Cybersecuritymonitor 2023

Over deze publicatie

De cybersecuritymonitor geeft een overzicht van de ICT-veiligheidsmaatregelen en –incidenten van Nederlandse bedrijven uitgesplitst naar bedrijfsgrootte en bedrijfstak op basis van diverse bronnen van binnen en buiten het CBS. De meeste cijfers gaan over 2022, maar voor sommige cijfers wordt een overzicht over de periode 2016-2022 gegeven.

Samenvatting

Samenvatting

In de Cybersecuritymonitor rapporteert het CBS over de meest actuele stand van zaken rond de cyberweerbaarheid van bedrijven en huishoudens in Nederland. Dat gebeurt hoofdzakelijk met CBS-cijfers over het aantal cybercrime-gerelateerde incidenten en maatregelen die genomen worden om deze incidenten te voorkomen. Dit jaar zien we voor het eerst een lichte afname van het aantal bedrijven met twee of meer werknemers dat de helft of meer van de gevraagde Cybersecuritymaatregelen neemt, namelijk van 52 procent in 2021 naar 47 procent in 2022. Toch is ook het aandeel bedrijven dat een incident door een aanval van buitenaf meldt gelijk gebleven: vijf procent van de bedrijven met twee of meer werknemers meldt een incident door een aanval van buitenaf. Van deze aanvallen is het bij minder dan één procent van de bedrijven met twee of meer werknemers een ransomware aanval.

1. Inleiding

Hoofdstuk 1 Inleiding

Dit is het zevende jaar op rij dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de Cybersecuritymonitor uitbrengt. Het doel van de monitor is het rapporteren over de meest actuele stand van zaken rond de cyberweerbaarheid van bedrijven en huishoudens in Nederland. Dat gebeurt hoofdzakelijk met CBS-cijfers over het aantal cybercrime-gerelateerde incidenten en maatregelen die genomen worden om deze incidenten te voorkomen.

De Cybersecuritymonitor wordt mede op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) gemaakt. De eerdere edities zijn beschikbaar via (CBS, 2017a, 2018a, 2019a, 2020a, 2022a, 2023b).

De structuur van de monitor is opgezet volgens dezelfde lijnen als in de voorgaande edities. In deze edities werd telkens aandacht besteed aan twee domeinen: de genomen maatregelen en de ICT-veiligheidsincidenten. Bij cybersecuritymaatregelen gaat het om het scala aan mogelijkheden om de veiligheid van computers, smartphones, laptops, servers en netwerken te verhogen. Bij cybersecurityincidenten gaat het juist om de gevolgen van acties of activiteiten die de veiligheid van deze digitale systemen ondermijnen. Cybersecurityincidenten hoeven niet altijd een gevolg van kwaadwillende acties te zijn. Ook een systeemfout waardoor gevoelige data naar buiten gebracht wordt of het verliezen van een onbeveiligde USB-stick in de trein kan als een cybersecurityincident gezien worden. Immers, ook bij dit soort incidenten wordt de digitale veiligheid ondermijnd. Het ontstaan van cybersecurityincidenten als gevolg van kwaadwillenden wordt ook wel aangeduid als cybercrime. Voor een uitgebreidere toelichting op het fenomeen cybersecurity en gerelateerde begrippen zoals door het CBS gehanteerd worden, verwijzen we naar de eerste Cybersecuritymonitor (CBS, 2017a).

Hoofdstuk 2 van dit rapport gaat in op de cybersecuritymaatregelen, dus op de maatregelen die door bedrijven nemen om meer cyberweerbaar te worden. Hoofdstuk 3 gaat in op alle cybersecurityincidenten bij Nederlandse bedrijven. Tot slot gaat hoofdstuk 4 in op de geregistreerde cybercrime, dus op de cybersecurityincidenten door kwaadwillenden die ook daadwerkelijk slachtoffers gemaakt hebben.

2. Cybersecuritymaatregelen

Hoofdstuk 2 Cybersecuritymaatregelen

2.1 Bedrijven

Dit hoofdstuk gaat in op de maatregelen die bedrijven in Nederland nemen om zichzelf cyberweerbaar te maken. De cijfers komen uit de CBS-enquêtes ‘ICT-gebruik bij bedrijven 2017’  (CBS, 2017b, d, c, e, f), ‘ICT-gebruik bij bedrijven 2018’  (CBS, 2018b, d, c, e, f), ‘ICT-gebruik bij bedrijven 2019’  (CBS, 2019b, d, c, e, f), ‘ICT-gebruik bij bedrijven 2020’  (CBS, 2020b, d, c, e, f), ‘ICT-gebruik bij bedrijven 2021’  (CBS, 2021a, c, b, d, e), ‘ICT-gebruik bij bedrijven 2022’  (CBS, 2022b, d, c, e, f) en ‘ICT-gebruik bij bedrijven 2023’  (CBS, 2023c, e, d, f, g).

De jaarlijkse enquête ‘ICT-gebruik bij bedrijven’ (of kortweg: de ICT-enquête) wordt in samenwerking met de andere EU-landen uitgevoerd onder leiding van Eurostat. Een deel van de uitvoeringskosten van de ICT-enquête wordt door Eurostat gefinancierd. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat financiert extra onderdelen van het onderzoek die niet verplicht zijn op basis van EU-regelgeving.

Via de ICT-enquête wordt jaarlijks het ICT-gebruik van bedrijven in Nederland in kaart gebracht. Dit levert ook cijfers op die iets zeggen over de cyberweerbaarheid van bedrijven: de mate waarin zij bedrijfsprocessen en waardevolle data beveiligen tegen cybercriminelen. In deze monitor besteden we afzonderlijk aandacht aan de maatregelen die bedrijven nemen om zich te beveiligen tegen aanvallen van buitenaf en het optreden van ICT-veiligheidsincidenten. De maatregelen worden in dit hoofdstuk beschreven; de incidenten komen in het volgende hoofdstuk aan bod.

De ICT-enquête wordt gehouden onder ongeveer 20 duizend aselect getrokken Nederlandse bedrijven uit verschillende grootteklassen en bedrijfstakken. De afgelopen drie jaar werd ook een beknopte versie van de ICT-enquête naar zo’n 22 duizend zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) uitgestuurd. Deze beknopte versie bevat voornamelijk de ICT-veiligheidsvragen uit de enquête die naar de grote bedrijven gestuurd wordt. De resultaten van de zzp’ers worden de afgelopen drie jaar in deze monitor meegenomen en vergeleken met die van bedrijven met twee of meer werknemers.

In de bijlagen wordt in tabellen A.1.1 en A.1.2 een overzicht van respectievelijk alle grootteklassen en bedrijfstakken gegeven. In het huidige hoofdstuk worden de cijfers van vijf grootteklassen uitgelicht: zzp’ers (1 werkzame persoon), bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen, bedrijven met 10 tot 50 werkzame personen, bedrijven met 50 tot 250 werkzame personen en bedrijven met 250 of meer werkzame personen. Daarnaast laten we nog voor vijf bedrijfstakken de cijfers zien: 1) Gezondheid en welzijnszorg (Zorg), 2) Financiële dienstverlening (Finan.Dnst.), 3) Horeca, 4) ICT-sector en 5) Industrie. Deze bedrijfstakken zijn gekozen omdat de resultaten van de genomen ICT-veiligheidsmaatregelen en de voorgekomen ICT-veiligheidsincidenten in deze bedrijfstakken het meest uiteenlopen. Bij de bespreking van de kosten laten we andere bedrijfstakken zien, namelijk de bedrijfstakken die de hoogste kosten van incidenten hebben gemeld.

Een compleet overzicht van de cijfers voor alle grootteklassen en bedrijfstakken kan in bijlage A.2 en bijlage A.3 gevonden worden, of zijn online beschikbaar op Statline (CBS, 2023a).

2.1.1 Genomen ICT-veiligheidsmaatregelen per bedrijfsgrootteklasse
2.1.1 Genomen ICT-veiligheidsmaatregelen per bedrijfsgrootteklasse *{stroke-linejoin: round; stroke-linecap: butt} 2024-06-21T07:25:35.464827 image/svg+xml Matplotlib v3.9.0, https://matplotlib.org/

2.1.2  Genomen ICT-veiligheidsmaatregelen per bedrijfstak met 2 of meer werkzame personen

2.1.2 Genomen ICT-veiligheidsmaatregelen per bedrijfstak met 2 of meer werkzame personen *{stroke-linejoin: round; stroke-linecap: butt} 2024-06-21T07:25:26.609116 image/svg+xml Matplotlib v3.9.0, https://matplotlib.org/

2.1.1 Maatregelen ter verbetering van de cyberweerbaarheid

In de ICT-enquête worden verschillende vragen gesteld over de cyberweerbaarheid van bedrijven. Zo is aan bedrijven gevraagd welke ICT-veiligheidsmaatregelen zijn getroffen. Ook is gevraagd wie de ICT-veiligheidsmaatregelen binnen het bedrijf uitvoert: het eigen personeel, een extern bedrijf, of een combinatie van beide.

In dit deel bekijken we eerst hoe vaak verschillende cybersecuritymaatregelen door bedrijven toegepast worden. Figuren 2.1.1(a–l) en 2.1.2(a–l) tonen het aandeel bedrijven dat in de periode 2016–2022 verschillende cybersecuritymaatregelen toepast, naar grootteklasse en bedrijfstak.[voetnoot: Let op dat data van een bepaald jaar vaak komt uit de ICT-enquête van het jaar daarna. Zo komt de data die betrekking heeft op 2022 uit de ICT-enquête van 2023 (CBS, 2023c). ] Voor de duidelijkheid worden slechts vier grootteklassen en vier bedrijfstakken uitgelicht. Het volledige overzicht wordt in tabellen A.2.1 en A.2.3 gegeven en is terug te vinden op StatLine (CBS, 2023a). Uiteraard kan met deze twaalf maatregelen nooit een compleet beeld van het ICT-beveiligingsniveau van bedrijven gegeven worden. Toch ontstaat hierdoor wel een globale indruk, omdat elke extra maatregel die een bedrijf neemt een extra bijdrage levert aan de cyberweerbaarheid van het bedrijf.

