Prijsindices voor de uitgaven van het ministerie van Defensie, 2011-2022

5. Resultaten

De volledige indexreeksen voor de periode 2010-2022 zijn terug te vinden in de tabel Prijsindices voor de uitgaven van Defensie, 2011-2022.

5.1 Resultaten prijsindices 2011-2022

In grafiek 5.1.1 wordt de ontwikkeling van de Prijsindex Defensie voor Exploitatie-uitgaven (PDE) en de Prijsindex Defensie voor Investeringsuitgaven (PDI) getoond, waarbij het jaar 2010 geldt als basisjaar (index=100). De Defensie prijsindices kennen aan het begin van de reeks een wat grillig verloop, met zelf wat kleine dalingen in de periode 2013-2016. Vanaf dat jaar nemen ze over de gehele periode genomen toe, met name de laatste jaren stijgen de indices hard. De PDE stijgt in 2022 zo hard (9 procent) dat deze de PDI voorbij is gegaan.

5.1.1 Prijsindex Exploitatie en Prijsindex Investeringen
JaarPrijsindex Exploitatie (PDE)Prijsindex Investeringen (PDI)
2010100100
2011101,6102,2
2012103,5102,2
2013103,3103
2014103,3102,6
2015104,5104,9
2016104,1106,2
2017105,6107,4
2018107,6108,7
2019110,1110,8
2020110,7112,6
2021114,7115
2022125,0121,7

In de volgende paragrafen wordt de ontwikkeling getoond van de PDE en PDI voor de verschillende onderdelen van het aggregatieschema. Er zal dus op een lager niveau worden gekeken naar de onderliggende reeksen en hun ontwikkelingen en wegingen in het aggregaat.

5.2 Exploitatie, PDE

De uitgaven aan Exploitatie worden onderverdeeld in de hoofdcategorieën Gereedstelling/ Instandhouding, Huisvesting en Infrastructuur en Overige exploitatie. Grafiek 5.2.1 laat zien wat het gemiddeld aandeel is van deze drie posten in de totale exploitatie-uitgaven. Dit geeft een beeld van hoe belangrijk deze onderdelen zijn in de ontwikkeling van de PDE.

5.2.1 Gemiddeld aandeel (%) van de verschillende onderdelen in de uitgaven van Exploitatie, 2011-2022
OnderdeelGemiddeld aandeel (%)
Gereedstelling / Instandhouding41%
Huisvesting en Infrastructuur17%
Overige exploitatie42%

Voor de periode 2011–2022 bestaat gemiddeld 41% van de totale uitgaven aan exploitatie uit uitgaven aan gereedstelling en instandhouding. Hieronder vallen de uitgaven voor onder meer het gebruiksklaar maken van materieel (gereedstelling) en de materiële instandhouding van voornamelijk wapensystemen (instandhouding). Deze post heeft samen met de uitgaven aan overige exploitatie (onder andere informatievoorziening en werkplekdiensten) een belangrijke invloed op de ontwikkeling van de PDE. De Overige exploitatie is gemiddeld goed voor 42% van de exploitatie-uitgaven. De uitgaven aan de huisvesting en infrastructuur hebben met gemiddeld 17% het kleinste aandeel in de PDE. Het gaat hier onder meer om de kosten voor facilitaire diensten, verhuizingen en (niet-) planbaar onderhoud.

Grafiek 5.2.2 toont de prijsontwikkeling van deze drie onderdelen van de exploitatie-uitgaven voor de jaren 2010 tot en met 2022. Hierin is te zien dat Gereedstelling/Instandhouding op de laatste twee jaar na de hoogste index kende van de drie reeksen. Vanaf 2021 zaten bij de prijsontwikkelingen bij Huisvesting en Infrastructuur de grootste stijgingen.

5.2.2 Prijsindices Exploitatie, 2010-2022
PeriodeGereedstelling / InstandhoudingHuisvesting en InfrastructuurOverige exploitatie
2010100100100
2011103,9102,1100
2012107,6104,2100,5
2013107,6103,7100,3
2014107,7102,2100,7
2015106,9103,8103,9
2016106,7100,9104,2
2017109103,5104,7
2018111107,4106,2
2019114111107,9
2020113,6112,8109,2
2021117,7123110,7
2022129141,1118

Bij gereedstelling hebben de ontwikkelingen van brandstoffen veel invloed op de reeks, net als (in minder mate) de voedingsprijzen. Bij instandhouding ligt de hoofdoorzaak bij de prijsontwikkeling van wapens voor de verschillende militaire onderdelen, waarbij luchtwapens en zeewapens een beduidend sterkere stijging kennen dan landwapens.
De enorme stijgingen bij Huisvesting en Infrastructuur zitten bij de kosten voor het gebruik. Hierbij valt te denken aan de stijgingen van energieprijzen en ook de huren van vastgoed.

