1. Jongeren met jeugdhulp
In 2021 kregen bijna 444 duizend jongeren jeugdhulp in natura. In 2020 waren dit er 417 duizend, een stijging van 6,5 procent. Het aantal voor 2021 is gebaseerd op voorlopige cijfers en voor 2020 op definitieve cijfers. In eerdere jaren bleek dat de definitieve cijfers anderhalf procent hoger uitvallen dan de voorlopige. Naar verwachting zal het aantal jongeren in de definitieve schatting over 2021 dus iets hoger gaan uitvallen. De meeste jongeren, 95,6 procent, kregen jeugdhulp zonder verblijf. Dat wil zeggen dat zij niet op de locatie van de jeugdhulpaanbieder overnachtten. Van hen kregen bijna 25 duizend jongeren in 2021 zowel jeugdhulp zonder als jeugdhulp met verblijf. Dit is mogelijk als de zorg gedurende het jaar wijzigt of als de jongere bij de ene jeugdhulpaanbieder verblijft en tegelijkertijd ook hulp zonder verblijf krijgt van een andere jeugdhulpaanbieder.
Column1 | |
---|---|
Zonder verblijf | 399720 |
Zowel zonder als met verblijf | 24580 |
Met verblijf | 19320 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
In 2021 ontvingen de meeste jeugdhulpjongeren, 69 procent, ambulante jeugdhulp op de locatie van de jeugdhulpaanbieder en 17 procent kreeg jeugdhulp van het wijk- of buurtteam van de gemeente. De stijging van het aantal jongeren in 2021 ten opzichte van 2020 betreft vooral jongeren die ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder kregen. Deze groep stijgt met ruim 26 duizend jongeren, wat overeenkomt met een toename van 9,4 procent. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de eerdergenoemde uitbreiding van de populatie jeugdhulpaanbieders. Van de 53 duizend jongeren die zij hielpen kregen er 38 duizend ambulante jeugdhulp en 10 duizend jeugdhulp in het netwerk van de jongere.
Het aantal jongeren met jeugdhulp uitgevoerd door het wijk- of buurtteam daalde in 2021 met 9,8 procent ten opzichte van 2020. Gemeenten vertalen zelf de definitie van jeugdhulp uit de jeugdwet naar de praktijksituatie in hun eigen wijkteam. Bij veel wijkteams lopen vraagverheldering, planvorming, doorverwijzing en eventueel hulpverlening in meer of mindere mate door elkaar. Hierdoor is het onderscheid tussen jongeren die wel of niet jeugdhulp van het wijkteam krijgen, en dus bij het CBS moeten worden aangeleverd, soms lastig te maken. Als gevolg hiervan zijn niet alleen de aantallen jongeren met wijkhulp tussen gemeenten moeilijk vergelijkbaar, ook laat de ontwikkeling in de tijd soms een grillig verloop zien.
2021* (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal zonder verblijf | 424,3 | 397,68 | 405,71 | 392,035 |
Ambulant | 308,035 | 281,675 | 291,51 | 281,505 |
Netwerk jongere | 92,575 | 83,195 | 79,805 | 73,23 |
Wijkteam | 74,925 | 83,08 | 84,205 | 82,345 |
Daghulp | 32,08 | 30,3 | 29 | 28,16 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Bijna 44 duizend jongeren kregen in 2021 jeugdhulp met verblijf. Dat is 10 procent van alle jongeren met jeugdhulp. Hiervan waren 21,5 duizend jongeren in een pleeggezin opgenomen. Het aantal jongeren met gezinsgerichte opvang nam met 22,7 procent toe tot 6,5 duizend. Ook deze groei is voor het grootste deel toe te wijzen aan de uitbreiding van de populatie jeugdhulpaanbieders.
In 2021 hadden 1 815 jongeren een gesloten plaatsing. Dat waren er bijna 13 procent minder dan in 2020. Ruim 18 duizend jongeren kregen een andere vorm van jeugdhulp met verblijf (figuur 1.0.3).
2021* (x 1 000) | 2020 (x 1 000) | 2019 (x 1 000) | 2018 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal met verblijf | 43,9 | 42,47 | 43,345 | 42,77 |
Pleegzorg | 21,525 | 21,21 | 21,525 | 20,74 |
Gezinsgericht | 6,515 | 5,31 | 5,545 | 6,165 |
Gesloten plaatsing | 1,815 | 2,08 | 2,55 | 2,565 |
Overig | 18,435 | 18,135 | 18,35 | 18,15 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
1.1 10 procent van de Nederlandse jongeren ontvangt jeugdhulp
Jeugdhulp is in principe bedoeld voor personen tot 18 jaar, waarbij sinds 1 juli 2018 sommige vormen van jeugdhulp zoals pleegzorg standaard doorlopen tot 21 jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de jeugdhulp worden voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar. Van alle ruim 4,4 miljoen jongeren in de leeftijd tot en met 22 jaar kreeg 10 procent jeugdhulp in 2021. Als de groep van 18 tot en met 22 jaar buiten beschouwing gelaten wordt, ontving 13 procent van alle jongeren jeugdhulp in deze periode.
