Monitor online platformen 2023

Cijfermatig inzicht in de kenmerken en ontwikkeling van online platformen in Nederland

Over deze publicatie

Online platformen zijn websites of apps die bemiddelen in de uitwisseling van goederen, diensten of informatie. Bekende voorbeelden zijn Airbnb, Uber, Marktplaats en Werkspot. In korte tijd hebben online platformen een belangrijke positie verworven in economie en maatschappij. Ze hebben de manier waarop we werken, winkelen, communiceren, boodschappen doen, of eten bestellen sterk veranderd.

De opkomst van online platformen biedt kansen en geeft ook uitdagingen. Om de kansen te benutten en de uitdagingen in banen te leiden, zijn cijfers over de stand van zaken rond platformen essentieel. De monitor online platformen geeft deze cijfers. In deze versie van de monitor wordt ingegaan op de demografie van online platformen, de ontwikkeling van de omzet en werkgelegenheid van online platformen, en de verkoop door bedrijven via online platformen. Ook de mate van internationalisering en de veiligheid van websites van online platformen komen aan bod.

Samenvatting

Hoofdstuk 2

Van alle online platformen hoort de helft (52 procent) bij een klein bedrijf met één of minder werkzame personen. Een derde van de bedrijven met een online platform behoort tot de bedrijfstak Informatie en communicatie. Het bedrijf achter een online platform is in de helft van de gevallen een besloten vennootschap (bv). 

Van de online platformen in Nederland bemiddelt het grootste deel in diensten (34 procent) en goederen (31 procent). Een groot deel (42 procent) richt zich op bemiddeling tussen bedrijven én huishoudens/zzp’ers. 

Ruim een kwart van de platformen (27 procent) is een ‘free service’-platform. Dit betekent dat er bij deze platformen niet betaald hoeft te worden om gebruik te maken van het platform.

Ongeveer de helft van de platformen (49 procent) biedt de mogelijkheid om de kwaliteit van andere gebruikers, de producten of het platform zelf te beoordelen. 

Een groot deel van de platformen (70 procent) verzamelt gebruikersgegevens. Een kleiner deel van de platformen (28 procent) zet algoritmen in.

Hoofdstuk 3

In de periode 2015-2019 verdubbelde de omzet van bedrijven met een online platform. In 2020, het eerste coronajaar, viel de omzet terug naar het niveau van voor 2018. In de periode 2021-2023 steeg de omzet weer, met 73 procent voor alle jaren gecombineerd.

Net als in de voorgaande jaren waren er in 2023 grote verschillen tussen platformen te zien. Zo waren er platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent steeg, maar ook waarbij de omzet met meer dan 20 procent daalde.

Meer dan de helft van de omzet (62 procent) werd in 2023 behaald in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening. Daarnaast waren platformen die bemiddelen in goederen (74 procent), zich richten op bedrijven én huishoudens/zzp’ers (91 procent), of gebruikers laten betalen (95 procent) verantwoordelijk voor een groot deel van de omzet. 

Hoofdstuk 4

Het aantal personen dat werkzaam is bij bedrijven met een online platform nam in de periode 2015-2019 met 65 procent toe, maar bleef in 2020 gelijk ten opzichte van een jaar eerder. Hoewel er in 2021 en 2022 weer een sterke toename was, daalde het aantal werkzame personen licht in 2023. 

Bij de meeste bedrijven met een online platform steeg of daalde het aantal werkzame personen niet meer dan 10 procent.

Het grootste deel van alle werkzame personen (48 procent) was in 2023 werkzaam in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening. Daarnaast werkte een relatief groot deel bij platformen die zich richten op diensten (65 procent), zich richten op bedrijven én huishoudens/zzp’ers (57 procent), of gebruikers laten betalen (77 procent).

Hoofdstuk 5

In dit hoofdstuk wordt er een onderscheid gemaakt tussen twee typen platformen: 1) online platformen met aanbieders en afnemers, en 2) online platformen met gebruikers. 

Bijna de helft van de platformen met aanbieders en afnemers (46 procent) heeft aanbieders uit het buitenland. Bij slechts een klein deel (9 procent) komt meer dan de helft van de aanbieders uit het buitenland. 49 procent heeft afnemers uit het buitenland. Bij de meeste platformen komen de aanbieders en afnemers voornamelijk uit Nederland. Een uitzondering is de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening; in deze bedrijfstak komt 96 procent van de aanbieders uit het buitenland. Van de online platformen met gebruikers heeft bijna twee derde (62 procent) gebruikers uit het buitenland.

Hoofdstuk 6

Het aandeel van de bedrijven dat (mede) verkoopt via een online platform is afgenomen van 9,6 procent in 2021 naar 8,7 procent in 2022. Ook het aandeel bedrijven dat producten via een eigen website of app verkoopt was in 2022 (18,4 procent) lager dan in 2021 (20,5 procent).

Het deel van de omzet dat door bedrijven uit de verkoop via online platformen werd behaald was in 2022 ongeveer gelijk aan dat in 2021 (0,9 versus 0,8 procent).

Bedrijven in de horeca en de handel verkochten vaker via online platformen dan bedrijven in andere bedrijfstakken. Het omzetdeel dat horecabedrijven behaalden uit de verkoop via een online platform nam tussen 2016 en 2022 toe van 3,6 procent naar 6,8 procent.

In 2022 gebruikte 41,7 procent van de bedrijven die verkochten via online platformen slechts één platform. De meeste bedrijven die verkochten via een online platform behaalden meer dan drie kwart van de omzet via hetzelfde platform (69,2 procent).

Van de bedrijven die via een online platform verkochten, betaalde 40,4 procent in 2022 om gebruik te maken van een online platform. Het totale bedrag dat werd betaald voor gebruik van online platformen (gemiddeld 780 euro) was slechts 0,1 procent van de omzet die uit platformverkopen werd behaald.

Hoofdstuk 7

Er is weinig tot geen verschil tussen de mate waarin internetstandaarden toepast worden op websites van online platformen en die van andere bedrijven in Nederland. Dit betekent dat websites van online platformen even veilig zijn als die van andere bedrijven in Nederland. Voor de meeste platformen geldt dat er nog wel punten voor verbetering zijn als het gaat om het toepassen van internetstandaarden.

1. Inleiding

Online platformen zijn digitale diensten (websites of apps) die interacties en mogelijk transacties van goederen, diensten of informatie faciliteren tussen twee of meer van elkaar afhankelijke groepen gebruikers. Een online platform biedt meestal zelf geen producten aan, maar treedt vooral op als bemiddelaar. Bekende voorbeelden van grote online platformen zijn Airbnb, Uber, Marktplaats, Werkspot, Thuisbezorgd en Facebook. In korte tijd hebben online platformen een belangrijke positie verworven in de economie en maatschappij.

De opkomst van online platformen biedt voordelen en geeft ook uitdagingen. Een voordeel voor de consument is dat online platformen bijvoorbeeld voorzien in een ruim aanbod van goederen en diensten, die vaak vergeleken kunnen worden op prijs en kwaliteit. Daarnaast maken online platformen het voor particulieren eenvoudiger om zelf op te treden als producent, bijvoorbeeld door eigen woonruimte te verhuren. Ook helpen online platformen onderbenutte middelen aan te bieden aan anderen (deeleconomie). Tot slot spelen ze een rol in de beschikbaarheid van gratis diensten (free services), en bieden ze producenten een meer directe toegang tot de (wereld)markt.

Bij de uitdagingen die online platformen met zich meebrengen, gaat het bijvoorbeeld om het waarborgen van de privacy van de gebruikers en de bescherming van de positie van de consument. Een ander punt van zorg is de mogelijkheid op een te grote afhankelijkheid van online platformen die voortkomt uit een monopoliepositie van een online platform of lock-in-effecten1). Daarnaast kan de toetreding van een online platform tot een gevestigde markt sterk verstorend werken. Tot slot kunnen er vragen zijn rond oneigenlijke concurrentie door online platformen. Online platformen die bemiddelen in arbeid kunnen bijvoorbeeld de drempel tot de arbeidsmarkt verlagen, maar tegelijkertijd zorgen voor een minder sterke positie van de werknemer of vragen oproepen over mogelijke belastingontwijking.

Om de voordelen van online platformen te benutten en de uitdagingen in goede banen te leiden, is het essentieel cijfermatig zicht te houden op de ontwikkelingen rond online platformen. Cijfers over online platformen zijn echter schaars. Daarom is het CBS, op basis van extra middelen beschikbaar gesteld door het Ministerie van Economische zaken en Klimaat, in 2019 begonnen met een onderzoek naar online platformen. Onderdeel van dit onderzoek was het uitsturen van de eerste enquête ‘Platformsamenleving’. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in een eerste ‘Monitor online platformen’ (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020).

Na deze eerste jaargang is er veel aandacht besteed aan een verbetering van de onderzoeksmethodologie. Dat leidde tot een meer systematische en geautomatiseerde methode voor het bepalen van een populatie online platformen met behulp van webscraping en machine learning (zie hoofdstuk 8). Daarnaast is de enquête verbeterd en zijn de resultaten van de enquête verrijkt met gegevens uit andere databronnen zoals het Algemeen Bedrijvenregister (ABR), fiscale gegevens van bedrijven en van het internet gescrapete informatie. Sinds de eerste jaargang is de Monitor online platformen jaarlijks gepubliceerd (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2021; Centraal Bureau voor de Statistiek, 2022; Centraal Bureau voor de Statistiek, 2023).

De nu voorliggende monitor geeft updates voor eerder gepubliceerde onderdelen, maar toont ook  enkele nieuwe invalshoeken. Zo bevat deze monitor een heel nieuw hoofdstuk over de veiligheid van websites van online platformen (hoofdstuk 6). Daarnaast is een update toegevoegd van het hoofdstuk ‘Internationalisering’ uit de Monitor online platformen 2020 (hoofdstuk 5), waarin wordt gekeken naar de landen waar de aanbieders en afnemers op Nederlandse online platformen vandaan komen. Tot slot zijn in de hoofdstukken over de omzet (hoofdstuk 3) en het aantal werkzame personen (hoofdstuk 4) nieuwe cijfers toegevoegd over de verdeling naar kenmerken van online platformen. 

De monitor heeft de volgende indeling. Hoofdstuk 2 beschrijft de demografische kenmerken van online platformen. Hoofdstuk 3 en 4 gaan in op respectievelijk de ontwikkeling van de omzet en het aantal werkzame personen van online platformen over de afgelopen jaren. De mate van internationalisering van online platformen wordt in hoofdstuk 5 in kaart gebracht. Hoofdstuk 6 bekijkt de verkoop door bedrijven via online platformen. Hoofdstuk 7 gaat in op de veiligheid van websites van online platformen. Hoofdstuk 8 bevat ten slotte een toelichting op de gebruikte onderzoeksmethodes.

De afgelopen jaren is het aantal online platformen dat in beeld is bij het CBS sterk toegenomen. Door informatie die door de jaren heen is verzameld, gecombineerd te analyseren (zoals in de hoofdstukken 2 t/m 5 is gedaan), is ook de betrouwbaarheid van de cijfers naar verwachting toegenomen. Toch blijft het ontbreken van een volledig zicht op de totale populatie van online platformen in Nederland een punt van aandacht. Omdat er geen duidelijk ophoogkader op populatieniveau is, zijn in deze monitor vooral verdelingen gepresenteerd, en in mindere mate cijfers die betrekking hebben op totaalniveaus. Ook kunnen door het ontbreken van een ophoogkader de cijfers van dit jaar minder goed vergeleken worden met die van een jaar eerder (zie ook hoofdstuk 8). 