Grotere bedrijven nemen meer maatregelen tegen cyberdreigingen

Over het algemeen kan gezegd worden dat het ICT-beveiligingsniveau van een bedrijf hoger is naarmate er meer maatregelen tegelijkertijd genomen worden. Figuur 2.1.1 laat zien dat elke maatregel vaker wordt genomen door grotere bedrijven dan door kleinere bedrijven. Voor sommige maatregelen is dit patroon sterker dan voor andere.

Voor bijvoorbeeld een gangbare maatregel als het gebruik van antivirussoftware zijn de verschillen tussen grotere en kleinere bedrijven niet zo groot: meer dan 80 procent van alle bedrijven met meer dan 2 werknemers gebruikt antivirussoftware, ongeacht de grootteklasse (figuur 2.1.1(a)). Bij een moeilijker toe te passen maatregel zoals het gebruik van een Virtual Private Netwerk (VPN) zijn er wel grotere verschillen te zien: 25 procent van de microbedrijven (2 tot 10 werknemers) maakte in 2022 gebruik van VPN, tegenover 81 procent van de grote bedrijven (250 of meer werknemers) (figuur 2.1.1(l)). Het is begrijpelijk dat grote bedrijven meer maatregelen treffen, omdat zij vaak een grotere en complexere ICT-infrastructuur hebben die een breder spectrum aan beveiligingsmaatregelen vereist.

Figuur 2.1.1 toont ook het percentage zzp’ers dat in 2020, 2021 en 2022 ICT-veiligheidsmaatregelen nam. Er kan geconcludeerd worden dat bij alle ICT-veiligheidsmaatregelen het percentage zzp’ers dat deze maatregelen neemt net iets lager is dan dat voor bedrijven in de bovenliggende grootteklasse van 2 tot 10 werknemers. Dit is consistent met de constatering dat kleinere bedrijven minder ICT-veiligheidsmaatregelen nemen dan grote bedrijven.

Toename authenticatie met soft- of hardwaretoken

Figuur 2.1.1(j) laat zien dat het gebruik van een soft- of hardwaretoken voor het inloggen door een bedrijf sinds 2016 flink is toegenomen. Bij deze zogenaamde tweefactorauthenticatie[voetnoot: Strikt genomen is er nog een onderscheid te maken tussen tweefactorauthenticatie en tweestapsverificatie, maar dat laten we verder buiten beschouwing omdat beide vormen sowieso een extra beveiliging opleveren ten opzichte van het inloggen met enkel een wachtwoord.]moet naast een wachtwoord een extra code ingevoerd worden die per inlogsessie verandert. Deze code wordt verkregen via een specifiek apparaatje of via een app op de smartphone. Dit maakt inloggen een stuk veiliger, want zelfs als een wachtwoord onderschept wordt, biedt de vereiste extra code bescherming tegen inloggen door ongeautoriseerde gebruikers.

Het gebruik van soft- of hardwaretokens komt vanaf 2016 in alle grootteklassen steeds vaker voor. Bij grote bedrijven (250 of meer werknemers) is deze manier van inloggen bijvoorbeeld toegenomen van 71 procent in 2016 tot 91 procent in 2022. Bij microbedrijven (twee tot tien werknemers) is dit zelfs bijna verdubbeld van 23 procent in 2016 naar 45 procent in 2022.

ICT-veiligheidsmaatregelen per bedrijfstak

Figuur 2.1.2 laat het aantal maatregelen voor enkele bedrijfstakken met twee of meer werknemers zien (de zzp’ers zijn hier dus niet in meegenomen). Bedrijven die meer met ICT bezig zijn of die een groot belang hebben bij het beveiligen van hun data, zoals respectievelijk de ICT-sector en de gezondheidszorg, scoren beter op het gebied van cybersecurity dan sectoren waar dit minder belangrijk lijkt, zoals de horeca. De horeca heeft wel relatief meer kleinere bedrijven, waarvan we eerder zagen dat deze minder cybersecuritymaatregelen nemen dan grote bedrijven. Maar het ligt ook voor dat hand de horeca minder cybersecuritymaatregelen neemt omdat ze voor hun werkzaamheden minder van ICT afhankelijk zijn. Dit blijkt bijvoorbeeld uit eerder op Statline gepubliceerde cijfers over de mate van digitalisering van bedrijven (CBS, 2021c).

Aantal genomen ICT-veiligheidsmaatregelen

Dat grote bedrijven vaker verschillende ICT-maatregelen nemen dan kleinere bedrijven komt nogmaals terug in figuren 2.1.3(a) en 2.1.3(b). In deze figuren wordt per bedrijfsgrootte en bedrijfstak het percentage bedrijven getoond dat een zeker aantal maatregelen neemt. De resultaten laten zien dat kleinere bedrijven hoger scoren op een kleiner aantal maatregelen, terwijl grotere bedrijven juist vaker meerdere maatregelen tegelijk nemen (figuur 2.1.3(a)). Van de grote bedrijven (250 of meer werknemers) neemt zelfs bijna 60 procent van de bedrijven alle tien de uitgevraagde maatregelen.[voetnoot: Van de twaalf maatregelen die in figuur 2.1.1 en figuur 2.1.2 getoond worden, nemen we er maar tien mee in figuur 3(a) en figuur 3(b) waar we het totaal aantal genomen maatregelen tonen. De reden hiervoor is dat de maatregelen ’ICT-cursus aan specialisten’ (d) en ’Updaten software’ (k) niet over alle jaren beschikbaar zijn.] In figuur 2.1.3(b) is te zien dat bedrijven in de ICT-sector over het algemeen de meeste maatregelen nemen, terwijl in de horeca vaker minder maatregelen genomen worden.

2.1.3(a) Verdeling van het aantal cybersecuritymaatregelen per grootteklasse, 2022.
Aantal maatregelen1 werkzame persoon (zzp'er) (% van bedrijven)2 tot 10 werkzame personen (% van bedrijven)10 tot 50 werkzame personen (% van bedrijven)50 tot 250 werkzame personen (% van bedrijven)250 of meer werkzame personen (% van bedrijven)
059310
188200
21113410
31312620
41411820
510101041
6781062
7671194
82611149
925132018
1035163759
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte, 2023 (CBS, 2023e)

2.1.3(b) Verdeling van het aantal cybersecuritymaatregelen per bedrijfstak voor bedrijven met 2 of meer werknemers, 2022.
Aantal maatregelenGezondheids- en welzijnszorg (% van bedrijven)Financiële dienstverlening (% van bedrijven)ICT-sector (% van bedrijven)Industrie (% van bedrijven)Horeca (% van bedrijven)
02224617
1203611
24921020
36931115
48134128
51036911
6106992
71341083
812101174
91371491
10131327103
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak, 2023 (CBS, 2023d)

2.1.4(a) Percentage van bedrijven die in 2022 minimaal vijf van de tien gevraagde cybersecuritymaatregelen nemen per grootteklasse.
dim_gk2016 (% van bedrijven)2017 (% van bedrijven)2018 (% van bedrijven)2019 (% van bedrijven)2020 (% van bedrijven)2021 (% van bedrijven)2022 (% van bedrijven)
250 of meer werkzame personen94949798979893
50 tot 250 werkzame personen82838989919490
10 tot 50 werkzame personen54616965707571
2 tot 10 werkzame personen32374344424541
2 of meer werkzame personen37434949485247
1 werkzame persoon (zzp'er)322930
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfsgrootte, 2023 (CBS, 2023b)

2.1.4(b) Percentage van bedrijven met 2 of meer werknemers die in 2021 minimaal vijf van de tien gevraagde cybersecuritymaatregelen nemen per bedrijfstak.
dim_sbi2016 (% van bedrijven)2017 (% van bedrijven)2018 (% van bedrijven)2019 (% van bedrijven)2020 (% van bedrijven)2021 (% van bedrijven)2022 (% van bedrijven)
ICT-sector74737673738077
Gezondheids- en welzijnszorg57667473727871
Industrie42475353515552
Financiële dienstverlening59717470807543
Horeca20182221232124
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak, 2022 (CBS, 2022d)

Bijna de helft van de bedrijven met twee of meer werknemers nam in 2022 minstens vijf ICT-veiligheidsmaatregelen

Uit de verdeling van het aantal maatregelen is af te leiden welk deel van de bedrijven minimaal de helft van de gevraagde maatregelen neemt. Figuren 2.1.4(a) en 2.1.4(b) tonen per grootteklasse (a) en per bedrijfstak (b) het aandeel van bedrijven dat minstens vijf van de tien uitgevraagde ICT-veiligheidsmaatregelen neemt. Figuur 2.1.4(a) laat zien dat het aantal bedrijven dat vijf of meer maatregelen neemt tot 2021 is toegenomen. In 2022 is het aandeel van bedrijven met twee of meer werknemers dat minimaal vijf maatregelen neemt echter licht gedaald. Toch neemt in 2022 nog steeds 93 procent van de grote bedrijven (250 of meer werknemers) minimaal vijf van de tien maatregelen. Van de zzp’ers neemt 29 procent in 2022 vijf of meer van de gevraagde ICT-veiligheidsmaatregelen.

In figuur 2.1.4(b) is te zien dat in de bedrijfstakken ‘ICT-sector’, ‘Financiële dienstverlening’ en ‘Gezondheids- en welzijnszorg’ een relatief grote groep bedrijven meer dan vijf maatregelen treft (in 2022 ruim 70 procent), terwijl dit percentage voor de horeca een stuk lager ligt met ongeveer 25 procent. We kunnen echter zien dat, vergeleken met 2016, het aandeel bedrijven dat een groot aantal ICT-veiligheidsmaatregelen neemt, in alle bedrijfstakken is toegenomen. In 2022 neemt de toename van het percentage bedrijven dat minstens vijf maatregelen treft ten opzichte van 2021 wel iets af, behalve bij de horeca.

