2. Afgestudeerden in het hoger onderwijs in het buitenland
In studiejaar 2021/’22 studeerden 169 duizend studenten af in het hoger onderwijs. Een groot deel van deze afgestudeerden (39 procent) behaalde hun hbo-bachelor, een kleiner deel een universitaire master (30 procent) of bachelor (25 procent). Het aandeel dat een associate degree of een master in het hbo heeft afgerond, is klein: beide 3 procent.
Van deze afgestudeerden in het hoger onderwijs gaf 16 procent aan dat ze voor hun studie vijf dagen of langer naar het buitenland zijn geweest. Voor bijna 11 procent geldt dat ze voor minimaal drie maanden of vijftien studiepunten naar het buitenland zijn geweest, zij vormen de groep die studiepuntmobiel was. De overige ruim 5 procent is naar het buitenland geweest, maar was daar korter dan drie maanden en voor minder dan vijftien studiepunten. Of het was onbekend of ze studiepuntmobiel waren.
Van degenen die in de jaren voor de coronapandemie afstudeerden, was ruim 20 procent studiepuntmobiel. In de studiejaren 2016/’17 en 2028/’19 was dit 25 procent en voldeed Nederland aan de ambitie van de EU dat minimaal een op de vier studenten in het hoger onderwijs een deel van de studie in het buitenland doorbrengt. Door de reisbeperkingen die golden vanwege de coronapandemie was het voor studenten die afstudeerden in de studiejaren 2020/’21 en 2021/’22 minder goed mogelijk om ervaring in het buitenland op te doen. Wel is het zo dat ze online lessen konden volgen of aan digitale projecten van buitenlandse onderwijsinstellingen konden deelnemen. Die activiteiten zijn echter niet in dit cijfer over studiepuntmobiliteit opgenomen.
Studiepuntmobiel (%) | |
---|---|
2015/'16 | 22 |
2016/'17 | 25 |
2017/'18 | 24 |
2018/'19 | 25 |
2019/'20 | 23 |
2020/'21 | 14 |
2021/'22 | 11 |
Hbo-studenten en universitaire studenten die afstudeerden in studiejaar 2021/’22 waren nagenoeg even vaak studiepuntmobiel, voor beide groepen was dat voor 11 procent het geval. Ook voor de coronapandemie waren afgestudeerde hbo’ers en wo’ers bijna even vaak studiepuntmobiel, in studiejaar 2019/’20 ging het om respectievelijk 24 en 22 procent. De verschillen waren groter in studiejaar 2020/’21 waarin de coronapandemie begon: 17 procent van de hbo’ers en 11 procent van de wo’ers was studiepuntmobiel. Dat het verschil tussen hbo’ers en wo’ers in het eerste jaar van de coronapandemie groter was kan ermee te maken hebben dat hbo-bachelor studenten doorgaans in het derde of vierde jaar naar het buitenland gaan, terwijl universitaire bachelor studenten alleen het derde jaar tot hun beschikking hebben.
Vooral afgestudeerde studenten horeca uit studiejaar 2021/’22 (76 procent) waren relatief vaak studiepuntmobiel, gevolgd door de afgestudeerde studenten mode-, interieur- en industriële vormgeving (42 procent) en visserij (37 procent). In studiejaar 2020/’21 ging het naast afgestudeerden in de horeca nog om textiel-, kleding-, schoenen- en leervervaardiging, vreemde talen en toerisme.
Het merendeel (77 procent) van de afgestudeerden die studiepuntmobiel waren, ging tijdens hun studie één keer naar het buitenland, 16 procent ging twee keer en het overige deel drie keer of vaker. De meest genoemde reden om naar het buitenland te gaan was het volgen van lessen of er studeren (60 procent), gevolgd door het lopen van een stage (38 procent). Degenen die naar het buitenland zijn geweest maar niet studiepuntmobiel waren, gingen vooral om onderzoek te doen (37 procent) of gaven andere redenen (37 procent). Bij deze andere redenen om naar het buitenland te gaan, ging het bijvoorbeeld om het bezoeken van bedrijven in het buitenland, het bezoeken van een conferentie of deelname aan een excursie.
Studiepuntmobiel (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Niet-studiepuntmobiel (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | |
---|---|---|
Lessen volgen, studeren | 59,6 | 29 |
Stage lopen | 38,4 | 16,2 |
Uitwisseling | 24,3 | 15,3 |
Onderzoek doen | 23,6 | 36,8 |
Anders | 10,1 | 36,8 |
Tijdens hun verblijf in het buitenland had 65 procent van degenen die studiepuntmobiel waren veel tot zeer veel contact met andere internationale studenten. En 57 procent had veel of zeer veel contact met de lokale bevolking. Onder afgestudeerden die wel naar het buitenland zijn geweest voor hun studie, maar niet studiepuntmobiel waren, waren deze aandelen minder groot, respectievelijk 38 procent en 45 procent.
Zeer veel (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Veel (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Niet veel en niet weinig (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Weinig (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Zeer weinig (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Weigert (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Studiepuntmobiel | 45 | 19,8 | 12,2 | 10,3 | 11,2 | 1,4 |
Niet-studiepuntmobiel | 18,1 | 19,4 | 10,9 | 12 | 36,3 | 3,4 |
Zeer veel (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Veel (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Niet veel en niet weinig (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Weinig (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Zeer weinig (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | Weigert (% van afgestudeerden die naar het buitenland zijn geweest) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Studiepuntmobiel | 25,4 | 31,5 | 25,3 | 12,5 | 4,6 | 0,8 |
Niet-studiepuntmobiel | 14,9 | 30,1 | 25 | 18,7 | 10,2 | 1,1 |
Vanwege de coronapandemie en -maatregelen was reizen naar het buitenland minder goed mogelijk. Afgestudeerden is daarom gevraagd of ze – al dan niet naast een fysiek verblijf in het buitenland – digitaal vanuit Nederland hebben deelgenomen aan projecten of lessen van een school of universiteit in het buitenland. Ruim 20 procent van de afgestudeerden uit studiejaar 2021/’22 heeft hieraan deelgenomen. Dat is vergelijkbaar met studenten die in 2020/’21 hun diploma behaalden, van hen nam ruim 21 procent hieraan deel. Afgestudeerden uit het studiejaar 2021/’22 die vanuit Nederland aan internationale activiteiten hebben deelgenomen waren het vaakst alleen digitaal mobiel (12 procent). Een kleiner deel was, naast digitaal actief, ook studiepuntmobiel (5 procent) of wél naar het buitenland geweest maar niet studiepuntmobiel (3 procent).
(%) | ||
---|---|---|
Naar buitenland, studiepuntmobiel | Digitaal | 5,1 |
Naar buitenland, studiepuntmobiel | Niet digitaal | 5,8 |
Naar buitenland, niet-studiepuntmobiel | Digitaal | 2,9 |
Naar buitenland, niet-studiepuntmobiel | Niet digitaal | 2,3 |
Niet naar buitenland | Digitaal | 12,3 |