in Nederland (op 1 januari 2021) | Jongeren met jeugdhulp totaal | Jongeren met jeugdhulp zonder verblijf | Jongeren met jeugdhulp met verblijf | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 4 416 005 | 443 620 | 424 300 | 43 900 |
Geslacht | ||||
Jongens | 2 259 440 | 242 280 | 232 280 | 23 220 |
Meisjes | 2 156 565 | 201 340 | 192 020 | 20 675 |
Leeftijd in klassen | ||||
0 tot en met 3 jaar | 681 660 | 29 445 | 27 560 | 3 330 |
4 tot en met 7 jaar | 708 415 | 75 140 | 72 880 | 5 585 |
8 tot en met 11 jaar | 749 500 | 143 775 | 140 735 | 8 980 |
12 tot en met 17 jaar | 1 171 650 | 179 945 | 171 395 | 21 700 |
18 tot en met 22 jaar | 1 104 785 | 15 310 | 11 730 | 4 300 |
(Migratie)achtergrond | ||||
Nederlands | 3 192 130 | 332 295 | 319 595 | 30 565 |
Overig westers | 404 380 | 35 805 | 33 995 | 3 865 |
Niet-westers | 819 495 | 75 525 | 70 710 | 9 470 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere vormen van jeugdhulp komen meerdere malen in de tabel voor. |
1.2 Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meisjes
Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meisjes. Dit geldt zowel voor jeugdhulp met verblijf als voor jeugdhulp zonder verblijf. In 2021 kregen ruim 201 duizend meisjes en 242 duizend jongens jeugdhulp. Het aandeel meisjes met jeugdhulp neemt de laatste jaren licht toe (figuur 1.2.1).
Jongens (%) | Meisjes (%) | |
---|---|---|
Nederland | ||
2021 | 51 | 49 |
2020 | 51 | 49 |
2019 | 51 | 49 |
2018 | 51 | 49 |
Totaal jeugdhulp | ||
2021 | 55 | 45 |
2020 | 56 | 44 |
2019 | 56 | 44 |
2018 | 57 | 43 |
Zonder verblijf | ||
2021 | 55 | 45 |
2020 | 56 | 44 |
2019 | 56 | 44 |
2018 | 57 | 43 |
Met verblijf | ||
2021 | 53 | 47 |
2020 | 53 | 47 |
2019 | 54 | 46 |
2018 | 54 | 46 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.3 Jeugdhulpjongeren met verblijf ouder dan jongeren zonder verblijf
De meeste jongeren met jeugdhulp in 2021 hadden een basisschoolleeftijd, 75 duizend van hen waren 4 tot en met 7 jaar oud en 144 duizend waren 8 tot en met 11 jaar. Nederland kende op 1 januari 2021 749 duizend jongeren in de categorie 8 t/m 11-jarigen. Van hen kreeg dus 19 procent jeugdhulp. Bijna 180 duizend jongeren van 12-17 jaar kreeg jeugdhulp in 2021. Dat is ruim 15 procent van alle jongeren in Nederland in die leeftijdscategorie.
Er is een groot verschil in leeftijd per hulpvorm. Van de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was 57 procent jonger dan 12 jaar, bij jeugdhulp met verblijf was 41 procent jonger dan 12 jaar.
Het aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp met verblijf, ten opzichte van alle jongeren met jeugdhulp met verblijf, is toegenomen van 5 procent in 2018 naar bijna 10 procent in 2021. Vooral het aantal jongeren met pleegzorg nam in deze leeftijdscategorie sterk toe, van 540 in 2018, naar 1 175 in 2019, 1 795 in 2020 en 2 305 in 2021.
0-3 jaar (%) | 4-7 jaar (%) | 8-11 jaar (%) | 12-17 jaar (%) | 18 en ouder (%) | |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | |||||
2021* | 21 | 21 | 23 | 35 | 0 |
2020 | 21 | 21 | 23 | 35 | 0 |
2019 | 20 | 21 | 22 | 36 | 0 |
2018 | 20 | 21 | 22 | 36 | 0 |
Totaal jeugdhulp | |||||
2021* | 7 | 17 | 32 | 41 | 3 |
2020 | 7 | 17 | 33 | 40 | 4 |
2019 | 7 | 18 | 33 | 40 | 3 |
2018 | 7 | 18 | 32 | 40 | 3 |
Zonder verblijf | |||||
2021* | 6 | 17 | 33 | 40 | 3 |
2020 | 7 | 18 | 33 | 39 | 3 |
2019 | 7 | 18 | 33 | 39 | 3 |
2018 | 7 | 18 | 33 | 39 | 3 |
Met verblijf | |||||
2021* | 8 | 13 | 20 | 49 | 10 |
2020 | 8 | 13 | 20 | 50 | 9 |
2019 | 8 | 13 | 21 | 52 | 7 |
2018 | 9 | 14 | 21 | 52 | 5 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Bij Nederland is de leeftijdscategorie 18 jaar en ouder weggelaten omdat slechts een klein deel van deze jongeren jeugdhulp ontvangt. |
1.4 Jeugdhulpjongeren zonder verblijf hebben vaker een Nederlandse achtergrond dan jongeren met verblijf
Van alle jongeren in Nederland op 1 januari 2021 had 72 procent een Nederlandse achtergrond, 19 procent een niet-westerse en 9 procent een westerse migratieachtergrond4).
De groep jongeren die jeugdhulp zonder verblijf kreeg in 2021 bestond voor 75 procent uit jongeren met een Nederlandse achtergrond en had 17 procent een niet-westerse migratieachtergrond. In de groep jongeren met jeugdhulp met verblijf had 70 procent een Nederlandse en 22 procent een niet-westers migratieachtergrond.
