informatie beschikbaar is gekomen. In deze gevallen worden gewijzigde uitkomsten als definitief of herzien gekenmerkt. Bij een verandering van de methode die voor de statistiek gebruikt wordt, zijn de uitkomsten voor en na de methodewijziging niet altijd geheel vergelijkbaar. Zeker als het seizoenspatroon van bepaalde uitkomsten wijzigt, kan dit belangrijke gevolgen hebben. 

In de HICP worden wijzigingen in de methode in het algemeen per december van een bepaald jaar ingevoerd, waardoor de prijsveranderingen tussen december en januari de eerste zijn die met de nieuwe methode worden berekend. De berekening van de jaar-op-jaar veranderingen van de index is dan gedurende 12 maanden op twee methoden gebaseerd. In sommige gevallen kan een land er voor kiezen de uitkomsten van het laatste jaar met de nieuwe methode opnieuw te berekenen en de HICP-reeks gedurende 12 maanden te reviseren. Nieuwe inflatiecijfers zijn dan gebaseerd op cijfers die met één methode zijn berekend, maar de herziene indexcijfers van het vorige jaar zijn dan weer niet volledig vergelijkbaar met die van twee jaar terug. Deze aanpak wordt voor de bungalowparken en pakketreizen toegepast. Hierdoor wijzigt het maandelijks inflatiecijfer gedurende 2025 nog wel.

In zulke gevallen wordt in de CPI een andere methode gehanteerd, waarbij voor (ten minste) één jaar twee cijferreeksen beschikbaar blijven en waarbij jaarveranderingen het resultaat zijn van indexcijfers die met dezelfde methode zijn berekend.

Concreet betekent dit dat de reeks 2015=100 beschikbaar blijft, die in 2025 met dezelfde methode is berekend als in 2024. Daarnaast bevat de reeks 2025=100 uitkomsten over 2025 die berekend zijn met de nieuwe methoden die ook in 2026 worden gebruikt. Dit geldt voor bungalowparken, pakketreizen en kansspelen.

Teruglegging van de resultaten 

Zoals in de vorige hoofdstukken is beschreven, zijn in de reeksen met referentiejaar 2025=100 enkele methoden en indelingen veranderd ten opzichte van het verleden. Om lange en vergelijkbare tijdreeksen ter beschikking te stellen, zijn uitkomsten vanaf 2010 tot 2025 herberekend voor de CPI, waarbij zoveel mogelijk de nieuwe methoden en indelingen zijn gebruikt.
De uitkomsten volgens de oude methoden en indelingen tot en met het jaar 2025 blijven beschikbaar op het archief van de Statline-database.

In de reeks 2025=100 geldt het volgende: 

Voor het jaar 2025 worden geheel nieuwe uitkomsten volgens de nieuwe methoden en indelingen berekend en gepubliceerd. 

Voor de jaren 2010 tot en met 2024 worden alle in de CPI opgenomen artikelen omgecodeerd van de oude ECOICOP-indeling naar de nieuwe ECOICOP v.2-indeling. De weegfactoren en de (niet gepubliceerde) indexreeksen per artikel zijn ongewijzigd. Vervolgens worden alle artikelen weer geaggregeerd naar de nieuwe ECOICOP v.2 subklassen, klassen, groepen en afdelingen. Ten slotte worden alle uitkomsten herschaald naar 2025=100.  De uitkomsten op het niveau van afdelingen, groepen en klassen kunnen daardoor verschillen, maar de ontwikkeling van de totale CPI tussen 2010 en 2024 is in de nieuwe reeks gelijk aan die in de oude reeks, afgezien van enkele afrondingsverschillen.

Voor de CPI zijn geen indexen verder terug dan 2010 berekend. Voor de HICP komen deze reeksen wel beschikbaar, om binnen de EU consistent met de wijzigingen en tijdreeksen om te gaan. De benodigde brongegevens op artikelniveau zijn niet meer beschikbaar voor hercodering en nieuwe aggregatie. Voor het berekenen van de HICP-indexen van de jaren 1996 -2009 wordt door het ontbreken van de gegevens op artikelniveau een afwijkende methode toegepast. De meest gedetailleerde COICOP-subklassen zijn volgens de oude indeling zo goed als mogelijk omgecodeerd naar de nieuwe ECOICOP v.2-subklassen. De tijdreeksen die in het begin van 2026 gepubliceerd worden, ook op het meest gedetailleerde niveau, kunnen worden beschouwd als de best mogelijke raming voor de periode 1996-2009, maar wel van mindere kwaliteit door de grovere manier van indelen.

Bijlage: ECOICOP v.2

In deze bijlage staat de ECOICOP v.2-classificatie. Enkele groepen zijn volgens internationale afspraken uitgesloten uit de waarneming van CPI en HICP, zoals verdovende middelen en prostitutie. Enkele bestedingscategorieën die niet in de HICP maar wel in de CPI zijn opgenomen, zijn aan het overzicht toegevoegd; zie hiervoor de kolom “Bijzonderheden”. 

Een aantal klassen en subklassen representeert slechts een klein bedrag aan bestedingen. Deze zullen niet in de waarneming van de CPI en HICP worden opgenomen en er zal niet over worden gepubliceerd. Om welke klassen en subklassen het precies gaat, wordt later vastgesteld. 

In de benaming van de groepen wordt een aantal afkortingen gebruikt, tussen haakjes: 

(D) staat voor duurzame goederen 

(ND) staat voor niet-duurzame goederen 

(S) staat voor diensten 

(SD) staat voor semi duurzame goederen 

Verder betekent de afkorting ‘n.e.g.’ niet elders geclassificeerd.