Pilotonderzoek biomassa als grondstof 2023

Over deze publicatie

Dit rapport is een samenvatting van de uitkomsten uit een pilotonderzoek naar biomassagebruik als grondstof voor de vervaardiging van materialen over verslagjaar 2023. Er wordt gekeken naar biomassa die fossiele brandstoffen vervangt als grondstof.

1. Inleiding

Het niet-energetische verbruik van fossiele grondstoffen voor de vervaardiging van producten, bijvoorbeeld de productie van plastic uit aardolie, wordt waargenomen als onderdeel van de energiestatistieken. In 2023 bedroeg dit bijna 450 petajoule (CBS, 2024).

In het kader van de transitie naar hernieuwbare bronnen zal het ook nodig zijn om dergelijke producten uit hernieuwbare grondstoffen te produceren. Om deze ontwikkeling te monitoren is de EU-verordening van de energiestatistieken uitgebreid met een onderdeel omtrent de niet-energetische inzet van biomassa. Vanaf verslagjaar 2024 is dit een verplicht onderdeel van de energiestatistieken.

Het CBS heeft in aanloop naar de verplichtstelling van deze verordening een pilot onderzoek uitgevoerd over verslagjaar 2023 met als doel om een beeld te krijgen van de huidige stand van zaken omtrent het gebruik van biomassa als grondstof. De transitie van fossiele naar hernieuwbare grondstoffen kan via verschillende routes worden gerealiseerd. Het doel van dit pilot onderzoek was kennis op doen over deze mogelijkheden en hoe deze kunnen worden waargenomen. Het onderzoek is uitgevoerd is samenwerking met de Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

2. Methodologie

Om te kunnen beantwoorden hoeveel biomassa als grondstof is ingezet in het jaar 2023 heeft CBS in samenwerking met RVO en de VNCI een pilot-vragenlijst ontworpen. Om dit te doen is de scope en populatie van het onderzoek gedefinieerd, dit wordt besproken in onderdelen 2.1 en 2.2. Aan de hand van deze definities is een vragenlijst opgesteld, dit wordt toegelicht in onderdeel 2.3. 

2.1 Scope onderzoek

De grondslag voor het uitvoeren van dit onderzoek zijn de energiestatistieken. De definitie van niet-energetisch gebruik binnen de energiestatistieken luidt: Het gebruiken van een energiedrager voor het maken van een product dat geen energiedrager is. Hierbij blijft de voor het productieproces gebruikte energie in het product aanwezig. Voorbeelden zijn het gebruik van olie als grondstof voor plastic of aardgas voor kunstmest. Met de aanpassing van de verordening in 2022 is het niet-energetische gebruik van biomassa aan de energiestatistieken toegevoegd met ingang van verslagjaar 2024. Hiervoor was biomassa gebruikt als grondstof geen onderdeel van de energiestatistieken. 

Biomassa kent verschillende toepassingen die buiten de scope van de energiestatistieken vallen. In de voorgestelde methode om het niet-energetische verbruik van biomassa in kaart te brengen zijn expliciet de volgende uitzonderingen voor het niet-energetische verbruik van biomassa opgenomen: 

  • Biomassa gebruikt in de bouw en voor de vervaardiging van meubels
  • Bio-alcoholen of andere bio-grondstoffen gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie
  • Katoen/natuurlijke vezels gebruikt in de textielindustrie
  • Biomassa gebruikt voor papier/karton productie

Het doel van de uitbreiding van de verordening van de energiestatistieken is de transitie van fossiele energiedragers naar hernieuwbare energiedragers als grondstof te volgen. Bovengenoemde toepassingen zijn nooit met fossiele grondstoffen uitgevoerd, daarom vallen zij buiten de scope van de energiestatistieken. 