Nederlands (%) | Overig westers (%) | Niet-westers (%) | |
---|---|---|---|
Nederland | |||
2021* | 72,3 | 9,2 | 18,6 |
2020 | 72,6 | 9 | 18,4 |
2019 | 73,2 | 8,7 | 18,1 |
2018 | 73,7 | 8,4 | 17,8 |
Totaal jeugdhulp | |||
2021* | 74,9 | 8,1 | 17 |
2020 | 74,4 | 7,9 | 17,7 |
2019 | 74,8 | 7,7 | 17,5 |
2018 | 75 | 7,5 | 17,5 |
Zonder verblijf | |||
2021* | 75,3 | 8 | 16,7 |
2020 | 74,9 | 7,8 | 17,4 |
2019 | 75,2 | 7,6 | 17,2 |
2018 | 75,4 | 7,4 | 17,1 |
Met verblijf | |||
2021* | 69,6 | 8,8 | 21,6 |
2020 | 69,4 | 8,9 | 21,7 |
2019 | 69,7 | 8,8 | 21,5 |
2018 | 69,2 | 8,6 | 22,2 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.5 Een op de vier jeugdzorgjongeren komt uit een eenouderhuishouden
Op 1 januari 2021 was 16 procent van de jongeren tot en met 22 jaar kind in een huishouden met één ouder en 76 procent was kind in een huishouden met twee ouders. De overige 8 procent woonde zelfstandig, in een instelling of anderszins. Van de jongeren met jeugdzorg zonder verblijf in 2021 komt 28 procent uit een huishouden met één ouder en 67 procent uit een huishouden met twee ouders. Bij aanvang van de jeugdhulp met verblijf, woonde 58 procent van de jongeren niet bij een van zijn of haar ouders. In 2020 was dit nog 54 procent.
Kind in eenouderhuishouden (%) | Kind bij paar (%) | Overig lid huishouden (%) | |
---|---|---|---|
Nederland | |||
2021* | 16,3 | 75,5 | 8,2 |
2020 | 16,2 | 75,6 | 8,2 |
2019 | 16 | 75,7 | 8,2 |
2018 | 15,7 | 75,8 | 8,5 |
Totaal jeugdhulp | |||
2021* | 27,4 | 64,4 | 8,2 |
2020 | 27,8 | 64 | 8,2 |
2019 | 27,5 | 64,5 | 8,1 |
2018 | 27,5 | 64,2 | 8,3 |
Zonder verblijf | |||
2021* | 27,9 | 66,7 | 5,4 |
2020 | 28,2 | 66,2 | 5,6 |
2019 | 27,8 | 66,7 | 5,6 |
2018 | 27,8 | 66,5 | 5,7 |
Met verblijf | |||
2021* | 21,4 | 20,8 | 57,7 |
2020 | 23,3 | 22,3 | 54,4 |
2019 | 23,5 | 22,6 | 53,8 |
2018 | 23,3 | 22,6 | 54,1 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.6 7,4 procent jeugdhulpontvangers ook in jeugdbescherming
Ruim 89 procent van de 455 duizend jongeren met jeugdzorg in 2021 ontving alleen jeugdhulp en daarnaast geen andere vorm van jeugdzorg. Ruim 7,4 procent van de jongeren met jeugdzorg kreeg naast jeugdhulp ook jeugdbescherming en 930 jongeren kregen naast jeugdhulp en jeugdbescherming ook jeugdreclassering (tabel 1.6.1). Bij 3,3 duizend jongeren was naast jeugdhulp ook een jeugdreclasseringsmaatregel van kracht (0,7 procent).
Jongeren kunnen pas vanaf 12 jaar een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd krijgen en jeugdbescherming houdt op zodra de jongere de leeftijd van achttien jaar bereikt.
Totaal aantal jongeren | 0 tot 3 jaar | 4 tot 7 jaar | 8 tot 11 jaar | 12 tot 17 jaar | 18 tot 22 jaar | |
---|---|---|---|---|---|---|
Alleen jeugdhulp | 406 535 | 25 685 | 68 710 | 134 870 | 163 060 | 14 210 |
Alleen jeugdbescherming | 7 360 | 1 310 | 1 650 | 1 810 | 2 590 | |
Alleen jeugdreclassering | 3 655 | 1 630 | 2 020 | |||
Jeugdhulp en jeugdbescherming | 32 895 | 3 760 | 6 435 | 8 900 | 13 800 | |
Jeugdhulp en jeugdreclassering | 3 265 | 2 160 | 1 100 | |||
Jeugdbescherming en jeugdreclassering | 110 | 110 | ||||
Jeugdhulp en jeugdbescherming en jeugdreclassering | 930 | 925 | ||||
Bron: CBS. 1) Jongeren die in 2021 jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering hadden. |
Het aandeel jongeren met jeugdhulp in combinatie met jeugdbescherming en/of jeugdbescherming is in lijn met die in eerdere perioden. De jongeren uit de nieuwe populatie kregen in 2021 voornamelijk alleen ambulante jeugdhulp waardoor het aandeel Alleen jeugdhulp hoger is dan in 2020.
2018 | 2019 | 2020 | 2021* | ||
---|---|---|---|---|---|
Totaal jongeren met jeugdzorg | aantal | 423 390 | 437 345 | 429 210 | 454 745 |
Alleen jeugdhulp | % | 88,7 | 88,8 | 88,6 | 89,4 |
Alleen jeugdbescherming | % | 1,8 | 1,9 | 1,9 | 1,6 |
Alleen jeugdreclassering | % | 1,1 | 1,0 | 0,9 | 0,8 |
Jeugdhulp en -bescherming | % | 7,3 | 7,2 | 7,4 | 7,2 |
Jeugdhulp en -reclassering | % | 0,8 | 0,8 | 0,8 | 0,7 |
Jeugdbescherming en -reclassering | % | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Jeugdhulp en -bescherming en -reclassering | % | 0,3 | 0,3 | 0,2 | 0,2 |
Bron: CBS. |
1.7 Grote regionale verschillen in aandeel jeugdhulp
Van de in totaal 444 duizend jongeren met jeugdhulp in 2021 woonden er 93 duizend in Zuid-Holland5). Zeeland had het kleinste aantal, ruim 10 duizend Zeeuwse jongeren ontvingen jeugdhulp. De meeste jongeren in jeugdhulp kwamen uit Amsterdam (21 duizend), Den Haag (15 duizend), Utrecht (13 duizend) en Rotterdam (12 duizend). Echter, wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de jongeren met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren in de gemeente, dan blijkt dat in de gemeenten Tiel en Terneuzen meer dan 20 procent van de jongeren tot 18 jaar jeugdhulp kreeg (zie figuur 1.7.1). De gemeenten Weert en Nissewaard hadden met meer dan 5 procent het hoogste aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp.