2.1.2 Uitvoering ICT-veiligheidswerkzaamheden

2.1.5(a) Uitvoering ICT-veiligheidswerkzaamheden per grootteklasse
 JaarExtern (% van bedrijven)Zelf/eigen personeel (% van bedrijven)Extern en zelf/eigen personeel (% van bedrijven)N.v.t. (% van bedrijven)
1 (zzp'ers)'18
1 (zzp'ers)'19
1 (zzp'ers)'201335349
1 (zzp'ers)'213427336
1 (zzp'ers)'222728342
2 - 9'183153160
2 - 9'19425170
2 - 9'202622646
2 - 9'212620648
2 - 9'222221552
10 - 49'184725280
10 - 49'195927140
10 - 49'2049171618
10 - 49'2148161917
10 - 49'2237231723
50 - 249'183421450
50 - 249'194224340
50 - 249'203922336
50 - 249'213619396
50 - 249'223325357
250 -'181717660
250 -'192022580
250 -'201923553
250 -'211520632
250 -'221326583
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte, 2022 (CBS, 2019a, 2020b, 2021e, 2022b)

2.1.5(b) Uitvoering ICT-veiligheidswerkzaamheden voor bedrijven met 2 of meer werknemers voor de periode 2018-2021 per bedrijfstak
 JaarExtern (% van bedrijven)Zelf/eigen personeel (% van bedrijven)Extern en zelf/eigen personeel (% van bedrijven)N.v.t. (% van bedrijven)
Industrie'184039210
Industrie'195236120
Industrie'2036171136
Industrie'2135161237
Industrie'2232171140
ICT'181261270
ICT'191069210
ICT'209521920
ICT'217541920
ICT'225541823
Horeca'18207190
Horeca'19375940
Horeca'201620163
Horeca'212112364
Horeca'221616365
Finan.Dnst.'184629250
Finan.Dnst.'194936150
Finan.Dnst.'2039291814
Finan.Dnst.'2136171928
Finan.Dnst.'2230251530
Zorg'184429270
Zorg'195432140
Zorg'2045211123
Zorg'2143161625
Zorg'2238201230
Bron: CBS, ICT-gebruik bij bedrijven; bedrijfstak en bedrijfsgrootte, 2021 (CBS, 2019a, 2020b, 2021e, 2022b)

In figuren 2.1.5(a) en 2.1.5(b) wordt de organisatie van de ICT-veiligheidswerkzaamheden onder de loep genomen. Per grootteklasse en bedrijfstak wordt gekeken wie de ICT-veiligheidswerkzaamheden binnen het bedrijf uitvoert: het eigen personeel, een extern bedrijf of een mix van beide. Vanaf het jaar 2020 worden deze resultaten ook voor zzp’ers weergegeven. In 2020 is de vraagstelling wel enigszins veranderd; vanaf dat moment is de optie ‘niet van toepassing’ namelijk toegevoegd. In de jaren daarvoor was deze optie er niet en moesten bedrijven aangeven of de ICT-veiligheidswerkzaamheden werden uitgevoerd of werden uitbesteed (of een mix daarvan). Deze verandering is waarschijnlijk de oorzaak van de verschuiving die zichtbaar is in de resultaten vanaf 2020, vooral onder de kleinere bedrijven.

Figuur 2.1.5(a) laat zien dat de ICT-veiligheidswerkzaamheden het vaakst volledig worden uitbesteed door kleine bedrijven (10 tot 50 werknemers). Bij grote bedrijven (250 of meer werknemers) worden de maatregelen juist het vaakst deels uitbesteed en deels door het eigen personeel uitgevoerd. Dit laatste is niet opmerkelijk omdat een groot bedrijf meer personeel beschikbaar heeft om standaardmaatregelen zelf uit te voeren en daarnaast over de middelen beschikt om complexere zaken uit te besteden. Bij zzp’ers en microbedrijven (2 tot 10 werkzame personen) komt de optie ‘Niet van toepassing’ het vaakst voor. Dit komt overeen met de constatering dat door kleinere bedrijven minder maatregelen worden genomen dan door grote bedrijven. In alle grootteklassen lijkt de optie ‘Niet van toepassing’ door de tijd heen wel toe te nemen. Ook lijkt het erop dat de ICT-veiligheidswerkzaamheden steeds vaker volledig door het eigen personeel worden uitgevoerd, vooral bij grotere bedrijven (10 of meer werknemers).

Figuur 2.1.5(b) laat tot slot zien dat bedrijven in de ICT-sector vaak in staat zijn om de ICT-veiligheidswerkzaamheden zelf uit te voeren; zo’n 54 procentdoet dit volledig zelf. Ook dit is niet opmerkelijk omdat het te verwachten is dat bij deze bedrijven voldoende expertise voorhanden is om de ICT-beveiliging zelf uit te voeren. In de bedrijfstakken ‘Zorg’ en ‘Industrie’ worden de ICT-beveiligingswerkzaamheden bij zo’n 40 procentvan de bedrijven volledig uitbesteed. De Horeca heeft het meest gebruik gemaakt van de nieuwe categorie ‘Niet van toepassing’: ruim twee derde van de horecabedrijven zegt dat ICT-beveiligingswerkzaamheden niet van toepassing. Dit hangt waarschijnlijk samen met het feit dat de Horeca relatief weinig ICT-maatregelen neemt, zodat ICT-veiligheidswerkzaamheden vaker niet aan de orde zijn.

2.2 Websites

Deze paragraaf beschrijft de maatregelen die bedrijven nemen om de beveiliging en betrouwbaarheid van hun websites te verhogen. Het gebruik van veilige en moderne internetstandaarden speelt hierbij een belangrijke rol.

2.2.1 Aandeel .nl-domeinnamen met DNSSEC-beveiliging stijgt

DNSSEC is een beveiligingssysteem voor het Domain Name System (DNS), oftewel het internet-telefoonboek dat zorgt voor de vertaling van domeinnamen naar IP-adressen. DNSSEC breidt DNS uit met een extra beveiliging. Met alleen DNS is de vertaling van een domeinnaam namelijk niet beveiligd. Hierdoor kan een kwaadwillende het internetverkeer van een gebruiker omleiden naar een vals IP-adres en vervolgens vertrouwelijke gegevens of zelfs geld ontfutselen. Met DNSSEC wordt bij de vertaling van domeinnaam naar IP-adres een digitale handtekening toegevoegd die een internetgebruiker automatisch kan laten controleren. Hierdoor wordt het omleiden naar een vals IP-adres voorkomen. DNSSEC is daarmee een belangrijk wapen in de strijd tegen phishing en pharming.[voetnoot: Bij pharming probeert een cybercrimineel gegevens van gebruikers te verkrijgen door ze naar een nepversie van een echte website te leiden. Bij phishing probeert een cybercrimineel op een meer directe manier gegevens van een gebruiker te verkrijgen door personen te benaderen met e-mails die lijken op de e-mail van een bank met een verzoek om inloggegevens te geven. ]De domeinregistratie en het bijhouden van het gebruik van DNSSEC in Nederland wordt uitgevoerd door de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN).

2.2.1 Percentage .nl-domeinnamen met DNSSEC
Jaar% van aantal .nl-domeinnamen (% van .nl-domeinnamen)
feb '1327,1
mrt '1327,5
apr '1327,6
mei '1328,5
jun '1328,6
jul '1328,8
aug '1328,8
sep '1330,2
okt '1330,3
nov '1331,1
dec '1331,1
jan '1431,2
feb '1431,2
mrt '1431,2
apr '1431,1
mei '1431,2
jun '1431,7
jul '1432,2
aug '1433,8
sep '1433,8
okt '1433,8
nov '1434,6
dec '1440,6
jan '1540,8
feb '1541,0
mrt '1543,2
apr '1543,7
mei '1543,6
jun '1543,6
jul '1543,6
aug '1543,8
sep '1543,6
okt '1544,0
nov '1543,9
dec '1544,3
jan '1644,3
feb '1644,0
mrt '1644,5
apr '1644,2
mei '1644,2
jun '1644,2
jul '1644,7
aug '1645,0
sep '1645,0
okt '1645,0
nov '1645,5
dec '1645,5
jan '1745,5
feb '1745,6
mrt '1745,7
apr '1746,0
mei '1746,4
jun '1747,2
jul '1747,7
aug '1748,5
sep '1748,8
okt '1749,0
nov '1749,2
dec '1749,3
jan '1849,3
feb '1849,4
mrt '1849,7
apr '1852,0
mei '1852,2
jun '1852,3
jul '1852,6
aug '1852,7
sep '1853,1
okt '1853,3
nov '1853,4
dec '1853,5
jan '1953,8
feb '1954,0
mrt '1954,2
apr '1954,3
mei '1954,5
jun '1954,4
jul '1954,4
aug '1954,5
sep '1954,6
okt '1954,6
nov '1954,7
dec '1954,8
jan '2054,9
feb '2055,0
mrt '2055,2
apr '2055,4
mei '2055,5
jun '2055,5
jul '2055,5
aug '2055,5
sep '2055,5
okt '2055,4
nov '2055,7
dec '2055,9
jan '2156,2
feb '2156,2
mrt '2156,4
apr '2156,2
mei '2156,1
jun '2156,0
jul '2156,6
aug '2157,0
sep '2157,1
okt '2157,1
nov '2157,0
dec '2157,1
jan '2257,3
feb '2257,3
mrt '2257,3
apr '2257,4
mei '2257,4
jun '2257,5
jul '2257,8
aug '2257,8
sep '2257,8
okt '2257,8
nov '2257,9
dec '2258,3
jan '2358,4
feb '2358,4
mrt '2358,3
apr '2358,3
mei '2358,4
jun '2359,2
Bron: SIDN, 2022

Figuur 2.2.1 toont dat het percentage met DNSSEC-beveiligde .nl-websites in de periode 2014 — 2024 is toegenomen tot bijna 62 procent. In de eerste jaren was deze toename groter dan in de latere jaren. Toch is dit percentage in 2024 weer wat sneller gestegen te zien ten opzichte van het jaar daarvoor. Tussen 2023 en 2024 nam het percentage met DNSSEC-beveiligde .nl-websites namelijk toe met ongeveer 3 procent.

