Jeugdbescherming en jeugdreclassering 2022
Over deze publicatie
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdbescherming en jeugdreclassering in 2022. Op 31 december 2022 waren er 29 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In meer dan tweederde van de gevallen ging het om een vorm van ondertoezichtstelling en in bijna een derde van de gevallen om een voogdijmaatregel. Er werden in 2022 minder maatregelen gestart en meer maatregelen beëindigd dan in 2021. Het aantal jongeren met een reguliere ondertoezichtstelling is in 2022 gedaald naar 19 415 jongeren op 31 december. Ook het aantal jongeren met een reguliere voogdijmaatregel daalde in 2022, naar 9 085 jongeren. De gemiddelde duur van zowel ondertoezichtstellingen als voogdijmaatregelen nam in 2022 toe. De meeste ondertoezichtstellingen werden beëindigd volgens plan; de meeste voogdijmaatregelen vanwege het bereiken van de meerderjarigheid. Jeugdbescherming kwam relatief gezien het meest voor in jeugdregio’s in Limburg en Friesland.
Op 31 december 2022 liepen er 4 960 jeugdreclasseringsmaatregelen. In de meeste gevallen ging het om een vorm van toezicht en begeleiding. Het aantal jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel is daarmee verder gedaald, naar 4 900 jongeren op 31 december 2022. Er werden in 2022 minder maatregelen gestart en beëindigd dan in 2021. De gemiddelde duur van beëindigde trajecten nam verder af. Jeugdreclassering kwam het meeste voor in de regio’s Rotterdam en Amsterdam.
Inleiding
Rijk en gemeenten hebben ieder een verantwoordelijkheid voor hulp aan jongeren; gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg en het rijk heeft een verantwoordelijkheid voor het functioneren van het systeem als zodanig (stelselverantwoordelijkheid). Om gemeenten en rijk daarbij te ondersteunen is in de Jeugdwet een regeling opgenomen over het ontsluiten van beleidsinformatie. De beleidsinformatie betreft informatie over jeugdhulpgebruik en de inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen verstrekken hierover gegevens aan het CBS.
In deze rapportage staan de voorlopige resultaten over de verstrekte jeugdbescherming en jeugdreclassering in 2022, waarbij een vergelijking wordt gemaakt met de jaren 2016 tot en met 2021. De resultaten over jeugdhulp worden in een aparte rapportage beschreven.
1. Jeugdbescherming
Op 31 december 2022 waren er 29 duizend lopende jeugdbeschermingsmaatregelen. In meer dan twee derde van de gevallen betrof het een vorm van ondertoezichtstelling (OTS). In 32 procent van alle maatregelen ging het om een voogdijmaatregel, al dan niet voorlopig of tijdelijk (tabel 1.0.1).
In 2022 was er een daling te zien in het totaal aantal jeugdbeschermingsmaatregelen. Op 31 december 2022 waren er 9 procent minder maatregelen actief dan aan het begin van het jaar.
Beginstand (1-1-2022) | Instroom | Uitstroom | Eindstand (31-12-2022)1) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 31 960 | 9 065 | 11 955 | 29 070 |
Ondertoezichtstelling | 21 890 | 6 500 | 9 000 | 19 390 |
Voorlopige ondertoezichtstelling | 330 | 1 370 | 1 345 | 355 |
Voogdij | 9 480 | 925 | 1 325 | 9 080 |
Voorlopige en tijdelijke voogdij | 260 | 270 | 285 | 245 |
Bron: CBS. 1) Maatregelen met een einddatum van 31 december tellen niet mee in de eindstand. |
1.1 Minder trajecten gestart, meer beëindigd
Het aantal gestarte jeugdbeschermingstrajecten in 2022 lag bijna 20 procent lager dan in 2021. Het aantal beëindigde trajecten nam af met 1 procent (figuur 1.1.1). Bij de ondertoezichtstellingen was er sprake van een daling bij de instroom en een stijging bij de uitstroom. In 2022 waren er veel meer ondertoezichtstellingen beëindigd dan gestart. Ook bij de voogdij waren meer maatregelen beëindigd dan gestart (figuur 1.1.1). Zowel het aantal gestarte als beëindigde voogdijmaatregelen lagen in 2022 lager dan in de jaren ervoor (figuur 1.1.1).
Maatregel | 2022* (maatregelen) | 2021 (maatregelen) | 2020 (maatregelen) | 2019 (maatregelen) | 2018 (maatregelen) | 2017 (maatregelen) | 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | |||||||
Instroom | 9064 | 11303 | 11950 | 12980 | 12161 | 12252 | 12319 |
Uitstroom | 11954 | 12060 | 11617 | 12204 | 11836 | 11877 | 12828 |
OTS | |||||||
Instroom | 6500 | 8289 | 8753 | 9344 | 8852 | 8828 | 8478 |
Uitstroom | 9000 | 8741 | 8140 | 8573 | 8455 | 8626 | 9621 |
Voogdij | |||||||
Instroom | 926 | 1145 | 1224 | 1340 | 1344 | 1592 | 1975 |
Uitstroom | 1324 | 1396 | 1407 | 1412 | 1428 | 1407 | 1400 |
¹⁾ Exclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ²⁾ Exclusief voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij. |
Bij de voorlopige ondertoezichtstellingen en de voorlopige en tijdelijke voogdijtrajecten daalt het aantal gestarte en beëindigde maatregelen in 2022, ten opzichte van een jaar eerder. Bij voorlopige (vrl.) ondertoezichtstellingen werden in 2022 iets meer maatregelen gestart dan beëindigd (figuur 1.1.2). Bij de voorlopige (vrl.) en tijdelijke (tijd.) voogdijtrajecten was het aantal gestarte trajecten ongeveer gelijk aan het aantal beëindigde trajecten.
Maatregel | 2022* (maatregelen) | 2021 (maatregelen) | 2020 (maatregelen) | 2019 (maatregelen) | 2018 (maatregelen) | 2017 (maatregelen) | 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vrl. OTS | |||||||
Instroom | 1370 | 1562 | 1664 | 1919 | 1704 | 1550 | 1559 |
Uitstroom | 1346 | 1591 | 1732 | 1843 | 1684 | 1544 | 1496 |
Vrl. en tijd. voogdij | |||||||
Instroom | 268 | 307 | 309 | 377 | 261 | 282 | 307 |
Uitstroom | 284 | 332 | 338 | 376 | 269 | 300 | 311 |
1.2 Minder jongeren met ondertoezichtstelling
Op 31 december 2022 stonden 19 415 jongeren onder toezicht. Dit waren er minder dan op 30 december 2021, toen het ging om 21 965 jongeren (figuur 1.2.1). Nadat het aantal jongeren met ondertoezichtstelling was gestegen in de periode 2016 tot en met 2020, is er sinds 2021 sprake van een daling. In 2022 zette deze daling door. Het gaat hier uitsluitend om de reguliere ondertoezichtstellingen. De voorlopige ondertoezichtstellingen zijn buiten beschouwing gelaten.
Datum | Voogdij (x 1 000) | Ondertoezichtstelling (x 1 000) |
---|---|---|
2005 | 5,035 | 23,98 |
2006 | 5,21 | 26,38 |
2007 | 5,46 | 29,605 |
2008 | 5,79 | 32,145 |
2009 | 6,38 | 33,17 |
2010 | 6,95 | 32,565 |
2011 | 7,445 | 31,5 |
2012 | 7,535 | 31,105 |
2013 | 8,43 | 28,145 |
2014 | 8,86 | 25,32 |
2015 | 9,205 | 21,395 |
2016 | 9,757 | 20,084 |
2017 | 9,936 | 20,38 |
2018 | 9,94 | 20,768 |
2019 | 9,837 | 21,647 |
2020 | 9,814 | 22,715 |
2021 | 9,491 | 21,965 |
2022* | 9,086 | 19,416 |
¹⁾ Personen met voogdij of ondertoezichtstelling op peildatum, exclusief voorlopige voogdij, tijdelijke voogdij en voorlopige ondertoezichtstellingen. ²⁾ Door invoering van de Jeugdwet treedt met ingang van 2015 een methodebreuk op. |
1.3 Daling aantal jongeren met voogdij zet door
Op 31 december 2022 gold voor 9 085 jongeren een voogdijmaatregel. Sinds 2017 lag dit aantal redelijk constant rond de 9,9 duizend, maar sinds 2021 nam dit af (figuur 1.2.1). In 2022 zette deze daling door. Het betreft hier uitsluitend de reguliere voogdij. Voorlopige en tijdelijke voogdij zijn buiten beschouwing gelaten.
1.4 Voogdijtrajecten meestal langer dan drie jaar
Van de beëindigde reguliere voogdijmaatregelen in 2022 duurde 75 procent drie jaar of langer (tabel 1.4.1). De meeste reguliere ondertoezichtstellingen duurden één tot drie jaar. Voorlopige ondertoezichtstellingen duurden vrijwel altijd korter dan 3 maanden; dit is officieel ook de maximale duur van een voorlopige OTS. Daarna dient deze ofwel te worden beëindigd ofwel te worden omgezet in een reguliere OTS. Tijdelijke voogdij duurde meestal een jaar of langer, hoewel dit gaat om kleine aantallen. Dit is een maatregel die wordt toegepast als gevolg van een gezagsvacuüm, bijvoorbeeld als de ouders langdurig in het buitenland verblijven of als zij zijn overleden.
Totaal aantal beëindigde maatregelen | Duur maatregel 0 tot 3 maanden | Duur maatregel 3 tot 6 maanden | Duur maatregel 6 tot 12 maanden | Duur maatregel 12 tot 36 maanden | Duur maatregel 36 maanden of langer | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 11 955 | 1 505 | 405 | 1 995 | 5 040 | 3 010 |
Ondertoezichtstelling | 9 000 | 50 | 300 | 1 875 | 4 775 | 2 000 |
Voorlopige ondertoezichtstelling | 1 345 | 1 335 | 10 | . | . | . |
Voogdij | 1 325 | 10 | 15 | 65 | 240 | 995 |
Voorlopige voogdij | 245 | 110 | 75 | 50 | 15 | . |
Tijdelijke voogdij | 40 | . | 10 | . | 10 | 15 |
Bron: CBS. 1) Jeugdbeschermingsmaatregelen beëindigd in 2022. |
De gemiddelde duur van de in 2022 beëindigde reguliere voogdijmaatregelen was met 2 361 dagen een stuk langer dan die van de reguliere ondertoezichtstellingen (881 dagen) en is de afgelopen jaren gestegen. Sinds 2021 nam ook de gemiddelde duur van de reguliere ondertoezichtstellingen toe, na een jarenlange daling (figuur 1.4.2). De gemiddelde duur van de beëindigde tijdelijke voogdijtrajecten nam in 2022 ten opzichte van 2021 af. Het ging in 2022 echter maar om 40 beëindigde tijdelijke voogdijtrajecten in totaal (tabel 1.4.1).
Maatregel | 2022* (dagen) | 2021 (dagen) | 2020 (dagen) | 2019 (dagen) | 2018 (dagen) | 2017 (dagen) | 2016 (dagen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 942 | 901 | 859 | 867 | 877 | 934 | 1026 |
OTS | 881 | 846 | 830 | 867 | 888 | 965 | 1085 |
Vrl. OTS | 76 | 75 | 73 | 71 | 73 | 73 | 74 |
Voogdij | 2361 | 2299 | 2131 | 2061 | 1873 | 1833 | 1823 |
Vrl. voogdij | 152 | 153 | 145 | 141 | 174 | 147 | 129 |
Tijd. voogdij | 1782 | 1981 | 1576 | 1850 | 1508 | 1597 | 1160 |
¹⁾ Jeugdbeschermingsmaatregelen beëindigd in het gehele jaar. |
1.5 Meeste ondertoezichtstellingen beëindigd volgens plan
In 2022 werden er 11 955 jeugdbeschermingsmaatregelen beëindigd, waarvan 10 345 ondertoezichtstellingen en 1 610 voogdijmaatregelen (zie tabel 1.4.1). De meeste ondertoezichtstellingen werden in 2022 beëindigd volgens plan, net zoals in voorgaande jaren. Het aantal voorlopig ondertoezichtstellingen dat overging in een reguliere ondertoezichtstelling nam in 2022 ten opzichte van eerdere jaren af. De afgelopen jaren daalde het aantal ondertoezichtstellingen beëindigd vanwege een gezagsbeëindigende maatregel en nam het aantal beëindigingen vanwege tussentijdse opheffing toe (figuur 1.5.1).