Wij danken het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, zonder wie deze editie van de monitor online platformen niet tot stand was gekomen. 

Literatuur

Autoriteit Consument en Markt (2020). Vuistregels online platformen. Supplement bij de Leidraad bescherming online consument. Grenzen aan Online Beïnvloeding

Centraal Bureau voor de Statistiek (2020). Monitor platformen: Meer zicht op online platformen in Nederland. Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen, Den Haag, Bonaire.

Centraal Bureau voor de Statistiek (2021). Monitor online platformen 2020. Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen, Den Haag, Bonaire.

Centraal Bureau voor de Statistiek (2022). Monitor online platformen 2021. Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen, Den Haag, Bonaire.

Centraal Bureau voor de Statistiek (2023). Monitor online platformen 2022. Centraal Bureau voor de Statistiek, Heerlen, Den Haag, Bonaire.

Rijksoverheid (2022), Gebruiker profiteert van nieuwe regels voor digitale platforms (nieuwsbericht).

1) Het lock-in effect refereert naar een situatie waarin het voor gebruikers van het platform moeilijk is om over te stappen naar een ander platform. Deze situatie kan zich voordoen als één bepaald platform veruit de meeste gebruikers heeft. Want, hoe groter het aantal gebruikers, hoe groter het aantal potentiële interacties met andere gebruikers, hoe aantrekkelijker het platform voor bestaande en nieuwe gebruikers.

2. Demografie

Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de kenmerken van online platformen in Nederland in 2023. Paragraaf 2.1 gaat in op de kenmerken van bedrijven met een online platform en geeft zicht op het aantal werkzame personen, de bedrijfstak, de rechtsvorm en de vestigingsregio van deze bedrijven. Paragraaf 2.2 gaat over kenmerken van de platformen zelf, zoals de typen producten die worden bemiddeld, de verschillende typen gebruikers, en de gehanteerde verdienmodellen (‘free service’ of niet). Ook wordt ingegaan op de mogelijkheden die online platformen bieden voor het beoordelen van kwaliteit, en de mate waarin online platformen gebruikersgegevens verzamelen en algoritmen gebruiken. Paragraaf 2.3 geeft als laatste een korte toelichting op de gebruikte methode.

2.1 Kenmerken van de bedrijven met een online platform

Helft online platformen onderdeel van klein bedrijf

Van alle online platformen hoort 52 procent bij een klein bedrijf met één of minder werkzame personen. Nog eens 12 procent is onderdeel van een bedrijf met twee werkzame personen. Een minderheid van de online platformen hoort bij een groter bedrijf. Zo is slechts 5 procent onderdeel van een bedrijf met 100 of meer werkzame personen.

Het is hierbij van belang te vermelden dat het bedrijf achter het platform ook andere activiteiten kan hebben buiten het platform. De werkzame personen van het bedrijf werken dus niet noodzakelijkerwijs allemaal aan het online platform. 

2.1.1 Online platformen naar aantal werkzame personen van het bedrijf, 2023
Platformen (%)
1 of minder52,2
212,0
3 - 47,3
5 - 96,8
10 - 197,0
20 - 497,0
50 - 992,7
100 of meer5,0

De meest voorkomende bedrijfstak bij bedrijven met een online platform is Informatie en communicatie. Een derde van de bedrijven valt in deze groep. Andere bedrijfstakken waar een aanzienlijk deel van de bedrijven met een online platform toe behoren zijn Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening (17 procent), Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening (11 procent), en Groot- en detailhandel; reparatie van auto's (11 procent).

2.1.2 Online platformen naar bedrijfstak van het bedrijf, 2023
Platformen (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's11,0
JInformatie en communicatie33,6
KFinanciële instellingen3,4
LVerhuur van en handel in onroerend goed4,1
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening17,0
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening11,1
QGezondheids- en welzijnszorg3,2
RCultuur, sport en recreatie3,5
SOverige dienstverlening6,1
Overige SBI-groepen7,0

In de helft van de gevallen is het bedrijf achter een online platform een besloten vennootschap (bv). Ook zijn er veel eenmanszaken (30 procent) en vennootschappen onder firma (vof’s) (10 procent). Onder de overige, minder vaak voorkomende, rechtsvormen vallen onder andere stichtingen en verenigingen.

2.1.3 Online platformen naar rechtsvorm van het bedrijf, 2023
Platformen (%)
Eenmanszaak30,2
Vennootschap onder firma10,3
Besloten Vennootschap48,9
Stichting6,2
Vereniging2,5
Overige rechtsvormen1,9

Iets minder dan een kwart van de bedrijven met een online platform (23 procent) is gevestigd in Noord-Holland. Naast deze provincie zijn de bedrijven vaak gevestigd in Zuid-Holland (17 procent), Noord-Brabant (13 procent), Gelderland (11 procent) en Utrecht (10 procent). In elk van de andere provincies is 6 procent of minder van de bedrijven gevestigd.

2.1.4 Online platformen naar provincie van het bedrijf, 2023
Platformen (%)
Drenthe2,2
Flevoland1,8
Fryslân1,8
Gelderland11,1
Groningen2,3
Limburg3,0
Noord-Brabant13,0
Noord-Holland23,3
Overijssel5,8
Utrecht10,4
Zeeland1,5
Zuid-Holland17,1
Onbekend6,8

Van de meeste bedrijven achter de online platformen (96 procent) is het hoofdkantoor gevestigd in Nederland. Slechts 4 procent van de bedrijven is onderdeel van een ondernemingengroep met een buitenlands moederbedrijf. 

2.2 Kenmerken van online platformen

Groot deel van de platformen bemiddelt in diensten en goederen

Online platformen kunnen bemiddelen in de uitwisseling van goederen, diensten of informatie, of functioneren als communicatiemiddel tussen gebruikers. Het grootste deel van de online platformen (34 procent) richt zich op de bemiddeling in diensten. Het gaat hier bijvoorbeeld om bemiddeling in klussen of opdrachten (online of op locatie), vervoer van personen of financiële diensten. 

Een ander aanzienlijk deel (31 procent) bemiddelt bij de uitwisseling van goederen. Hierbij kan het gaan om goederen uit de detailhandel of groothandel, maar ook om bemiddeling in vastgoed, (vakantie)accommodaties of maaltijden, eten en drinken. 

17 procent van de platformen is een communicatieplatform. Deze platformen richten zich onder andere op dating, communityvorming, advertenties, reclame of marketing, of zijn sociale media. 

Een laatste deel van de platformen (17 procent) bemiddelt in de uitwisseling van informatie. Hierbij gaat het om zoekmachines, of de uitwisseling van nieuws of reviews. 

2.2.1 Online platformen naar type product, 2023
Platformen (%)
Communicatie17,7
Diensten33,7
Goederen31,2
Informatie17,4

Meeste platformen richten zich op bedrijven én huishoudens/zzp’ers

Online platformen kunnen zich richten op verschillende typen gebruikers, zoals huishoudens/zzp’ers, bedrijven, en/of non-profitorganisaties. Het grootste deel van de platformen (42 procent) richt zich op bedrijven én huishoudens/zzp’ers. Meer dan een kwart (27 procent) richt zich alleen op huishoudens/zzp’ers; een kleiner gedeelte (12 procent) richt zich alleen op bedrijven. Het overige deel (19 procent) richt zich op een ander type gebruiker, zoals non-profitorganisaties.

Naast het type gebruiker kan gekeken worden naar het aantal verschillende typen gebruikers. Bijna de helft van de online platformen (49 procent) richt zich op twee van de eerdergenoemde typen gebruikers. Een iets kleiner deel (40 procent) richt zich op één type gebruiker. Het kleinste deel (11 procent) richt zich op bemiddeling tussen drie typen gebruikers.

2.2.3 Online platformen naar aantal typen gebruikers, 2023
Aantal verschillende gebruikersgroepenPlatformen (%)
140,2
249,3
310,5

Ruim een kwart van de platformen is free service

Bij online platformen moet soms worden betaald om toegang te krijgen tot het platform. Soms moet een aanbieder het platform betalen om de producten te mogen aanbieden, of moet een afnemer een commissiebedrag per transactie op het platform betalen. In andere gevallen is het niet noodzakelijk om te betalen voor het gebruik van het platform, niet door de aanbieders noch door de afnemers of gebruikers. In dit geval is er sprake van een ‘free service’; men kan het platform gratis gebruiken. Het platform kan dan wel op een andere wijze aan de gebruikers verdienen, bijvoorbeeld door advertenties aan de bezoekers van de website te tonen, of de door gebruikers achtergelaten gegevens te gelde maken. Ook zijn er hybride vormen, waarbij toegang tot het platform in principe gratis is, maar waar bijvoorbeeld voor specifieke functies of vanaf een bepaald aantal transacties moet worden betaald.

Ruim een kwart van de platformen (27 procent) is free service. Het aandeel free-serviceplatformen is relatief hoog in de bedrijfstakken Overige dienstverlening (59 procent), Gezondheids- en welzijnszorg (57 procent), en Groot- en detailhandel (40 procent).

2.2.4 Aandeel free service platformen naar bedrijfstak van het bedrijf, 2023
Platformen (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's40,4
JInformatie en communicatie20,7
KFinanciële instellingen16,2
LVerhuur van en handel in onroerend goed18,9
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening24,4
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening16,5
QGezondheids- en welzijnszorg57,1
RCultuur, sport en recreatie20,0
SOverige dienstverlening59,3
Overige SBI-groepen30,8

Het aandeel free service-platformen is daarnaast hoger bij platformen die bemiddelen in informatie (43 procent) dan bij platformen die bemiddelen in communicatie (30 procent), goederen (24 procent), of diensten (21 procent). Ook is het aandeel free service platformen hoger bij platformen die zich alleen richten op huishoudens en zzp’ers (43 procent) dan bij platformen die zich richten op andere (combinaties van) typen gebruikers.

2.2.5 Aandeel free service platformen naar type product, 2023
Free service (% free service platformen)
Communicatie29,6
Diensten20,5
Goederen23,7
Informatie43,3

2.2.6 Aandeel free service platformen naar type gebruiker, 2023
Platformen (%)
Alleen bedrijven25,4
Alleen huishoudens/zzp'ers43,1
Bedrijven en huishoudens/zzp'ers15,5
Andere (combinatie van) typen gebruikers32,4

Beoordeling gebruikers platform vaakst in bedrijfstak handel 

Platformen kunnen bijhouden hoe goed aanbieders of afnemers presteren, bijvoorbeeld door reviews die worden achtergelaten door andere gebruikers. Platformen die bemiddelen in goederen kunnen afnemers bijvoorbeeld de mogelijkheid bieden om de aanbieder te beoordelen op het nakomen van afspraken of de snelheid van reageren. Deze beoordelingen geven andere afnemers op het platform weer inzicht in de kwaliteit van de verschillende aanbieders. Ook kan een platform de mogelijkheid bieden om een beoordeling te geven van producten die bemiddeld worden via het platform of het functioneren van platform zelf. 