2.2.2 Gebruik van internetstandaarden bij websites van bedrijven in Nederland

In de CBS-publicatie ‘Toepassing van Internetstandaarden voor websites van bedrijven’ (CBS, 2024) wordt een representatieve steekproef van websites van bedrijven met de webtool Internet.nl van Platform Internetstandaarden gescand om de mate van standaardisatie van websites van bedrijven in Nederland te bepalen. Deze mate van standaardisatie wordt uitgedrukt in een eindscore tussen de 0% en 100%, waarbij 100% betekent dat een website aan alle internetstandaarden volgens de norm van Platform internetstandaarden voldoet.[voetnoot: Een score van 100 procent wil echter nog niet zeggen dat een online dienst per definitie veilig is; er zijn nog meer aspecten die een rol spelen. De Internet.nl-test is dus een test op het gebruik van de juiste internetstandaarden en geen veiligheidstest.] Het toepassen van internetstandaarden, zoals het gebruik van een domein-handtekening of HTTPS bij een website, is belangrijk omdat het de veiligheid, betrouwbaarheid en toegankelijkheid van het internet verhoogt.

Standaardisatie van websites van bedrijven neemt gestaag toe

De gemiddelde Internet.nl-eindscore per bedrijfsgrootte is per jaar voor alle bedrijfsgrootteklassen ongeveer gelijk en neemt per jaar gestaag toe (zie figuur 2.2.2). Zo is de gemiddelde Internet.nl-eindscore voor alle bedrijven met een website met twee of meer werknemers gestegen van 60,3 procent in 2020 naar 65,5 procent in april 2024. Dit laat zien dat bedrijven in Nederland steeds beter de juiste internetstandaarden voor hun website toepassen.

Ook de Internet.nl-eindscore per bedrijfstak is gestegen sinds 2020, zoals weergegeven in figuur 2.2.3. Met name de bedrijfstak ‘Financiële dienstverlening’ heeft het afgelopen jaar relatief veel aandacht besteed aan het implementeren van veiligheidsstandaarden voor hun website. Opvallend is wel dat de eindscore van de ICT‐sector in april 2024 is gedaald ten opzichte van april 2023: van 72,2 procent naar 66,5 procent. Ook enkele andere sectoren vertonen tussen april en december 2023 een daling in de eindscore. Deze dalingen komen met name door een daling van het aantal bedrijven dat slaagt voor de categorie IPv6, de moderne standaard voor het IP-adres. Zie voor meer informatie hierover de publicatie ‘Toepassing van Internetstandaarden voor websites van bedrijven’ (CBS, 2024).

2.2.2 Gemiddelde eindscore op Internet.nl per bedrijfsgrootteklasse.
 20242023/dec2023/apr202220212020
2 of meer werkzame personen65,496264,795765,12864,296762,990260,2582
250 of meer werkzame personen67,17766,121763,873165,551763,905659,1599
50 tot 250 werkzame personen65,919765,208563,333163,431661,609757,9416
10 tot 50 werkzame personen65,092864,59464,689663,918962,817659,21
2 tot 10 werkzame personen65,536864,800565,300664,41363,09360,751
ZZP`ers66,453565,966365,9119

2.2.3 Gemiddelde eindscore op Internet.nl per bedrijfstak met 2 of meer werknemers.
 20242023/dec2023/apr202220212020
ICT-sector66,548965,244872,189367,442964,594461,4255
Gezondheid en welzijnszorg69,077568,834963,151664,674965,033362,7654
Verhuur/Overige zakelijke dnst.65,795266,147868,657165,173966,589962,8383
Special. zakelijke dienstver.67,49465,771266,191668,152367,413160,8665
Verhuur/Handel onr.goed61,567360,858162,258963,495359,365558,7703
Financiële dienstverlening75,525475,555460,848567,003861,066557,4777
Informatie/Communicatie67,244166,029670,363967,995464,888461,3975
Horeca70,785867,959571,063262,836960,23563,2981
Vervoer/Opslag67,90466,798364,970162,786365,180257,0039
Handel61,852862,007964,029663,09363,225759,2627
Bouwnijverheid62,562462,541764,905264,44964,745457,3998
Energie/Water/Afval63,903363,728957,155961,4963,478656,9504
Industrie64,260264,473963,869462,884462,035857,4035

Kleinere bedrijven lopen voorop met IPv6, grote bedrijven met HSTS

Alhoewel de eindscore vrij gelijkmatig over de verschillende bedrijfsgrootteklassen verdeeld is, vertonen de onderliggende subtesten waarop de eindscore gebaseerd is wel duidelijke verschillen afhankelijk van de bedrijfsgrootteklasse. Kleinere bedrijven hebben bijvoorbeeld vaker een website die bereikbaar is via een modern IPv6 internetadres (Figuur 2.2.4) (36 procent). IPv6 is de opvolger van IPv4, dat tegen zijn tijd aanloopt wat betreft het aantal beschikbare adressen dat dit internetprotocol aanbiedt. Ondersteunen van IPv6 is belangrijk om het internet ook in de toekomst toegankelijk te houden. Dat grote bedrijven nog niet zo hoog scoren (26 procent) komt waarschijnlijk omdat de website van grote bedrijven vaak op eigen, misschien al wat oudere servers draait. Ondersteunen van IPv6 vereist dus een behoorlijke investering terwijl het niet direct op korte termijn veel voordeel oplevert: het raakt niet aan de veiligheid van de website, alleen aan de toegankelijkheid in de toekomst.

2.2.4 Percentage van bedrijven met website met geslaagde website-test `IPv6-bereikbaarheid van webservers' per bedrijfsgrootteklasse.
 20242023/dec2023/apr202220212020
2 of meer werkzame personen34,513333,860638,378435,749133,610228,7308
250 of meer werkzame personen25,642624,366920,050723,811221,96814,569
50 tot 250 werkzame personen28,486327,993124,103526,651523,051418,1452
10 tot 50 werkzame personen31,055130,930229,290329,464829,000722,6436
2 tot 10 werkzame personen35,598834,840240,911937,842835,451431,5388
ZZP`ers48,095445,579244,148

Aan de andere kant is te zien dat grote bedrijven juist weer goed scoren op het ondersteunen van HSTS, oftewel HTTPS Strict Transport Security (Figuur 2.2.5). Websites met HSTS vereisen dat de webbrowser de website alleen via het beveiligde HTTPS kunnen benaderen en niet via het onveilige HTTP-protocol. Dat grote bedrijven hier weer hoger op scoren komt waarschijnlijk omdat deze instelling met de juiste kennis op netwerk niveau ingesteld kan worden en het direct de veiligheid van de website te goede komt. Bij IPv6 wordt gebruikgemaakt van de hardware van de webserver, terwijl ondersteuning van HSTS vereist dat op netwerkniveau een IT-specialist de juiste instellingen gekozen heeft. Uit eerder gepubliceerde cijfers op statline blijkt dat grote bedrijven vaker ICT-specialisten in dienst hebben (CBS, 2021c). Zie voor een volledig overzicht van alle internetstandaarden de publicatie Toepassing van Internetstandaarden voor websites van bedrijven (CBS, 2024).

2.2.5 Percentage van bedrijven met website met geslaagde website-test `HSTS policy aangeboden' per bedrijfsgrootteklasse.
 20242023/dec2023/apr202220212020
2 of meer werkzame personen13,459412,492212,315712,404311,966112,492
250 of meer werkzame personen37,043936,298629,97937,708336,89834,9956
50 tot 250 werkzame personen27,716526,937122,711826,489524,315122,0194
10 tot 50 werkzame personen16,127615,578815,074716,739615,59513,9036
2 tot 10 werkzame personen11,965410,902811,160510,327510,074210,9487
ZZP`ers4,695997,212959,3434

3. Cybersecurityincidenten

Hoofdstuk 3 Cybersecurityincidenten

In het voorgaande hoofdstuk werd gekeken naar de maatregelen die bedrijven en personen nemen om meer cyberweerbaar te worden. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ICT-veiligheidsincidenten die plaatsvinden, ondanks de genomen maatregelen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen interne incidenten, die door onopzettelijk of eigen toedoen ontstaan, en incidenten ten gevolge van een aanval van buitenaf. Bij het laatste type incident wordt ook wel gesproken van ‘cybercrime’. Cybercrime kan worden omschreven als ‘alle delicten die gepleegd worden met behulp van ICT’ (CBS, 2017a). Het gaat hierbij dus over strafbare feiten gepleegd door cybercriminelen, zoals online fraude, DDoS-aanvallen en inbraak in computers.

3.1 Bedrijven

3.1.1 Type ICT-veiligheidsincidenten

In de ICT-enquête onderscheiden we twee soorten ICT-veiligheidsincidenten: incidenten door eigen toedoen en incidenten als gevolg van een aanval van buitenaf. Voor beide soorten incidenten onderscheiden we drie varianten: uitval van een ICT-systeem, datavernietiging (vernietiging of verminking van elektronische gegevens) en dataonthulling (onthulling van vertrouwelijke elektronische gegevens). Hiermee komen we op zes typen ICT-veiligheidsincidenten in totaal.

Intermezzo: Overzicht ICT-veiligheidsincidenten

De drie ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak zijn:

  1. Uitval van ICT-systeem als gevolg van een ICT-gerelateerd veiligheidsincident, zoals een hardware- of softwarestoring.

  2. Datavernietiging of dataverminking als gevolg van een ICT-gerelateerd veiligheidsincident, zoals een hardware- of softwarestoring.

  3. Dataonthulling door onopzettelijk toedoen van eigen personeel.

De drie ICT-veiligheidsincidenten door een aanval van buitenaf zijn:

  1. Uitval van ICT-systeem ten gevolge van een aanval van buitenaf, zoals een DDoS- of ransomwareaanval waarbij ICT-systemen niet meer gebruikt kunnen worden.

  2. Datavernietiging of dataverminking ten gevolge van een infectie met kwaadaardige software of door ongeoorloofde elektronische toegang.

  3. Dataonthulling door cyberinbraak, phishing of pharming. [voetnoot: Zie voetnoot paragraaf 2.2.1 in hoofdstuk 2 voor een toelichting van phishing en pharming. ]

3.1.1 ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak (a) of door een aanval van buitenaf (b) per grootteklasse
3.3.1a *{stroke-linejoin: round; stroke-linecap: butt} 2024-06-21T07:26:04.149274 image/svg+xml Matplotlib v3.9.0, https://matplotlib.org/

Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021e, 2022f, 2023g)

3.1.2 Cybersecurityincidenten per bedrijfsgrootteklasse

In de ICT‐enquête wordt aan een representatieve steekproef van bedrijven gevraagd hoe vaak ze te maken hebben gehad met elk van de eerder genoemde ICT‐veiligheidsincidenten. Ook wordt gevraagd of er kosten werden gemaakt ten gevolge van de ICT‐veiligheidsincidenten. Deze vragen zijn inmiddels zeven opeenvolgende jaren voorgelegd. In het volgende deel worden de resultaten eerst per bedrijfsgrootteklasse besproken. Daarna wordt gekeken naar de ontwikkeling van ICT‐veiligheidsincidenten per bedrijfstak.