Reden beëindiging OTS | 2022* (maatregelen) | 2021 (maatregelen) | 2020 (maatregelen) | 2019 (maatregelen) | 2018 (maatregelen) | 2017 (maatregelen) | 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bereiken meerderjarigheid | 1175 | 1275 | 1340 | ||||
Beëindiging volgens plan | 6820 | 6320 | 5680 | ||||
VOTS naar OTS | 1130 | 1370 | 1480 | ||||
Tussentijdse opheffing | 540 | 460 | 365 | 275 | 290 | 315 | 325 |
Gezagsbeëindigende maatregel | 675 | 900 | 965 | 610 | 785 | 1070 | 1600 |
Niet verlengd | 35 | ||||||
Overlijden jeugdige | |||||||
¹⁾ Ondertoezichtstellingen en voorlopige ondertoezichtstellingen, beëindigd in het gehele jaar. ²⁾ Voor de redenen 'bereiken meerderjarigheid', 'beëindiging volgens plan', 'VOTS naar OTS' en 'niet verlengd' zijn er over de jaren 2016 t/m 2019 geen betrouwbare cijfers. |
Het bereiken van de meerderjarigheid bleef in 2022, net zoals in eerdere jaren, de meest voorkomende reden om voogdij te beëindigen, hoewel er ten opzichte van 2021 een daling te zien is (figuur 1.5.2). Het aantal voogdijmaatregelen dat beëindigd werd door het herstellen van gezag nam iets af in 2022. Het aantal voogdijtrajecten dat is beëindigd omdat de voogdij naar de pleegouder ging, was in 2022 ongeveer gelijk aan 2021.
2022* (maatregelen) | 2021 (maatregelen) | 2020 (maatregelen) | 2019 (maatregelen) | 2018 (maatregelen) | 2017 (maatregelen) | 2016 (maatregelen) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bereiken meerderjarigheid | 1150 | 1235 | 1215 | 1050 | 1200 | 1240 | 1210 |
Voogdij naar pleegouder | 120 | 125 | 185 | 310 | 245 | 270 | 295 |
Voogdij naar contactpersoon | 15 | 20 | 10 | 10 | 10 | ||
Herstel gezag | 320 | 345 | 335 | 415 | 240 | 190 | 195 |
Overlijden jeugdige | |||||||
¹⁾ Voogdij, tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij, beëindigd in het gehele jaar. |
1.6 Machtiging uithuisplaatsing bij 10 duizend jongeren
Met ingang van 2022 ontvangt het CBS van de Gecertificeerde Instellingen ook informatie over de Machtigingen Uithuisplaatsing (MUHP) die door de rechter zijn opgelegd. Een MUHP is geen op zichzelf staande maatregel maar gaat altijd samen met een ondertoezichtstelling. Als een kind onder toezicht wordt gesteld, dan blijft het kind meestal thuis wonen. Maar soms zijn de zorgen over het kind zo ernstig dat het beter is als het kind ergens anders gaat wonen en wordt er ook een MUHP opgelegd. Ook als ouders het zelf van belang vinden en het ermee eens zijn dat het kind ergens anders gaat wonen, is er een MUHP nodig. Bij een voogdijmaatregel gaat het kind altijd ergens anders wonen en legt de rechter geen afzonderlijke MUHP op. In 2022 waren er 10 045 jeugdigen over wie de rechter een MUHP heeft uitgesproken (tabel 1.6.1). Bij 1 900 van hen ging het bij de start van de MUHP om een voorlopige OTS en dus om een spoedmachtiging uithuisplaatsing. Van een klein deel van de jongeren met een MUHP kon om diverse redenen geen informatie over de bijbehorende jeugdbeschermingsmaatregel gevonden worden. Over 3 320 jongeren werd in 2022 een nieuwe MUHP uitgesproken, zij hadden nog geen MUHP lopen op 1 januari 2022. Van 2 835 jongeren liep de opgelegde MUHP af in 2022, op 31 december 2022 liep er bij hen geen MUHP meer.
Niet alle door de rechter opgelegde MUHP worden in de praktijk ook ten uitvoer gebracht. Een MUHP vervalt als deze niet binnen 3 maanden ten uitvoer wordt gebracht. Het is niet bekend hoeveel MUHP niet ten uitvoer worden gebracht. In figuur 1.8.1 van deze rapportage is wel te zien dat in 2022 32 procent van de jongeren met een (voorlopige) ondertoezichtstelling ook jeugdhulp met verblijf ontvingen, dit betreft 9 275 jongeren. De verwachting is dat bij deze jongeren allemaal een MUHP is opgelegd die vervolgens ook in de praktijk is uitgevoerd. Maar het is niet uit te sluiten dat bij nog méér jongeren een opgelegde MUHP ook daadwerkelijk is uitgevoerd. Jongeren met een MUHP die zonder tussenkomst van een jeugdhulpinstelling of pleegzorgaanbieder op informele basis in het eigen netwerk worden opgevangen, bijvoorbeeld bij opa en oma, blijven namelijk buiten beeld.
Waarvan in combinatie met: | ||||
---|---|---|---|---|
Totaal | Voorlopige ondertoezichtstelling | Reguliere ondertoezichtsstelling | Onbekend | |
Totaal | 10 045 | 1 900 | 8 040 | 105 |
Instroom | 3 320 | 890 | 2 380 | 50 |
Uitstroom | 2 835 | 625 | 2 165 | 45 |
Bron: CBS. 1) Dit betreft alle machtigingen uithuisplaatsingen die op enig moment in 2022 liepen, ongeacht of ze vóór of in die periode gestart zijn en ongeacht of ze in of ná die periode beëindigd zijn. |
1.7 Samenloop jeugdbescherming met jeugdreclassering neemt iets toe
Van alle 0- tot en met 17-jarigen die in 2022 jeugdbescherming ontvingen, had 2,7 procent in hetzelfde jaar ook een jeugdreclasseringsmaatregel lopen. Hoewel er in 2022 een lichte toename is ten opzichte van vorig jaar, neemt dit percentage de laatste jaren iets af van 4,0 procent in 2016 naar 2,5 procent in 2021 (tabel 1.7.1). Dit komt voornamelijk doordat de samenloop bij onder toezicht gestelde jongeren daalde van 4,7 procent in 2016 naar 2,9 procent in 2021.
Het gaat in deze cijfers om alle jongeren die in een jaar op enig moment jeugdbescherming ontvingen. Van hen is bepaald voor welk percentage ook een jeugdreclasseringsmaatregel gold in dezelfde periode.
Jongeren met jeugdbescherming en jeugdreclassering | Jongeren met ondertoezichtstelling en jeugdreclassering2) | Jongeren met voogdij en jeugdreclassering3) | |
---|---|---|---|
% van totaal aantal jongeren met jeugdbescherming | % van totaal aantal jongeren met ondertoezichtstelling | % van totaal aantal jongeren met voogdij | |
2016 | 4,0 | 4,7 | 1,6 |
2017 | 3,7 | 4,4 | 1,6 |
2018 | 3,5 | 4,1 | 1,7 |
2019 | 3,3 | 3,8 | 1,7 |
2020 | 2,9 | 3,4 | 1,4 |
2021 | 2,5 | 2,9 | 1,3 |
2022* | 2,7 | 3,1 | 1,4 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 17 jaar met een jeugdbeschermingsmaatregel. 2) Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. 3) Inclusief tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij. |
1.8 De meeste jongeren met jeugdbescherming krijgen ook jeugdhulp
In 2022 ontving 79 procent van de jongeren met een ondertoezichtstelling ook jeugdhulp (figuur 1.8.1). Het aandeel jongeren met een ondertoezichtstelling met daarnaast jeugdhulp (JH) zonder verblijf is ten opzichte van 2021 gelijk gebleven; 68 procent. Het aandeel jongeren dat naast een ondertoezichtstelling ook jeugdhulp met verblijf ontvangt, neemt in de laatste jaren af; van 40 procent in 2016 naar 32 procent in 2022. In deze gevallen krijgen jongeren een ondertoezichtstelling en ontvangen zij jeugdhulp die mede inhoudt dat zij (deels) niet thuis verblijven.1)
Samenloop | 2022* (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | 2017 (%) | 2016 (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
OTS en Jeugdhulp | 79 | 79 | 76 | 76 | 76 | 76 | 74 |
OTS en JH zonder verblijf | 68 | 68 | 64 | 63 | 62 | 61 | 56 |
w.v. | |||||||
Wijkteam | 9 | 9 | 12 | 12 | 14 | 14 | 9 |
Ambulant | 43 | 43 | 38 | 39 | 39 | 40 | 36 |
Daghulp | 7 | 7 | 7 | 6 | 5 | 5 | 5 |
Netwerk jongere | 38 | 36 | 32 | 31 | 29 | 25 | 25 |
OTS en JH met verblijf | 32 | 34 | 33 | 34 | 36 | 38 | 40 |
w.v. | |||||||
Pleegzorg | 16 | 17 | 18 | 19 | 19 | 21 | 23 |
Gezinsgericht | 5 | 5 | 4 | 4 | 5 | 4 | 4 |
Gesloten plaatsing | 2 | 3 | 3 | 4 | 4 | 4 | 4 |
Overig²⁾ | 14 | 14 | 13 | 13 | 14 | 16 | 15 |
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met een ondertoezichtstelling én jeugdhulp, als percentage van het totaal aantal jongeren met een ondertoezichtstelling. Jongeren met meerdere jeugdhulpvormen komen meerdere malen in de tabel voor. ²⁾ Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
Van alle jongeren die een voogdijmaatregel hadden in 2022, ontving 93 procent daarnaast ook jeugdhulp (figuur 1.8.2). Het aandeel jongeren dat naast voogdij ook jeugdhulp zonder verblijf kreeg, steeg de afgelopen jaren van 40 procent in 2016 naar 50 procent in 2022. In 2022 ontving 87 procent van de jongeren met voogdij daarbij ook jeugdhulp met verblijf. Dat percentage is hoger dan in 2021. Uit het feit dat niet álle jongeren met voogdij ook jeugdhulp met verblijf krijgen, kan afgeleid worden dat er ook jongeren met voogdij zijn die, zonder tussenkomst van een jeugdhulpinstelling of pleegzorgaanbieder, op informele basis in het eigen netwerk worden opgevangen, bijvoorbeeld bij opa en oma.
Samenloop | 2022* (%) | 2021 (%) | 2020 (%) | 2019 (%) | 2018 (%) | 2017 (%) | 2016 (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Voogdij en Jeugdhulp | 93 | 91 | 91 | 91 | 91 | 93 | 90 |
Voogdij en JH zonder verblijf | 50 | 50 | 46 | 45 | 44 | 44 | 40 |
w.v. | |||||||
Wijkteam | 4 | 5 | 6 | 6 | 6 | 7 | 3 |
Ambulant | 37 | 37 | 34 | 34 | 34 | 35 | 32 |
Daghulp | 7 | 7 | 6 | 5 | 4 | 4 | 3 |
Netwerk jongere | 17 | 16 | 13 | 12 | 10 | 9 | 9 |
Voogdij en JH met verblijf | 87 | 84 | 83 | 86 | 86 | 87 | 86 |
w.v. | |||||||
Pleegzorg | 62 | 62 | 64 | 66 | 65 | 69 | 69 |
Gezinsgericht | 15 | 14 | 10 | 11 | 12 | 11 | 10 |
Gesloten plaatsing | 2 | 2 | 2 | 3 | 2 | 3 | 3 |
Overig²⁾ | 20 | 19 | 18 | 18 | 18 | 19 | 17 |
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar met voogdij én jeugdhulp, als percentage van het totaal aantal jongeren met voogdij. Jongeren met meerdere jeugdhulpvormen komen meerdere malen in de tabel voor. ²⁾ Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
1.9 Bijna 1 procent van alle jongeren ontvangt jeugdbescherming
Ongeveer 0,9 procent van alle jongeren tot en met 17 jaar ontving op 31 december 2022 jeugdbescherming. Bij jongeren die jeugdbescherming ontvingen, ging het iets vaker om jongens dan om meisjes. In totaal ontvingen 15 180 jongens op 31 december 2022 jeugdbescherming, wat overeenkomt met 0,9 procent van alle jongens van 0 tot en met 18 jaar. Bij meisjes bedroeg dit aantal 13 895, wat gelijkstaat aan bijna 0,9 procent van alle meisjes in deze leeftijdsgroep (tabel 1.9.1).