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage (gemeente) | 13,73 |
's-Hertogenbosch | 11,96 |
Aa en Hunze | 13,25 |
Aalsmeer | 12,25 |
Aalten | 12,59 |
Achtkarspelen | 12,37 |
Alblasserdam | 14,43 |
Albrandswaard | 8,14 |
Alkmaar | 14,03 |
Almelo | 14,34 |
Almere | 12,81 |
Alphen aan den Rijn | 13,94 |
Alphen-Chaam | 11,14 |
Altena | 11,83 |
Ameland | 11,03 |
Amersfoort | 12,42 |
Amstelveen | 11,16 |
Amsterdam | 13,41 |
Apeldoorn | 13,44 |
Arnhem | 13,91 |
Assen | 17,51 |
Asten | 10,9 |
Baarle-Nassau | 9,52 |
Baarn | 12,06 |
Barendrecht | 9,34 |
Barneveld | 10,91 |
Beek (L.) | 15,66 |
Beekdaelen | 15,28 |
Beemster | 10,29 |
Beesel | 15,2 |
Berg en Dal | 12,46 |
Bergeijk | 12,7 |
Bergen (L.) | 12,8 |
Bergen (NH.) | 11,4 |
Bergen op Zoom | 16,51 |
Berkelland | 13,31 |
Bernheze | 13,01 |
Best | 13,35 |
Beuningen | 13,94 |
Beverwijk | 13,95 |
Bladel | 11,45 |
Blaricum | 10,97 |
Bloemendaal | 11,14 |
Bodegraven-Reeuwijk | 12,87 |
Boekel | 10,05 |
Borger-Odoorn | 13,84 |
Borne | 11,16 |
Borsele | 12,78 |
Boxmeer | 11,31 |
Boxtel | 11,65 |
Breda | 12,37 |
Brielle | 8,31 |
Bronckhorst | 12,74 |
Brummen | 13,78 |
Brunssum | 17,78 |
Bunnik | 10,39 |
Bunschoten | 12,78 |
Buren | 15,02 |
Capelle aan den IJssel | 13,38 |
Castricum | 10,99 |
Coevorden | 12,11 |
Cranendonck | 11,55 |
Cuijk | 12,37 |
Culemborg | 14,56 |
Dalfsen | 10,63 |
Dantumadiel | 10,98 |
De Bilt | 10,4 |
De Fryske Marren | 9,89 |
De Ronde Venen | 9,24 |
De Wolden | 11,86 |
Delft | 15,76 |
Den Helder | 16,89 |
Deurne | 11,17 |
Deventer | 11,7 |
Diemen | 9,92 |
Dinkelland | 8,38 |
Doesburg | 16,45 |
Doetinchem | 14,79 |
Dongen | 15,57 |
Dordrecht | 15,25 |
Drechterland | 8,12 |
Drimmelen | 15,53 |
Dronten | 12,58 |
Druten | 13 |
Duiven | 14,58 |
Echt-Susteren | 17,39 |
Edam-Volendam | 8,48 |
Ede | 11,15 |
Eemnes | 12,61 |
Eemsdelta | 13,66 |
Eersel | 12,25 |
Eijsden-Margraten | 12,95 |
Eindhoven | 11,45 |
Elburg | 10,85 |
Emmen | 14,49 |
Enkhuizen | 12,58 |
Enschede | 13,53 |
Epe | 11,82 |
Ermelo | 14,18 |
Etten-Leur | 12,72 |
Geertruidenberg | 18,49 |
Geldrop-Mierlo | 15,43 |
Gemert-Bakel | 8,9 |
Gennep | 14,69 |
Gilze en Rijen | 14,18 |
Goeree-Overflakkee | 9,5 |
Goes | 15,17 |
Goirle | 13,4 |
Gooise Meren | 12,4 |
Gorinchem | 12,83 |
Gouda | 16,02 |
Grave | 14,02 |
Groningen (gemeente) | 14,96 |
Gulpen-Wittem | 11,75 |
Haaksbergen | 11,58 |
Haarlem | 11,25 |
Haarlemmermeer | 13,01 |
Halderberge | 13,38 |
Hardenberg | 12,54 |
Harderwijk | 14,91 |
Hardinxveld-Giessendam | 9,98 |
Harlingen | 12,91 |
Hattem | 9,38 |
Heemskerk | 13,45 |
Heemstede | 10,72 |
Heerde | 19,12 |
Heerenveen | 12,46 |
Heerhugowaard | 13,63 |
Heerlen | 17,33 |
Heeze-Leende | 10,97 |
Heiloo | 11,58 |
Hellendoorn | 10,98 |
Hellevoetsluis | 9,88 |
Helmond | 11,68 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 13,13 |
Hengelo (O.) | 13,64 |
Het Hogeland | 15,05 |
Heumen | 12,73 |
Heusden | 14,27 |
Hillegom | 16,43 |
Hilvarenbeek | 10,8 |
Hilversum | 12,32 |
Hoeksche Waard | 12,65 |
Hof van Twente | 11,19 |
Hollands Kroon | 14,11 |
Hoogeveen | 14,24 |
Hoorn | 13,56 |
Horst aan de Maas | 14,2 |
Houten | 11,13 |
Huizen | 13,22 |
Hulst | 15,32 |
IJsselstein | 12,64 |
Kaag en Braassem | 13,85 |
Kampen | 12,39 |
Kapelle | 13,34 |
Katwijk | 11,51 |
Kerkrade | 17,27 |
Koggenland | 11,44 |
Krimpen aan den IJssel | 18,88 |
Krimpenerwaard | 11,95 |
Laarbeek | 9,78 |
Landerd | 10,91 |
Landgraaf | 14,92 |
Landsmeer | 10,84 |
Langedijk | 11,31 |
Lansingerland | 9,42 |
Laren (NH.) | 11,23 |
Leeuwarden | 16,17 |