Grote bedrijven hebben vaker incidenten dan kleine bedrijven

In figuren 3.1.1(a) en 3.1.1(b) wordt per bedrijfsgrootteklasse het percentage van bedrijven getoond dat minstens één ICT‐veiligheidsincident heeft gehad als gevolg van een interne oorzaak (a) of een aanval van buitenaf (b). Voor beide figuren worden dus de hiervoor genoemde type incidenten (uitval ICT-systeem, datavernietiging en dataonthulling) samengenomen. Het lichtgekleurde deel van de staafdiagrammen geeft het percentage bedrijven dat aangeeft dat er kosten met het ICT-incident gemoeid waren.

Grote bedrijven hebben over de jaren heen consistent meer incidenten dan kleine bedrijven. Dit geldt voor zowel interne incidenten als incidenten door een aanval van buitenaf. Voor dit patroon kunnen meerdere oorzaken zijn. Bij interne incidenten, zoals uitval van ICT-systemen door hardware of software storingen, kan meespelen dat grote bedrijven vaker een grotere en complexere ICT-infrastructuur hebben. Een groter aantal computers of meer hardware binnen een bedrijf gaat immers gepaard met een grotere kans dat er schade aan één van de systemen optreedt. Bij incidenten door een aanval van buitenaf is het daarnaast aannemelijk dat grote bedrijven interessanter zijn voor cybercriminelen. Bij grote bedrijven valt immers meer te halen en daar is de (publiciteits)schade groter. Tot slot kan meespelen dat grote bedrijven vaak meer ICT-specialisten in dienst hebben. Hierdoor kan de kans op detectie van ICT‐veiligheidsincidenten groter zijn.

Aantal bedrijven met ICT-veiligheidsincidenten neemt af

In figuren 3.1.1(a) en 3.1.1(b) is te zien dat het totale aantal ICT‐veiligheidsincidenten met zowel een interne oorzaak (a) als door een aanval van buitenaf (b) is afgenomen. Deze daling is zichtbaar voor bedrijven in alle bedrijfsgrootteklassen. In 2016 had bijvoorbeeld nog bijna 40 procent van de grootste bedrijven een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf, terwijl dit in 2022 nog maar 18 procent was.

De daling van het aantal incidenten met een interne oorzaak is dit niet consistent, maar schommelt over de tijd. Voor de grootste bedrijven zien we bijvoorbeeld een toename voor de jaren 2017 – 2019, gevolgd door een afname voor de jaren 2020 – 2022. Dit kan te maken hebben met het feit dat interne incidenten niet per se te voorkomen zijn; een hardwareonderdeel kan nu eenmaal kapotgaan. De afname in 2020 is mogelijk deels te verklaren doordat de uitleg van de categorie ‘dataonthulling door eigen personeel’ is gewijzigd. Vanaf 2020 is hier namelijk uitdrukkelijk bij vermeld dat het gaat om onopzettelijke dataonthulling door eigen personeel, en niet om opzettelijk toedoen. Omdat het bij opzettelijke incidenten gaat om cybercrime, zijn dit eigenlijk incidenten die veroorzaakt worden door een aanval van buitenaf. Dit kan hebben geleid tot een afname van het aantal gerespondeerde incidenten door een interne oorzaak.

Een derde van de ICT-veiligheidsincidenten gaat gepaard met kosten

Ten slotte laten figuren 3.1.1(a) en 3.1.1(b) ook zien dat lang niet alle ICT-veiligheidsincidenten ook gepaard gaan met kosten. Dit geldt voor ICT‐veiligheidsincidenten met zowel een interne oorzaak als door een aanval van buitenaf. In 2016–2019 had ongeveer de helft van de bedrijven met ten minste één ICT-veiligheidsincident ook daadwerkelijk kosten aan het incident. In 2020–2022 was dit nog maar het geval bij ongeveer een derde van de bedrijven. Sinds 2020 wordt aan bedrijven ook gevraagd hoe hoog de kosten waren als percentage van de omzet. Deze resultaten worden later in dit hoofdstuk besproken.

3.1.2 ICT-veiligheidsincidenten met een interne oorzaak (a) of door een aanval van buitenaf (b) per bedrijfstak voor bedrijven met 2 of meer werknemers
3.1.2 *{stroke-linejoin: round; stroke-linecap: butt} 2024-06-21T07:25:58.263349 image/svg+xml Matplotlib v3.9.0, https://matplotlib.org/

Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021e, 2022f, 2023g)

3.1.3 Cybersecurityincidenten per bedrijfstak

Figuren 3.1.2(a) en 3.1.2(b) tonen het aandeel van bedrijven zien met ten minste één ICT-veiligheidsincident met een interne oorzaak (a) of door een aanval van buitenaf (b) per bedrijfstak voor bedrijven met twee of meer werknemers. Het lichtgekleurde deel van de staafdiagrammen geeft het percentage weer dat aangeeft dat er ook kosten aan de ICT-veiligheidsincidenten verbonden waren.

Figuur 3.1.2(a) laat zien dat ook per bedrijfstak het aandeel bedrijven met ten minste één ICT-veiligheidsincident met een interne oorzaak in de periode 2019 – 2022 behoorlijk is afgenomen. Deze trend kan mogelijk deels worden verklaard door de eerdergenoemde aanpassing in de vraagstelling. In de bedrijfstakken ‘Gezondheids- en welzijnszorg’ en ‘Financiële dienstverlening’ had een kleine 20 procent van de bedrijven in 2022 ten minste één intern ICT-veiligheidsincident. Ongeveer een vijfde van deze bedrijven gaf aan dat deze incidenten ook gepaard gingen met kosten. In de bedrijfstakken ‘Industrie’ en ‘ICT’ had respectievelijk 13 en 15 procent van de bedrijven een intern ICT-veiligheidsincident. In de bedrijfstak ‘Horeca’ traden de ICT-veiligheidsincidenten het minst vaak op: in 2022 had ongeveer 9 procent van de horecabedrijven ten minste één ICT-veiligheidsincident met een interne oorzaak. Op zich is dit niet vreemd, omdat de mate van digitalisering in de horeca lager is vergeleken met andere bedrijfstakken (CBS, 2021c). Hierdoor is de kans op uitval door een hardware- of softwarestoring ook kleiner.

Figuur 3.1.2(b) toont tot slot dat het aandeel van bedrijven dat ten minste één ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf meldt vanaf 2019 is afgenomen. Hoewel er van jaar op jaar soms een kleine stijging te zien is, is er over het algemeen sprake van een dalende trend. Dit geldt voor zowel het totale aantal ICT-veiligheidsincidenten als het aandeel dat gepaard ging met kosten.

3.1.3 ICT-veiligheidsincidenten per categorie per grootteklasse
3.1.3 *{stroke-linejoin: round; stroke-linecap: butt} 2024-06-21T07:25:17.945416 image/svg+xml Matplotlib v3.9.0, https://matplotlib.org/

Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021e, 2022f, 2023g)

3.1.4 ICT-veiligheidsincidenten per categorie per bedrijfstak

3.1.4 *{stroke-linejoin: round; stroke-linecap: butt} 2024-06-21T07:25:09.769088 image/svg+xml Matplotlib v3.9.0, https://matplotlib.org/

Bron: CBS (2017f, 2018f, 2019f, 2020f, 2021e, 2022f, 2023g)

3.1.4 Cybersecurityincidenten per type incident

In dit deel bekijken we de bijdragen van de drie afzonderlijke type ICT-veiligheidsincidenten: uitval van ICT-systemen, datavernietiging en dataonthulling.

Cybersecurityincidenten per type incident per bedrijfsgrootteklasse

Figuur 3.1.3 toont per bedrijfsgrootteklasse het percentage van bedrijven dat ten minste één uitval van een ICT-systeem, datavernietiging, of dataonthulling had als gevolg van een interne oorzaak (a1, b1, c1) of een aanval van buitenaf (a2, b2, c2).

Tot nu toe zagen we dat het aandeel van bedrijven met een ICT-veiligheidsincident als gevolg van een interne oorzaak toeneemt met de bedrijfsgrootteklasse. Figuur 3.1.3(a1) laat nu zien dat deze toename voornamelijk is toe te schrijven aan de uitval van een ICT-systeem door een hardware- of softwarestoring. Van de bedrijven met 2 tot 10 werkzame personen had bijvoorbeeld 9 procent in 2022 ten minste één uitval door een storing, terwijl dit voor bedrijven met meer dan 250 werkzame personen 37 procent was. De overige twee incidenten, zoals getoond in de figuren 3.1.3(b1, c1), kwamen ook vaker voor bij grote bedrijven. Maar omdat deze incidenten minder vaak voorkwamen, droegen ze minder bij aan het totaal van interne incidenten.

Ook in de onderliggende categorieën van incidenten is de daling van het aantal bedrijven met ten minste één intern ICT-veiligheidsincident grotendeels zichtbaar. De ontwikkeling over de tijd per incident is echter minder eenduidig. Bijvoorbeeld, tot aan 2019 was er een toename te zien in dataonthulling als gevolg van interne incidenten bij grote bedrijven met 250 of meer werknemers, zoals weergegeven in figuur 3.1.3(c1), terwijl er vanaf 2020 weer een afname te zien is. Een vergelijkbaar patroon is waarneembaar voor de uitval van ICT-systemen, zoals weergegeven in figuur 3.1.3(a1). Deze trends wijken dus af van de ontwikkeling van het totale aantal interne incidenten.