Totaal aantal jongeren2) | Totaal aantal jongeren met jeugdbescherming | Voogdij | Voorlopige en tijdelijke voogdij | Ondertoezichtstelling | Voorlopige ondertoezichtstelling | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 3 300 845 | 29 075 | 9 075 | 240 | 19 410 | 355 |
Geslacht: Jongens | 1 691 315 | 15 180 | 4 660 | 115 | 10 240 | 175 |
Geslacht: Meisjes | 1 609 530 | 13 895 | 4 415 | 125 | 9 170 | 185 |
Leeftijd: 0 tot 4 jaar | 691 095 | 2 600 | 455 | 55 | 2 000 | 90 |
Leeftijd: 4 tot 8 jaar | 707 635 | 5 410 | 1 335 | 30 | 3 965 | 90 |
Leeftijd: 8 tot 12 jaar | 738 655 | 7 705 | 2 195 | 40 | 5 420 | 50 |
Leeftijd: 12 tot 18 jaar | 1 163 460 | 13 355 | 5 090 | 115 | 8 020 | 130 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 17 jaar. 2) De peildatum voor alle jongeren in Nederland is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum voor jongeren met jeugdbescherming (31 december 2022). |
Op 31 december 2022 waren er 13 355 jongeren met jeugdbescherming van 12 tot 18 jaar oud, wat neerkomt op 1,1 procent van alle jongeren in deze leeftijd (tabel 1.9.1). Van alle 8- tot 12-jarigen in Nederland ontving 1 procent jeugdbescherming; dat waren op 31 december 2022 7 705 jongeren. Ongeveer 0,8 procent van de kinderen tussen 4 en 8 jaar kreeg jeugdbescherming, 5 410 in totaal. De groep 0- tot 3-jarigen was met 2 600 het kleinst; ongeveer 0,4 procent in deze leeftijdsgroep ontving jeugdbescherming (tabel 1.9.1).
Onder de jongeren met een ondertoezichtstelling is de groep jongeren van 8 tot 12 jaar oud gestegen van 24 procent in 2016 naar 27 procent in 2022. Het aandeel kinderen van 4 tot 8 jaar met een ondertoezichtstelling nam ten opzichte van 2021 iets af, richting het niveau van 2016. Het aandeel jongeren van 0 tot 4 jaar en 12 tot 18 jaar nam ten opzichte van 2016 af (figuur 1.9.2). Bij de voogdijmaatregelen was een lichte stijging van het aandeel jongeren in de oudste leeftijdsgroep te zien, van 53 procent in 2016 naar 56 procent in 2022.
Jaar | 0 tot 4 jaar (%) | 4 tot 8 jaar (%) | 8 tot 12 jaar (%) | 12 tot 18 jaar (%) |
---|---|---|---|---|
Nederland | ||||
2022* | 20,94 | 18,61 | 26,51 | 35,25 |
2021 | 20,59 | 19,26 | 26,20 | 35,38 |
2020 | 20,58 | 18,99 | 26,28 | 35,44 |
2019 | 20,47 | 19,28 | 25,83 | 35,67 |
2018 | 20,49 | 18,75 | 25,40 | 35,88 |
2017 | 20,39 | 18,57 | 24,98 | 35,97 |
2016 | 20,36 | 18,57 | 24,56 | 35,88 |
OTS | ||||
2022* | 10,32 | 20,42 | 27,93 | 41,33 |
2021 | 10,69 | 21,25 | 27,26 | 40,8 |
2020 | 11,61 | 20,82 | 27,02 | 40,55 |
2019 | 11,83 | 21,42 | 26,34 | 40,41 |
2018 | 12,45 | 20,74 | 25,75 | 41,05 |
2017 | 12,51 | 20,28 | 25,14 | 42,08 |
2016 | 12,84 | 20,2 | 24,25 | 42,72 |
Vrl. OTS | ||||
2022* | 24,93 | 24,65 | 14,29 | 36,13 |
2021 | 25,53 | 17,12 | 17,42 | 39,94 |
2020 | 24,74 | 16,84 | 18,95 | 39,47 |
2019 | 28,4 | 19,25 | 15,73 | 36,62 |
2018 | 21,14 | 17,43 | 15,14 | 46,29 |
2017 | 19,81 | 18,58 | 19,5 | 42,11 |
2016 | 28,4 | 17,59 | 18,83 | 35,19 |
Voogdij | ||||
2022* | 5 | 14,71 | 24,19 | 56,1 |
2021 | 5,66 | 14,97 | 24,28 | 55,09 |
2020 | 5,4 | 14,96 | 25,09 | 54,55 |
2019 | 5,53 | 14,67 | 25,37 | 54,43 |
2018 | 5,59 | 14,75 | 25,22 | 54,44 |
2017 | 5,74 | 15,07 | 24,96 | 54,23 |
2016 | 5,98 | 15,38 | 25,57 | 53,07 |
Vrl. en tijd. voogdij | ||||
2022* | 23,55 | 11,57 | 17,36 | 47,52 |
2021 | 19,39 | 10,27 | 19,01 | 51,33 |
2020 | 23,42 | 14,13 | 17,1 | 45,35 |
2019 | 21,72 | 14,34 | 15,98 | 47,95 |
2018 | 24,61 | 12,04 | 14,66 | 48,69 |
2017 | 29,86 | 18,75 | 14,58 | 36,81 |
2016 | 37,5 | 9,56 | 11,03 | 41,91 |
¹⁾ Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor de jongeren met jeugdbescherming naar peildatum 31 december. |
1.10 Meer jeugdbescherming in huishoudens met lage inkomens
In Nederland woonden in 2022 bijna 510 duizend jongeren tot en met 17 jaar in een huishouden2) met een inkomen dat tot de laagste 20 procent behoort. Van hen ontving 4 procent jeugdbescherming. Het aandeel jongeren met jeugdbescherming daalt naarmate het huishoudinkomen hoger is. In de 20 procent rijkste huishoudens kreeg 0,2 procent jeugdbescherming.
Jaar | Met jeugdbescherming (%) |
---|---|
Totaal jeugdbescherming | |
Totaal | 1,1 |
Laagste kwintiel | 4 |
2e kwintiel | 1,5 |
3e kwintiel | 0,5 |
4e kwintiel | 0,3 |
Hoogste kwintiel | 0,2 |
Ondertoezichtstelling²⁾ | |
Totaal | 0,8 |
Laagste kwintiel | 2,9 |
2e kwintiel | 1,2 |
3e kwintiel | 0,4 |
4e kwintiel | 0,2 |
Hoogste kwintiel | 0,1 |
Voogdij³⁾ | |
Totaal | 0,3 |
Laagste kwintiel | 1 |
2e kwintiel | 0,3 |
3e kwintiel | 0,1 |
4e kwintiel | 0 |
Hoogste kwintiel | 0 |
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief tijdelijke voogdij en voorlopige voogdij. |
1.11 Meer uitdagingen in huishoudens van jongeren met jeugdbescherming
Van een aantal achtergrondkenmerken3) is onderzocht hoe de situatie van jongeren met jeugdbescherming afwijkt van de jongeren zonder jeugdbescherming. In figuur 1.11.1 zijn deze kenmerken weergegeven. Bij bijna 78 procent van de Nederlandse jongeren woonden beide juridische ouders in hetzelfde huishouden. Voor jongeren met jeugdbescherming was dit slechts bij 12 procent.
Eenzelfde patroon is te zien voor kinderen uit huishoudens waar ook gebruik wordt gemaakt van ondersteuning op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) of waarin zorgkosten zijn gemaakt voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) dan wel GGZ-medicatie is voorgeschreven. 5 procent van alle kinderen in Nederland had te maken met WMO gebruik in het huishouden, en 24 procent met GGZ-zorg en/of medicatie. Bij jongeren met jeugdbescherming was dit ruim 34 en ruim 50 procent. Daarnaast werd bij 30 procent van de jongeren met jeugdbescherming iemand in het huishouden als verdachte van een misdrijf aangemerkt.
Jaar | Ja (%) | Nee (%) |
---|---|---|
Ouders op hetzelfde adres | ||
Nederland | 2565280 | 735040 |
Totaal jeugdbescherming | 4497 | 33277 |
Ondertoezichtstelling²⁾ | 3605 | 24394 |
Voogdij³⁾ | 892 | 8883 |
WMO in huishouden | ||
Nederland | 166852 | 3130502 |
Totaal jeugdbescherming | 12600 | 24395 |
Ondertoezichtstelling²⁾ | 8561 | 19332 |
Voogdij³⁾ | 4039 | 5063 |
GGZ in huishouden | ||
Nederland | 773284 | 2524070 |
Totaal jeugdbescherming | 18530 | 18465 |
Ondertoezichtstelling²⁾ | 13928 | 13965 |
Voogdij³⁾ | 4602 | 4500 |
Verdachte in huishouden | ||
Nederland | 167656 | 3129698 |
Totaal jeugdbescherming | 11118 | 25877 |
Ondertoezichtstelling²⁾ | 7772 | 20121 |
Voogdij³⁾ | 3346 | 5756 |
¹⁾ Personen van 0 tot en met 17 jaar. ²⁾ Inclusief voorlopige ondertoezichtstellingen. ³⁾ Inclusief voorlopige voogdij en tijdelijke voogdij. |
1.12 Jeugdbescherming vooral in Limburg, Friesland en noorden van het land
In 2022 waren de vijf jeugdregio’s met het grootste aandeel jeugdbescherming Zuid-Limburg, Friesland (Fryslân), Noord-Limburg, Kop van Noord-Holland, en Twente. De regio’s met het laagste aandeel waren Haarlemmermeer, Utrecht Stad, Amsterdam-Amstelland, Gooi en Vechtstreek, en Zuid Kennemerland (figuur 1.12.1 en tabel 1.12.2).
Jeugdzorgregios_naam | aandeelJB (%) |
---|---|
Groningen | 1,141536309 |
Friesland(Frysl�n) | 1,289994675 |
KopvanNoord-Holland | 1,119606772 |
Drenthe | 0,900613605 |
WestFriesland | 0,88829136 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 0,866639658 |
IJsselland | 0,991998841 |
Flevoland | 1,110558594 |
Zaanstreek-Waterland | 0,609230769 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 0,961329174 |
ZuidKennemerland | 0,531960903 |
Noord-Veluwe | 0,98330788 |
Amsterdam-Amstelland | 0,567776649 |
Twente | 1,195415348 |
Haarlemmermeer | 0,344213291 |
GooienVechtstreek | 0,651247604 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 0,992886333 |
HollandRijnland | 0,709275212 |
UtrechtWest | 0,647069699 |
Eemland | 0,724355479 |
FoodValley | 0,710554097 |
UtrechtStad | 0,588861298 |
ZuidoostUtrecht | 0,751143843 |
Haaglanden | 0,747240906 |
Achterhoek | 1,089505939 |
Lekstroom | 0,852191191 |
MiddenHolland | 1,115138551 |
CentraalGelderland | 0,96919636 |
Rijnmond | 0,966140167 |
Rivierenland | 0,798858208 |
Zuid-HollandZuid | 0,826322597 |
RijkvanNijmegen | 0,831589581 |
NoordoostBrabant | 0,872703009 |
WestBrabantOost | 0,623837987 |
Midden-Brabant | 0,855035272 |
WestBrabantWest | 0,844496214 |
Noord-Limburg | 1,212568536 |
Zeeland | 1,114676815 |
Zuidoost-Brabant | 0,683552502 |
Zuid-Limburg | 1,192168997 |
Midden-LimburgOost | 1,141478354 |
Midden-LimburgWest | 1,053446018 |
¹⁾ De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (31 december 2022). |
% van het totale aantal personen van 0 tot en met | ||
---|---|---|
Hoogste aandelen | Friesland (Fryslân) | 1,29 |
Hoogste aandelen | Noord-Limburg | 1,21 |
Hoogste aandelen | Twente | 1,2 |
Hoogste aandelen | Zuid-Limburg | 1,19 |
Hoogste aandelen | Groningen | 1,14 |
Laagste aandelen | Zaanstreek-Waterland | 0,61 |
Laagste aandelen | Utrecht Stad | 0,59 |
Laagste aandelen | Amsterdam-Amstelland | 0,57 |
Laagste aandelen | Zuid Kennemerland | 0,53 |
Laagste aandelen | Haarlemmermeer | 0,34 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 17 jaar met jeugdbescherming. 2) De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (31 december 2022). |
De gemeenten waar in 2022 relatief gezien de meeste jongeren met jeugdbescherming wonen waren Doesburg, Pekela, Heerlen en Veendam (figuur 1.12.3)4).