Leiden | 17,58 |
Leiderdorp | 16,09 |
Leidschendam-Voorburg | 12,97 |
Lelystad | 11,91 |
Leudal | 15,69 |
Leusden | 10,76 |
Lingewaard | 14,8 |
Lisse | 14,34 |
Lochem | 11,84 |
Loon op Zand | 13,07 |
Lopik | 9,54 |
Losser | 11,59 |
Maasdriel | 12,98 |
Maasgouw | 14,56 |
Maassluis | 7,4 |
Maastricht | 17,59 |
Medemblik | 11,65 |
Meerssen | 15,02 |
Meierijstad | 12,38 |
Meppel | 14,22 |
Middelburg (Z.) | 13,84 |
Midden-Delfland | 8,14 |
Midden-Drenthe | 13,41 |
Midden-Groningen | 16,12 |
Mill en Sint Hubert | 10,74 |
Moerdijk | 16,09 |
Molenlanden | 12,65 |
Montferland | 14,29 |
Montfoort | 9,06 |
Mook en Middelaar | 11 |
Neder-Betuwe | 12,55 |
Nederweert | 14,39 |
Nieuwegein | 13,12 |
Nieuwkoop | 10,86 |
Nijkerk | 12,57 |
Nijmegen | 12,92 |
Nissewaard | 13,95 |
Noardeast-Frysl�n | 11,28 |
Noord-Beveland | 11,01 |
Noordenveld | 12,46 |
Noordoostpolder | 10,3 |
Noordwijk | 15,42 |
Nuenen, Gerwen en Nederwet | 10,66 |
Nunspeet | 10,73 |
Oegstgeest | 13,93 |
Oirschot | 11,53 |
Oisterwijk | 11,97 |
Oldambt | 15,87 |
Oldebroek | 10,84 |
Oldenzaal | 11,11 |
Olst-Wijhe | 10,64 |
Ommen | 11,64 |
Oost Gelre | 15,53 |
Oosterhout | 14,19 |
Ooststellingwerf | 13,62 |
Oostzaan | 9,14 |
Opmeer | 8,82 |
Opsterland | 11,77 |
Oss | 16,58 |
Oude IJsselstreek | 15,99 |
Ouder-Amstel | 11,25 |
Oudewater | 9,78 |
Overbetuwe | 12,78 |
Papendrecht | 15,76 |
Peel en Maas | 11,43 |
Pekela | 15,49 |
Pijnacker-Nootdorp | 10,86 |
Purmerend | 12,11 |
Putten | 12,5 |
Raalte | 7,17 |
Reimerswaal | 10,79 |
Renkum | 15,25 |
Renswoude | 8,63 |
Reusel-De Mierden | 10,45 |
Rheden | 14,88 |
Rhenen | 9,89 |
Ridderkerk | 10,14 |
Rijssen-Holten | 12,68 |
Rijswijk (ZH.) | 12,65 |
Roerdalen | 16,01 |
Roermond | 15,3 |
Roosendaal | 14,31 |
Rotterdam | 8,79 |
Rozendaal | 9,98 |
Rucphen | 15,24 |
Schagen | 11,68 |
Scherpenzeel | 10,87 |
Schiedam | 7,13 |
Schiermonnikoog | 8,85 |
Schouwen-Duiveland | 12,6 |
Simpelveld | 13,25 |
Sint Anthonis | 10,28 |
Sint-Michielsgestel | 9,74 |
Sittard-Geleen | 17,8 |
Sliedrecht | 16,17 |
Sluis | 12,73 |
Smallingerland | 14,81 |
Soest | 12,01 |
Someren | 10 |
Son en Breugel | 12,48 |
Stadskanaal | 14,97 |
Staphorst | 6,44 |
Stede Broec | 13,63 |
Steenbergen | 14,22 |
Steenwijkerland | 12,12 |
Stein (L.) | 15,38 |
Stichtse Vecht | 11,11 |
S�dwest-Frysl�n | 12,41 |
Terneuzen | 20,55 |
Terschelling | 14,33 |
Texel | 14,27 |
Teylingen | 15,39 |
Tholen | 12,79 |
Tiel | 23,96 |
Tilburg | 13,94 |
Tubbergen | 9,09 |
Twenterand | 13,19 |
Tynaarlo | 11,83 |
Tytsjerksteradiel | 11,53 |
Uden | 12,05 |
Uitgeest | 10,23 |
Uithoorn | 13,71 |
Urk | 7,96 |
Utrecht (gemeente) | 16,18 |
Utrechtse Heuvelrug | 12,57 |
Vaals | 12,84 |
Valkenburg aan de Geul | 15,99 |
Valkenswaard | 11,81 |
Veendam | 18,83 |
Veenendaal | 17,4 |
Veere | 10,21 |
Veldhoven | 13,3 |
Velsen | 14,07 |
Venlo | 12,57 |
Venray | 12 |
Vijfheerenlanden | 10,81 |
Vlaardingen | 8,32 |
Vlieland | 6,62 |
Vlissingen | 15,6 |
Voerendaal | 8,1 |
Voorschoten | 12,97 |
Voorst | 11,1 |
Vught | 10,66 |
Waadhoeke | 11,9 |
Waalre | 12 |
Waalwijk | 15,17 |
Waddinxveen | 12,02 |
Wageningen | 13,67 |
Wassenaar | 10,57 |
Waterland | 11,09 |
Weert | 14,91 |
Weesp | 8,55 |
West Betuwe | 13,35 |
West Maas en Waal | 13,02 |
Westerkwartier | 13,73 |
Westerveld | 13,47 |
Westervoort | 16,97 |
Westerwolde | 11,95 |
Westland | 11,36 |
Weststellingwerf | 11,59 |
Westvoorne | 6,66 |
Wierden | 9,58 |
Wijchen | 13,53 |
Wijdemeren | 12,01 |
Wijk bij Duurstede | 13,22 |
Winterswijk | 14,48 |
Woensdrecht | 14,56 |