Figuren 3.1.3(a2, b2, c2) laten verder zien dat alle typen incidenten als gevolg van een aanval van buitenaf vaker voorkomen bij grote bedrijven dan bij kleine bedrijven. Dit komt ook overeen met het eerder beschreven patroon voor het totaal van incidenten door een aanval van buitenaf. Tot slot zagen we eerder dat er sprake was van een afname van het aandeel bedrijven met ten minste één ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf. In figuren 3.1.3(a2, b2, c2) is nu te zien dat deze afname vooral toe te schrijven is aan de afname van het aandeel bedrijven met een uitval van een ICT-systeem en datavernietiging door een aanval van buitenaf. Het aandeel bedrijven dat een dataonthulling als gevolg van een cyberinbraak meldt, is juist toegenomen over de afgelopen jaren. De ontwikkelingen variëren dus sterk naar het type incident.

Cybersecurityincidenten per type incident per bedrijfstak

Figuur 3.1.4 laat per bedrijfstak het percentage van bedrijven zien dat ten minste één uitval van een ICT-systeem, datavernietiging, of dataonthulling had als gevolg van een interne oorzaak (a1, b1, c1) of een aanval van buitenaf (a2, b2, c2). Net zoals bij de afname van ICT-veiligheidsincidenten per bedrijfsgrootteklasse, zien we voor bijna alle bedrijfstakken een afname van het percentage bedrijven dat een ICT-veiligheidsincident met een interne oorzaak en door een aanval van buitenaf meldt. Opvallend genoeg geldt dit in 2022 ten opzichte van 2016 niet voor de bedrijfstakken ‘Financiële diensten’ en ‘Zorg’; we zien bij dataonthulling door een intern incident een toename, zoals getoond in figuur 3.1.4(c1). Ook zien we bij bijna alle bedrijfstakken dat het aandeel bedrijven dat een dataonthulling als gevolg van een cyberinbraak meldt, is toegenomen.

3.1.5 Kostenverdeling van de ICT-veiligheidsincidenten

Kostenverdeling van ICT-veiligheidsincidenten met interne oorzaak

3.1.5(a) Percentage van bedrijven per grootteklasse die kosten hadden na een intern ICT-veiligheidsincident, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincidentJaar<1% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)≥50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)
1 (zzp'ers)'201,30,20,10,100
1 (zzp'ers)'210,700,20,100
1 (zzp'ers)'220,50,20,3000
2 - (totaal)'203,40,50,20,100
2 - (totaal)'212,20,40,200,10
2 - (totaal)'2220,10,20,100
2 - 9'202,60,40,10,100
2 - 9'211,40,40,200,10
2 - 9'221,30,10,30,100
10 - 49'206,10,90,3000
10 - 49'215,40,60,4000
10 - 49'224,30,40,1000
50 - 249'209,90,70,10,100
50 - 249'218,60,60,20,100
50 - 249'227,40,40,1000
250 -'2012,80,90,5000
250 -'21150,70,3000
250 -'2212,20,50000

3.1.5(b) Percentage van bedrijven per bedrijfstak met 2 of meer werknemers die kosten hadden na een intern ICT-veiligheidsincident, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincidentJaar<1% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)≥50% van de totale omzet (% van bedrijven met intern ICT-veiligheidsincident)
Financ. dnstverl.'205,82,10,5000
Financ. dnstverl.'216,20,20,6000
Financ. dnstverl.'222,61,60000
Spc.Zakelk. dnstverl.'204,410,3000
Spc.Zakelk. dnstverl.'2130,60,4000
Spc.Zakelk. dnstverl.'222,30,20,1000
Industrie'204,30,40,4000
Industrie'213,70,50,2000
Industrie'222,90,20000
Vervoer/ opslag '204,60,30,10,600
Vervoer/ opslag '212,50,100,100
Vervoer/ opslag '222,50,10000
Energie/ water/afval'203,90,90000
Energie/ water/afval'21300000
Energie/ water/afval'222,901000
Horeca'202,50,20,2000
Horeca'210,60,70,100,50
Horeca'2210,20,5000
Gezondheid/ welzijnsz.'205,21,10,2000
Gezondheid/ welzijnsz.'2130,40000
Gezondheid/ welzijnsz.'223,200,2000

Figuren 3.1.5(a) en 3.1.5(b) laten per bedrijfsgrootteklasse (a) en bedrijfstak (b) de hoogte van de kosten van de interne ICT-veiligheidsincidenten zien als percentage van de omzet. De hoogte van de samengestelde staafjes geeft het percentage weer van de bedrijven die kosten hadden aan een intern ICT-veiligheidsincident. De staafjes komen dus overeen met de hoogte van de lichtgekleurde delen van de staafjes in de figuren 3.1.1(b) en 3.1.2(b). Met kleur is aangegeven hoe hoog de kosten waren als percentage van de totale omzet van het bedrijf. De percentages zijn opgedeeld in zes categorieën: ‘Minder dan 1%’, ‘1 tot 2%’, ‘2 tot 5%’, ‘5 tot 10%’, ‘10 tot 50%’, of ‘50% of meer’.

Uit figuur 3.1.5(a) blijkt dat in 2022 in de meeste gevallen de kosten minder dan 1 procent van de bedrijfsomzet bedroegen. Bij een klein deel van de bedrijven waren de kosten meer dan 1 procent van de omzet. In 2022 meldde bijvoorbeeld 0,1 procent van de kleine bedrijven (2 tot 10 werknemers) met ten minste één ICT-veiligheidsincident dat de kosten tussen 5 tot 10 procent van de totale omzet waren. Bij deze bedrijven moeten de incidenten dus een behoorlijk grote impact hebben gehad.

Figuur 3.1.5(b) laat daarnaast zien dat het aandeel bedrijven met kosten aan een intern ICT-veiligheidsincident in de bedrijfstak ‘Financiële dienstverlening’ flink is gedaald. Toch waren er in deze bedrijfstak alsnog relatief veel bedrijven waarbij de kosten hoger waren dan één procent van de bedrijfsomzet. In de bedrijfstak ‘Energie/water/afval’ steeg het aandeel bedrijven met kosten aan een intern ICT-veiligheidsincident juist behoorlijk, met name waar de kosten tussen de 2 en 5 procent van de totale omzet waren. In de horeca bleef het aandeel met kosten in 2022 ongeveer gelijk, maar daalde de hoogte van de kosten als percentage van de bedrijfsomzet.

Kostenverdeling van ICT-veiligheidsincidenten door aanval van buitenaf

3.1.6(a) Percentage van bedrijven per grootteklasse die kosten hadden na een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanvalJaar<1% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)≥50% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)
1 (zzp'ers)'200,50,10,100,10
1 (zzp'ers)'210,30,30,1000
1 (zzp'ers)'220,1000,300
2 - (totaal)'201,60,40,10,100
2 - (totaal)'211,20,20,2000
2 - (totaal)'2210,30,1000
2 - 9'201,30,30,10,100
2 - 9'210,90,20,2000
2 - 9'220,70,30,1000
10 - 49'202,70,40,3000
10 - 49'212,40,30,30,100
10 - 49'221,90,10,1000
50 - 249'204,10,70,30,100
50 - 249'212,80,30,7000
50 - 249'222,40,20,1000
250 -'2070,50,50,10,10
250 -'215,710,50,100
250 -'224,30,60,10,100

3.1.6(b) Percentage van bedrijven per bedrijfstak met 2 of meer werknemers die kosten hadden na een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf, uitgesplitst naar de hoogte van de kosten als percentage van de omzet.
% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanvalJaar<1% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)1 tot 2% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)2 tot 5% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)5 tot 10% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)10 tot 50% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)≥50% van de totale omzet (% van bedrijven met ICT-veiligheidsincident door aanval)
Financ. dnstverl.'201,90,3000,10
Financ. dnstverl.'211,61,20,6000
Financ. dnstverl.'220,40,30,11,100
Spc.Zakelk. dnstverl.'2010,60,30,10,10,1
Spc.Zakelk. dnstverl.'211,30,20,50,200
Spc.Zakelk. dnstverl.'220,70,20,2000
Industrie'202,10,30,3000
Industrie'211,60,20,20,100
Industrie'221,20,10,1000
Vervoer/ opslag '201,90,30,10,600
Vervoer/ opslag '211,80,200,100
Vervoer/ opslag '220,800000
Energie/ water/afval'201,600000
Energie/ water/afval'211,200000
Energie/ water/afval'220,60000,10
Horeca'201,80,10000
Horeca'210,10,20000
Horeca'220,20,50000
Gezondheid/ welzijnsz.'200,40,300,300
Gezondheid/ welzijnsz.'211,500000
Gezondheid/ welzijnsz.'22100000

Figuren 3.1.6(a) en 3.1.6(b) laten per bedrijfsgrootteklasse (a) en bedrijfstak (b) de hoogte zien van de kosten van de ICT-veiligheidsincidenten als gevolg van een aanval van buitenaf als percentage van de omzet. De hoogte van de samengestelde staafjes geeft het percentage weer van de bedrijven die kosten hadden aan een ICT-veiligheidsincident van buitenaf. De staafjes komen dus overeen met de hoogte van de lichtgekleurde delen van de staafjes in de figuren 3.1.1(a) en 3.1.2(a). Met kleur is weer aangegeven hoe hoog de kosten waren als percentage van de totale omzet van het bedrijf.

Ook in deze figuren is te zien dat het aandeel bedrijven met kosten aan een ICT-veiligheidsincident door een aanval van buitenaf in 2022 is afgenomen. In de meeste gevallen bedroegen de kosten minder dan 1 procent van de omzet van het bedrijf. Bij een klein deel van de bedrijven waren de kosten meer dan 1 procent van de omzet. Figuur 3.1.6(b) laat echter zien dat, in tegenstelling tot het voorgaande jaar, er in 2022 wel bedrijven waren waarbij de hoogte van de kosten tussen de 10 en 50 procent van de bedrijfsomzet was. Dit was relatief vaak het geval in de bedrijfstak ‘Energie/water/afval’. In deze bedrijfstak moeten de ICT‐veiligheidsincidenten dus een behoorlijke impact hebben gehad.

Het aandeel met kosten aan een incident door een aanval van buitenaf is het meest afgenomen in de bedrijfstak ‘Financiële dienstverlening’. De hoogte van de kosten als percentage van de totale omzet is in deze bedrijfstak juist wel behoorlijk gestegen: bij een groot gedeelte van de bedrijven in deze bedrijfstak bedroegen de kosten maar liefst 5 tot 10 procent van de totale bedrijfsomzet.

