Pilotonderzoek codering doodsoorzaken Caribisch Nederland

4. Discussie

In deze verkennende analyse is onderzocht of het mogelijk is statistische gegevens te publiceren over de doodsoorzakengegevens van de bijzondere gemeenten in Caribisch Nederland, conform de methodiek die het CBS ook voor de doodsoorzakenstatistiek over Europees Nederland gebruikt. In deze studie laten we zien dat het mogelijk is om:

  • demografische gegevens van overlijdens in Caribisch Nederland te tonen 
  • formulieren handmatig te coderen en dat het automatische codeerprogramma Iris een rol kan spelen in een doodsoorzakenstatistiek over Caribisch Nederland.

Uit de verkennende analyse in deze pilot studie werd gevonden dat 48,2 procent van de geteste formulieren in Iris gecodeerd konden worden. Ondanks dat dit percentage lager is dan het percentage formulieren dat automatisch gecodeerd kan worden in Europees Nederland (ongeveer 60 procent), zijn er wel aanknopingspunten gevonden in deze analyse om dit percentage verder te verhogen. 

Tijdens het analyseren van de ingevulde formulieren viel op dat er relatief veel spelfouten, schrijfvarianten en soms ook onjuiste medische termen ingevuld waren. Bovendien viel op dat sommige doodsoorzaakformulieren waren ingevuld met termen die mogelijk op specifieke locaties en/of door bepaalde groepen zorgverleners vaker gebruikt worden, evenals Engelse termen, wat de automatische verwerking gecompliceerder kan maken.  

In Europees Nederland is ook sprake van een variatie bij de invulling, de afgelopen jaren zijn hiervoor regels ontwikkeld die de automatische verwerking vergemakkelijken, bijvoorbeeld door afkortingen en omdraaiingen automatisch om te zetten. Wanneer gewerkt zou worden aan een verdere optimalisatie van de registratie kan overwogen worden dit ook voor het Caribisch Nederland te verkennen.

Automatisch coderen is een essentieel onderdeel van de doodsoorzakenstatistiek: het vermindert arbeidsintensieve handelingen van medische codeurs en kan registratie van statistiek standaardiseren waardoor het bijdraagt aan goede vergelijkbaarheid in de tijd en met andere landen. In de huidige studie werd ruim 90 procent overeenstemming gevonden tussen automatisch coderen met Iris en handmatig coderen door de codeur. Dit suggereert dat ook in Caribisch Nederland Iris een bruikbaar hulpmiddel kan zijn bij het coderen van de doodsoorzaken.

Tijdens de koppelingsanalyse viel op dat er veel doodsoorzaakformulieren ontbraken. Een hoog percentage van onvolledigheid in ontvangen formulieren kan leiden tot een vertekening. Het is nog onduidelijk wat dit betekent voor de doodsoorzakenstatistiek. Voor toekomstige studies is het belangrijk om inzicht te krijgen waarom bepaalde formulieren ontbreken, en in hoeverre dit leidt tot een selectie bias. Het verder onderzoeken van de koppelmogelijkheden met het bevolkingsregister kan aanknopingspunten bieden. 

In deze analyse viel het relatief hoge percentage van niet-natuurlijke overlijdens als gevolg van ongevallen in het water op. Van de 65 niet-natuurlijke doodsoorzaakformulieren zonder de code R99, waren er 10 gecodeerd als verdrinking en 8 in de categorie ‘blootstelling aan druk van omgevingslucht’ als gevolg van scubadiven, wat betekent dat bijna eenderde van het aantal niet-natuurlijke doden is toe te schrijven aan ongevallen op het water. Dit is een hoger percentage in vergelijking met Europees Nederland, wat mogelijk gerelateerd is aan het aantal duik- en snorkelactiviteiten dat op de eilanden plaatsvindt. Verder viel op dat de waterongevallen niet in het jaar 2021 hebben plaatsgevonden. 

Tenslotte viel tijdens het analyseren van de doodsoorzakenformulieren op dat er geen doodsoorzaakformulieren zijn gevonden met doodgeborenen.