Gemeente_naam | aandeelJB (%) |
---|---|
Groningen (gemeente) | 1,023580479 |
Almere | 1,036935648 |
Stadskanaal | 1,795104261 |
Veendam | 1,943319838 |
Zeewolde | 1,503914297 |
Achtkarspelen | 0,887826532 |
Ameland | 0,439882698 |
Harlingen | 1,146629604 |
Heerenveen | 1,055652352 |
Leeuwarden | 1,607543781 |
Ooststellingwerf | 1,70015456 |
Opsterland | 1,055363322 |
Schiermonnikoog | 0 |
Smallingerland | 1,763040102 |
Terschelling | 0,423131171 |
Vlieland | 0 |
Weststellingwerf | 1,252871163 |
Assen | 0,917569194 |
Coevorden | 1,001749086 |
Emmen | 1,215966164 |
Hoogeveen | 0,943828461 |
Meppel | 0,947936415 |
Almelo | 1,868621532 |
Borne | 0,799680128 |
Dalfsen | 0,617283951 |
Deventer | 1,099468332 |
Enschede | 1,699989308 |
Haaksbergen | 0,726447219 |
Hardenberg | 0,859598854 |
Hellendoorn | 0,399486375 |
Hengelo (O.) | 1,444589668 |
Kampen | 0,856136982 |
Losser | 0,803023146 |
Noordoostpolder | 0,909607732 |
Oldenzaal | 0,910596026 |
Ommen | 0,523127753 |
Raalte | 0,761245675 |
Staphorst | 0,866738895 |
Tubbergen | 0,715819613 |
Urk | 0,554528651 |
Wierden | 0,489620055 |
Zwolle | 1,274882577 |
Aalten | 0,64465716 |
Apeldoorn | 1,202876584 |
Arnhem | 1,047243041 |
Barneveld | 0,805620005 |
Beuningen | 0,684505289 |
Brummen | 0,675477239 |
Buren | 0,998629332 |
Culemborg | 0,599201065 |
Doesburg | 2,123893805 |
Doetinchem | 1,311899483 |
Druten | 0,645342312 |
Duiven | 0,84519573 |
Ede | 0,579016444 |
Elburg | 0,730488274 |
Epe | 0,890606621 |
Ermelo | 1,468315301 |
Harderwijk | 0,932763311 |
Hattem | 0,342205323 |
Heerde | 0,461580234 |
Heumen | 0,402726146 |
Lochem | 0,562468042 |
Maasdriel | 0,896286812 |
Nijkerk | 0,618748066 |
Nijmegen | 0,860827217 |
Oldebroek | 0,815011372 |
Putten | 1,165274811 |
Renkum | 0,926801589 |
Rheden | 1,121444201 |
Rozendaal | 0 |
Scherpenzeel | 0,556030796 |
Tiel | 1,356192426 |
Voorst | 0,847457627 |
Wageningen | 0,657439446 |
Westervoort | 1,177769599 |
Winterswijk | 0,997506234 |
Wijchen | 0,872623079 |
Zaltbommel | 0,535086378 |
Zevenaar | 1,249838938 |
Zutphen | 1,231725567 |
Nunspeet | 0,867052023 |
Dronten | 1,164822365 |
Amersfoort | 0,781733974 |
Baarn | 0,717450939 |
De Bilt | 0,566757493 |
Bunnik | 0,38033938 |
Bunschoten | 0,685736677 |
Eemnes | 0,689289502 |
Houten | 0,649407635 |
Leusden | 0,539127594 |
Lopik | 0,709459459 |
Montfoort | 0,486448923 |
Renswoude | 0,214438885 |
Rhenen | 0,328176278 |
Soest | 0,70798388 |
Utrecht (gemeente) | 0,588861298 |
Veenendaal | 1,08371715 |
Woudenberg | 0,612557427 |
Wijk bij Duurstede | 0,822154911 |
IJsselstein | 0,79928952 |
Zeist | 0,810478327 |
Nieuwegein | 1,14884271 |
Aalsmeer | 0,414323764 |
Alkmaar | 1,014228743 |
Amstelveen | 0,364773319 |
Amsterdam | 0,615659497 |
Bergen (NH.) | 0,637522769 |
Beverwijk | 0,815558344 |
Blaricum | 0,208986416 |
Bloemendaal | 0,266819135 |
Castricum | 0,427742133 |
Diemen | 0,453144825 |
Edam-Volendam | 0,47729245 |
Enkhuizen | 0,918220947 |
Haarlem | 0,568849317 |
Haarlemmermeer | 0,344213291 |
Heemskerk | 0,981089151 |
Heemstede | 0,385324175 |
Heiloo | 0,358503249 |
Den Helder | 1,718460589 |
Hilversum | 0,742402393 |
Hoorn | 0,83087276 |
Huizen | 0,79386081 |
Landsmeer | 0,248344371 |
Laren (NH.) | 0,497737557 |
Medemblik | 1,078352644 |
Oostzaan | 0,163755459 |
Opmeer | 0,939177102 |
Ouder-Amstel | 0,105374078 |
Purmerend | 0,6124287 |
Schagen | 0,852979505 |
Texel | 0,603808639 |
Uitgeest | 0,631266246 |
Uithoorn | 0,562675836 |
Velsen | 1,042744567 |
Weesp | 0,483982484 |
Zandvoort | 0,932140194 |
Zaanstad | 0,733204134 |
Alblasserdam | 0,866666667 |
Alphen aan den Rijn | 0,717573788 |
Barendrecht | 0,285333841 |
Drechterland | 0,744353183 |
Brielle | 0,690335306 |
Capelle aan den IJssel | 0,912209574 |
Delft | 1,028244175 |
Dordrecht | 1,038495971 |
Gorinchem | 0,850947022 |
Gouda | 1,416608514 |
's-Gravenhage (gemeente) | 0,847574994 |
Hardinxveld-Giessendam | 0,695894224 |
Hellevoetsluis | 0,953137411 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0,359389039 |
Stede Broec | 1,076275152 |
Hillegom | 0,583373845 |
Katwijk | 0,738797211 |
Krimpen aan den IJssel | 0,7427741 |
Leiden | 0,917822839 |
Leiderdorp | 0,557799577 |
Lisse | 0,744878957 |
Maassluis | 0,671641791 |
Nieuwkoop | 0,831525669 |
Noordwijk | 0,4679398 |
Oegstgeest | 0,444444444 |
Oudewater | 0,445986125 |
Papendrecht | 0,862068966 |
Ridderkerk | 0,77685206 |
Rotterdam | 1,165977956 |
Rijswijk (ZH.) | 0,750551876 |
Schiedam | 0,903114417 |
Sliedrecht | 1,285067873 |
Albrandswaard | 0,46728972 |
Westvoorne | 0,498960499 |
Vlaardingen | 1,193233663 |
Voorschoten | 0,499629904 |
Waddinxveen | 1,058124366 |
Wassenaar | 0,442948264 |
Woerden | 0,75926753 |
Zoetermeer | 0,942437041 |
Zoeterwoude | 0,509626274 |
Zwijndrecht | 1,103702 |
Borsele | 0,963644328 |
Goes | 1,303969864 |
West Maas en Waal | 0,733352889 |
Hulst | 1,352874859 |
Kapelle | 0,683207479 |
Middelburg (Z.) | 1,13902491 |
Reimerswaal | 0,666666667 |
Terneuzen | 1,527717154 |
Tholen | 0,74912892 |
Veere | 0,502386335 |
Vlissingen | 1,557961447 |
De Ronde Venen | 0,825581395 |
Tytsjerksteradiel | 0,991940484 |
Asten | 0,613496933 |
Baarle-Nassau | 0,707964602 |
Bergen op Zoom | 0,804485617 |
Best | 0,438365772 |
Boekel | 0,509259259 |
Boxtel | 0,605366492 |
Breda | 0,613442912 |
Deurne | 0,510960936 |
Pekela | 2,063273728 |
Dongen | 0,644222776 |
Eersel | 0,331400166 |
Eindhoven | 0,957130623 |
Etten-Leur | 0,572737686 |
Geertruidenberg | 0,662902038 |
Gilze en Rijen | 0,676751592 |
Goirle | 0,474912244 |
Helmond | 0,815202424 |
's-Hertogenbosch | 1,091410003 |
Heusden | 0,617064198 |
Hilvarenbeek | 0,279134682 |
Loon op Zand | 0,611476952 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 0,359874044 |
Oirschot | 0,301841232 |
Oisterwijk | 0,575815739 |
Oosterhout | 0,875842156 |
Oss | 1,010161032 |
Rucphen | 1,103040086 |
Sint-Michielsgestel | 0,442101683 |
Someren | 0,454416359 |
Son en Breugel | 0,302863436 |
Steenbergen | 0,578871201 |
Waterland | 0,300661455 |
Tilburg | 1,168002869 |
Valkenswaard | 0,878563061 |
Veldhoven | 0,486069947 |
Vught | 0,598526703 |
Waalre | 0,50547599 |
Waalwijk | 0,719181931 |
Woensdrecht | 0,624151967 |
Zundert | 0,641562064 |
Wormerland | 0,517777011 |
Landgraaf | 1,257861635 |
Beek (L.) | 0,542797495 |
Beesel | 1,417811254 |
Bergen (L.) | 0,868306802 |
Brunssum | 1,380295098 |
Gennep | 0,920245399 |
Heerlen | 2,018403087 |
Kerkrade | 1,810626299 |
Maastricht | 1,262363352 |
Meerssen | 0,305810398 |
Mook en Middelaar | 0,791765637 |
Nederweert | 0,828443217 |
Roermond | 1,308210485 |
Simpelveld | 1,243781095 |
Stein (L.) | 0,534330751 |
Vaals | 0,844854071 |
Venlo | 1,654590061 |
Venray | 1,071895425 |
Voerendaal | 0,286123033 |
Weert | 1,137179794 |
Valkenburg aan de Geul | 0,950656406 |
Lelystad | 1,527512585 |
Horst aan de Maas | 0,787508486 |
Oude IJsselstreek | 1,33432172 |
Teylingen | 0,742039935 |
Utrechtse Heuvelrug | 0,935244485 |
Oost Gelre | 1,108033241 |
Koggenland | 0,602409639 |
Lansingerland | 0,307383477 |
Leudal | 1,044856783 |
Maasgouw | 0,732064422 |
Gemert-Bakel | 0,583236127 |
Halderberge | 0,723427935 |
Heeze-Leende | 0,248138958 |
Laarbeek | 0,782732448 |
Reusel-De Mierden | 0,639097744 |
Roerdalen | 1,085915043 |
Roosendaal | 1,023691138 |
Schouwen-Duiveland | 0,85440279 |
Aa en Hunze | 1,028758476 |
Borger-Odoorn | 1,217830882 |
De Wolden | 0,558160304 |
Noord-Beveland | 1,199261993 |
Wijdemeren | 0,520268806 |
Noordenveld | 0,507982583 |
Twenterand | 1,655857596 |
Westerveld | 0,487012987 |
Lingewaard | 0,60579359 |
Cranendonck | 0,945017182 |
Steenwijkerland | 1,089037817 |
Moerdijk | 1,26216545 |
Echt-Susteren | 1,11297774 |
Sluis | 1,279135873 |
Drimmelen | 0,431499461 |
Bernheze | 0,612887196 |
Alphen-Chaam | 0,427350427 |
Bergeijk | 0,694444444 |
Bladel | 0,266595575 |
Gulpen-Wittem | 0,715746421 |
Tynaarlo | 0,497795477 |
Midden-Drenthe | 0,606366852 |
Overbetuwe | 0,784041286 |
Hof van Twente | 0,858577677 |
Neder-Betuwe | 0,773071348 |
Rijssen-Holten | 0,47719454 |
Geldrop-Mierlo | 0,552262931 |
Olst-Wijhe | 0,926998841 |
Dinkelland | 0,514085955 |
Westland | 0,397807638 |
Midden-Delfland | 0,299326515 |
Berkelland | 1,216609363 |
Bronckhorst | 0,92374874 |
Sittard-Geleen | 1,139539884 |
Kaag en Braassem | 0,607556484 |
Dantumadiel | 1,300424628 |
Zuidplas | 1,029091629 |
Peel en Maas | 0,893091673 |
Oldambt | 1,64938737 |
Zwartewaterland | 0,875 |
S�dwest-Frysl�n | 1,225027191 |
Bodegraven-Reeuwijk | 0,77682686 |
Eijsden-Margraten | 0,445037828 |
Stichtse Vecht | 0,501062861 |
Hollands Kroon | 0,845948353 |
Leidschendam-Voorburg | 0,722582388 |
Goeree-Overflakkee | 0,751269036 |
Pijnacker-Nootdorp | 0,216871074 |
Nissewaard | 1,204892594 |
Krimpenerwaard | 1,072942805 |
De Fryske Marren | 1,037745447 |
Gooise Meren | 0,662744806 |
Berg en Dal | 1,118099231 |
Meierijstad | 0,658323556 |
Waadhoeke | 1,355816338 |
Westerwolde | 1,202278 |
Midden-Groningen | 1,235839341 |
Beekdaelen | 0,649236708 |
Montferland | 0,861497681 |
Altena | 0,495257282 |
West Betuwe | 0,562271577 |
Vijfheerenlanden | 0,81807873 |
Hoeksche Waard | 0,634074074 |
Het Hogeland | 0,815733602 |
Westerkwartier | 0,555847668 |
Noardeast-Frysl�n | 1,173275394 |
Molenlanden | 0,542332028 |
Eemsdelta | 1,221840397 |
Dijk en Waard | 1,072634215 |
Land van Cuijk | 0,948047023 |
Maashorst | 1,047024247 |
¹⁾ De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdbescherming (31 december 2022). |
2) Gegevens over huishoudinkomen betreft de stand op 1 januari 2021. Dat is de meest recente datum waarop dit kenmerk beschikbaar is.
