2. Data en methoden
2.1 Selectie en afbakening onderzoeksdata
Voor het uitvoeren van deze plausibiliteitsanalyses gebruiken we hetzelfde databestand als voor de jaarlijkse berekening van de achterstandsscores per gemeente. Dit bestand bevat de gegevens van alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar en basisschoolleerlingen op 1 oktober in de jaren 2020 en 2021 en op 1 februari in de jaren 2022 en 2023.
2.2 Gebruikte methoden
Om ontwikkelingen in de verschillende variabelen in kaart te brengen, maken we voornamelijk gebruik van frequentieanalyses. Bij deze analyses bekijken we in hoeverre de frequentieverdelingen over de jaren heen dezelfde patronen blijven volgen. We laten de frequentieverdelingen zien voor onder andere de onderwijs- en achterstandsscores en voor de omgevingskenmerken die worden gebruikt bij de berekening van onderwijsscores. We kijken hierbij voornamelijk naar de relatieve frequentie omdat groepen van verschillende grootte daarmee makkelijk met elkaar zijn te vergelijken. Bij de analyse van de achterstandsscores per gemeente analyseren we de verschillen op twee verschillende manieren. Ten eerste kijken we naar de verschillen tussen de achterstandsscores op basis van de voorlopige en definitieve gemeentelijke indeling van 2023. In juli 2022 zijn de achterstandsscores op basis van de voorlopige gemeentelijke indeling 2023 gepubliceerd. Afgelopen juli zijn de achterstandsscores op basis van de definitieve gemeentelijk indeling gepubliceerd. Deze achterstandsscores zijn gebaseerd op de kinderen die op de peildata 1 oktober 2020 en/of 1 oktober 2021 waren ingeschreven als leerling op een basisschool of in de leeftijdsgroep 2,5 tot 4 jaar vielen. Ten tweede kijken we naar de verschillen tussen de achterstandsscores op basis van de definitieve gemeentelijke indeling van 2023 en de achterstandsscores op basis van de voorlopige gemeentelijke indeling 2024. Deze laatste zijn gebaseerd op de kinderen die op de peildata 1 februari 2022 en/of 1 februari 2023 waren ingeschreven als leerling op een basisschool of in de leeftijdsgroep 2,5 tot 4 jaar vielen.
2.3 Herijking Risico-indicator Onderwijsachterstanden
In de voorgaande jaren van de plausibiliteitsanalyse vertoonden de resultaten weinig fluctuatie. Dit was het gevolg van het gebruik van hetzelfde model en de berekening op hetzelfde peilmoment in elk jaar. Echter, in de recente jaren hebben er een aantal veranderingen plaatsgevonden. Allereerst is het peilmoment van de analyses veranderd. Vanaf 2022 ligt dit in februari, waar de voorgaande peilmomenten in oktober lagen. Ten tweede is er een herijking van het gebruikte model uitgevoerd in 2022. Het doel van de herijking is het actueel houden van het model en dat het gebruikte model ontwikkelingen in de populatie in de tijd blijft volgen. Bij deze herijking stonden vooral de coëfficiënten en schaalwaarden van het model van de risico-indicator onderwijsachterstanden voor het basisonderwijs centraal. Daarnaast is gekeken naar het effect van het meenemen van extra asielinstroom gegevens voor de identificatie van asielzoekers en statushouders. Doordat in het herijkte model de coëfficiënten en schaalwaarden zijn veranderd, treden er daardoor ook grotere verschillen op in 2022 ten opzichte van de voorgaande jaren.