2. Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag
Deze paragraaf bevat cijfers over het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag naar klassen van vervoerwijzen. Deze indicator is gebaseerd op verplaatsingsinformatie en daarmee op de hoofdvervoerwijze van een verplaatsing . De personen betreffen alle inwoners van Nederland van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens.
In tabel 2.1 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd binnen het meerwerkgebied van de provincie Utrecht naar vervoerwijzeklasse in 2020 en 2021.
2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 | |
---|---|---|---|
Totaal | 161,9 | 169,6* | +4,8 |
Personenauto (bestuurder en passagier) | 55,3 | 56,3 | +1,8 |
Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro) | 3,2 | 3,3 | +3,2 |
Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1) | 54,9 | 55,7 | +1,5 |
Lopen | 43,7 | 49,2* | +12,7 |
Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets) | 4,8 | 5,1 | +5,9 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec. |
Uit de gegevens van tabel 2.1 volgt dat in 2021 per dag per duizend personen 169,6 verplaatsingen zijn gemaakt die volledig binnen het meerwerkgebied van de provincie Utrecht vielen. Ten opzichte van 2020 is dat een significante toename met 4,8 procent. De enige vervoerwijzeklasse die significant toegenomen is, is lopen. Dit nam toe van 43,7 verplaatsingen per duizend inwoners naar 49,2. Een toename van 12,7 procent. Van de verplaatsingen die geheel binnen de provincie Utrecht worden gemaakt, wordt het meest gebruik gemaakt van de personenauto en de fiets. Uit de verdeling van het aantal verplaatsingen per duizend personen van 6 jaar of ouder per dag in 2021 blijkt dat binnen het meerwerkgebied Utrecht 33 procent van alle verplaatsingen zijn gemaakt met de auto (als bestuurder of passagier) maar ook 33 procent met de fiets. Ook lopen nam met een aandeel van 29 procent in de modal split een belangrijke plaats in. Het openbaar vervoer had een aandeel van 2 procent in het aantal verplaatsingen dat binnen het meerwerkgebied plaatsvond. Het aantal verplaatsingen met ‘Overige vervoerwijzen’ waaronder de bestelauto, brom- en snorfiets had een aandeel van 3 procent.
In tabel 2.2 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd vanuit het meerwerkgebied van de provincie Utrecht naar vervoerwijzeklasse in 2021.
2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 | |
---|---|---|---|
Totaal | 24,8 | 26,3 | +6,2 |
Personenauto (bestuurder en passagier) | 18,1 | 19,6 | +8,4 |
Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro) | 3,7 | 3,3 | -10,2 |
Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1) | 1,4 | 1,6 | +14,4 |
Lopen | . | . | . |
Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets) | 1,4 | 1,7 | +24,2 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec. |
Uit de cijfers in tabel 2.2 is af te leiden dat er in 2021 ten opzichte van 2020 geen significante wijzigingen zijn wat betreft het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag vanuit de provincie Utrecht. Circa drie kwart van de verplaatsingen die beginnen in het meerwerkgebied Utrecht en eindigen op een bestemming buiten het meerwerkgebied in 2021 werden gemaakt met de auto als bestuurder of als passagier. Ongeveer 12 procent van de verplaatsingen met een eindpunt buiten het meerwerkgebied werden gemaakt met bus, tram, metro of de trein. In tabel 2.2 is de waarde voor lopen vervangen door een punt omdat er te weinig waarnemingen waren.
In tabel 2.3 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd naar het meerwerkgebied van de provincie Utrecht naar vervoerwijzeklasse in 2021.
2020 | 2021 | verschil 2021 t.o.v. 2020 | |
---|---|---|---|
Totaal | 25,5 | 26,8 | +4,8 |
Personenauto (bestuurder en passagier) | 18,7 | 20,0 | +7,2 |
Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro) | 3,7 | 3,2 | -13,0 |
Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1) | 1,4 | 1,6 | +13,4 |
Lopen | . | . | . |
Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets) | 1,4 | 1,7 | +22,7 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec. |
Ook voor verplaatsingen die beginnen buiten het meerwerkgebied Utrecht en eindigen op een bestemming binnen het meerwerkgebied zijn er in 2021 geen significante wijzigingen ten opzichte van 2020. Uit de gegevens in tabel 2.3 volgt ook dat de personenauto de boventoon voert; ongeveer drie kwart van de verplaatsingen die beginnen buiten het meerwerkgebied Utrecht en eindigen op een bestemming binnen het meerwerkgebied zijn gemaakt met de personenauto als bestuurder of als passagier. Voor openbaar vervoer is het aandeel 12 procent van alle verplaatsingen die beginnen buiten het meerwerkgebied werden gemaakt met het openbaar vervoer.
Van alle verplaatsingen die een relatie hebben met het meerwerkgebied Utrecht, vond 76 procent plaats binnen het meerwerkgebied, 12 procent startte binnen het meerwerkgebied en eindigde erbuiten en 12 procent startte buiten het meerwerkgebied en eindigde binnen het meerwerkgebied Utrecht. Die verdeling is niet anders dan in 2020. Er is geen significant verschil tussen het aantal reguliere verplaatsingen vanuit de provincie Utrecht en het aantal reguliere verplaatsingen naar de provincie Utrecht. Niet voor het totaal en ook niet per vervoerwijze.