3) Voor alle huishoudkenmerken is de meest recent beschikbare informatie gebruikt. Voor ouders in het hetzelfde huishouden is dit de situatie op 1 januari 2022. WMO in huishouden is gebaseerd op twee databronnen over de ondersteuning in 2021 op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO); de combinatie van deze bronnen is zo goed als volledig, alleen in enkele gemeenten ontbreekt de WMO waarvoor geen eigen bijdrage via CAK is betaald. GGZ in huishouden is een combinatie van of personen in het huishouden in het verslagjaar zorgkosten voor GGZ hebben gemaakt (2020) en of personen in het huishouden medicatie gebruikten vanwege psychische problemen (2021). Voor verdachte in het huishouden is gekeken of personen in het huishouden in de periode 2017-2021 zijn geregistreerd als verdachte, ongeacht het type misdrijf.
4) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie.
2. Jeugdreclassering
Aan het einde van 2022 was op 4 900 jongeren een jeugdreclasseringsmaatregel van toepassing. Dit betreft personen van 12 tot en met 22 jaar met één of meerdere jeugdreclasseringsmaatregelen. In totaal waren op dat moment 4 960 jeugdreclasseringsmaatregelen van kracht. Dat zijn er 25 meer dan bij de start van het jaar (tabel 2.0.1).
De twee varianten van toezicht en begeleiding (T&B) worden het meest toegepast, samen goed voor 97 procent van alle jeugdreclasseringsmaatregelen. Het gaat hier dan vooral om toezicht en begeleiding in het gedwongen kader (4 325 maatregelen aan het einde van 2022). Voor toezicht en begeleiding in het gedwongen kader en individuele trajectbegeleiding Criem geldt dat er aan het eind van 2022 minder maatregelen waren dan aan het begin van het jaar. Voor de overige maatregelen was het aantal maatregelen aan het einde van het jaar hoger dan aan het begin. De (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel en het scholings- en trainingsprogramma komen nauwelijks meer voor (tabel 2.0.1).
Beginstand (1-1-2022) | Instroom | Uitstroom | Eindstand (31-12-2022)1) | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 4 985 | 5 380 | 5 405 | 4 960 |
Toezicht en begeleiding: gedwongen kader | 4 390 | 3 325 | 3 390 | 4 325 |
Toezicht en begeleiding: vrijwillig | 450 | 1 725 | 1 700 | 475 |
Individuele trajectbegeleiding Harde Kern | 115 | 220 | 200 | 130 |
Individuele trajectbegeleiding Criem | 25 | 100 | 105 | 20 |
Scholings- en trainingsprogramma | . | . | . | . |
Gedragsbeïnvloedende maatregel | . | . | . | . |
Voorbereiding gedragsbeïnvloedende maatregel | . | 10 | 10 | . |
Bron: CBS. 1) Maatregelen met een einddatum van 31 december tellen niet mee in de eindstand. |
2.1 Minder trajecten gestart en beëindigd
Na een jaar eerder met 9 procent te zijn gestegen, is de instroom van jeugdreclasseringsmaatregelen in 2022 met 4 procent gedaald ten opzichte van 2021 (figuur 2.1.1)5). Ook de uitstroom is gedaald, namelijk met 11 procent. Hier was in 2021 nog sprake van een stijging.
Het aantal ingestroomde jeugdreclasseringsmaatregelen ligt de gehele onderzochte periode onder het aantal uitgestroomde maatregelen, maar de verschillen zijn klein. Bij toezicht en begeleiding in het gedwongen kader lag het aantal ingestroomde maatregelen iets boven het aantal uitgestroomde maatregelen. Bij toezicht en begeleiding in het vrijwillig kader lag het aantal ingestroomde maatregelen iets onder het aantal uitgestroomde maatregelen. De grootste afname in het aantal ingestroomde en het aantal uitgestroomde maatregelen vindt plaats bij toezicht en begeleiding in het gedwongen kader, met in 2022 195 minder gestarte maatregelen en 515 minder beëindigde maatregelen dan in 2021 (figuur 2.1.1).
Maatregel | 2022* (maatregelen) | 2021 (maatregelen) | 2020 (maatregelen) | 2019 (maatregelen) | 2018 (maatregelen) | 2017 (maatregelen) | 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal²⁾ | |||||||
Instroom | 5380 | 5605 | 5105 | 5775 | 5525 | 5760 | 5765 |
Uitstroom | 5405 | 6110 | 5700 | 5810 | 6040 | 6100 | 6255 |
T&B gedwongen | |||||||
Instroom | 3325 | 3520 | 3060 | 3660 | 3505 | 3675 | 3435 |
Uitstroom | 3390 | 3905 | 3725 | 3650 | 3955 | 3995 | 3760 |
T&B vrijwillig | |||||||
Instroom | 1725 | 1750 | 1685 | 1725 | 1640 | 1690 | 1720 |
Uitstroom | 1700 | 1840 | 1605 | 1780 | 1695 | 1705 | 1855 |
¹⁾ Jeugdreclasseringsmaatregelen bij personen van 12 tot en met 22 jaar. ²⁾ Inclusief ITB Harde Kern, ITB Criem en overig. |
Van alle trajecten binnen de jeugdreclassering is de instroom bij de individuele trajectbegeleiding Harde Kern met 6 procent het sterkst afgenomen in 2022. Ook de uitstroom is hier in 2022 gedaald. Na een sterke stijging van het aantal ingestroomde en beëindigde trajecten bij de individuele trajectbegeleiding Harde Kern in 2019 en 2020, is vanaf 2021 een daling te zien. Bij de individuele trajectbegeleiding Criem en de overige jeugdreclasseringstrajecten was tot 2020 sprake van een afname in zowel de in- als uitstroom. De individuele trajectbegeleiding Criem laat vanaf 2021 weer een kleine toename zien (figuur 2.1.2).
Maatregel | 2022* (maatregelen) | 2021 (maatregelen) | 2020 (maatregelen) | 2019 (maatregelen) | 2018 (maatregelen) | 2017 (maatregelen) | 2016 (maatregelen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
ITB Harde Kern | |||||||
Instroom | 220 | 235 | 260 | 235 | 185 | 210 | 180 |
Uitstroom | 200 | 250 | 255 | 220 | 195 | 190 | 200 |
ITB Criem | |||||||
Instroom | 100 | 90 | 80 | 125 | 155 | 160 | 180 |
Uitstroom | 105 | 100 | 85 | 125 | 160 | 170 | 160 |
Overig²⁾ | |||||||
Instroom | 10 | 15 | 25 | 25 | 40 | 30 | 250 |
Uitstroom | 15 | 15 | 30 | 35 | 35 | 45 | 280 |
¹⁾ Jeugdreclasseringsmaatregelen bij personen van 12 tot en met 22 jaar. ²⁾ Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
2.2 Afname jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel zet door
Op peildatum 31 december 2022 hadden 4 900 jongeren een jeugdreclasseringsmaatregel. In de periode 2011-2022 is een dalende trend te zien. Tussen 31 december 2011 en 31 december 2022 is het aantal jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel meer dan gehalveerd. De afname is in 2022 met 2 procent minder sterk dan de afname in eerdere jaren (figuur 2.2.1).
Jaar | Jeugdreclassering (aantal jongeren) |
---|---|
2011 | 11110 |
2012 | 10830 |
2013 | 9210 |
2014 | 7790 |
2015 | 7590 |
2016 | 6735 |
2017 | 6420 |
2018 | 5925 |
2019 | 5915 |
2020 | 5440 |
2021 | 5000 |
2022* | 4900 |
¹⁾ Personen van 12 tot en met 22 jaar met één of meerdere jeugdreclasseringsmaatregelen. ²⁾ Door invoering van de Jeugdwet treedt met ingang van 2015 een methodebreuk op. |
2.3 Gemiddelde duur toezicht en begeleiding verder gedaald
Van alle afgesloten jeugdreclasseringsmaatregelen duurden de maatregelen toezicht en begeleiding in het gedwongen kader het langst. 50 procent van deze maatregelen duurde een jaar of langer waarvan de meesten 1 tot 2 jaar (tabel 2.3.1). De overige vormen van jeugdreclassering duurden meestal korter dan 3 maanden, met uitzondering van individuele trajectbegeleiding Harde Kern waar bijna 70 procent van de trajecten 3 tot 6 maanden duurt.
0 tot 3 maanden | 3 tot 6 maanden | 6 tot 12 maanden | 12 tot 24 maanden | 24 tot 36 maanden | 36 maanden of langer | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 1 510 | 1 185 | 950 | 1 265 | 355 | 140 |
T&B: gedwongen | 405 | 620 | 655 | 1 220 | 350 | 140 |
T&B: vrijwillig | 995 | 420 | 250 | 30 | . | . |
ITB Harde Kern | 15 | 135 | 35 | 15 | . | . |
ITB Criem | 90 | 10 | . | . | . | . |
Overig2) | 10 | . | . | . | . | . |
Bron: CBS. 1) Jeugdreclasseringsmaatregelen die werden beëindigd in 2022. 2) Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
De gemiddelde duur van de maatregelen is in 2022 gedaald met 7 procent ten opzichte van een jaar eerder (figuur 2.3.2). De gemiddelde duur van de maatregelen toezicht en begeleiding in zowel het gedwongen als het vrijwillige kader nam af, met respectievelijk 6 en 11,5 procent. Bij individuele trajectbegeleiding Harde Kern is de gemiddelde duur met 13 dagen toegenomen ten opzichte van 2021.