De helft van de platformen (49 procent) gebruikt kwaliteitsbeoordelingen. Bij 22 procent van de platformen is alleen een beoordeling van de gebruikers mogelijk, en bij 13 procent alleen een beoordeling van de producten of het functioneren van het platform. Bij nog eens 14 procent van de platformen zijn beide vormen van beoordeling mogelijk. 

2.2.7 Online platformen naar beoordeling kwaliteit, 2023
Platformen (%) (% van platformen)
Alleen beoordeling gebruikers platform21,5
Alleen beoordeling producten of functioneren platform13,3
Beoordeling gebruikers en producten of functioneren platform14,4
Geen beoordeling kwaliteit50,8

De mogelijkheid om een beoordeling van de gebruikers van het platform te geven wordt het vaakst geboden bij platformen die horen bij een bedrijf in de bedrijfstak Groot- en detailhandel (45 procent). Platformen in de bedrijfstak Gezondheids- en welzijnszorg bieden het vaakst de mogelijkheid om de kwaliteit van het product of het functioneren van het platform te beoordelen (42 procent).

2.2.8 Aandeel platformen met beoordeling kwaliteit naar bedrijfstak van het bedrijf, 2023
Beoordeling gebruiker (%)Beoordeling product of platform (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's45,024,2
JInformatie en communicatie38,330,4
KFinanciële instellingen35,933,3
LVerhuur van en handel in onroerend goed44,416,7
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening29,022,3
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening43,237,0
QGezondheids- en welzijnszorg23,742,1
RCultuur, sport en recreatie18,018,0
SOverige dienstverlening12,625,3
Overige SBI-groepen47,025,3

Online platformen die bemiddelen in goederen bieden relatief vaak de mogelijkheid om de gebruikers van het platform te beoordelen (44 procent). Bij platformen die zich richten op communicatie wordt deze mogelijkheid juist relatief weinig geboden (25 procent). Het aandeel platformen dat de mogelijkheid biedt om het product of het platform te beoordelen varieert minder naar het type product waarin bemiddeld wordt. 

2.2.9 Aandeel platformen met beoordeling kwaliteit naar type product, 2023
Beoordeling gebruiker (%)Beoordeling product of platform (%)
Communicatie25,324,5
Diensten37,132,4
Goederen43,926,1
Informatie29,825,0

Online platformen die zich alleen richten op bedrijven bieden relatief weinig mogelijkheid tot het beoordelen van kwaliteit. Bij 25 procent van deze platformen kan een beoordeling van de gebruikers van het platform worden gegeven. Bij 28 procent kan alleen een beoordeling van het product of het platform worden gegeven. 

2.2.10 Aandeel platformen met beoordeling kwaliteit naar type gebruiker, 2023
Beoordeling gebruiker (%)Beoordeling product of platform (%)
Alleen bedrijven24,627,5
Alleen huishoudens/zzp'ers39,923,9
Bedrijven en huishoudens/zzp'ers46,031,2
Andere (combinatie van) typen gebruikers21,631,0

Bedrijven-platformen verzamelen minst vaak gebruikersgegevens

Door gebruikersgegevens te verzamelen en algoritmen in te zetten, kunnen gebruikers van het platform gerichter worden benaderd en bedrijfsprocessen worden geoptimaliseerd. Een algoritme is een set (beslis)regels, meestal in de vorm van een computerscript, dat wordt gebruikt om processen, zoals dataverwerking, automatisch te laten verlopen. Vaak roept de verzameling van gebruikersgegevens en de inzet van algoritmen vragen op die raken aan privacy, lock-in-effecten2), en bescherming van de consument in algemene zin.

Gebruikersgegevens worden verzameld door 70 procent van de online platformen. Gebruikersgegevens worden relatief vaak verzameld door online platformen die horen bij een bedrijf in de bedrijfstakken Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening (79 procent) en Informatie en communicatie (77 procent) en Cultuur, sport en recreatie (76 procent).

2.2.11 Verzameling gebruikersgegevens door online platformen naar bedrijfstak van het bedrijf, 2023
Platformen (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's58,4
JInformatie en communicatie77,3
KFinanciële instellingen69,2
LVerhuur van en handel in onroerend goed53,7
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening66,1
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening78,8
QGezondheids- en welzijnszorg60,5
RCultuur, sport en recreatie76,0
SOverige dienstverlening59,8
Overige SBI-groepen66,3

Online platformen die zich richten op bemiddeling in diensten verzamelen vaker gebruikersgegevens (74 procent) dan platformen die zich richten op communicatie (72 procent), informatie (67 procent), of goederen (67 procent). Ook worden gebruikersgegevens vaker verzameld door platformen die zich richten op bedrijven én huishoudens/zzp’ers (76 procent) dan door platformen die zich alleen richten op bedrijven (62 procent).

2.2.12 Verzameling gebruikersgegevens door online platformen naar type product, 2023
Platformen (%)
Communicatie71,9
Diensten74,2
Goederen66,7
Informatie67,3

2.2.13 Verzameling gebruikersgegevens door online platformen naar type gebruiker, 2023
Gebruikersgegevens verzameld (% platformen die gebruikersgegevens verzamelen)Geen gebruikersgegevens verzameld (% platformen die gebruikersgegevens verzamelen)
Alleen bedrijven62,3
Alleen huishoudens/zzp'ers63,4
Bedrijven en huishoudens/zzp'ers76,1
Andere (combinatie van) typen gebruikers76,4

Algoritmen worden door 28 procent van de online platformen gebruikt. Het vaakst worden algoritmen ingezet door online platformen met een bedrijf in de bedrijfstakken Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening (35 procent), Informatie en communicatie (32 procent), en Groot- en detailhandel; reparatie van auto's (30 procent). Algoritmen worden het minst vaak gebruikt door online platformen met een bedrijf in de bedrijfstak Overige dienstverlening (16 procent). Daarnaast worden algoritmen vaker gebruikt door platformen die bemiddelen in goederen (40 procent) of diensten (36 procent) dan door platformen die bemiddelen in informatie (27 procent) of communicatie (23 procent). Tot slot worden algoritmen vaker ingezet door platformen die zich richten op bedrijven én huishoudens/zzp’ers (34 procent) dan door platformen die zich alleen richten op bedrijven (25 procent).

2.2.14 Gebruik algoritmen door online platformen naar bedrijfstak van het bedrijf, 2023
Platformen (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's30,2
JInformatie en communicatie31,7
KFinanciële instellingen28,2
LVerhuur van en handel in onroerend goed25,9
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening22,3
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening34,9
QGezondheids- en welzijnszorg28,9
RCultuur, sport en recreatie20,0
SOverige dienstverlening16,1
Overige SBI-groepen26,5

2.2.15 Gebruik algoritmen door online platformen naar type product, 2023
Platformen (%)
Communicatie23,4
Diensten36,4
Goederen40,2
Informatie27,3

2.2.16 Gebruik algoritmen door online platformen naar type gebruiker, 2023
Platformen (%)
Alleen bedrijven24,6
Alleen huishoudens/zzp'ers27,5
Bedrijven en huishoudens/zzp'ers34,3
Andere (combinatie van) typen gebruikers27,2

2.3 Toelichting op de methode

De resultaten gepresenteerd in dit hoofdstuk komen voort uit een analyse van een populatie online platformen die zijn geïdentificeerd in de onderzoeken van dit jaar (2023) en de drie voorgaande jaren (2020 t/m 2022). De bedrijven achter de geïdentificeerde online platformen zijn gekoppeld aan het bedrijvenregister van het CBS. Als een bedrijf volgens het bedrijvenregister niet meer actief was in 2022, is online platform van dit bedrijf niet meegenomen in de analyse. Hiermee geeft de analyse zicht op de ‘blijvers’ in de populatie. De populatiedynamiek (nieuwe en opgeheven platformen) blijft buiten beeld.

Het gebruikte analysesample bestond uit 1 580 verschillende bedrijfseenheden met een platform. Voor 1 195 van deze bedrijfseenheden was ook informatie beschikbaar via een ingevulde vragenlijst. 

De resultaten in sommige tabellen, bijvoorbeeld de uitsplitsingen naar bedrijfstak, verschillen relatief veel van de resultaten gepresenteerd in de Monitor online platformen 2022. In deze gevallen is de groep waarover gerapporteerd wordt meestal relatief klein, waardoor kleine absolute verschuivingen een sterke invloed hebben op het berekende percentage. 

2) Het lock-in-effect refereert naar een situatie waarin het voor gebruikers van het platform moeilijk is om over te stappen naar een ander platform. Deze situatie kan zich voordoen als één bepaald platform veruit de meeste gebruikers heeft. Want, hoe groter het aantal gebruikers, hoe groter het aantal potentiële interacties met andere gebruikers, hoe aantrekkelijker het platform voor bestaande en nieuwe gebruikers.

3. Omzetontwikkeling

Dit hoofdstuk presenteert de omzetontwikkeling voor de periode 2020-20233). De resultaten geven inzicht in de omzetontwikkeling van de bedrijven achter de online platformen. Het is hierbij van belang te vermelden dat een bedrijf met een platform ook andere activiteiten kan hebben. De omzet van een bedrijf is dus niet noodzakelijkerwijs afkomstig van het online platform zelf. Voor de berekening is een panelbenadering gebruikt op basis van ‘blijvers’, oftewel bedrijven die in twee opeenvolgende jaren hebben bestaan.

Omzet Nederlandse platformen gestegen in 2023

In de periode 2015-2019 steeg de omzet van bedrijven met een online platform sterk. In 2019 was de omzet meer dan twee keer zo hoog als in 2015. In 2020, het eerste coronajaar, vond er een omslag plaats. In dat jaar viel de omzet terug naar een niveau van voor 2018 (zie hier).

Vanaf 2021 steeg de omzet weer sterk, met respectievelijk 26, 20 en 14 procent in 2021, 2022 en 2023, ten opzichte van het vorige jaar. De totale toename van de omzet voor 2020-2023 kwam daarmee op 73 procent.

3.1 Omzetontwikkeling van bedrijven met een online platform
jaarOmzet (indexcijfer (2020=100))
2020100
2021125,7
2022151,4
2023*172,5
*voorlopig cijfer

Grote verschillen in omzetontwikkeling

Net als in de voorgaande jaren zijn er grote verschillen tussen platformen te zien. Zo waren er platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent steeg, maar ook waarbij de omzet met meer dan 20 procent daalde.

Het aandeel platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent steeg, nam tussen 2015 en 2020 iets af (zie hier), maar steeg vervolgens weer in 2021 en 2022. In 2023 was deze groep wel weer iets kleiner dan in het jaar daarvoor. 

Het aandeel platformen waarbij de omzet met meer dan 20 procent daalde, maakte een tegengestelde ontwikkeling door. Het aandeel platformen in deze groep nam namelijk toe tussen 2015 en 2020, daalde in 2021 en 2022, maar steeg vervolgens weer in 2023.

3.2 Verandering omzet van bedrijven met een online platform ten opzichte van vorig jaar
jaarOmzet was 0 vorig jaar (% bedrijven met een online platform)Minder dan -20% (% bedrijven met een online platform)-20% tot -10% (% bedrijven met een online platform)-10% tot 10% (% bedrijven met een online platform)10% tot 20% (% bedrijven met een online platform)20% of meer (% bedrijven met een online platform)
20217,116,56,721,49,538,7
20226,617,46,421,48,839,3
2023*6,924,86,52410,627,1
*voorlopige cijfers

Meer dan de helft van de omzet behaald in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening

Meer dan de helft van de omzet (62 procent) werd in het afgelopen jaar behaald in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening. Op de tweede en derde plaats kwamen de bedrijfstakken Informatie en communicatie en Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s, met respectievelijk 17 en 14 procent van de omzet.