3.1.6 Ransomwareaanvallen

 
3.1.7(a) Percentage van bedrijven die een ransomwareaanval gehad hebben per bedrijfsgrootteklasse.
populatie2021 (% van bedrijven)2022 (% van bedrijven)
1 (zzp'ers)0,30,5
2 - 90,50,6
10 - 491,20,8
50 - 2492,31,4
250 -42,3

3.1.7(b) Percentage van bedrijven die ransomwareaanval gehad hebben per bedrijfstak met 2 of meer werknemers
populatie2021 (% van bedrijven)2022 (% van bedrijven)
Totaal (2 -)0,70,7
Verhuur/handel onroerend goed1,50,5
Industrie1,20,8
Handel0,80,8
Spec. zakelijke diensten0,80,9
ICT-sector1,31,9

Sinds 2021 wordt er in de ICT-enquête ook specifiek gevraagd naar ransomwareaanvallen (CBS, 2022f2023g). Bij een ransomwareaanval worden de ICT-systemen van een bedrijf of particulier door middel van malware geblokkeerd, om zo het slachtoffer te chanteren om losgeld (‘ransom’) te betalen om de systemen weer vrij te geven. Ransomware wordt door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid als een belangrijk risico voor de nationale veiligheid gezien (NCTV, 2023). Het is daarom belangrijk om te monitoren hoe vaak dit voorkomt bij bedrijven in Nederland.

Aantal ransomwareaanvallen

3.1.8 Aantal ransomwareaanvallen in 2022 per grootteklasse en het percentage per groep
BedrijfsgrootteRansomwareaanval gehad/AantalRansomwareaanval gehad/Percentage
1 werkzame persoon (zzp'er)60000,5
Totaal (2 of meer werkzame personen)23100,7
2 tot 10 werkzame personen17000,6
10 tot 50 werkzame personen4100,8
50 tot 250 werkzame personen1401,4
250 of meer werkzame personen602,3

In 2022 vonden er in totaal 8 310 ransomwareaanvallen plaats bij bedrijven (zie Tabel 3.1.9). Hiervan kwamen er 6 000 voor bij zzp’ers en 2 310 bij bedrijven met twee of meer werkzame personen. Tabel 3.1.9 geeft naast de absolute getallen ook het percentage van bedrijven per grootteklasse weer dat meldt een ransomwareaanval gehad te hebben. Hieruit blijkt dat procentueel gezien grote bedrijven meer last hebben van ransomwareaanvallen dan kleine bedrijven.

3.1.9(a) Percentage van bedrijven met ransomwareaanval die de hulp hebben in geschakeld van de politie per grootteklasse.
populatie2021 (% van bedrijven met ransomwareaanval)2022 (% van bedrijven met ransomwareaanval)
1 (zzp'ers)223,5
2 - (totaal)13,417,8
2 - 95,418
10 - 4921,39
50 - 24934,731,3
250 -34,541,7

3.1.9(b) Percentage van bedrijven met ransomwareaanval die de hulp hebben in geschakeld van de politie per bedrijfstak met 2 of meer werknemers.
populatie2021 (% van bedrijven met ransomwareaanval)2022 (% van bedrijven met ransomwareaanval)
Financ. dnstverl.013,2
Spc.Zakelk. dnstverl.13,65,7
Industrie30,331,8
Vervoer/ opslag 4,52,8
Energie/ water/afval23,20
Horeca00
Gezondheid/ welzijnsz.3,88

Figuren 3.1.7 en  3.1.8 tonen respectievelijk de percentages van bedrijven met een ransomwareaanval per grootteklasse en bedrijfstak voor bedrijven met twee of meer werknemers. Uit figuur 3.1.7 blijkt dat zzp’ers en microbedrijven (2 tot 10 werknemers) in 2022 iets vaker te maken kregen met een ransomwareaanval dan in 2021. Bij grotere bedrijven met 10 of meer werknemers is er juist een afname te zien van het ransomwareaanvallen tussen 2021 en 2022. Figuur 3.1.8 laat daarnaast zien dat bedrijven in de ICT-sector het vaakst werden getroffen door een ransomwareaanval. Ransomwareaanvallen kwamen hier iets vaker voor dan in 2021. In de bedrijfstakken ‘Verhuur/handel onroerend goed’ en ‘Industrie’ daalde het aandeel bedrijven met een ransomwareaanval juist aanzienlijk ten opzichte van een jaar eerder. Een overzicht van alle cijfers is terug te vinden op Statline (CBS, 2023g).

Hulpvraag bij politie en cybersecuritybedrijven

3.1.10(a) Percentage van bedrijven met ransomwareaanval die de hulp hebben in geschakeld van een cybersecuritybedrijf per grootteklasse.
populatie2021 (% van bedrijven met ransomwareaanval)2022 (% van bedrijven met ransomwareaanval)
1 (zzp'ers)0,653,8
2 - (totaal)3936,9
2 - 933,135,3
10 - 494434,6
50 - 24955,951,7
250 -55,961,5

3.1.10(b) Percentage van bedrijven met ransomwareaanval die de hulp hebben in geschakeld van een cybersecuritybedrijf per bedrijfstak met 2 of meer werknemers.
populatie2021 (% van bedrijven met ransomwareaanval)2022 (% van bedrijven met ransomwareaanval)
Financ. dnstverl.6,119,8
Spc.Zakelk. dnstverl.47,826,6
Industrie53,439,7
Vervoer/ opslag 28,37,9
Energie/ water/afval23,20
Horeca47,518,6
Gezondheid/ welzijnsz.13,366,1

Figuren 3.1.10 en 3.1.11 tonen het percentage van de bedrijven die een ransomwareaanval hadden en als gevolg daarvan hulp hebben gevraagd van respectievelijk de politie of een cybersecuritybedrijf. Van alle bedrijven met twee of meer werknemers die een ransomwareaanval gehad hebben schakelde 37 procent in 2022 de hulp in van een cybersecuritybedrijf. Een kleiner aandeel stapte naar de politie (18 procent). Het is hierbij uiteraard mogelijk dat een bedrijf hulp inschakelde van zowel de politie als een cybersecuritybedrijf. Opvallend is wel dat kleinere bedrijven minder vaak de hulp inschakelden van de politie en/of een cybersecuritybedrijf dan grotere bedrijven. Van de microbedrijven (2 tot 10 werkzame personen) stapte bijvoorbeeld 18 procent naar de politie, tegenover 42 procent van de grote bedrijven (250 of meer werkzame personen). Figuur 3.1.10(b) laat tot slot zien dat er ook verschillen waren tussen bedrijfstakken. In de bedrijfstak ‘Gezondheids- en welzijnszorg’ werd bijvoorbeeld veel vaker de hulp ingeschakeld van een cybersecuritybedrijf (66 procent) dan de politie (8 procent), terwijl in de bedrijfstak ‘Industrie’ respectievelijk 40 en 31 procent van de bedrijven naar een cybersecuritybedrijf of de politie stapte.

Grote bedrijven vaker verzekerd tegen ICT-veiligheidsincidenten

3.1.11(a) Percentage van bedrijven met die een verzekering voor ICT-veiligheidsincidenten hebben per grootteklasse.
populatie2021 (% van bedrijven)2022 (% van bedrijven)
1 (zzp'ers)4,84,6
2 - (totaal)16,715,7
2 - 913,612,4
10 - 4929,128,6
50 - 24937,336,2
250 -44,241,9

3.1.11(b) Percentage van bedrijven die een verzekering voor ICT-veiligheidsincidenten hebben per bedrijfstak met 2 of meer werknemers.
populatie2021 (% van bedrijven)2022 (% van bedrijven)
Financ. dnstverl.40,828,3
Spc.Zakelk. dnstverl.22,820,1
Industrie16,617,7
Vervoer/ opslag 12,910,4
Energie/ water/afval13,622,5
Horeca4,98,1
Gezondheid/ welzijnsz.29,824,7

Figuren 3.1.12(a) en 3.1.12(b) laten tot slot zien hoeveel bedrijven per grootteklasse (a) en bedrijfstak (b) een verzekering tegen ICT-veiligheidsincidenten afgesloten hebben. Van alle bedrijven met twee of meer werknemers was 16 procent in 2022 verzekerd tegen ICT-veiligheidsincidenten. Grotere bedrijven waren vaker verzekerd dan kleinere bedrijven. Van de zzp’ers was bijvoorbeeld slechts 5 procent verzekerd, terwijl van de bedrijven met 250 of meer werknemers zo’n 42 procent verzekerd was. Uit figuur 3.1.12(b) blijkt dat de hoogste percentages van verzekerde bedrijven te vinden zijn bij de financiële sector, de gezondheidszorg en de energiesector.

3.1.7 DDoS-aanvallen

3.1.12(a) DDoS-aanvallen per kwartaal¹⁾
KwartaalAanvallen (Aantal DDoS aanvallen)
2022-Q1666
2022-Q2514
2022-Q3442
2022-Q4379
2023-Q1676
2023-Q2408
2023-Q3505
2023-Q4559
Bron: CBS, Bron: NBIP 2023b
¹⁾Van de bij NaWas aangesloten organisaties.

3.1.12(b) DDoS-aanvallen per kwartaal¹⁾
Kwartaal> 4 uur (Aantal DDoS aanvallen langer dan 4 uur)
2022-Q16
2022-Q218
2022-Q312
2022-Q438
2023-Q126
2023-Q236
2023-Q339
2023-Q428
Bron: CBS, Bron: NBIP 2023b
¹⁾Van de bij NaWas aangesloten organisaties.