Woerden | 10,91 |
Wormerland | 8,73 |
Woudenberg | 10,16 |
Zaanstad | 10,41 |
Zaltbommel | 14,42 |
Zandvoort | 10,92 |
Zeewolde | 15,65 |
Zeist | 14,47 |
Zevenaar | 15,42 |
Zoetermeer | 15,15 |
Zoeterwoude | 15,48 |
Zuidplas | 12,19 |
Zundert | 10,75 |
Zutphen | 16,58 |
Zwartewaterland | 9,53 |
Zwijndrecht | 16,82 |
Zwolle | 12,23 |
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage (gemeente) | 1,1 |
's-Hertogenbosch | 0,73 |
Aa en Hunze | 3,02 |
Aalsmeer | 0,8 |
Aalten | 1,65 |
Achtkarspelen | 0,87 |
Alblasserdam | 1,62 |
Albrandswaard | 0 |
Alkmaar | 1,25 |
Almelo | 1,62 |
Almere | 1,31 |
Alphen aan den Rijn | 1,74 |
Alphen-Chaam | 0 |
Altena | 0,56 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 1,17 |
Amstelveen | 0,81 |
Amsterdam | 2,03 |
Apeldoorn | 0,98 |
Arnhem | 1,29 |
Assen | 3,54 |
Asten | 0 |
Baarle-Nassau | 0 |
Baarn | 1,71 |
Barendrecht | 0,46 |
Barneveld | 0,85 |
Beek (L.) | 0 |
Beekdaelen | 0,55 |
Beemster | 0 |
Beesel | 1,98 |
Berg en Dal | 1,05 |
Bergeijk | 3,94 |
Bergen (L.) | 0 |
Bergen (NH.) | 0,63 |
Bergen op Zoom | 1,46 |
Berkelland | 0,77 |
Bernheze | 0 |
Best | 3,38 |
Beuningen | 0,98 |
Beverwijk | 1,29 |
Bladel | 2,45 |
Blaricum | 0 |
Bloemendaal | 0,86 |
Bodegraven-Reeuwijk | 1,17 |
Boekel | 0 |
Borger-Odoorn | 3,27 |
Borne | 0,78 |
Borsele | 0 |
Boxmeer | 0,56 |
Boxtel | 0,77 |
Breda | 0,57 |
Brielle | 0 |
Bronckhorst | 1,14 |
Brummen | 0,87 |
Brunssum | 1,45 |
Bunnik | 1,9 |
Bunschoten | 0 |
Buren | 1,58 |
Capelle aan den IJssel | 1,98 |
Castricum | 0,47 |
Coevorden | 2,18 |
Cranendonck | 3,89 |
Cuijk | 0,66 |
Culemborg | 0,89 |
Dalfsen | 0,55 |
Dantumadiel | 0,85 |
De Bilt | 1,15 |
De Fryske Marren | 0,51 |
De Ronde Venen | 0,57 |
De Wolden | 2,35 |
Delft | 0,98 |
Den Helder | 2,29 |
Deurne | 0,78 |
Deventer | 0,73 |
Diemen | 0,92 |
Dinkelland | 0,56 |
Doesburg | 0 |
Doetinchem | 1,14 |
Dongen | 0 |
Dordrecht | 1,55 |
Drechterland | 0 |
Drimmelen | 0,63 |
Dronten | 1,04 |
Druten | 0 |
Duiven | 0,91 |
Echt-Susteren | 2,52 |
Edam-Volendam | 0,64 |
Ede | 0,81 |
Eemnes | 0 |
Eemsdelta | 1,43 |
Eersel | 2,37 |
Eijsden-Margraten | 0,75 |
Eindhoven | 2,74 |
Elburg | 0,97 |
Emmen | 2,78 |
Enkhuizen | 1,04 |
Enschede | 0,93 |
Epe | 1,05 |
Ermelo | 1,23 |
Etten-Leur | 1,3 |
Geertruidenberg | 0,84 |
Geldrop-Mierlo | 2,21 |
Gemert-Bakel | 0 |
Gennep | 0 |
Gilze en Rijen | 0 |
Goeree-Overflakkee | 0,68 |
Goes | 1,14 |
Goirle | 0,84 |
Gooise Meren | 1,24 |
Gorinchem | 1,32 |
Gouda | 1,15 |
Grave | 0 |
Groningen (gemeente) | 0,74 |
Gulpen-Wittem | 0 |
Haaksbergen | 0,7 |
Haarlem | 1,94 |
Haarlemmermeer | 0,9 |
Halderberge | 1,16 |
Hardenberg | 0,87 |
Harderwijk | 0,86 |
Hardinxveld-Giessendam | 1,67 |
Harlingen | 0 |
Hattem | 0 |
Heemskerk | 1,1 |
Heemstede | 1,67 |
Heerde | 2,42 |
Heerenveen | 1,02 |
Heerhugowaard | 0,98 |
Heerlen | 1,21 |
Heeze-Leende | 2,75 |
Heiloo | 1,12 |
Hellendoorn | 0,46 |
Hellevoetsluis | 0,95 |
Helmond | 0,7 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0,55 |
Hengelo (O.) | 0,98 |
Het Hogeland | 1,49 |
Heumen | 0 |
Heusden | 1,37 |
Hillegom | 0 |
Hilvarenbeek | 0 |
Hilversum | 1,27 |
Hoeksche Waard | 0,79 |
Hof van Twente | 0,48 |
Hollands Kroon | 1,44 |
Hoogeveen | 3,38 |
Hoorn | 1,13 |
Horst aan de Maas | 0,77 |
Houten | 0,99 |
Huizen | 1,58 |
Hulst | 0,79 |
IJsselstein | 1,38 |
Kaag en Braassem | 4,25 |
Kampen | 0,97 |
Kapelle | 0 |
Katwijk | 1,09 |
Kerkrade | 1,21 |
Koggenland | 0,97 |
Krimpen aan den IJssel | 1,94 |
Krimpenerwaard | 0,84 |
Laarbeek | 0 |
Landerd | 0 |