3.3 Omzet naar bedrijfstak van het bedrijf, 2023
Omzet (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's13,5
JInformatie en communicatie16,7
LVerhuur van en handel in onroerend goed0,3
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening1,3
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening62,0
SOverige dienstverlening0,2
Overige SBI-groepen6,1

Naast bedrijfstak kan de omzet ook worden verdeeld naar andere kenmerken van online platformen (zie hoofdstuk 1). Zo laat de verdeling naar het type product zien dat het grootste deel van de omzet werd behaald door bedrijven die bemiddelen in goederen (74 procent) en diensten (23 procent). Slechts een klein aandeel werd behaald door bedrijven die bemiddelen in informatie (3 procent) en communicatie (1 procent).

3.4 Omzet naar type product, 2023
Omzet (%)
Communicatie0,8
Diensten22,7
Goederen73,9
Informatie2,5

De verdeling naar het type gebruiker laat daarnaast zien dat het grootste deel van de omzet (91 procent) werd behaald door bedrijven die zich richten op bedrijven én huishoudens/zzp’ers. Het overige deel (9 procent) werd behaald door bedrijven die zich richten op (combinaties van) andere typen gebruikers.

3.5 Omzet naar type gebruiker, 2023
Platformen (%)
Alleen bedrijven5,1
Alleen huishoudens/zzp'ers2,5
Andere (combinatie van) typen gebruikers1,7
Bedrijven en huishoudens/zzp'ers90,7

De verdeling naar het kenmerk ‘free service’ laat tot slot zien dat bedrijven met een platform waar op enige wijze betaald moet worden, voor 95 procent bijdroegen aan de omzet. Het overige deel (5 procent) was afkomstig van bedrijven met een ‘free service’-platform. 

3.6 Omzet naar free service, 2023
Omzet (%)
Betaald94,9
Free service5,1

Toelichting op methode

Beschrijving gebruikte methode
De populatie die is gebruikt voor het in kaart brengen van de omzetontwikkeling omvat alle online platformen die het CBS tot nu toe heeft geïdentificeerd (2019-2023). Voor deze platformen is de bedrijfsomzet voor de te analyseren jaren, beschikbaar uit andere onderzoeken van het CBS, opgezocht. Op basis van deze gegevens zijn jaar-op-jaar-mutaties in de omzet berekend. Per jaar-op-jaar-mutatie zijn alleen de bedrijven meegenomen waarvoor in beide jaren omzetgegevens beschikbaar waren. De analysesamples omvatten 1 218 bedrijven voor 2020-2021, 1 418 bedrijven voor 2021-2022, en 1 270 bedrijven voor 2022-2023.

Voor de meeste bedrijfstakken waren omzetgegevens beschikbaar. Voor de volgende bedrijfstakken waren er geen gegevens beschikbaar: Onderwijs, Gezondheids- en welzijnszorg, Cultuur, sport en recreatie, Financiële instellingen en Overige dienstverlening. De omzetontwikkeling van platformen in deze bedrijfstakken is daarom niet meegenomen in de analyses in dit hoofdstuk.

Evaluatie gebruikte methode
Eén van de methodische uitdagingen in het onderzoek naar online platformen is dat er geen volledig zicht is op de ‘randpopulatie’, dus op het totaal aan online platformen in Nederland. De trend in de omzet en het aantal werkzame personen is daarom in kaart gebracht op basis van een selectie van platformen. Het is echter niet waarschijnlijk dat het niet meenemen van een deel van de platformen heeft geleid tot een (aanzienlijke) vertekening van de resultaten. De omzetontwikkeling wordt namelijk gedomineerd door een aantal (zeer) grote platformen die goed zijn voor een groot deel van de omzet. Deze grote platformen zijn onderdeel van de populatie.

De uitgevoerde analyse geeft de omzetontwikkeling van bedrijven mét een platform. Een deel van de omzet van de geïncludeerde bedrijven is platformgerelateerd, maar een deel ook niet. Omdat de omzetgegevens betrekking hebben op het gehele bedrijf, was het niet mogelijk de omzetontwikkeling in kaart te brengen voor uitsluitend de platformgerelateerde activiteiten van de bedrijven. Om een indruk te krijgen van of het meenemen van de niet-platformgerelateerde omzet van bedrijven invloed heeft gehad op de berekende trend, is in de monitor 2021 een analyse uitgevoerd op een beperktere set van 223 bedrijven waarvoor uit een eerdere analyse bekend was dat het zwaartepunt bij platformactiviteiten ligt (zie hier). Deze analyse liet zien dat de omzetontwikkeling voor deze beperktere set bedrijven sterk lijkt op de ontwikkeling berekend voor het totale panel online platformen. Dit suggereert dat het niet-platformgerelateerde omzetdeel in de analyse niet leidt tot een grote vertekening van de ontwikkeling van de platformgerelateerde omzet.

3) Vanwege een methodewijziging die vorig jaar is doorgevoerd, is ervoor gekozen de cijfers voor 2020-2023 niet in één figuur te presenteren met de resultaten voor 2015-2020. In hoofdstuk 3 van de monitor 2022 wordt deze methodewijziging in detail beschreven (zie hier). In het huidige hoofdstuk wordt soms wel kort ingegaan op de ontwikkeling in deze eerdere periode, waardoor de nieuwe cijfers in een breder perspectief komen te staan.

4. Werkgelegenheid

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal personen dat werkzaam is bij bedrijven met een online platform. Het is hierbij van belang te vermelden dat het bedrijf achter het platform ook andere activiteiten kan hebben buiten het platform. De werkzame personen van het bedrijf werken dus niet noodzakelijkerwijs allemaal aan het online platform. 

Aantal werkzame personen met 3 procent afgenomen

In de periode 2015-2019 nam het aantal personen dat werkzaam is bij bedrijven met een online platform toe met 65 procent (zie hier). In 2020, het eerste coronajaar, bleef het aantal personen gelijk. In de daaropvolgende jaren steeg het aantal werkzame personen echter weer met respectievelijk 6 en 7 procent in 2021 en 2022. 

In 2023 daalde het aantal werkzame personen voor het eerst licht. Het aantal werkzame personen bij bedrijven met een online platform was nog wel 11 procent hoger dan in 2020.

Een belangrijke kanttekening bij deze resultaten is dat een groot gedeelte van het totale aantal werkzame personen afkomstig is van bedrijven die actief zijn in de arbeidsbemiddeling. In sommige gevallen gaat het hierbij om grote uitzendbureaus die tegelijkertijd een klein(er) platform hebben. Deze bedrijven hebben naast werknemers die betrokken zijn bij het platformgedeelte van het bedrijf, ook werknemers die andere activiteiten uitvoeren. Omdat het echter niet mogelijk is om een onderscheid te maken tussen deze twee typen werknemers, zijn beide typen meegenomen in de analyse. De ontwikkeling in het aantal werkzame personen is hierdoor ook gevoelig voor andersoortige ontwikkelingen bij deze bedrijven. 

4.1 Ontwikkeling werkzame personen bij bedrijven met een online platform
jaarindexcijfer (indexcijfer (2020=100))
2020100
2021106,2
2022113,5
2023*110,7
*voorlopig cijfer

Bij de meeste bedrijven met een online platform steeg of daalde het aantal werkzame personen niet meer dan 10 procent.

4.2 Verandering werkzame personen bij bedrijven met een online platform ten opzichte van vorig jaar
jaarGeen werkzame personen vorig jaar (% bedrijven met een online platform)Minder dan -20% (% bedrijven met een online platform)-20% tot -10% (% bedrijven met een online platform)-10% tot 10% (% bedrijven met een online platform)10% tot 20% (% bedrijven met een online platform)20% of meer (% bedrijven met een online platform)
202115,310,54,653,33,912,5
202216,56,53,255,83,514,4
2023*16,77,94,155,74,211,3
*voorlopige cijfers

De helft werkzaam in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening

De helft van alle werkzame personen (48 procent) was in het afgelopen jaar werkzaam in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening. Dit is ook de bedrijfstak waartoe de eerdergenoemde uitzendbureaus behoorden. Een kleiner deel werkte in de bedrijfstakken Informatie en communicatie (13 procent) of Gezondheids- en welzijnszorg (12 procent).

4.3 Werkzame personen bij bedrijven met een online platform naar bedrijfstak van het bedrijf, 2023
Werkzame personen (%)
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's6,7
JInformatie en communicatie12,2
KFinanciele instellingen2,3
LVerhuur van en handel in onroerend goed0,8
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening1,6
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening48,4
QGezondheids- en welzijnszorg13,2
RCultuur, sport en recreatie0,5
SOverige dienstverlening4,1
Overige SBI-groepen10,1

Naast bedrijfstak kan het aantal werkzame personen ook worden verdeeld naar andere kenmerken van online platformen (zie hoofdstuk 1). Zo laat de verdeling naar het type product zien dat een aanzienlijk deel van alle werkzame personen (65 procent) werkzaam was bij bedrijven die bemiddelen in diensten. 29 procent werkte bij bedrijven die bemiddelen in goederen. Slechts een klein deel werkte bij bedrijven die bemiddelen in informatie (4 procent) of communicatie (2 procent). 

4.4 Werkzame personen bij bedrijven met een online platform naar type product, 2023
Werkzame personen (%)
Communicatie1,7
Diensten64,9
Goederen29,1
Informatie4,3

Meer dan de helft van alle werkzame personen (57 procent) werkte daarnaast bij bedrijven die zich richten op andere bedrijven én huishoudens/zzp’ers. Een kleiner deel werkte bij bedrijven die zich alleen richten op huishoudens/zzp’ers (23 procent). Het overige deel werkte bij bedrijven die zich alleen richten op bedrijven (11 procent) of op (een combinatie van) andere typen gebruikers, zoals non-profitorganisaties (9 procent).

4.5 Werkzame personen bij bedrijven met een online platform naar type gebruiker, 2023
Werkzame personen (%)
Alleen bedrijven9,1
Alleen huishoudens/zzp'ers23,2
Andere (combinatie van) typen gebruikers10,9
Bedrijven en huishoudens/zzp'ers56,9

Ruim drie kwart van alle werkzame personen (77 procent) werkte tot slot bij bedrijven met een platform waar op enige wijze betaald moet worden. Bijna een kwart (23 procent) werkte bij bedrijven met een ‘free service’-platform.

4.6 Werkzame personen bij bedrijven met een online platform naar free service, 2023
Werkzame personen (%)
Betaald76,7
Free service23,3

Toelichting op methode

Voor het in kaart brengen van de ontwikkeling van het aantal werkzame personen bij online platformen is een soortgelijke methode gebruikt als voor het in kaart brengen van de omzetontwikkeling (zie hoofdstuk 3). Er is gebruikgemaakt van gegevens over het aantal bij een bedrijf werkzame personen waarover het CBS reeds beschikte. Ook is er voor iedere jaar-op-jaar ontwikkeling een selectie van platformbedrijven gekozen waarvoor er voor beide jaren gegevens over het aantal werkzame personen beschikbaar waren. De analysesamples omvatten 1 473 bedrijven voor 2020-2021, 1 698 bedrijven voor 2021-2022, en 1 525 bedrijven voor 2022-2023.