5.3 Investeringen, PDI

De investeringsuitgaven worden onderverdeeld naar investeringen in het groot materieel, infrastructuur, informatievoorziening en overige investeringen. Grafiek 5.3.1 laat zien welk aandeel deze vier hoofdcategorieën gemiddeld hebben in de uitgaven van Defensie aan investeringen voor de periode 2010–2022.

5.3.1 Gemiddeld aandeel (%) van de verschillende onderdelen in de uitgaven van Investeringen, 2011-2022
OnderdeelGemiddeld aandeel (%)
Groot70%
Infra16%
Informatievoorziening8%
Overig investeringen6%

Vooral de investeringen in het groot materieel hebben een grote invloed op de PDI. Gemiddeld gaat het hier om ongeveer 70% van de totale investeringsuitgaven. Hiervan wordt het merendeel besteed aan investeringen in de wapensystemen. Ook de investeringen in de infrastructuur zijn met gemiddeld 16% van de investeringsuitgaven relevant. Dit zijn onder meer investeringen in (bedrijfs)panden, inrichting, herhuisvesting en brandveiligheid. De investeringen in informatievoorziening (onder andere IT-applicaties en andere ICT-projecten) en overige investeringen (NAVO investeringen en wetenschappelijk onderzoek) hebben beide met respectievelijk 8 en 6% maar een beperkt aandeel op de PDI. 

Grafiek 5.3.2 toont de prijsontwikkeling van de vier onderdelen van de investeringsuitgaven
voor de jaren 2010 tot en met 2022. Opvallend is dat alle reeksen een opwaarts effect kennen, maar dat de index van Informatievoorziening heel erg achterloopt op de rest. Verder vallen relatief sterke stijgingen in 2022 op bij alle vier de reeksen. Dit wordt mede veroorzaakt door een verhoogd aandeel uitgaven in Amerikaanse dollars, gepaard met een sterke stijging van deze dollar ten opzichte van de Euro. Dit wordt verder toegelicht in de volgende paragraaf.

5.3.2 Prijsindices investeringen, 2010-2022
PeriodeGrootInfraInformatievoorzieningOverig investeringen
2010100100100100
2011102,5103,096,2101,6
2012103,3100,197,7103,1
2013104,5100,296,0103,1
2014103,9100,394,4103,0
2015107,199,597,0104,1
2016108,5100,997,7105,1
2017109,4103,198,8107,3
2018110,5106,598,4109,7
2019112,6109,2100,1112,2
2020114,3112,0100,9114,1
2021116,5117,3101,3116,2
2022123,0126,9106,6120,5

Van de investeringen in het groot materieel wordt het merendeel besteed aan de investeringen in de wapensystemen van de verschillende onderdelen (Landmacht, Luchtmacht, Marine). In de periode 2011-2017 was het aandeel bij elkaar ongeveer 60%, vanaf 2018 zelfs 70%. Een zeer groot aandeel hadden de investeringen in groot materieel Lucht. Hierin hadden uitgaven aan de F-16 verreweg de grootste bijdrage.

De investeringen in Infrastructuur stegen in 2022 het meest. Het gaat dan om investeringen in vastgoed en uitgaven die getypeerd zijn als grond- weg- en waterbouw (GWW) werkzaamheden. De ontwikkeling van de prijsindex voor Informatievoorziening bleef een stuk stabieler in de periode 2011-2022 dan de overige reeksen. De diensten die hier vooral onder vallen zijn aan minder inflatie onderhevig dan bepaalde eerder benoemde ‘programma-uitgaven’.

5.4 Valuta-effecten

De omvang van het valuta-effect hangt af van twee zaken: 

  1. Het aandeel van de totale uitgaven omgerekend naar euro’s dat in vreemde valuta werd voldaan (rekening houdend met afgekochte valutarisico’s); 
  2. De ontwikkeling van de desbetreffende wisselkoersen.

De tabel hieronder laat het aandeel vreemde valuta zien voor de investeringsuitgaven en de exploitatie-uitgaven in 2010–2022. Het betreft de uitgaven in vreemde valuta die gevoelig zijn voor veranderingen in de wisselkoers, dus exclusief de uitgaven in Amerikaanse dollars waarvoor het valutarisico is afgekocht. Het gaat jaarlijks gemiddeld om 13 procent van de exploitatie en 12 procent van de investeringen. Ook wordt het aandeel van de betalingen in Amerikaanse dollars (USD) getoond, waar verreweg het grootste deel van de betalingen in vreemde valuta mee worden gedaan. In 2022 werden relatief veel betalingen in vreemde valuta gedaan, met name in USD. Dit zorgde voor meer blootstelling aan eventuele wisselkoerseffecten in dit jaar.