Maatregel | 2022* (dagen) | 2021 (dagen) | 2020 (dagen) | 2019 (dagen) | 2018 (dagen) | 2017 (dagen) | 2016 (dagen) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 341 | 368 | 399 | 381 | 391 | 416 | 415 |
T&B gedwongen | 477 | 507 | 537 | 524 | 518 | 554 | 586 |
T&B vrijwillig | 101 | 114 | 130 | 133 | 151 | 152 | 147 |
ITB Harde Kern | 210 | 197 | 188 | 193 | 185 | 189 | 198 |
ITB Criem | 101 | 102 | 111 | 116 | 105 | 109 | 111 |
Overig²⁾ | 183 | 171 | 212 | 175 | 101 | 315 | 234 |
¹⁾ Jeugdreclasseringsmaatregelen die werden beëindigd in het gehele jaar. ²⁾ Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
2.4 Vier op de tien jongeren met jeugdreclassering ontvangt ook jeugdhulp
Jeugdreclassering ging in vier op de tien gevallen gepaard met de inzet van jeugdhulp (tabel 2.4.1). Dit is minder dan bij jeugdbescherming, waar 79 procent van de jongeren met een ondertoezichtstelling en 93 procent van de jongeren met voogdij ook jeugdhulp ontving (figuur 1.8.1 en 1.8.2). Hierbij moet nog wel worden opgemerkt dat een deel van de jongeren met jeugdreclassering ouder is dan 18 jaar en aanvullende zorg en hulp mogelijk ook kan worden ontvangen vanuit andere zorgdomeinen (de Wet Langdurige Zorg, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning of de Zorgverzekeringswet).
Het aandeel jongeren dat naast een jeugdreclasseringsmaatregel ook jeugdhulp ontving daalde ten opzichte van 2021 (tabel 2.4.1). Deze daling is te zien bij toezicht en begeleiding in het gedwongen kader en bij individuele trajectbegeleiding Harde Kern. Het aandeel samenloop met jeugdhulp is het hoogst bij individuele trajectbegeleiding Criem, gevolgd door individuele trajectbegeleiding Harde Kern. Vooral bij individuele trajectbegeleiding Criem gaat het echter wel om kleine aantallen.
Totaal jongeren met jeugdreclassering en ook jeugdhulp | Toezicht en begeleiding: gedwongen kader | Toezicht en begeleiding: vrijwillig | Individuele trajectbegeleiding Harde Kern | Individuele trajectbegeleiding Criem | Overig2) | |
---|---|---|---|---|---|---|
% van totaal jongeren met jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | % van totaal jongeren met dit type jeugdreclassering | |
2016 | 40,6 | 40,4 | 40,7 | 51,6 | 22,6 | 51,9 |
2017 | 40,6 | 40,7 | 39,2 | 47,4 | 36,7 | . |
2018 | 41,7 | 41,9 | 39,0 | 54,2 | 29,2 | 66,7 |
2019 | 41,0 | 41,4 | 38,6 | 42,9 | 34,0 | . |
2020 | 41,0 | 40,8 | 43,8 | 51,2 | 35,5 | 72,7 |
2021 | 43,9 | 44,2 | 37,7 | 59,1 | 29,6 | . |
2022* | 42,7 | 43,0 | 41,0 | 44,1 | 47,6 | . |
Bron: CBS. 1) Personen van 12 tot en met 22 jaar met een jeugdreclasseringsmaatregel op peildatum 31 december die tegelijkertijd jeugdhulp ontvingen. 2) Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
2.5 Jongens vaker in jeugdreclassering dan meisjes
Op 31 december 2022 waren meer jeugdreclasseringsmaatregelen bij jongens dan bij meisjes van kracht. Dit geldt voor ieder type jeugdreclassering. In totaal was op 4 265 jongens een jeugdreclasseringsmaatregel van toepassing. Bij meisjes bedroeg dit aantal 635 (tabel 2.5.1). Ook relatief gezien kwam jeugdreclassering vaker voor bij jongens dan bij meisjes, respectievelijk bij 0,4 en 0,1 procent.
Totaal aantal jongeren2) | Totaal aantal jongeren met jeugd-reclassering | Toezicht en begeleiding: gedwongen kader | Toezicht en begeleiding: vrijwillig | Individuele traject-begeleiding Harde Kern | Individuele traject-begeleiding Criem | Overig3) | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 2 285 350 | 4 900 | 4 340 | 480 | 135 | 20 | . |
Geslacht: Jongens | 1 166 610 | 4 265 | 3 770 | 425 | 135 | 20 | . |
Geslacht: Meisjes | 1 118 735 | 635 | 570 | 55 | . | . | . |
Leeftijd: 12 tot en met 14 jaar | 575 075 | 270 | 225 | 45 | 10 | . | . |
Leeftijd: 15 tot en met 17 jaar | 588 385 | 2 235 | 1 930 | 260 | 70 | 20 | . |
Leeftijd: 18 tot en met 22 jaar | 1 121 890 | 2 400 | 2 185 | 175 | 55 | . | . |
Bron: CBS. 1) Personen van 12 tot en met 22 jaar met jeugdreclasseringsmaatregelen op peildatum 31 december 2022. 2) De peildatum voor alle jongeren in Nederland is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum voor jongeren met jeugdreclassering (31 december 2022). 3) Scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
Vergeleken met 2016 is het aandeel jongens onder jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel in 2022 toegenomen, variërend van vijf tot tien procentpunten voor de verschillende vormen van jeugdreclassering (figuur 2.5.2).
Maatregel | Jongens (%) | Meisjes (%) |
---|---|---|
Nederland | ||
2022* | 51,05 | 48,95 |
2021 | 51,09 | 48,91 |
2020 | 51,02 | 48,98 |
2019 | 51,07 | 48,93 |
2018 | 51,09 | 48,91 |
2017 | 51,11 | 48,89 |
2016 | 51,08 | 48,92 |
T&B gedwongen | ||
2022* | 86,84 | 13,16 |
2021 | 87,20 | 12,80 |
2020 | 84,79 | 15,21 |
2019 | 81,84 | 18,16 |
2018 | 80,25 | 19,75 |
2017 | 79,54 | 20,46 |
2016 | 79,33 | 20,67 |
T&B vrijwillig | ||
2022* | 88,13 | 11,88 |
2021 | 89,66 | 10,34 |
2020 | 90,05 | 9,95 |
2019 | 83,72 | 16,28 |
2018 | 79,82 | 20,18 |
2017 | 79,75 | 20,25 |
2016 | 78,44 | 21,56 |
Overig³⁾ | ||
2022* | 95,63 | 4,38 |
2021 | 97,30 | 2,70 |
2020 | 96,47 | 3,53 |
2019 | 96,07 | 3,93 |
2018 | 94,19 | 5,81 |
2017 | 94,74 | 5,26 |
2016 | 90,26 | 9,74 |
¹⁾ Personen van 12 tot en met 22 jaar. ²⁾ Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor de jongeren met jeugdreclassering naar 31 december. ³⁾ ITB Harde Kern, ITB Criem, scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
De groep 15- tot en met 17-jarigen was relatief gezien het ruimst vertegenwoordigd in de jeugdreclassering (tabel 2.5.1). Dit betrof 2 235 jongeren wat overeenkomt met 0,4 procent van alle personen in deze leeftijdsklasse. Bij de 18- tot en met 22-jarigen was dit 0,2 procent en bij de leeftijdscategorie 12- tot en met 14-jaar lag dit aandeel flink lager: 0,05 procent.
Van alle jongeren met jeugdreclassering neemt het aandeel jongeren van 18 tot en met 22 jaar sinds 2016 toe. Sinds 2018 bestaat ongeveer de helft van alle jongeren met jeugdreclassering uit jongeren van 18 tot en met 22 jaar. Wel is het aandeel van deze groep sinds 2021 licht aan het dalen, met twee procentpunt in 2021 en één procentpunt in 2022. Bij toezicht en begeleiding in het vrijwillige kader vormen jongeren in de leeftijdsgroep van 15 tot en met 17 jaar een meerderheid. Jongeren van 12 tot en met 14 jaar komen relatief weinig voor onder jongeren met jeugdreclassering (figuur 2.5.3).
Maatregel | 12 tot en met 14 jaar (%) | 15 tot en met 17 jaar (%) | 18 tot en met 22 jaar (%) |
---|---|---|---|
Nederland | |||
2022* | 25,16 | 25,75 | 49,09 |
2021 | 25,13 | 26,33 | 48,53 |
2020 | 25,05 | 26,79 | 48,16 |
2019 | 25,47 | 27,15 | 47,38 |
2018 | 26,05 | 27,46 | 46,49 |
2017 | 26,55 | 27,44 | 46,01 |
2016 | 26,97 | 27,32 | 45,70 |
T&B gedwongen | |||
2022* | 5,14 | 44,47 | 50,39 |
2021 | 4,04 | 44,37 | 51,59 |
2020 | 3,67 | 42,44 | 53,90 |
2019 | 3,78 | 43,39 | 52,79 |
2018 | 2,81 | 43,59 | 53,60 |
2017 | 3,38 | 46,51 | 50,10 |
2016 | 3,09 | 46,90 | 50,01 |
T&B vrijwillig | |||
2022* | 9,17 | 54,58 | 36,25 |
2021 | 7,76 | 55,82 | 36,42 |
2020 | 5,15 | 58,32 | 36,54 |
2019 | 5,43 | 55,76 | 38,65 |
2018 | 6,16 | 55,01 | 38,83 |
2017 | 6,10 | 53,68 | 40,08 |
2016 | 9,85 | 62,48 | 27,67 |
Overig²⁾ | |||
2022* | 6,88 | 56,88 | 36,25 |
2021 | 2,70 | 58,78 | 38,51 |
2020 | 2,35 | 61,18 | 36,47 |
2019 | 5,06 | 58,43 | 36,52 |
2018 | 5,81 | 56,98 | 37,21 |
2017 | 2,92 | 59,06 | 37,43 |
2016 | 6,49 | 62,99 | 30,52 |
¹⁾ Voor het totaal aantal jongeren in Nederland is gekeken naar peildatum 1 januari en voor jongeren met jeugdreclassering naar peildatum 31 december. ²⁾ ITB Harde Kern, ITB Criem, scholings- en trainingsprogramma en (voorbereiding) gedragsbeïnvloedende maatregel. |
2.6 Meer jeugdreclassering in huishoudens met lage inkomens
In Nederland woonden in 2022 bijna 290 duizend jongeren van 12 tot en met 22 jaar in een huishouden6) met een inkomen dat tot de laagste 20 procent behoort. Van hen ontving 1 procent jeugdreclassering. Het aandeel jongeren met jeugdreclassering daalt naarmate het huishoudinkomen hoger is. In de 20 procent rijkste huishoudens met jongeren van 12 tot en met 22 jaar kreeg 0,1 procent jeugdreclassering.
Jaar | Met jeugdreclassering (%) |
---|---|
Totaal jeugdreclassering | |
Totaal | 0,3 |
Laagste kwintiel | 1 |
2e kwintiel | 0,6 |
3e kwintiel | 0,3 |
4e kwintiel | 0,1 |
Hoogste kwintiel | 0,1 |
¹⁾ Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
2.7 Meer uitdagingen in huishoudens van jongeren met jeugdreclassering
Van een aantal achtergrondkenmerken7) is onderzocht hoe de situatie van jongeren met jeugdreclassering afwijkt van de jongeren zonder jeugdreclassering. In figuur 2.7.1 zijn deze kenmerken weergegeven. Bij 65 procent van de Nederlandse jongeren van 12 tot en met 22 jaar woonden beide juridische ouders in hetzelfde huishouden. Voor jongeren met jeugdreclassering was dit slechts 30 procent.