De uitgevoerde analyse geeft de ontwikkeling weer van het aantal werkzame personen van bedrijven mét een platform. Een deel van de werkzame personen van de geïncludeerde bedrijven zal hierbij activiteiten voor het platform verrichten, maar een deel ook niet. Omdat de gegevens over werkzame personen betrekking hebben op het gehele bedrijf, was het niet mogelijk de ontwikkeling in kaart te brengen voor uitsluitend de personen die betrokken zijn bij platformgerelateerde activiteiten. Om een indruk te krijgen van of het meenemen van de personen werkzaam bij het niet-platformdeel van de bedrijven invloed heeft gehad op de berekende trend, is in de Monitor 2021 een analyse uitgevoerd op een beperktere set bedrijven waarvoor uit een eerdere analyse bekend was dat het zwaartepunt bij platformactiviteiten ligt (zie hier). Deze analyse suggereerde dat de berekende ontwikkeling voor het aantal werkzame personen wat minder robuust is dan de trend voor de omzetontwikkeling (hoofdstuk 3) en wordt beïnvloed door niet-platformgerelateerde activiteiten van bedrijven.

5. Internationalisering

Met online platformen kunnen makkelijk gebruikers uit andere landen worden bereikt. Via internet kan in principe iedereen ter wereld een online platform bezoeken. In Nederland gevestigde bedrijven richten hun online platform dan ook niet uitsluitend op Nederlandse bezoekers. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de mate van internationalisering van online platformen in Nederland. De vraag die hierin centraal staat is uit welke landen de gebruikers afkomstig zijn. 

In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen twee typen platformen: 1) platformen met aanbieders en afnemers, en 2) platformen met gebruikers. Bij sommige platformen zijn er heel duidelijk twee typen gebruikers te onderscheiden, namelijk aanbieders en afnemers. Voor deze platformen wordt voor aanbieders en afnemers apart gekeken naar waar ze vandaan komen. Bij andere platformen, zoals zoekmachines, datingsites, of sociale media, is het onderscheid tussen aanbieders en afnemers meestal niet zo duidelijk. Bij dit soort platformen wordt in dit hoofdstuk daarom niet gesproken over aanbieders of afnemers, maar over gebruikers.

5.1 Internationalisering van platformen met aanbieders en afnemers 

Het volgende deel richt zich op de online platformen in Nederland waar een duidelijk onderscheid is te maken tussen aanbieders en afnemers. Deze groep omvat ongeveer twee derde van alle platformen.

Bijna de helft heeft aanbieders of afnemers uit buitenland

Bijna de helft van de online platformen met aanbieders en afnemers (46 procent) heeft aanbieders uit het buitenland. Het gaat hierbij echter niet om grote aantallen; bij slechts een klein deel (9 procent) komt meer dan de helft van de aanbieders uit het buitenland. Buitenlandse aanbieders komen het vaakst uit Duitsland, België of Luxemburg: 42 procent heeft aanbieders uit één van deze landen. Een kwart heeft aanbieders uit andere EU-landen. Bijna een zesde heeft aanbieders uit landen buiten de EU.

Van de platformen met aanbieders en afnemers heeft 49 procent afnemers uit het buitenland. De verdeling van de afnemers over de landen en regio’s buiten Nederland is vergelijkbaar met die voor de aanbieders op de platformen. 

5.1.1 Online platformen naar herkomstregio van de aanbieders en afnemers, 2023
Platformen met aanbieders in herkomstregio (%)Platformen met afnemers in herkomstregio (%)
Totaal100,0100,0
100% uit Nederland53,950,9
Deels uit het buitenland46,149,1
25% of meer uit het buitenland14,911,8
50% of meer uit het buitenland9,16,0
Deels uit Duitsland, België of Luxemburg42,046,8
25% of meer uit Duitsland, België of Luxemburg5,84,5
50% of meer uit Duitsland, België of Luxemburg1,71,1
Deels uit andere EU-landen25,024,6
25% of meer uit andere EU-landen6,33,7
50% of meer uit andere EU-landen2,20,9
Deels uit landen buiten de EU15,515,1
25% of meer uit landen buiten de EU3,42,2
50% of meer uit landen buiten de EU1,50,7

Meeste buitenlandse aanbieders en afnemers in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening 

In de meeste bedrijfstakken zijn de aanbieders en afnemers voornamelijk afkomstig uit Nederland. Een grote uitzondering is de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening. In deze bedrijfstak komt 96 procent van de aanbieders uit het buitenland, waarvan slechts 7 procent uit Duitsland, België of Luxemburg. De overige aanbieders komen uit andere EU-landen (30 procent) of van buiten de EU (60 procent) (zie Tabel 5.1.2). Van de afnemers in deze bedrijfstak komt 76 procent uit het buitenland, waarvan 32 procent van buiten de EU (zie Tabel 5.1.3). 

In de bedrijfstak Informatie en communicatie zijn ook veel aanbieders en afnemers uit het buitenland te vinden, namelijk respectievelijk 25 en 71 procent. Vergeleken met de aanbieders komen de afnemers in deze bedrijfstak vaker van verder weg. Van de afnemers komt 15 procent uit Duitsland, België of Luxemburg, 27 procent uit overige EU-landen, en 28 procent van buiten de EU (zie Tabel 5.1.3). Voor de aanbieders is dit respectievelijk 8, 5 en 12 procent (zie Tabel 5.1.2).

5.1.2 Verdeling aanbieders op online platformen naar herkomstregio,
per bedrijfstak van het bedrijf, 2023
NederlandDuitsland, België, LuxemburgAndere EU-landenLanden buiten de EUTotaal regio's
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's87,49,92,50,2100,0
JInformatie en communicatie75,77,55,211,5100,0
KFinanciële instellingen99,50,20,00,2100,0
LVerhuur van en handel in onroerend goed96,41,81,90,0100,0
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening94,82,61,90,7100,0
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening3,67,029,859,6100,0
QGezondheids- en welzijnszorg98,30,00,01,6100,0
RCultuur, sport en recreatie85,67,73,92,8100,0
SOverige dienstverlening86,98,74,40,0100,0
Overige SBI-groepen97,91,00,01,0100,0

5.1.3 Verdeling afnemers op online platformen naar herkomstregio, per
bedrijfstak van het bedrijf, 2023
NederlandDuitsland, België, LuxemburgAndere EU-landenLanden buiten de EUTotaal regio's
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's85,913,01,00,1100,0
JInformatie en communicatie29,515,426,928,2100,0
KFinanciële instellingen99,90,00,00,0100,0
LVerhuur van en handel in onroerend goed99,60,10,10,1100,0
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening92,85,51,10,5100,0
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening24,314,531,629,6100,0
QGezondheids- en welzijnszorg99,40,60,00,0100,0
RCultuur, sport en recreatie83,78,26,41,7100,0
SOverige dienstverlening95,03,31,40,3100,0
Overige SBI-groepen96,22,00,21,6100,0

5.2 Internationalisering van platformen met gebruikers

Het volgende gedeelte richt zich op de Nederlandse online platformen waarvan de gebruikers niet duidelijk te verdelen zijn in aanbieders en afnemers. Deze groep omvat ongeveer een derde van alle platformen. 

Bijna twee derde heeft gebruikers uit buitenland

Bijna twee derde (62 procent) van dit type online platformen heeft gebruikers uit het buitenland. Veel van deze platformen hebben niet alleen gebruikers uit Duitsland, België of Luxemburg (61 procent), maar ook uit andere EU-landen (37 procent) of van buiten de EU (30 procent). Toch zijn ook deze aantallen beperkt, want bij slechts een klein deel (5 procent) komt meer dan de helft van de gebruikers uit het buitenland.

5.2.1 Online platformen naar herkomstregio van de gebruikers, 2023
Platformen met gebruikers in
herkomstregio (%)
Totaal100,0
100% uit Nederland38,1
Deels uit het buitenland61,9
25% of meer uit het buitenland10,5
50% of meer uit het buitenland5,1
Deels uit Duitsland, België of Luxemburg61,1
25% of meer uit Duitsland, België of Luxemburg3,5
50% of meer uit Duitsland, België of Luxemburg0,8
Deels uit andere EU-landen36,6
25% of meer uit andere EU-landen2,7
50% of meer uit andere EU-landen0,8
Deels uit landen buiten de EU30,4
25% of meer uit landen buiten de EU1,9
50% of meer uit landen buiten de EU0,4

Toelichting bij de methode

De resultaten gepresenteerd in dit hoofdstuk komen voort uit een analyse van online platformen waarvoor in 2023 gegevens beschikbaar waren via een ingevulde vragenlijst. Online platformen die weinig tot geen actieve aanbieders, afnemers of gebruikers hadden, zijn niet meegenomen. Het analysesample bestond uiteindelijk uit 793 online platformen. Omdat het analysesample soms weinig platformen met gebruikers per bedrijfstak bevatte (<10), is het aantal gebruikers in paragraaf 5.2 verder niet uitgesplitst naar bedrijfstak.

 

 

6. Verkoop via online platformen

Dit hoofdstuk gaat in op Nederlandse bedrijven die goederen of diensten verkopen via een online platform. Het gaat hier specifiek over platformen die aan verkoopbemiddeling doen, en dus niet over de bredere groep online platformen die in eerdere hoofdstukken is besproken.

Aandeel bedrijven dat verkoopt via online platformen gedaald

In 2022 verkocht 8,7 procent van de bedrijven (mede)4) via een online platform. Ten opzichte van 2021 is dit een afname van 0,9 procent. Het aandeel bedrijven dat uitsluitend verkocht via online platformen (en dus niet via een eigen website of app) is eveneens gedaald van 2,2 procent in 2021 naar 1,5 procent in 2022. 

Het aandeel bedrijven dat producten via een eigen website of app verkoopt, is gedaald van 20,5 procent in 2021 naar 18,4 procent in 2022. Het aandeel bedrijven dat verkoopt via een eigen website of app is nog steeds wel ruim twee keer zo groot als het aandeel bedrijven dat verkoopt via een online platform.

6.1 Percentage Nederlandse bedrijven dat verkoopt via een eigen website of online platform
jaar(Mede) via eigen website of app(Mede) via online platformUitsluitend via online platform
201612,64,61,3
201716,36,91,9
2018177,91,7
201916,67,81,9
202019,481,7
202120,59,62,2
202218,48,71,5

Omzet uit online platformverkoop gelijk gebleven

Het deel van de omzet dat door bedrijven uit de verkoop via online platformen werd behaald is in 2022 ongeveer gelijk gebleven aan dat in 2021 (0,9 versus 0,8 procent).5) Het omzetdeel uit verkoop via een eigen website of app is wel licht gedaald van 7,9 in 2021 naar 7,7 procent in 2022. 

6.2 Omzetdeel behaald uit verkoop via eigen website of online platform onder Nederlandse bedrijven
"jaar"Via eigen website of appVia online platform
20164,60,5
20175,20,6
20185,30,6
20197,10,7
20207,90,7
20217,90,8
20227,70,9

Handel en horeca verkochten vaakst via online platform

Bedrijven in de horeca en de handel verkochten vaker via online platformen dan bedrijven in andere bedrijfstakken. In 2022 verkocht 18,6 procent van de horecabedrijven via een online platform, tegen 14,4 procent van de bedrijven in de handel.

