Auteur: Sebastian Alejandro Perez, Martijn Souren
Module Arbeid, Zorg en Kinderopvang 2021

4. Gebruik en behoefte ouderschapsverlof

In dit hoofdstuk worden de resultaten met betrekking tot het gebruik en de behoefte aan ouderschapsverlof besproken. Is de respondent werknemer en zijn er kinderen van acht jaar of jonger in het huishouden, dan krijgt de respondent vragen over het gebruik van ouderschapsverlof. Het gaat daarbij om het gebruik in het afgelopen jaar. Heeft men eerder in de vragenlijst aangegeven dat men in de referentieweek niet heeft gewerkt i.v.m. ouderschapsverlof, dan wordt dit ook meegeteld als gebruik van ouderschapsverlof. Het absolute aantal werknemers met kinderen van acht jaar of jonger is in 2013 afgenomen ten opzichte van 2011, maar is toen gestabiliseerd. In 2021 is dit aantal iets toegenomen ten opzichte van 2019 en 2017.

4.1 Werknemers met kind(eren) van acht jaar of jonger
 12-uursgrens (x 1 000)Uitbreiding door ILO-definitie (x 1 000)
20051370
20071393
20091364
20111332
20131263
2015125936
2017124832
2019125629
2021128825

Verlof opnemen

De meeste werknemers met kinderen van acht jaar of jonger hebben in het afgelopen jaar geen ouderschapsverlof opgenomen en hadden hier ook geen behoefte aan (zie figuur 4.2). Vrouwen hebben in 2021 naar verhouding vaker ouderschapsverlof opgenomen dan mannen, maar bij de mannen heeft een relatief grotere groep geen verlof opgenomen terwijl daar wel behoefte aan was (zie figuur 4.3). De meest genoemde reden om geen verlof op te nemen terwijl daar wel behoefte aan was, was bij zowel mannen als vrouwen dat de vergoeding te laag was of dat het financieel niet haalbaar was. Een andere reden die naar verhouding vaak werd gegeven was dat het ongunstig zou zijn voor de carrière of gewoonweg niet mogelijk was binnen het werk. In deze tabellen en grafieken is geen rekening gehouden met ouders die het recht op ouderschapsverlof al hebben opgebruikt.

4.2 Gebruik en behoefte ouderschapsverlof van werknemers met kind(eren) van acht jaar of jonger
 Verlof opgenomen (x 1 000)Geen verlof, wel behoefte (x 1 000)Geen verlof, geen behoefte (x 1 000)Gebruik en behoefte verlof onbekend (x 1 000)
2015201112846136
2017209116807148
2019227112804142
202122695847144

4.3 Gebruik en behoefte ouderschapsverlof werknemers met kind(eren) van acht jaar of jonger, 2021
 Verlof opgenomen (%)Geen verlof, wel behoefte (%)Geen verlof, geen behoefte (%)Gebruik en behoefte verlof onbekend (%)
Mannen16,6868,17,4
Vrouwen17,86,561,214,4

Onderwijsniveau

Het gebruik van en de behoefte aan ouderschapsverlof varieert naar onderwijsniveau (zie figuur 4.4). Laagopgeleiden nemen naar verhouding minder vaak ouderschapsverlof op dan middelbaar en hoogopgeleiden. Bij hoogopgeleiden komt het naar verhouding juist minder vaak voor dan bij middelbaar en laagopgeleiden dat men geen verlof opnam en hier ook geen behoefte aan had.

4.4 Gebruik en behoefte ouderschapsverlof werknemers met kind(eren) van acht jaar of jonger naar onderwijsniveau, 2021
 Verlof opgenomen (%)Geen verlof, wel behoefte (%)Geen verlof, geen behoefte (%)Gebruik en behoefte verlof onbekend (%)
Laag onderwijsniveau6,73,584,25,5
Middelbaar onderwijsniveau137,568,111,3
Hoog onderwijsniveau21,57,559,211,7

Ouders met een achtjarig kind

Door aan ouders met een achtjarig kind te vragen of zij gebruik maken van een ouderschapsverlofregeling of hier ooit gebruik van hebben gemaakt, kan er een beeld worden geschetst van het totale gebruik van ouderschapsverlofregelingen binnen de doelgroep. Het merendeel van de ouders (bijna 70 procent) heeft geen gebruikgemaakt van een ouderschapsverlofregeling. Bij de mannen is deze groep iets groter dan bij de vrouwen.

4.5 Gebruik en behoefte ouderschapsverlof werknemers met kind(eren) van acht jaar, naar geslacht, 2021
 Verlof (%)Geen verlof (%)Onbekend (%)
Totaal30,469,40,2
Mannen23,376,70
Vrouwen36,762,90,3