Daarnaast is het ook belangrijk om het niet-energetische verbruik van biomassa maar een keer mee te tellen. Dit is niet triviaal wanneer halfproducten (zoals bio-alcoholen of biogassen) een rol spelen. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat ruwe biomassa als maïs wordt gebruikt om bio-ethanol te maken en dat vervolgens deze bio-ethanol wordt omgezet in een product zoals DME (dimethyl ether). In dit scenario kan het gebruik van de maïs worden gerekend als niet-energetisch gebruik, maar ook het gebruik van de bio-ethanol. Om dubbel tellen te voorkomen, is het belangrijk een duidelijke keuze te maken. Volgens de gangbare praktijk in energiestatistieken voor biobrandstoffen en niet-energetisch gebruik van olie zou in dit voorbeeld het gebruik van de bio-ethanol worden gerekend als niet-energetisch gebruik.

Er kunnen verschillende producten worden vervaardigd met biomassa als grondstof. Deze producten vallen per definitie buiten de scope van de energiestatistieken, omdat de producten geen energiedragers meer zijn. Dat is ook zo voor de fossiele equivalenten zoals bijvoorbeeld styreen gemaakt uit fossiele olie.

2.2 Populatie

Om de bedrijven te benaderen die mogelijk biomassa gebruiken als grondstof binnen bovengenoemde scope heeft CBS gebruik gemaakt van de expertise en bedrijfskennis van RVO. Uit deze kennis volgde een lijst van bedrijven, voornamelijk actief in de chemische sector. Dit was de basis voor de uitvraag die CBS aan 69 bedrijven heeft gedaan. 

Deze sector is in ontwikkeling en daarom is het van belang dat de populatie jaarlijks wordt gecontroleerd en aangevuld. Naast de kennis van RVO heeft CBS ook een vraag toegevoegd aan het jaarlijkse onderzoek naar energieverbruik bij bedrijven. Deze enquête gaat naar een steekproef van 2500 bedrijven, die bij het energetisch verbruik van biomassa de vraag krijgen of ze biomassa ook niet-energetisch hebben gebruikt. Hiermee zouden nog onbekende bedrijven kunnen worden opgespoord. Deze vraag is voor het eerst toegevoegd over verslagjaar 2023; geen enkel bedrijf dat biomassa energetisch verbruikte gaf aan het niet-energetisch te doen. 

2.3 Vragenlijst

Met de scope zoals gedefinieerd in 2.1 heeft het CBS in samenspraak met RVO en de VNCI een vragenlijst ontworpen. Omdat de bedrijven die ondervraagd zijn uiteenlopen wat betreft hun grootte en productieprocessen was het belangrijk om de vragenlijst zo generiek mogelijk te maken. 

De vragenlijst heeft een trechter-opbouw, waarbij het van generiek naar specifiek gaat. De eerste twee vragen geven de scope van het onderzoek weer, namelijk 1. Is er biomassa als grondstof gebruikt? 2. Betrof dat (enkel) sectoren die buiten de scope van het onderzoek vallen? 

Vraag 3 gaat uit van het vervaardigde product uit biomassa. Ondanks dat het niet het doel van het onderzoek is om te achterhalen welke producten er uit biomassa worden gemaakt, is het voor de vraagstelling makkelijker om vanuit het product te redeneren. Daarnaast is het voor het volgen van de ontwikkeling ook relevante informatie.

Vraag 3 is onderverdeeld in verschillende sub-vragen waarmee de hoeveelheid biomassa als grondstof wordt achterhaald. Daarnaast is het van belang om te weten of de niet-energetische inzet van de biomassa bij het bevraagde bedrijf plaatsvond. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een bedrijf in het buitenland de omzetting van biomassa naar plastic heeft uitgevoerd, en dat deze bio-plastics door een Nederlands bedrijf worden ingevoerd wat deze enquête heeft ontvangen. Het niet-energetische verbruik heeft elders plaatsgevonden en hoort niet binnen de binnenlandse energiestatistieken. Het is ook mogelijk dat het ondervraagde bedrijf biomassa omzet naar plastic en dit doorverkoopt naar een ander bedrijf (binnen of buiten Nederland). Deze informatie is ook waardevol om een vollediger beeld van de gehele keten te hebben. Op deze manier is het ook mogelijk om dubbeltellingen op te sporen. Tot slot wordt er gevraagd of de gebruikte biomassa is gecertificeerd en zo ja volgens welk certificeringsschema.  