In de horeca leidde de verkoop via online platformen tot een aanzienlijk deel van de omzet (6,8 procent) in de hele bedrijfstak. In de handel was het omzetdeel dat uit platformverkopen behaald werd kleiner (1,3 procent). 

6.3 Nederlandse bedrijven die verkopen via een online platform, 2022
Deel bedrijven met verkopen via online platform (%)Omzetdeel bedrijven uit verkopen via online platform (%)
CIndustrie4,90,5
D-EEnergievoorziening en afvalbeheer5,90,2
FBouwnijverheid4,40,2
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's14,41,3
HVervoer en opslag4,60,8
ILogies-, maaltijd- en drankverstrekking18,66,8
JInformatie en communicatie8,11,3
KFinanciële instellingen*5,20,5
LVerhuur van en handel in onroerend goed5,60,5
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening2,90,5
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening5,00,8
QGezondheids- en welzijnszorg2,20,2
* Het gaat hier om een beperkte selectie van bedrijven in de bedrijfstak K Financiële instellingen. Deze selectie bestaat uit de volgende SBI-groepen: 6419-6492 Banken, 6612-6619 Financiële advisering en 80-82 Overige zakelijke dienstverlening.
** Er is een bepaalde mate van onzekerheid rond de resultaten, waardoor vergelijken met voorgaande jaren niet altijd goed mogelijk is.

De bedrijfstak handel was goed voor de helft van de totale omzet uit verkopen via online platformen. De bedrijfstakken horeca en industrie kwamen met 12,7 procent en 8,6 procent respectievelijk op de tweede en derde plaats. Vanwege het grote belang van online platformen voor de handel en horeca worden deze twee bedrijfstakken in het volgende gedeelte in meer detail uitgelicht.

6.4 Verdeling naar bedrijfstak van het aantal Nederlandse bedrijven en
hun omzet, 2022
Verdeling bedrijven (%)Verdeling bedrijven met verkoop via online platform (%)Verdeling omzet bedrijven (%)Verdeling omzet bedrijven uit verkopen via online platform (%)
CIndustrie7,44,116,78,6
D-EEnergievoorziening en afvalbeheer0,30,22,70,6
FBouwnijverheid10,05,06,21,3
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's28,547,235,650,0
HVervoer en opslag4,72,57,76,6
ILogies-, maaltijd- en drankverstrekking10,722,81,712,7
JInformatie en communicatie5,45,04,46,2
KFinanciële instellingen*0,70,44,92,5
LVerhuur van en handel in onroerend goed2,61,60,80,4
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening14,24,89,55,4
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening6,63,85,74,7
QGezondheids- en welzijnszorg8,82,34,10,9
* Het gaat hier om een beperkte selectie van bedrijven in de bedrijfstak K Financiële instellingen. Deze selectie bestaat uit de volgende SBI-groepen: 6419-6492 Banken, 6612-6619 Financiële advisering en 80-82 Overige zakelijke dienstverlening.
** Er is een bepaalde mate van onzekerheid rond de resultaten, waardoor vergelijken met voorgaande jaren niet altijd goed mogelijk is.

Aandeel handelsbedrijven met platformverkopen licht gedaald

Tussen 2016 en 2022 verdubbelde het aandeel bedrijven dat producten verkoopt via een online platform in de bedrijfstak handel (van 6,7 procent naar 14,4 procent). Wel daalde dit aandeel in 2022 met 1,1 procent ten opzichte van het jaar daarvoor. Van alle bedrijven in de bedrijfstak handel was 60 procent in 2022 actief in de detailhandel. In de detailhandel verkocht 17,4 procent van de bedrijven producten via een online platform.

6.5 Percentage Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak handel dat verkoopt via een online platform
jaarHandelDetailhandel
20166,79
201710,411,8
20181215,5
201911,916,3
202012,615,2
202115,519,7
202214,417,4

Het deel van de omzet dat uit de verkoop via een online platform werd behaald, steeg eveneens tussen 2016 en 2022 in de bedrijfstak handel (van 0,4 procent in 2016 naar 1,3 procent in 2022). Wel bleef het omzetdeel in 2022 relatief onveranderd ten opzichte van 2021. In absolute zin was het omzetdeel met 1,3 procent daarnaast vrij beperkt. Ter vergelijking, het omzetdeel behaald uit verkoop via een eigen website of app in dezelfde bedrijfstak was 11 procent. 

6.6 Omzetdeel behaald uit verkoop via een online platform onder Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak handel
"jaar"Handel
20160,4
20170,6
20180,7
20190,7
20201,0
20211,4
20221,3

Aandeel horecabedrijven met platformverkopen gedaald, maar omzetdeel gestegen

In 2022 maakte 18,6 procent van de bedrijven in de horeca gebruik van een online platform voor de verkoop van producten. Ter vergelijking, in 2016 was dit nog maar 9,4 procent van de bedrijven. In 2022 daalde dit aandeel wel met 2,9 procent ten opzichte van 2021. Van alle horecabedrijven die producten verkochten via een online platform was 88 procent in 2022 een eet- en drinkgelegenheid. Deze eet- en drinkgelegenheden maakten met 16,4 procent wel weer iets minder vaak gebruik van een platform dan bedrijven in de hele horecasector (18,6 procent). 

6.7 Percentage Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak horeca dat verkoopt via een online platform
"jaar"HorecaEet- en drinkgelegenheden
20169,45,9
201715,411,8
201816,414,4
201916,213,7
202020,818
202121,518,5
202218,616,4

Het omzetdeel dat horecabedrijven behalen uit de verkoop via een online platform verdubbelde tussen 2016 en 2022 bijna (van 3,6 procent in 2016 naar 6,8 procent in 2022). In 2022 steeg het omzetdeel met 1,4 procent ten opzichte van 2021.  

6.8 Omzetdeel behaald uit verkoop via een online platform onder Nederlandse bedrijven in de bedrijfstak horeca
"jaar"Horeca
20163,6
20174,5
20185,2
20195,6
20205,2
20215,4
20226,8

Veel bedrijven verkopen via één platform 

In 2022 gebruikte 41,7 procent van de bedrijven die verkochten via online platformen slechts één platform. In 2019 lag dit percentage met 49,5 procent nog een stuk hoger.

6.9 Nederlandse bedrijven die verkopen via online platformen naar het aantal gebruikte platformen
jaarVerkoop via één platform (%)Verkoop via twee platformen (%)Verkoop via drie of meer platformen (%)
201949,524,126,4
202042,432,325,3
202143,830,625,6
202241,729,229

Van de bedrijven die in 2022 verkochten via een online platform behaalde een meerderheid (69,2 procent) meer dan driekwart van de omzet via hetzelfde platform. Voor de bedrijfstak horeca was dit aandeel lager (53,9 procent) dan voor andere bedrijfstakken. In de horeca worden de verkopen dus meer gespreid over verschillende platformen.

6.10 Nederlandse bedrijven met meer dan driekwart van de
platformomzet uit verkoop via één platform, 2022
Bedrijven met meer dan driekwart van de platformomzet uit verkoop via één platform (%)
Totaal69,2
CIndustrie70,6
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's74,8
HVervoer en opslag69,9
ILogies-, maaltijd- en drankverstrekking53,9
JInformatie en communicatie70,7
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening66,6
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening76,0
* Er is een bepaalde mate van onzekerheid rond de resultaten, waardoor vergelijken met voorgaande jaren niet altijd goed mogelijk is.

Veel bedrijven betalen om gebruik te maken van een online platform 

Van de bedrijven die (mede) via een online platform verkochten, is in 2022 door 40,4 procent betaald om gebruik te maken van een online platform. In de horeca werd het vaakst betaald: maar liefst bijna drie kwart van de horecabedrijven (73,8 procent) betaalde om gebruik te maken van een online platform. In de bedrijfstak bouwnijverheid werd verreweg het minst vaak betaald, namelijk door maar 3,3 procent van de bedrijven. 

6.11 Nederlandse bedrijven met platformverkopen die betalen voor het gebruik van een online platform, 2022
Bedrijven met platformverkopen die betalen voor gebruik online platform (%)
CIndustrie23,9
D-EEnergievoorziening en afvalbeheer20,6
FBouwnijverheid3,3
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's34,9
HVervoer en opslag17,1
ILogies-, maaltijd- en drankverstrekking73,8
JInformatie en communicatie36,0
KFinanciële instellingen16,4
LVerhuur van en handel in onroerend goed22,5
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening21,1
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening45,7
QGezondheids- en welzijnszorg18,0
* Het gaat hier om een beperkte selectie van bedrijven in de bedrijfstak K Financiële instellingen. Deze selectie bestaat uit de volgende SBI-groepen: 6419-6492 Banken, 6612-6619 Financiële advisering en 80-82 Overige zakelijke dienstverlening.
** Er is een bepaalde mate van onzekerheid rond de resultaten, waardoor vergelijken met voorgaande jaren niet altijd goed mogelijk is.

Het bedrag dat aan online platformen werd betaald, was niet hoog vergeleken met de omzet die uit platformverkopen werd behaald. Van de bedrijven die in 2022 aan een online platform betaalden, was het bedrag dat betaald werd maar 0,1 procent van de totale omzet uit platformverkopen. Het bedrag dat bedrijven aan online platformen betaalden was gemiddeld 780 euro. Bedrijven in de bedrijfstak Financiële instellingen betaalden het meest (gemiddeld 890 euro). Het minst werd betaald door bedrijven in de bedrijfstak Verhuur van en handel in onroerend goed (gemiddeld 40 euro).

6.12 Bedrag betaald aan online platformen door Nederlandse bedrijven
die betalen voor het gebruik van een online platform, 2022
Percentage betaald bedrag van totale omzet uit platformverkopen (%)Verdeling betaald bedrag (%)Verdeling waarde betaalde bedragen (euro)
CIndustrie0,04,2610
D-EEnergievoorziening en afvalbeheer0,00,2570
FBouwnijverheid0,00,680
GGroot- en detailhandel, reparatie van auto's0,165,3840
HVervoer en opslag0,00,8200
ILogies-, maaltijd- en drankverstrekking0,221,7580
JInformatie en communicatie0,01130
KFinanciële instellingen0,00,6890
LVerhuur van en handel in onroerend goed0,00,140
MAdvisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening0,02,6330
NVerhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening0,01,7270
QGezondheids- en welzijnszorg0,11,3350
* Het gaat hier om een beperkte selectie van bedrijven in de bedrijfstak K Financiële instellingen. Deze selectie bestaat uit de volgende SBI-groepen: 6419-6492 Banken, 6612-6619 Financiële advisering en 80-82 Overige zakelijke dienstverlening.
** Er is een bepaalde mate van onzekerheid rond de resultaten, waardoor vergelijken met voorgaande jaren niet altijd goed mogelijk is.