Landgraaf | 1,95 |
Landsmeer | 1,5 |
Langedijk | 0,87 |
Lansingerland | 0,68 |
Laren (NH.) | 0 |
Leeuwarden | 1,23 |
Leiden | 0,98 |
Leiderdorp | 1,59 |
Leidschendam-Voorburg | 1,12 |
Lelystad | 1,48 |
Leudal | 4,7 |
Leusden | 0,9 |
Lingewaard | 0,54 |
Lisse | 1,97 |
Lochem | 0,58 |
Loon op Zand | 0,8 |
Lopik | 1,86 |
Losser | 0 |
Maasdriel | 0 |
Maasgouw | 3,19 |
Maassluis | 1,12 |
Maastricht | 0,48 |
Medemblik | 0,92 |
Meerssen | 1,09 |
Meierijstad | 0,6 |
Meppel | 3,7 |
Middelburg (Z.) | 1,91 |
Midden-Delfland | 1,6 |
Midden-Drenthe | 2,83 |
Midden-Groningen | 1,44 |
Mill en Sint Hubert | 0 |
Moerdijk | 0,96 |
Molenlanden | 1,09 |
Montferland | 0,92 |
Montfoort | 1,08 |
Mook en Middelaar | 0 |
Neder-Betuwe | 1,75 |
Nederweert | 3,05 |
Nieuwegein | 2,21 |
Nieuwkoop | 0,57 |
Nijkerk | 0,74 |
Nijmegen | 0,87 |
Nissewaard | 5,03 |
Noardeast-Frysl�n | 1,3 |
Noord-Beveland | 0 |
Noordenveld | 2,3 |
Noordoostpolder | 1,02 |
Noordwijk | 1,61 |
Nuenen, Gerwen en Nederwet | 3,63 |
Nunspeet | 0,85 |
Oegstgeest | 1,93 |
Oirschot | 1,69 |
Oisterwijk | 0 |
Oldambt | 1,49 |
Oldebroek | 0 |
Oldenzaal | 0,84 |
Olst-Wijhe | 0 |
Ommen | 0,95 |
Oost Gelre | 1,68 |
Oosterhout | 0,66 |
Ooststellingwerf | 1,09 |
Oostzaan | 0 |
Opmeer | 0 |
Opsterland | 1,69 |
Oss | 0,87 |
Oude IJsselstreek | 0,84 |
Ouder-Amstel | 1,2 |
Oudewater | 0 |
Overbetuwe | 0,88 |
Papendrecht | 1,03 |
Peel en Maas | 1,22 |
Pekela | 0 |
Pijnacker-Nootdorp | 1,11 |
Purmerend | 1,04 |
Putten | 1 |
Raalte | 0,67 |
Reimerswaal | 1,02 |
Renkum | 1,45 |
Renswoude | 0 |
Reusel-De Mierden | 2,23 |
Rheden | 1,02 |
Rhenen | 0 |
Ridderkerk | 1,2 |
Rijssen-Holten | 0,99 |
Rijswijk (ZH.) | 1 |
Roerdalen | 2,48 |
Roermond | 3,98 |
Roosendaal | 1,64 |
Rotterdam | 2,1 |
Rozendaal | 0 |
Rucphen | 2,12 |
Schagen | 1,24 |
Scherpenzeel | 0 |
Schiedam | 1,07 |
Schiermonnikoog | 0 |
Schouwen-Duiveland | 0,58 |
Simpelveld | 0 |
Sint Anthonis | 0 |
Sint-Michielsgestel | 0 |
Sittard-Geleen | 0,91 |
Sliedrecht | 0,66 |
Sluis | 1,45 |
Smallingerland | 1,78 |
Soest | 0,93 |
Someren | 0,86 |
Son en Breugel | 3,54 |
Stadskanaal | 1,11 |
Staphorst | 0,76 |
Stede Broec | 0,76 |
Steenbergen | 1,51 |
Steenwijkerland | 0,76 |
Stein (L.) | 0 |
Stichtse Vecht | 1,29 |
S�dwest-Frysl�n | 1,44 |
Terneuzen | 2 |
Terschelling | 0 |
Texel | 2,92 |
Teylingen | 2,55 |
Tholen | 0,62 |
Tiel | 2,4 |
Tilburg | 0,63 |
Tubbergen | 0,63 |
Twenterand | 1,12 |
Tynaarlo | 1,89 |
Tytsjerksteradiel | 1,32 |
Uden | 0,41 |
Uitgeest | 0 |
Uithoorn | 1,11 |
Urk | 0,58 |
Utrecht (gemeente) | 4,68 |
Utrechtse Heuvelrug | 1,97 |
Vaals | 0 |
Valkenburg aan de Geul | 0 |
Valkenswaard | 3,32 |
Veendam | 1,92 |
Veenendaal | 1,64 |
Veere | 0,82 |
Veldhoven | 2,87 |
Velsen | 1,8 |
Venlo | 1,53 |
Venray | 0,37 |
Vijfheerenlanden | 1 |
Vlaardingen | 1,14 |
Vlieland | 0 |
Vlissingen | 1,18 |
Voerendaal | 0 |
Voorschoten | 2,2 |
Voorst | 1,82 |
Vught | 0 |
Waadhoeke | 1,51 |
Waalre | 1,66 |
Waalwijk | 0,75 |
Waddinxveen | 0,89 |
Wageningen | 0,2 |
Wassenaar | 1,32 |
Waterland | 1,08 |
Weert | 5,34 |
Weesp | 0 |
West Betuwe | 0,91 |
West Maas en Waal | 0 |
Westerkwartier | 1,09 |
Westerveld | 2,46 |
Westervoort | 0 |
Westerwolde | 1,1 |
Westland | 1,23 |
Weststellingwerf | 0 |
Westvoorne | 0 |
Wierden | 1 |
Wijchen | 1,01 |
Wijdemeren | 0 |
Wijk bij Duurstede | 2,5 |
Winterswijk | 1,47 |
Woensdrecht | 1,29 |
Woerden | 1,22 |
Wormerland | 0 |
Woudenberg | 2,29 |
Zaanstad | 1,14 |
Zaltbommel | 4,1 |
Zandvoort | 0 |
Zeewolde | 0,97 |
Zeist | 2,17 |