Aandeel uitgaven in vreemde valuta per hoofdreeks, 2011-2022

5.4.1. Aandeel Amerikaanse dollar
2010201120122013201420152016201720182019202020212022
Exploitatiein euro's (x 1.000) 257.752 258.379 209.240 265.919 273.824 344.968 381.368 424.249 358.071 387.853 365.165 300.536 447.294
% 9 12 10 12 13 16 16 17 13 14 13 10 12
waarvan USD 6 8 6 9 8 11 11 11 8 9 8 7 9
Investeringenin euro's (x 1.000) 98.371 102.777 69.519 130.187 63.494 176.858 216.182 186.384 103.177 105.296 244.986 269.655 524.833
% 7 8 6 14 6 17 18 16 9 8 14 13 21
waarvan USD 5 6 5 12 5 14 13 10 5 4 12 5 17

Voor het wisselkoerseffect is naast het aandeel van de diverse valuta ook de ontwikkeling van de wisselkoersen van belang. De figuur hieronder geeft een overzicht van de dagelijkse koersontwikkeling van de Amerikaanse dollar over de jaren 2010–2022.


5.4.2 Koersontwikkeling van Amerikaanse dollar (USD) ten opzichte van de euro (EUR)
jaarmaandEUR per USD
'10januari0,7
'10februari0,73
'10maart0,74
'10april0,75
'10mei0,8
'10juni0,82
'10juli0,78
'10augustus0,78
'10september0,77
'10oktober0,72
'10november0,73
'10december0,76
'11januari0,75
'11februari0,73
'11maart0,71
'11april0,69
'11mei0,7
'11juni0,7
'11juli0,7
'11augustus0,7
'11september0,73
'11oktober0,73
'11november0,74
'11december0,76
'12januari0,78
'12februari0,76
'12maart0,76
'12april0,76
'12mei0,78
'12juni0,8
'12juli0,81
'12augustus0,81
'12september0,78
'12oktober0,77
'12november0,78
'12december0,76
'13januari0,75
'13februari0,75
'13maart0,77
'13april0,77
'13mei0,77
'13juni0,76
'13juli0,76
'13augustus0,75
'13september0,75
'13oktober0,73
'13november0,74
'13december0,73
'14januari0,73
'14februari0,73
'14maart0,72
'14april0,72
'14mei0,73
'14juni0,74
'14juli0,74
'14augustus0,75
'14september0,78
'14oktober0,79
'14november0,8
'14december0,81
'15januari0,86
'15februari0,88
'15maart0,92
'15april0,93
'15mei0,9
'15juni0,89
'15juli0,91
'15augustus0,9
'15september0,89
'15oktober0,89
'15november0,93
'15december0,92
'16januari0,92
'16februari0,9
'16maart0,9
'16april0,88
'16mei0,88
'16juni0,89
'16juli0,9
'16augustus0,89
'16september0,89
'16oktober0,91
'16november0,93
'16december0,95
'17januari0,94
'17februari0,94
'17maart0,94
'17april0,93
'17mei0,9
'17juni0,89
'17juli0,87
'17augustus0,85
'17september0,84
'17oktober0,85
'17november0,85
'17december0,84
'18januari0,82
'18februari0,81
'18maart0,81
'18april0,81
'18mei0,85
'18juni0,86
'18juli0,86
'18augustus0,87
'18september0,86
'18oktober0,87
'18november0,88
'18december0,88
'19januari0,88
'19februari0,88
'19maart0,88
'19april0,89
'19mei0,89
'19juni0,89
'19juli0,89
'19augustus0,9
'19september0,91
'19oktober0,9
'19november0,9
'19december0,9
'20januari0,9
'20februari0,92
'20maart0,9
'20april0,92
'20mei0,92
'20juni0,89
'20juli0,87
'20augustus0,85
'20september0,85
'20oktober0,85
'20november0,84
'20december0,82
'21januari0,82
'21februari0,83
'21maart0,84
'21april0,83
'21mei0,82
'21juni0,83
'21juli0,85
'21augustus0,85
'21september0,85
'21oktober0,86
'21november0,88
'21december0,88
'22januari0,88
'22februari0,88
'22maart0,91
'22april0,92
'22mei0,95
'22juni0,95
'22juli0,98
'22augustus0,99
'22september1,01
'22oktober1,02
'22november0,98
'22december0,94

Wanneer er sprake is van een negatief wisselkoerseffect heeft dit een dempend of wel neerwaarts effect op de prijsontwikkeling. Daarentegen heeft een positief wisselkoerseffect een opwaartse uitwerking op de prijsontwikkeling.

In 2015 en in 2022 wordt de USD flink duurder ten opzichte van een jaar eerder. Daar is dus een sterk opwaarts valuta-effect op de prijsontwikkelingen