Toelichting op methode

De gegevens die gebruikt zijn voor de analyse in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit de enquête ICT-gebruik bij bedrijven van het CBS (zie bijvoorbeeld deze Statlinetabel). Deze enquête beschrijft het ICT-gebruik bij bedrijven met ten minste 2 werkzame personen, in de SBI-bedrijfstakken C t/m N en Q. In de enquête is aan bedrijven gevraagd of zij (1) producten verkopen via een eigen website of app, en (2) of zij producten verkopen via de website of app van een ander bedrijf. In het tweede geval is dit beschouwd als verkoop via een online platform. De verkopen via een online platform in dit hoofdstuk zijn dus geoperationaliseerd als verkopen via een website of app van een ander bedrijf. In 2023 is daarnaast ook uitgevraagd: (3) of bedrijven betalen om gebruik te maken van een online platform, en zo ja (4) welk bedrag zij betalen om gebruik te maken van een online platform. 

De gegevens in dit hoofdstuk zijn beschikbaar tot en met 2022. Dit betekent dat deze onder andere zicht geven op de ontwikkelingen ten tijde van de coronajaren 2020 en 2021. Omdat de cijfers gebaseerd zijn op steekproefonderzoek, zit er enige onzekerheid rond de gepresenteerde cijfers. Cijfers voor meerdere jaren zijn daarom alleen gepresenteerd voor relatief grote groepen. Hoewel sommige cijfers ook zijn gepubliceerd in eerdere monitors, moet terughoudendheid betracht worden bij het naast elkaar leggen van de cijfers, zeker als het gaat om kleinere groepen.

4) Het gaat hier om bedrijven die verkopen via een online platform, al dan niet in combinatie met verkoop via een eigen website of app.
5) De omzetcijfers zijn afkomstig uit de CBS-enquête ‘ICT-gebruik bij bedrijven’. In het afgelopen jaar heeft hierbij voor het berekenen van de omzet een methodeverandering plaatsgevonden die met terugwerkende kracht is doorgevoerd. De omzetcijfers kunnen hierdoor licht verschillen ten opzichte van de cijfers die in eerdere jaren gepubliceerd zijn.

7. Veiligheid websites van online platformen

Op websites van online platformen worden regelmatig persoonlijke gegevens ingevuld door gebruikers, zoals e-mailadressen, wachtwoorden, adresgegevens, en bankgegevens. Om te voorkomen dat deze gegevens zomaar bij een kwaadwillende terecht kunnen komen, is het belangrijk dat deze websites goed beveiligd zijn. Een online platform kan de veiligheid van zijn website vergroten door moderne internetstandaarden toe te passen. Om te onderzoeken in welke mate internetstandaarden toegepast worden door Nederlandse bedrijven, publiceert het CBS sinds 2020 jaarlijks het rapport ‘Toepassing van Internetstandaarden voor websites van bedrijven’ (zie hier). In navolging van dit rapport wordt in dit hoofdstuk het gebruik van internetstandaarden specifiek in kaart gebracht voor online platformen. 

Uit de resultaten blijkt dat de websites van online platformen over het algemeen even veilig als de websites van andere bedrijven in Nederland. Wel zijn er verschillen tussen platformen onderling in de mate waarin ze voldoen aan de standaarden voor een goede en veilige website. In het vervolg van dit hoofdstuk worden de resultaten in detail besproken. 

Voor de analyse in dit hoofdstuk is de webtool Internet.nl van Platform Internetstandaarden gebruikt om de websites te scannen van alle online platformen die het CBS tot nu toe heeft geïdentificeerd. Deze tool brengt op basis van bijna veertig verschillende testen de veiligheid van deze bijna 1 600 websites in kaart. De testen zijn onderverdeeld in vijf categorieën, zoals weergegeven in Tabel 7.1. De betekenis van de categorieën wordt in meer detail uitgelegd in paragraaf 7.2. Op basis van de onderliggende testen geeft Internet.nl voor elke categorie aan of een website slaagt of niet. Ook worden de testen gebruikt om voor elke website een eindscore tussen de 0 en 100 procent te berekenen. Een eindscore van 100 betekent dat een website voldoet aan alle eisen om de website zo veilig mogelijk te maken.

7.1 Categorieën van Internet.nl
Naam categorieBetekenisAantal onderliggende testen
Ipv6Is de website bereikbaar via een modern internetadres?5
DNSSECHeeft de website een ondertekende domeinnaam?2
HTTPSIs de website bereikbaar via een beveiligde verbinding?20
BeveiligingsoptiesZijn er op de website bepaalde beveiligingsopties ingesteld?5
RPKIGebruikt de website autorisatie voor routering?4

In paragraaf 7.1 van dit hoofdstuk worden allereerst de gemiddelde eindscores besproken. In paragraaf 7.2 wordt daarna ingegaan op de resultaten voor de vijf afzonderlijke categorieën. De resultaten voor de online platformen worden telkens vergeleken met de resultaten voor andere bedrijven in Nederland, zoals gepresenteerd in de CBS-publicatie ‘Toepassing van Internetstandaarden voor websites van bedrijven’. De populatie in deze publicatie bestaat uit alle bedrijven in Nederland met twee of meer werkzame personen in de SBI-bedrijfstakken C t/m N en Q.

7.1 Eindscores van online platformen

Websites van online platformen even veilig als die van andere bedrijven 

Websites van online platformen behalen een gemiddelde eindscore van 65 procent. Ter indicatie, een eindscore van 100 betekent dat een website voldoet aan alle eisen om de website zo veilig mogelijk te maken. De gemiddelde eindscore die behaald is door websites van online platformen is gelijk aan de gemiddelde eindscore die behaald is door websites van andere bedrijven in Nederland. 

Een kwart van alle websites van online platformen haalt een eindscore van 49 procent of lager. De helft haalt een eindscore van 68 procent of lager. Nog eens een kwart haalt een eindscore hoger dan 79. Het vaakst wordt een eindscore tussen de 70 en 79 procent behaald. 

7.1.1 Verdeling gemiddelde Internet.nl-eindscores van websites online platformen, 2024
new_bin% websites (% websites online platformen)
0-9 procent1,5
10-19 procent0,1
20-29 procent2,5
30-39 procent8,9
40-49 procent16,8
50-59 procent10,4
60-69 procent12,8
70-79 procent28
80-89 procent2,7
90-100 procent16,3
 

Eindscore van 90 of hoger het vaakst behaald in de bedrijfstak Financiële instellingen

De gemiddelde eindscores variëren weinig per bedrijfstak (60-70 procent) en bedrijfsgrootte (63-68 procent). Wel zijn grotere verschillen tussen bedrijfstakken zichtbaar als er wordt gekeken naar het percentage platformen dat een score van minimaal 90 procent haalt. Zo wordt een score van 90 procent of hoger het minst vaak behaald in de bedrijfstak Verhuur van en handel in onroerend goed (8 procent), maar het vaakst in de bedrijfstak Financiële instellingen (21 procent). Het percentage online platformen dat een score van 90 procent of hoger haalt verschilt ook per grootteklasse, maar hierin is geen eenduidige trend te zien.

7.1.2 Percentage websites online platformen met een score van minimaal 90 procent naar bedrijfstak van het bedrijf, 2024
sbi_1digit2_lab% websites online platformen (% websites online platformen)
G Groot- en detailhandel, reparatie van auto's13,8
J Informatie en communicatie18,3
K Financiële instellingen20,8
L Verhuur van en handel in onroerend goed7,7
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening18,7
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening9,1
Q Gezondheids- en welzijnszorg18,0
R Cultuur, sport en recreatie14,3
S Overige dienstverlening21,6
Overige SBI-groepen14,4

7.1.3 Percentage websites online platformen met een score van minimaal 90 procent naar aantal werkzame personen van het bedrijf, 2024
begksbs2_lab% websites online platformen (% websites online platformen)
1 of minder17,8
216,8
3 - 411,3
5 - 913,1
10 - 1915,3
20 - 4916,2
50 - 9911,9
100 of meer13,9

7.2 Resultaten per categorie

In het volgende gedeelte worden de resultaten voor de vijf categorieën uit Tabel 7.1 besproken. De resultaten van de individuele subtesten worden verder niet besproken. Zie hier voor meer informatie over de individuele subtesten.

Categorie IPv6

De categorie IPv6 geeft aan in hoeverre een website bereikbaar is via een IP-adres van het type IPv6. Elk apparaat dat verbinding maakt met het internet (zoals computers, printers etc.) heeft een uniek adres, oftewel een Internet Protocol (IP)-adres. Dit IP-adres is een nummer dat het apparaat herkenbaar maakt voor andere apparaten, wat nodig is voor hun onderlinge communicatie. Vroeger werden vooral IP-adressen van het type IP versie 4 (IPv4) gebruikt, maar omdat deze inmiddels bijna opraken, worden er tegenwoordig ook steeds meer IP-adressen van het type IP versie 6 (IPv6) gebruikt. Een groot voordeel van het type IPv6 is dat deze adressen langer zijn, waardoor er veel meer combinaties te maken zijn. 

Van alle online platformen is 32 procent bereikbaar via een IP-adres van het type IPv6. Dit is vergelijkbaar met het percentage van de websites van andere bedrijven in Nederland (31 procent). Platformen in de bedrijfstak Cultuur, sport en recreatie slagen het vaakst (45 procent), terwijl platformen in de bedrijfstak Verhuur van en handel in onroerend goed juist het minst vaak slagen (17 procent). Vergeleken met grote bedrijven slagen kleinere bedrijven wat vaker voor de categorie IPv6. Dit is te zien bij zowel online platformen als bij andere bedrijven in Nederland. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat kleine bedrijven hun website vaker hosten bij externe providers met moderne netwerkinstellingen. 

7.2.1 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie IPv6 naar bedrijfstak van het bedrijf, 2024
sbi% websites online platformen (% websites online platformen)
G Groot- en detailhandel, reparatie van auto's25,3
J Informatie en communicatie36,3
K Financiële instellingen30,2
L Verhuur van en handel in onroerend goed16,9
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening32,5
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening29,7
Q Gezondheids- en welzijnszorg28,0
R Cultuur, sport en recreatie44,6
S Overige dienstverlening33,0
Overige SBI-groepen30,6

7.2.2 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie IPv6 naar aantal werkzame personen van het bedrijf, 2024
gk% websites online platformen (% websites online platformen)
1 of minder33,3
234,2
3 - 430,4
5 - 920,6
10 - 1935,1
20 - 4934,2
50 - 9928,6
100 of meer27,8

Categorie DNSSEC 

De categorie DNSSEC geeft aan in hoeverre een website beveiligd is met Domain Name System Security Extensions (DNSSEC). DNSSEC is een beveiligingssysteem voor het Domain Name System (DNS), oftewel het internettelefoonboek dat zorgt voor de vertaling van domeinnamen naar IP‐adressen. Met alleen DNS is de vertaling van een domeinnaam namelijk niet beveiligd. Een kwaadwillende zou een gebruiker alsnog kunnen omleiden naar een vals IP‐adres, waar vervolgens vertrouwelijke gegevens of zelfs geld ontfutseld zou kunnen worden door middel van phishing en pharming6). Met DNSSEC wordt bij de vertaling van domeinnaam naar IP‐adres daarom altijd een digitale handtekening toegevoegd die automatisch kan worden gecontroleerd. 

Bijna de helft van de online platformen (49 procent) slaagt voor de categorie DNSSEC. Dit is iets lager dan het percentage van andere bedrijven in Nederland (53 procent). Platformen in de bedrijfstak Gezondheids- en welzijnszorg slagen het vaakst voor deze categorie (64 procent). Platformen in de bedrijfstak Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening slagen daarentegen het minst vaak (38 procent). Het percentage dat slaagt voor deze categorie verschilt ook per grootteklasse, maar hierin is geen eenduidige trend te zien.