De vragenlijst zoals uitgezonden naar de bedrijven is te vinden op Biomassa als Grondstof | CBS

3. Resultaten

Van de 69 bedrijven die een enquête hebben ontvangen over het gebruik van biomassa als grondstof hebben 44 deze ingevuld. Hiervan gaf 91 procent aan dat ze geen of verwaarloosbare hoeveelheden biomassa inzetten als grondstof. 9 procent (oftewel 4 bedrijven) hebben aangegeven biomassa als grondstof te gebruiken. Het totaal aan biomassagebruik als grondstof wat uit de vragenlijsten blijkt is op dit moment herleidbaar tot een of enkele bedrijven en kan daarom niet worden gepubliceerd.  

De vorm van de biomassa (vast, gasvormig of vloeibaar) die is ingezet voor de vervaardiging van producten loopt uiteen, net als de producten die hiermee worden gemaakt. Alle bedrijven die respons hebben ingediend gebruiken ISCC+ of ISCC EU certificering.  

Met ongeveer 10 bedrijven is uitgebreider contact geweest om vragen te stellen over de ingediende vragenlijst. In algemene zin gaven bedrijven aan bezig te zijn met het ontwikkelen van de technologie om het mogelijk te maken om biomassa mee te nemen in hun processen en in sommige gevallen was dit zelfs al mogelijk. De uitdaging waar deze bedrijven momenteel tegen aanlopen zit in het vinden van klanten die bereid zijn om de meerprijs die dit met zich meebrengt te betalen. Daarnaast gaven sommige bedrijven aan dat de conversie van biomassa naar producten niet in Nederland plaatsvindt, waardoor dit gebruik niet meetelt voor de binnenlandse statistieken. 

3.1 Respons vragenlijst biomassa als grondstof, 2023
Type responsPercentage
Biomassa gebruikt als grondstof4
Geen biomassa gebruikt als grondstof40
Geen respons25

4. Conclusies en aanbevelingen

Uit de resultaten van de enquête die is uitgezonden naar 69 bedrijven (voornamelijk actief in de chemische sector) blijkt dat er in het jaar 2023 biomassa in kleine mate is gebruikt als grondstof. Meerdere bedrijven hebben aangeven de stap naar biomassa als grondstof te overwegen. Hiermee lijkt de transitie van fossiele naar hernieuwbare grondstoffen voorzichtig op gang te komen. 

Om deze transitie te blijven volgen zal het CBS deze enquête jaarlijks uitvoeren. Hiervoor is uitwisseling met de branche en de bedrijven onmisbaar om de juiste bedrijven te blijven enquêteren. Vanwege de veranderlijke markt omtrent het gebruik van biomassa als grondstof blijft het CBS graag in contact met de bedrijven om op de hoogte te blijven van nieuwe trends en toepassingen. Tegelijkertijd worden de kwalitatieve inzichten die verkregen zijn tijdens deze pilot ook gedeeld in Europees verband.  

Daarnaast onderzoekt het CBS alternatieve bronnen om de vraag hoeveel biomassa als grondstof wordt ingezet te beantwoorden. Een mogelijke bron die hiervoor gebruikt zou kunnen worden is de ISCC-database, wellicht uitsluitend voor het bijwerken van de populatie. 

Literatuur

CBS (2024) https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/83140NED/table?dl=AFDD5

CBS (z.d.) Energieverbruik | CBS

Europese Commissie (2023) Renewables_Questionnaire_Instructions.pdf

Europees Parlement (2008) Verordening - 1099/2008 - EN - EUR-Lex