Hetzelfde patroon is te zien bij kinderen uit huishoudens waar gebruik wordt gemaakt van ondersteuning op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) of waarin zorgkosten zijn gemaakt voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) dan wel GGZ-medicatie is voorgeschreven. Bijna 7 procent van alle jongeren in Nederland had te maken met WMO gebruik in het huishouden, en ruim 27 procent met GGZ-zorg en/of medicatie. Bij jongeren met jeugdreclassering was dit respectievelijk ruim 18 en ruim 38 procent. Daarnaast werd bij 18,5 procent van de jongeren met jeugdreclassering iemand in het huishouden als verdachte van een misdrijf aangemerkt, tegenover 4,5 procent van alle jongeren in Nederland.
Jaar | Ja (%) | Nee (%) |
---|---|---|
Ouders op hetzelfde adres | ||
Nederland | 1494110 | 790450 |
Totaal jeugdreclassering | 2175 | 5065 |
WMO in huishouden | ||
Nederland | 150525 | 2122455 |
Totaal jeugdreclassering | 1320 | 5820 |
GGZ in huishouden | ||
Nederland | 622450 | 1650535 |
Totaal jeugdreclassering | 2745 | 4395 |
Verdachte in huishouden | ||
Nederland | 104235 | 2168750 |
Totaal jeugdreclassering | 1325 | 5815 |
¹⁾ Jeugdreclasseringsmaatregelen bij personen van 12 tot en met 22 jaar. |
2.8 Jeugdreclassering vooral in regio Rotterdam en Amsterdam
In de regio Amsterdam en Rotterdam woonden, ook relatief gezien, veel jongeren met jeugdreclassering (zie figuur 2.8.1 voor het aandeel per arrondissement). Ook in de gemeenten Rozendaal, Nissewaard, Kerkrade, Westerwolde, en Heerlen kwamen met 0,5 procent of meer relatief veel jongeren met jeugdreclassering voor (zie figuur 2.8.2 voor het aandeel per gemeente)8).
Jeugdreclassering (%) | |
---|---|
Amsterdam | 0,32 |
Noord-Holland | 0,14 |
Gelderland | 0,17 |
Midden-Nederland | 0,18 |
Noord-Nederland | 0,23 |
Overijssel | 0,21 |
DenHaag | 0,23 |
Rotterdam | 0,34 |
Limburg | 0,24 |
Oost-Brabant | 0,16 |
Zeeland-West-Brabant | 0,19 |
1) De peildatum van het totale aantal kinderen is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal personen met jeugdreclassering (31 december 2022). |
Gemeente_naam | Jeugdreclassering (%) |
---|---|
Aa en Hunze | 0,07 |
Aalsmeer | 0,17 |
Aalten | 0,14 |
Achtkarspelen | 0,08 |
Alblasserdam | 0,14 |
Albrandswaard | 0,2 |
Alkmaar | 0,18 |
Almelo | 0,3 |
Almere | 0,39 |
Alphen aan den Rijn | 0,2 |
Alphen-Chaam | 0 |
Altena | 0,04 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 0,19 |
Amstelveen | 0,22 |
Amsterdam | 0,34 |
Apeldoorn | 0,13 |
Arnhem | 0,43 |
Assen | 0,41 |
Asten | 0,14 |
Baarle-Nassau | 0 |
Baarn | 0,1 |
Barendrecht | 0,09 |
Barneveld | 0,05 |
Beek (L.) | 0,12 |
Beekdaelen | 0,08 |
Beesel | 0,12 |
Berg en Dal | 0,07 |
Bergeijk | 0,04 |
Bergen (L.) | 0,13 |
Bergen (NH.) | 0,06 |
Bergen op Zoom | 0,14 |
Berkelland | 0,05 |
Bernheze | 0,11 |
Best | 0,05 |
Beuningen | 0,19 |
Beverwijk | 0,04 |
Bladel | 0,27 |
Blaricum | 0,28 |
Bloemendaal | 0,09 |
Bodegraven-Reeuwijk | 0,08 |
Boekel | 0 |
Borger-Odoorn | 0,2 |
Borne | 0,24 |
Borsele | 0,2 |
Boxtel | 0,11 |
Breda | 0,22 |
Brielle | 0,05 |
Bronckhorst | 0,04 |
Brummen | 0,04 |
Brunssum | 0,38 |
Bunnik | 0 |
Bunschoten | 0,13 |
Buren | 0,09 |
Capelle aan den IJssel | 0,45 |
Castricum | 0,07 |
Coevorden | 0,11 |
Cranendonck | 0,04 |
Culemborg | 0,11 |
Dalfsen | 0,07 |
Dantumadiel | 0,12 |
De Bilt | 0,12 |
De Fryske Marren | 0,11 |
De Ronde Venen | 0,09 |
De Wolden | 0 |
Delft | 0,16 |
Den Helder | 0,34 |
Deurne | 0,1 |
Deventer | 0,26 |
Diemen | 0,34 |
Dijk en Waard | 0,13 |
Dinkelland | 0,08 |
Doesburg | 0,16 |
Doetinchem | 0,29 |
Dongen | 0,09 |
Dordrecht | 0,34 |
Drechterland | 0,07 |
Drimmelen | 0,06 |
Dronten | 0,1 |
Druten | 0,12 |
Duiven | 0,21 |
Echt-Susteren | 0,21 |
Edam-Volendam | 0 |
Ede | 0,1 |
Eemnes | 0,15 |
Eemsdelta | 0,46 |
Eersel | 0,04 |
Eijsden-Margraten | 0,29 |
Eindhoven | 0,2 |
Elburg | 0,09 |
Emmen | 0,27 |
Enkhuizen | 0,09 |
Enschede | 0,33 |
Epe | 0,13 |
Ermelo | 0,11 |
Etten-Leur | 0,23 |
Geertruidenberg | 0,26 |
Geldrop-Mierlo | 0,12 |
Gemert-Bakel | 0,16 |
Gennep | 0,1 |
Gilze en Rijen | 0,12 |
Goeree-Overflakkee | 0,09 |
Goes | 0,15 |
Goirle | 0,07 |
Gooise Meren | 0,08 |
Gorinchem | 0,19 |
Gouda | 0,19 |
Groningen (gemeente) | 0,25 |
Gulpen-Wittem | 0,22 |
Haaksbergen | 0,06 |
Haarlem | 0,15 |
Haarlemmermeer | 0,14 |
Halderberge | 0,03 |
Hardenberg | 0,11 |
Harderwijk | 0,12 |
Hardinxveld-Giessendam | 0,07 |
Harlingen | 0,15 |
Hattem | 0,06 |
Heemskerk | 0,17 |
Heemstede | 0,12 |
Heerde | 0,21 |
Heerenveen | 0,12 |
Heerlen | 0,51 |
Heeze-Leende | 0 |
Heiloo | 0,06 |
Hellendoorn | 0,06 |
Hellevoetsluis | 0,22 |
Helmond | 0,26 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0,14 |
Hengelo (O.) | 0,36 |
Het Hogeland | 0,28 |
Heumen | 0,04 |
Heusden | 0,11 |
Hillegom | 0,23 |
Hilvarenbeek | 0 |
Hilversum | 0,15 |
Hoeksche Waard | 0,06 |
Hof van Twente | 0,15 |
Hollands Kroon | 0,09 |
Hoogeveen | 0,27 |
Hoorn | 0,17 |
Horst aan de Maas | 0,11 |
Houten | 0,09 |
Huizen | 0,06 |
Hulst | 0,2 |
IJsselstein | 0,06 |
Kaag en Braassem | 0,06 |
Kampen | 0,1 |
Kapelle | 0,17 |
Katwijk | 0,03 |
Kerkrade | 0,55 |
Koggenland | 0,03 |
Krimpen aan den IJssel | 0,07 |
Krimpenerwaard | 0,13 |
Laarbeek | 0,1 |
Land van Cuijk | 0,12 |
Landgraaf | 0,24 |
Landsmeer | 0,07 |
Lansingerland | 0,12 |
Laren (NH.) | 0 |
Leeuwarden | 0,34 |
Leiden | 0,2 |
Leiderdorp | 0,12 |
Leidschendam-Voorburg | 0,31 |
Lelystad | 0,39 |
Leudal | 0,09 |
Leusden | 0,18 |
Lingewaard | 0,09 |
Lisse | 0,07 |
Lochem | 0,02 |
Loon op Zand | 0,07 |
Lopik | 0,09 |
Losser | 0,14 |
Maasdriel | 0,03 |
Maasgouw | 0,37 |
Maashorst | 0,16 |
Maassluis | 0,37 |
Maastricht | 0,21 |
Medemblik | 0,15 |
Meerssen | 0,1 |
Meierijstad | 0,16 |
Meppel | 0,2 |
Middelburg (Z.) | 0,29 |
Midden-Delfland | 0,15 |
Midden-Drenthe | 0,19 |
Midden-Groningen | 0,34 |
Moerdijk | 0,16 |
Molenlanden | 0,12 |
Montferland | 0,16 |
Montfoort | 0,05 |
Mook en Middelaar | 0,1 |
Neder-Betuwe | 0,05 |
Nederweert | 0,1 |
Nieuwegein | 0,21 |
Nieuwkoop | 0,11 |
Nijkerk | 0,06 |
Nijmegen | 0,26 |
Nissewaard | 0,63 |
Noardeast-Frysl�n | 0,24 |
Noord-Beveland | 0,41 |
Noordenveld | 0,14 |
Noordoostpolder | 0,12 |
Noordwijk | 0,19 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 0,07 |
Nunspeet | 0,21 |
Oegstgeest | 0,06 |
Oirschot | 0,13 |
Oisterwijk | 0,18 |
Oldambt | 0,35 |
Oldebroek | 0,12 |
Oldenzaal | 0,12 |
Olst-Wijhe | 0,08 |
Ommen | 0,04 |
Oost Gelre | 0,15 |
Oosterhout | 0,23 |
Ooststellingwerf | 0,23 |
Oostzaan | 0,08 |
Opmeer | 0,06 |
Opsterland | 0,15 |
Oss | 0,2 |
Oude IJsselstreek | 0,14 |
Ouder-Amstel | 0,22 |
Oudewater | 0 |
Overbetuwe | 0,15 |
Papendrecht | 0,14 |
Peel en Maas | 0,17 |
Pekela | 0,14 |
Pijnacker-Nootdorp | 0,1 |
Purmerend | 0,16 |
Putten | 0,06 |
Raalte | 0,06 |
Reimerswaal | 0,03 |
Renkum | 0,34 |
Renswoude | 0,13 |
Reusel-De Mierden | 0,33 |
Rheden | 0,24 |
Rhenen | 0,04 |
Ridderkerk | 0,39 |
Rijssen-Holten | 0,03 |
Rijswijk (ZH.) | 0,32 |
Roerdalen | 0,09 |
Roermond | 0,32 |
Roosendaal | 0,23 |
Rotterdam | 0,47 |
Rozendaal | 0,8 |
Rucphen | 0,16 |
Schagen | 0,21 |
Scherpenzeel | 0 |
Schiedam | 0,47 |
Schiermonnikoog | 0 |
Schouwen-Duiveland | 0,19 |
's-Gravenhage (gemeente) | 0,36 |
's-Hertogenbosch | 0,25 |
Simpelveld | 0,09 |
Sint-Michielsgestel | 0 |
Sittard-Geleen | 0,21 |
Sliedrecht | 0,12 |
Sluis | 0,13 |
Smallingerland | 0,35 |
Soest | 0,13 |
Someren | 0,09 |
Son en Breugel | 0,09 |
Stadskanaal | 0,18 |
Staphorst | 0,07 |
Stede Broec | 0,14 |
Steenbergen | 0,18 |
Steenwijkerland | 0,35 |
Stein (L.) | 0,19 |
Stichtse Vecht | 0,17 |
S�dwest-Frysl�n | 0,18 |
Terneuzen | 0,23 |
Terschelling | 0 |
Texel | 0 |
Teylingen | 0,28 |
Tholen | 0,17 |
Tiel | 0,18 |
Tilburg | 0,24 |
Tubbergen | 0,03 |
Twenterand | 0,16 |
Tynaarlo | 0,12 |
Tytsjerksteradiel | 0,19 |
Uitgeest | 0,11 |
Uithoorn | 0,37 |
Urk | 0,08 |
Utrecht (gemeente) | 0,21 |
Utrechtse Heuvelrug | 0,08 |
Vaals | 0,25 |
Valkenburg aan de Geul | 0,39 |
Valkenswaard | 0,15 |
Veendam | 0,12 |
Veenendaal | 0,19 |
Veere | 0,16 |
Veldhoven | 0,17 |
Velsen | 0,07 |
Venlo | 0,33 |
Venray | 0,17 |
Vijfheerenlanden | 0,13 |
Vlaardingen | 0,41 |
Vlieland | 0 |
Vlissingen | 0,41 |
Voerendaal | 0,15 |
Voorschoten | 0,21 |
Voorst | 0,19 |
Vught | 0,13 |
Waadhoeke | 0,21 |
Waalre | 0,09 |
Waalwijk | 0,1 |
Waddinxveen | 0,11 |
Wageningen | 0,13 |
Wassenaar | 0,15 |
Waterland | 0 |
Weert | 0,12 |
Weesp | 0,14 |
West Betuwe | 0,18 |
West Maas en Waal | 0,04 |
Westerkwartier | 0,13 |
Westerveld | 0,09 |
Westervoort | 0,18 |
Westerwolde | 0,53 |
Westland | 0,13 |
Weststellingwerf | 0,13 |
Westvoorne | 0,24 |
Wierden | 0,15 |
Wijchen | 0,16 |
Wijdemeren | 0,1 |
Wijk bij Duurstede | 0 |
Winterswijk | 0,16 |
Woensdrecht | 0,32 |
Woerden | 0,07 |
Wormerland | 0 |
Woudenberg | 0,05 |
Zaanstad | 0,21 |
Zaltbommel | 0,05 |
Zandvoort | 0,11 |
Zeewolde | 0,24 |
Zeist | 0,17 |
Zevenaar | 0,17 |
Zoetermeer | 0,38 |
Zoeterwoude | 0,25 |
Zuidplas | 0,1 |
Zundert | 0,12 |
Zutphen | 0,25 |
Zwartewaterland | 0,03 |
Zwijndrecht | 0,17 |
Zwolle | 0,32 |
¹⁾ De peildatum van het totale aantal kinderen is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal personen met jeugdreclassering (31 december 2022). |
Deze hiervoor genoemde concentratie van jongeren met jeugdreclassering blijkt ook uit de cijfers per jeugdregio (tabel 2.8.3). De jeugdregio’s Rijnmond en Amsterdam-Amstelland staan bovenaan met de grootste aandelen jongeren met jeugdreclassering. In IJmond (Midden Kennemerland) woonden relatief weinig jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel.