Bij de Nationale anti-DDoS-Wasstraat (NaWas) werden in 2023 2 148 DDoS-aanvallen (Distributed Denial of Service aanvallen) geteld. Het gaat hier om aanvallen waarbij een aanvallende partij een server tijdelijk of langdurig onbeschikbaar probeert te maken door deze vanaf meerdere kanten te overspoelen met aanvragen. Dit zijn er meer dan in 2022 toen er 2 001 werden geteld, maar minder dan 2021 waarin het er 2 830 waren (NBIB, 2023b). Bij de NaWas zijn rond de 100 deelnemers aangesloten, waaronder voornamelijk internetproviders. Figuur 3.1.13(a) geeft het aantal DDoS-aanvallen zoals per kwartaal door de NaWas gemeten is; figuur 3.1.13(b) geeft het aantal intensieve DDoS-aanvallen met een duur van langer dan 4 uur. De aanvallen richten zich vooral op nationale veiligheidsdiensten, ziekenhuizen, de gezondheidszorg en andere kritieke infrastructuur. De meeste aanvallen vonden plaats in het eerste kwartaal (676) terwijl het aantal aanvallen in de andere kwartalen onder de 600 bleef en in het tweede kwartaal waren er slechts 408 aanvallen. Daarentegen vonden in het tweede en derde kwartaal wel de heftigste aanvallen plaats. Respectievelijk 36 en 39 aanvallen duurden in het tweede en derde kwartaal langer dan 4 uur. In zowel het eerste en vierde kwartaal waren dit er minder dan 30. Ook vond in het tweede kwartaal de krachtigste aanval plaats met een capaciteit van 381 Gbps, even groot als de heftigste aanval in het jaar 2022.

4. Cybercrime

Hoofdstuk 4 Cybercrime

In dit hoofdstuk worden enkele cijfers beschreven over online criminaliteit. Ook wordt ingegaan op de sancties en/of straffen die worden opgelegd voor het plegen van een specifieke vorm van cybercrime, namelijk computervredebreuk.

Intermezzo: Cybercrime Cybercrime zijn alle delicten die gepleegd worden met behulp van ICT. Cybercrime omvat criminaliteit die gericht is op een ICT-systeem of de informatie die door ICT wordt verwerkt. Cybercrime omvat ook de al langer bestaande criminaliteit die door ICT een nieuwe impuls heeft gekregen, zoals oplichting en verspreiding van kinderporno via internet. Deze definitie is een samenvoeging van de enge definitie van cybercrime die het Nationaal Cyber Security Centrum en de politie hanteren, en de categorie ‘gedigitaliseerde criminaliteit’ die de politie ook onderscheidt.

Om goed aan te sluiten bij actuele ontwikkelingen op het gebied van online criminaliteit zijn de vragen over online criminaliteit in de Veiligheidsmonitor in 2021 grondig herzien. Ook de onderzoeksopzet is gewijzigd. Hierdoor zijn de uitkomsten van 2021 niet meer vergelijkbaar met die van voorgaande edities.

4.1 Online criminaliteit

Onder online criminaliteit worden delicten en incidenten geschaard die via internet, e‐mail of app plaatsvinden. Het betreft strafbare feiten in de sfeer van oplichting en fraude (aan‐ en verkoopfraude, fraude betalingsverkeer, ID‐fraude, phishing), computervredebreuk (hacken) en om incidenten in de interpersoonlijke sfeer die niet altijd strafbaar zijn zoals bedreigingen, pesten, stalken en shame sexting[voetnoot: Het ongevraagd doorsturen van seksueel getinte beelden met als doel de afgebeelde persoon aan de schandpaal te nagelen.]).

4.1.1 Slachtofferschap online criminaliteit afgenomen

4.1.1 Slachtofferschap online criminaliteit voor alle personen van 15 en ouder¹⁾
Categorie20232021
Totaal slachtofferschap online criminaliteit15,616,9
Online oplichting en fraude9,39,7
Aankoopfraude6,96,9
Verkoopfraude1,41,4
Fraude betalingsverkeer1,11,3
Identiteitsfraude0,80,8
Phishing0,80,8
Hacken5,56,9
Hacken account4,55,7
Hacken apparaat2,42,9
Online bedreiging en intimidatie2,52,3
Online bedreiging0,90,9
Online pesten0,90,8
Online stalking0,80,8
Shamesexting0,40,4
Overige online delicten0,50,6
1) De cijfers zijn gebaseerd op de Veiligheidsmonitor nieuwe stijl

Het slachtofferschap van online criminaliteit is sinds 2021 met 8 procent afgenomen, van 16,9 procent van alle personen ouder 15 jaar naar 15,6 procent (figuur 4.1.1). Van de onderscheiden vormen van online criminaliteit nam het slachtofferschap van hacken het sterkst af, en dan met name het hacken van een account. Het percentage slachtoffers van online oplichting en fraude en van online bedreiging en intimidatie is de afgelopen 2 jaar vrij stabiel gebleven.

In 2023 was 16 procent van de bevolking van 15 jaar en ouder, slachtoffer van een of meer online delicten of incidenten. Jongeren waren vaker slachtoffer dan ouderen. In 2023 is 18 procent van de 15- tot 25-jarigen slachtoffer geweest van online criminaliteit, van de 65-plussers 11 procent. Vooral met online bedreiging en intimidatie hebben jongeren vaker te maken dan ouderen. Ook van hacken zijn ze vaker slachtoffer. Van aankoopfraude en fraude in het betalingsverkeer werden 25- tot 65-jarigen juist het vaakst slachtoffer. Phishing treft de 65-plussers het vaakst. Van alle slachtoffers van online criminaliteit deed 17 procent aangifte bij de politie. De cijfers per leeftijdscategorie worden niet in de figuur gegeven, maar zijn op Statline terug te vinden (CBS, 2023h). Meer cijfers over online criminaliteit zijn te vinden in de Veiligheidsmonitor 2023 (CBS, 2023i) van het CBS.

4.2 Opgelegde sancties voor computervredebreuk

Het Openbaar Ministerie (OM) en de rechter kunnen sancties opleggen aan verdachten van computervredebreuk. In een deel van de gevallen deelt het OM zonder tussenkomst van de rechter een strafbeschikking uit, biedt een transactie aan of besluit tot het seponeren van de zaak onder bepaalde voorwaarden (voorwaardelijk beleidssepot). Veelal bestaan strafbeschikkingen of transacties uit een taakstraf, een geldboete of schadevergoeding. Een deel van de zaken stuurt het OM door naar de rechter die op zijn beurt een straf of maatregel kan opleggen.

4.2.1 Aandeel computervredebreukzaken afgehandeld met een OM-sanctie gedaald

Het totaal aantal keren dat het OM een beslissing nam bij computervredebreukzaken nam toe van 419 in de periode 2011–2016 tot 707 in 2017–2022. Dat betekent een toename van bijna 70 procent. In de periode 2017–2022 werden 128 van de in totaal 707 (18 procent) door het OM genomen beslissingen inzake computervredebreuk afgehandeld door het OM met een transactie, strafbeschikking of voorwaardelijk beleidssepot (tabel 4.2.1). Deze zaken zijn dus afgehandeld met een strafoplegging zonder tussenkomst van een rechter. Dit aandeel is sterk afgenomen ten opzichte van de periode 2011–2016, toen nog een derde van het totaal aantal beslissingen met een strafoplegging door het OM werd afgehandeld. Een deel van de zaken stuurt het OM door naar de rechter waarna de rechter bij schuldigverklaring een straf of maatregel op kan leggen. In 2017–2022 werden 150 zaken doorgestuurd naar de rechter. Dat is een toename van 40 procent in vergelijking met de periode 2011–2016.

In de periode 2017–2022 werden 125 computervredebreukzaken afgedaan door de rechter. Bijna 40 procent meer dan in de periode 2011–2016. Bij 99 (bijna 80 procent) van de computervredebreukzaken die door de rechter zijn afgedaan in 2017–2022 deelde de rechter een straf uit tegenover 72 procent van de zaken in de periode 2011–2016. De meeste overige door de rechter afgedane zaken leiden tot vrijspraak dan wel een schuldigverklaring zonder straf.

4.2.1 Aantal computervredebreuk zaken afgehandeld door de rechter of het OM
2011-20162017-20221)
Totaal door OM genomen beslissingen419707
- strafoplegging OM2)138128
- door OM doorgestuurd naar de rechter (dagvaarding en oproep na verzet)107150
Straf opgelegd door rechter6599
Bron: CBS
1) De aantallen ingeschreven rechtbankstrafzaken, totaal beslissingen door OM en onvoorwaardelijke sepots zijn in 2019 (in elk geval deels) gestegen als gevolg van een wijziging in het vastleggen van sepots. Tot 2019 legde de officier van justitie een groot deel van de sepotbeslissingen vast in BOSZ, een politiesysteem. Vanaf 1 januari 2019 worden alle sepotbeslissingen geregistreerd in het GPS-systeem van het OM. Daarom tellen deze zaken nu mee bij zowel de instroom als de uitstroom (technische sepots, vallende onder de categorie onvoorwaardelijke sepots).
2) Door het OM afgedaan met transactie, strafbeschikking of voorwaardelijk beleidssepot.

4.2.2 Rechter legt vaker gevangenis- en taakstraf op, maar minder boetes

Voor de zaken die bij de rechter tot een straf leiden betreft dit relatief vaak een taakstraf. Bij 80 procent van de zaken waarbij door de rechter een straf werd opgelegd in 2017–2022 betrof dit een taakstraf. Dat is meer dan in 2011–2016 toen nog 57 procent werd afgedaan met een taakstraf. Het aandeel door de rechter opgelegde boetes is gedaald van 37 procent in 2011–2016 naar 7 procent in 2017–2022. Het aandeel opgelegde gevangenisstraffen is daarentegen verdubbeld. Bij 40 procent van de schuldigverklaringen in de periode 2017–2022 tegenover 20 procent in 2011–2016, waarbij door de rechter een straf werd opgelegd betrof dit een gevangenisstraf.

4.2.2 Door de rechter opgelegde straffen en maatregelen voor computervredebreuk per strafzaak1)
% van aantal strafzaken/
2011-2016
% van aantal strafzaken/
2017-2022
Taakstraf56,979,8
Maatregelen2)26,230,3
Gevangenisstraf21,540,4
Geldboete36,97,1
Onbekende straffen15,45,1
Bijkomende straffen6,211,1
Bron: CBS
1) Één strafzaak kan meerder straffen toegekend krijgen (bijvoorbeeld taakstraf en geldboete), dus het totaal hoeft niet tot 100 procentop te tellen.
2) Betaling aan de staat, onttrekking aan het verkeer.

Referenties

Referenties

Bijlage A Tabellen

Bijlage A Tabellen

A.1 Definities

A.2 Maatregelen

A.3 Incidenten