Zevenaar | 0,85 |
Zoetermeer | 0,84 |
Zoeterwoude | 0 |
Zuidplas | 0,93 |
Zundert | 1,16 |
Zutphen | 1,25 |
Zwartewaterland | 0,64 |
Zwijndrecht | 1,45 |
Zwolle | 0,94 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 14,28 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 12,73 |
Amsterdam-Amstelland | 13,01 |
CentraalGelderland | 14,32 |
Drenthe | 14,07 |
Eemland | 12,1 |
Flevoland | 12,14 |
FoodValley | 12,42 |
Friesland(Fryslân) | 12,87 |
GooienVechtstreek | 12,04 |
Groningen | 14,95 |
Haaglanden | 13,32 |
Haarlemmermeer | 13,01 |
HollandRijnland | 14,57 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 13,88 |
IJsselland | 11,32 |
KopvanNoord-Holland | 14,34 |
Lekstroom | 11,69 |
Midden-Brabant | 13,77 |
Midden-LimburgOost | 15,78 |
Midden-LimburgWest | 15,08 |
MiddenHolland | 13,33 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 13,57 |
Noord-Limburg | 12,82 |
Noord-Veluwe | 12,66 |
NoordoostBrabant | 12,48 |
RijkvanNijmegen | 13 |
Rijnmond | 9,56 |
Rivierenland | 15,31 |
Twente | 12,39 |
UtrechtStad | 16,18 |
UtrechtWest | 10,4 |
WestBrabantOost | 13,17 |
WestBrabantWest | 14,5 |
WestFriesland | 12,1 |
Zaanstreek-Waterland | 10,52 |
Zeeland | 14,3 |
Zuid-HollandZuid | 14,1 |
Zuid-Limburg | 16,24 |
ZuidKennemerland | 11,16 |
Zuidoost-Brabant | 11,72 |
ZuidoostUtrecht | 12,62 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 1,15 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 0,99 |
Amsterdam-Amstelland | 1,81 |
CentraalGelderland | 0,91 |
Drenthe | 2,92 |
Eemland | 1,15 |
Flevoland | 1,22 |
FoodValley | 0,96 |
Friesland(Fryslân) | 1,18 |
GooienVechtstreek | 1,11 |
Groningen | 1 |
Haaglanden | 1,1 |
Haarlemmermeer | 0,9 |
HollandRijnland | 1,48 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 1,48 |
IJsselland | 0,79 |
KopvanNoord-Holland | 1,76 |
Lekstroom | 1,49 |
Midden-Brabant | 0,69 |
Midden-LimburgOost | 3,29 |
Midden-LimburgWest | 4,81 |
MiddenHolland | 1,01 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 1,1 |
Noord-Limburg | 1,09 |
Noord-Veluwe | 0,93 |
NoordoostBrabant | 0,59 |
RijkvanNijmegen | 0,84 |
Rijnmond | 1,84 |
Rivierenland | 1,64 |
Twente | 0,9 |
UtrechtStad | 4,68 |
UtrechtWest | 1,05 |
WestBrabantOost | 0,6 |
WestBrabantWest | 1,42 |
WestFriesland | 0,93 |
Zaanstreek-Waterland | 1,01 |
Zeeland | 1,12 |
Zuid-HollandZuid | 1,17 |
Zuid-Limburg | 0,79 |
ZuidKennemerland | 1,75 |
Zuidoost-Brabant | 2,25 |
ZuidoostUtrecht | 1,94 |
In relatie tot de bevolkingsomvang van de gemeente, werd de meeste jeugdhulp verleend in gemeenten met 100 tot 150 duizend inwoners (tabel 1.7.5). Van de jongeren tot en met 17 jaar uit die gemeenten ontving 14 procent jeugdhulp. Het percentage jongeren van 18 tot en met 22 jaar met jeugdhulp was het hoogst in de vier grote steden met meer dan 250 duizend inwoners.
% van het totale aantal personen van 0 tot en met 17 jaar | % van het totale aantal personen van 18 tot en met 22 jaar | |
---|---|---|
Totaal Nederland | 12,94 | 1,39 |
Gemeenten met minder dan 5 000 inwoners | 11,40 | . |
Gemeenten met 5 000 tot 10 000 inwoners | 11,16 | 0,87 |
Gemeenten met 10 000 tot 20 000 inwoners | 11,56 | 1,16 |
Gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners | 12,91 | 1,21 |
Gemeenten met 50 000 tot 100 000 inwoners | 13,18 | 1,43 |
Gemeenten met 100 000 tot 150 000 inwoners | 14,05 | 1,14 |
Gemeenten met 150 000 tot 250 000 inwoners | 12,75 | 1,12 |
Gemeenten met 250 000 inwoners of meer | 12,67 | 2,29 |
Bron: CBS. |
5) Volgens het woonplaatsbeginsel. Zie.