% van het totale aantal personen van 12 tot en met | ||
---|---|---|
Hoogste aandelen | Rijnmond | 0,39 |
Hoogste aandelen | Amsterdam-Amstelland | 0,32 |
Hoogste aandelen | Flevoland | 0,3 |
Hoogste aandelen | Haaglanden | 0,29 |
Hoogste aandelen | Zuid-Limburg | 0,27 |
Laagste aandelen | Rivierenland | 0,11 |
Laagste aandelen | Food Valley | 0,1 |
Laagste aandelen | Utrecht West | 0,1 |
Laagste aandelen | Zuidoost Utrecht | 0,1 |
Laagste aandelen | IJmond (Midden Kennemerland) | 0,09 |
Bron: CBS. 1) Personen van 12 tot en met 22 jaar met jeugdreclassering. 2) De peildatum van het totale aantal jongeren is 1 januari 2022 en komt dus niet overeen met de peildatum van het aantal jongeren met jeugdreclassering (31 december 2022)." |
2.9 Vaker herhaald beroep bij jeugdreclassering dan bij ondertoezichtstelling en voogdij
Van de jeugdreclasseringsmaatregelen die in 2022 zijn gestart ging het in 9,4 procent van de maatregelen om een herhaald beroep (tabel 2.9.1). Dat wil zeggen dat dezelfde jongere in het betreffende kalenderjaar of in de vijf daaraan voorafgaande kalenderjaren al eerder jeugdreclassering heeft gehad.
Van de ondertoezichtstellingen die in 2022 zijn gestart ging het in 8,4 procent van de maatregelen om een herhaald beroep (tabel 2.9.1). Het percentage herhaald beroep voor voogdij was in 2022 met 2,6 procent gelijk aan 2021.
Jeugdreclasserings- maatregelen | Jeugdbeschermings- maatregelen: Ondertoezichtstelling | Jeugdbeschermings- maatregelen: Voogdij | |
---|---|---|---|
2016 | 8,6 | 9,9 | 2,8 |
2017 | 9,7 | 11,3 | 2,8 |
2018 | 9,8 | 9,8 | 2,2 |
2019 | 10,2 | 9,5 | 3,1 |
2020 | 10,9 | 8,9 | 2,9 |
2021 | 10,1 | 8,8 | 2,6 |
2022* | 9,4 | 8,4 | 2,6 |
Bron: CBS. 1) Hierbij wordt teruggekeken naar de betreffende periode én de 5 daaraan voorafgaande kalenderjaren. 2) Jeugdbeschermings -en jeugdreclasseringsmaatregelen gestart in betreffende periode. |
6) Gegevens over huishoudinkomen betreft de stand op 1 januari 2021. Dat is de meest recente datum waarop dit kenmerk beschikbaar is.
7) Voor de huishoudkenmerken is de meest recent beschikbare informatie gebruikt. Voor ouders in hetzelfde huishouden is dit de situatie op 1 januari 2022. WMO in huishouden is gebaseerd op twee databronnen over de ondersteuning in 2021 op grond van de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO); de combinatie van deze bronnen is zo goed als volledig, alleen in enkele gemeenten ontbreekt de WMO waarvoor geen eigen bijdrage via CAK is betaald. GGZ in huishouden is een combinatie van of personen in het huishouden in het verslagjaar zorgkosten voor GGZ hebben gemaakt (2020) en of personen in het huishouden medicatie gebruikten vanwege psychische problemen (2021). Voor verdachten in het huishouden is gekeken of personen in het huishouden in de periode 2017-2021 zijn geregistreerd als verdacht, ongeacht het type misdrijf.
8) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie.
Meer informatie
Meer informatie over jeugdbescherming en jeugdreclassering kunt u vinden op de website van CBS:
Onderzoeksbeschrijving Beleidsinformatie Jeugd
Privacy is een groot goed. Ook als je niks te verbergen hebt, heb je heel wat te beschermen. Het CBS is het Statistisch Bureau van Nederland dat onafhankelijk onderzoek uitvoert. Het CBS werkt bij elk onderzoek met strenge eisen om data op een veilige manier te verwerven, te verwerken en te publiceren en is transparant over de manier van werken en de methodieken.
Het CBS verzamelt gegevens van natuurlijke personen, bedrijven en instellingen. Dit is wettelijk vastgelegd in de CBS-wet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Identificerende persoonskenmerken worden na ontvangst direct gepseudonimiseerd. Hierdoor kan het onderzoek alleen worden uitgevoerd op gegevens met een pseudosleutel. Bij publicatie zorgt het CBS er bovendien voor dat natuurlijke personen of bedrijven niet herkenbaar of herleidbaar zijn. Ook hanteert het CBS diverse maatregelen tegen diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens. Het CBS levert geen herkenbare gegevens aan derden, ook niet aan andere overheidsinstellingen. Wel kunnen sommige (wetenschappelijke) instellingen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gegevens met pseudosleutel op persoons- of bedrijfsniveau. Dit noemen we microdata.
Voor meer informatie, zie onze website.
Begrippenlijst
Jeugdbeschermingsmaatregel (kinderbeschermingsmaatregel)
Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregelen is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.
Duur van de jeugdbeschermingsmaatregel
De duur van een jeugdbeschermingsmaatregel is de periode tussen de aanvangsdatum en de einddatum van de jeugdbescherming. In het volgende worden deze twee datums toegelicht.
Datum aanvang jeugdbeschermingsmaatregel
De datum van de eerste dag waarop de jeugdbeschermingsmaatregel geldt. De datum is vastgelegd in de beschikking en is gelijk aan de datum van de uitspraak van de kinderrechter.
Datum einde jeugdbeschermingsmaatregel
De datum van de laatste dag waarop de jeugdbeschermingsmaatregel geldt. De datum waarop de jeugdbeschermingsmaatregel daadwerkelijk beëindigd is.
Jeugdreclassering
Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de overtreding of het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. De begeleiding kan doorlopen tot de jongere 23 jaar wordt.
Duur van de jeugdreclasseringsmaatregel
De duur van een jeugdreclasseringsmaatregel is de periode tussen de aanvangsdatum en de einddatum van de maatregel. In het volgende worden deze twee datums toegelicht.
Datum aanvang jeugdreclassering
De datum van de eerste dag waarop de maatregel jeugdreclassering geldt. De datum is vastgelegd in het document waarin het besluit tot het inzetten van de maatregel is vastgelegd. Het gaat om de betekende beschikking die onherroepelijk is geworden.
Datum einde jeugdreclassering
De datum van de laatste dag waarop de maatregel jeugdreclassering geldt. De datum is vastgelegd in het document waarin het besluit tot het inzetten van de maatregel is vastgelegd.
Machtiging uithuisplaatsing
Het betreft hier de machtiging uithuisplaatsing zoals bedoeld in artikel 265b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
Datum aanvang machtiging uithuisplaatsing
De datum van de eerste dag waarop de machtiging uithuisplaatsing geldt. De datum staat in de beschikking (schriftelijke uitspraak) van de kinderrechter.
Datum einde machtiging uithuisplaatsing
De datum van de laatste dag waarop de machtiging uithuisplaatsing geldt. De datum einde machtiging uithuisplaatsing wordt pas aan het CBS geleverd nadat de machtiging uithuisplaatsing daadwerkelijk is geëindigd. Deze datum wordt dus niet op voorhand al aan het CBS geleverd op basis van de te verwachten einddatum zoals opgenomen in de beschikking (schriftelijke uitspraak) van de kinderrechter.
Reden beëindiging maatregel
De reden waarom de maatregel voor de jongere is beëindigd:
Opties bij (voorlopige) ondertoezichtstelling:
- Bereiken meerderjarigheid jeugdige
- Tussentijdse opheffing: De maatregel wordt eerder beëindigd dan zoals is vastgelegd in de oorspronkelijke beschikking van de kinderrechter.
- Niet verlengd: Er is bij de rechter een verlenging van de maatregel aangevraagd, maar deze is niet toegekend.
- Beëindiging volgens plan: De termijn van de maatregel, zoals vastgelegd in de oorspronkelijke beschikking van de kinderrechter, is afgelopen en er is geen verlenging aangevraagd.
- Gezagsbeëindigende maatregel: De jongere wordt onder voogdij geplaatst.
- Overlijden jeugdige
- Voorlopige OTS naar OTS: De voorlopige ondertoezichtstelling wordt beëindigd en deze wordt omgezet naar een reguliere ondertoezichtstelling.
Opties bij (tijdelijke/voorlopige voogdij):
- Bereiken meerderjarigheid jeugdige
- Voogdij naar pleegouder
- Voogdij naar contactpersoon oftewel burgervoogd
- Herstel gezag: De ouders krijgen het gezag over het kind terug.
- Overlijden jeugdige
Herhaald beroep
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere in het betreffende kalenderjaar of in de vijf daaraan voorafgaande kalenderjaren al een maatregel van hetzelfde type heeft ontvangen. De volgende typen maatregelen worden daarbij onderscheiden: ondertoezichtstelling (al dan niet voorlopig) en voogdij (al dan niet voorlopig of tijdelijk). Een voogdijmaatregel bij een jongere die eerder een ondertoezichtstelling had (en andersom), wordt niet als herhaald beroep gezien.
Een jeugdreclasseringsmaatregel wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere in het betreffende kalenderjaar of in de vijf daaraan voorafgaande kalenderjaren al een jeugdreclasseringsmaatregel heeft ontvangen (ongeacht het type maatregel).
Als er bij de start van een nieuwe maatregel al een maatregel van hetzelfde type loopt bij de jongere, wordt de nieuwere maatregel niet gezien als herhaald beroep, maar als een aanvulling van of uitbreiding op de al lopende maatregel.