7.2.3 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie DNSSEC naar bedrijfstak van het bedrijf, 2024
sbi% websites online platformen (% websites online platformen)
G Groot- en detailhandel, reparatie van auto's42,5
J Informatie en communicatie48,2
K Financiële instellingen49,1
L Verhuur van en handel in onroerend goed56,9
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening53,7
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening38,3
Q Gezondheids- en welzijnszorg64,0
R Cultuur, sport en recreatie37,5
S Overige dienstverlening60,8
Overige SBI-groepen53,2

7.2.4 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie DNSSEC naar aantal werkzame personen van het bedrijf, 2024
gk% websites online platformen (% websites online platformen)
1 of minder51,3
244,2
3 - 454,8
5 - 956,1
10 - 1940,5
20 - 4938,7
50 - 9950,0
100 of meer45,6

Categorie HTTPS

De categorie HTTPS geeft aan of een website bereikbaar is via een beveiligde verbinding. Met Hypertext Transfer Protocol Secure (HTTPS) worden alle gegevens die op een website worden ingevoerd versleuteld. Vertrouwelijke informatie, zoals wachtwoorden, creditcard- of bankgegevens, of andere (persoons)gegevens, kunnen hierdoor niet zomaar onderschept of afgeluisterd worden. 

Een klein deel van de online platformen (7 procent) slaagt voor de categorie HTTPS. Dit percentage is gelijk aan het percentage van andere bedrijven in Nederland. In beide gevallen komt dit lage percentage doordat er een groot aantal subtesten wordt gebruikt om de categorie HTTPS te laten slagen. Platformen in de bedrijfstak Overige dienstverlening slagen het vaakst voor de categorie HTTPS (12 procent), terwijl platformen in overige SBI-groepen juist het minst vaak slagen (5 procent). Grotere bedrijven lijken over het algemeen vaker te slagen dan kleinere bedrijven. Dit laatste is te zien bij zowel online platformen als bij andere bedrijven in Nederland.

7.2.5 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie HTTPS naar bedrijfstak van het bedrijf, 2024
sbi% websites online platformen (% websites online platformen)
G Groot- en detailhandel, reparatie van auto's5,7
J Informatie en communicatie7,5
K Financiële instellingen9,4
L Verhuur van en handel in onroerend goed7,7
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening7,1
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening6,9
Q Gezondheids- en welzijnszorg6,0
R Cultuur, sport en recreatie8,9
S Overige dienstverlening12,4
Overige SBI-groepen4,5

7.2.6 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie HTTPS naar aantal werkzame personen van het bedrijf, 2024
gk% websites online platformen (% websites online platformen)
1 of minder5,7
28,4
3 - 47,8
5 - 911,2
10 - 198,1
20 - 499,9
50 - 992,4
100 of meer13,9

Categorie Beveiligingsopties

Met de categorie Beveiligingsopties wordt bepaald of een website de juiste security headers heeft ingesteld om bezoekers te beschermen tegen bepaalde cyberaanvallen. Met een security header kan een website bepalen hoe een browser waarmee de website bezocht wordt, zich moet gedragen. Zo kan de security header ‘Content Security Policy (CSP)’ bepalen welke bronnen (zoals scripts, afbeeldingen etc.) geladen mogen worden. Hiermee kan worden voorkomen dat (kwaadwillende) code van onbekende bronnen wordt uitgevoerd. De security header ‘Scrict-Transport-Security (HSTS)’ zorgt er daarnaast voor dat de browser altijd een beveiligde verbinding (HTTPS) gebruikt om met de website te communiceren. 

Opvallend genoeg slaagt geen enkele website voor de categorie Beveilingsopties. De reden hiervoor is dat geen enkel bedrijf slaagt voor één onderliggende subtest, namelijk de subtest ‘Content‐security policy’. Dit geldt voor zowel websites van online platformen als die van andere bedrijven in Nederland. Blijkbaar zijn er dus nog nauwelijks bedrijven die de Content Security Policy (CSP) volgens de laatste eisen voor hun website uitvoeren.

Categorie RPKI

Resource Public Key Infrastructure (RPKI) is een techniek die kan worden gezien als een aanvulling op het eerdergenoemde DNSSEC. Hoewel DNSSEC zorgt voor de juiste vertaling van domeinnamen naar IP-adressen, zorgt RPKI er namelijk ook daadwerkelijk voor dat het verkeer naar die IP-adressen op de juiste plek belandt. Met RPKI kan dus worden voorkomen dat internetverkeer wordt omgeleid naar de systemen van een ongeautoriseerd netwerk. 

Het merendeel van de online platformen (81 procent) slaagt voor de categorie RPKI. Dit is vergelijkbaar met het percentage van andere bedrijven in Nederland (80 procent). Net als voor andere bedrijven in Nederland is er relatief weinig variatie te zien per bedrijfstak en grootteklasse.

7.2.7 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie RPKI naar bedrijfstak van het bedrijf, 2024
sbi% websites online platformen (% websites online platformen)
G Groot- en detailhandel, reparatie van auto's82,2
J Informatie en communicatie84,2
K Financiële instellingen86,8
L Verhuur van en handel in onroerend goed86,2
M Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening74,3
N Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening80,0
Q Gezondheids- en welzijnszorg84,0
R Cultuur, sport en recreatie85,7
S Overige dienstverlening84,5
Overige SBI-groepen72,1

7.2.8 Percentage websites online platformen dat slaagt voor de categorie RPKI naar aantal werkzame personen van het bedrijf, 2024
gk% websites online platformen (% websites online platformen)
1 of minder79,6
278,4
3 - 482,6
5 - 980,4
10 - 1987,4
20 - 4989,2
50 - 9988,1
100 of meer79,7

6) Bij pharming probeert een cybercrimineel gegevens van gebruikers te verkrijgen door ze naar een nep‐versie van een echte website te leiden. Bij phishing probeert een cybercrimineel op een meer directe manier gegevens van een gebruiker te verkrijgen door personen te benaderen met e‐mails die lijken op de e‐mail van een bank met een verzoek om inloggegevens te geven.

8. Samenstelling onderzoekspopulatie

Een groot deel van de gegevens in deze rapportage komen uit de enquête ‘Platformsamenleving’. Deze enquête wordt door het CBS jaarlijks gehouden onder online platformen. Dit hoofdstuk beschrijft de samenstelling van de onderzoekspopulatie.

Er bestaat geen compleet register van alle online platformen in Nederland; iedereen kan een website starten, zonder zich ergens officieel te registreren als platform. Om te bepalen welke online platformen er zijn in Nederland, heeft het CBS daarom gebruikgemaakt van webscraping en machine learning. Hierbij is gestart met een lijst van reeds bij het CBS bekende online platformen. Deze platformen waren bijvoorbeeld bekend uit vorige edities van de enquête ‘Platformsamenleving’. De lijst met online platformen is gebruikt als ‘training set’ voor een model. Met behulp van machine learning leerde dit model onderscheid te maken tussen websites die een online platform zijn en websites die dat niet zijn, voornamelijk door te kijken naar woorden en tekstgedeeltes op de website.
Vervolgens zijn de websites op een zeer omvangrijke lijst met websites in Nederland, samengesteld door het bedrijf Dataprovider, door een webscraper bezocht. Webscraping is het automatisch door een computerscript laten bekijken van grote hoeveelheden publiek toegankelijke websites, en het registreren van enkele kenmerken van deze websites. De teksten op de website zijn vervolgens in het model ingevoerd. De output van het model was een score die de kans weergeeft dat een bepaalde website een online platform is.

De websites die, volgens het model, een kans van minstens 80 procent hadden om een online platform te zijn, zijn geselecteerd als ‘potentieel platform’. Hieraan zijn nog een aantal websites toegevoegd die bekend waren als online platform uit vorige edities van de enquête ‘Platformsamenleving’. Ook zijn websites waarvan bekend was dat het geen online platformen waren, bijvoorbeeld uit eerdere enquêtes, uit de lijst verwijderd.

Deze lijst is vervolgens gekoppeld aan het bedrijvenregister van het CBS op basis van adresinformatie en informatie over Kamer van Koophandel-inschrijving uit de dataset van Dataprovider. Een deel van de websites kon niet eenduidig aan een bedrijf gekoppeld worden. Naar de wel gekoppelde bedrijven heeft het CBS de enquête ‘Platformsamenleving’ uitgestuurd. Om de lastendruk voor bedrijven laag te houden, hebben bedrijven die meerdere platformen bezitten maar voor één van hun platformen een enquête gekregen. Voor meer informatie over de methodologische effecten hiervan, zie hoofdstuk 9.1 in de Monitor online platformen 2020. Bedrijven die een ‘adult website’ runnen zijn buiten de populatie gehouden; aan hen is geen enquête gestuurd. Uiteindelijk zijn er ongeveer 4 857 bedrijven benaderd om de enquête in te vullen. Zo’n 2 900 bedrijven vulden de enquête in.

In de enquête wordt in eerste instantie geverifieerd of het bedrijf daadwerkelijk de eigenaar van de website is. Vervolgens wordt de vraag gesteld: ‘Bemiddelt of ondersteunt uw website of app de uitwisseling van goederen, diensten of informatie tussen personen, bedrijven of organisaties? (Het kan hier gaan om bemiddeling of ondersteuning bij verkoop van goederen, het bij elkaar brengen van bewoners, patiënten en familie, crowdfunding, dating, nieuwe vriendschappen, het verhuren van accommodaties, het lenen van spullen etc.)’. Als deze vraag met ‘Ja’ wordt beantwoord, wordt gevraagd of het bedrijf de enige aanbieder van goederen, diensten of informatie op de website of app is. Als het antwoord op deze tweede vraag ‘Nee’ is, en er dus meerdere aanbieders op de website zijn, beschouwt het CBS het als online platform in het kader van dit onderzoek. Op deze wijze konden via deze enquête 1 057 websites daadwerkelijk geclassificeerd worden als online platform.

De resultaten in hoofdstuk 5 zijn gebaseerd op de online platformen die de enquête in 2023 invulden. In de hoofdstukken 2, 3, 4, 7 over demografie, de ontwikkeling van omzet en werkzame personen, veiligheid van websites worden ook resultaten gepresenteerd over de volledige groep van alle bij het CBS bekende online platformen (een kleine 1 600).

Trends op basis van enquêtedata

De CBS-enquête onder online platformen is een aantal opeenvolgende jaren uitgevoerd. Een directe vergelijking van cijfers in de uitkomsten van de verschillende verslagjaren is echter niet altijd mogelijk. Bij het samenstellen van de groep platformen die een enquête ontvangen, is namelijk gekozen voor een hybride vorm, waarbij deels nieuwe platformen en deels reeds bekende platformen zijn geselecteerd. Het includeren van nieuwe platformen is van belang om zicht te houden op ontwikkelingen in de populatie platformen; ieder jaar worden nieuwe platformen opgericht en verdwijnen andere. Het includeren van reeds bekende platformen werd van belang geacht voor het in kaart brengen van jaar-op-jaar ontwikkelingen. Het is echter gebleken dat van de reeds bekende platformen een deel niet respondeerde, waardoor het deel platformen dat zowel dit jaar als vorig jaar respondeerde te klein was om een valide vergelijking met vorig jaar te maken.