3. Afgestudeerden met een beperking
Voor het onderzoek is de vraag opgenomen of men één of meer fysieke of psychische aandoening(en) of ziekte(s) heeft. Iets meer dan een kwart van de afgestudeerden gaf aan dat dat het geval was. Chronische aandoeningen of ziektes worden het meest genoemd door afgestudeerden, gevolgd door dyslexie, dyscalculie of taalontwikkelingsstoornissen en psychische aandoeningen.
Van degenen die aangaven een fysieke of psychische aandoening of ziekte te hebben, hadden 9 op de 10 een vastgestelde diagnose. Dat een diagnose is vastgesteld, komt vaker voor onder degenen die aangeven dat ze een chronische aandoening of ziekte hebben dan onder degenen die aangeven ADHD, ADD of concentratieproblemen te hebben.
Gediagnosticeerd | Niet gediagnosticeerd | |
---|---|---|
Chronische aandoening of ziekte | 7,9 | 0,4 |
Dyslexie, dyscalculie of een taalontwikkelingsstoornis | 7,3 | 0,8 |
Psychische aandoening | 5,1 | 1,2 |
ADHD, ADD of concentratieproblemen | 4,6 | 1,4 |
Autisme spectrum stoornis (ASS) | 1,5 | 0,2 |
Beperking in zien, horen, bewegen of spreken | 1 | 0,2 |
Andere aandoening | 1,6 | 0,3 |
Voor bijna een op de vijf van de afgestudeerden met een aandoening of ziekte belemmerde hun beperking hen ook in hun dagelijkse bezigheden. Dit geldt voor vrouwen vaker dan voor mannen. Of het mensen belemmert verschilt ook per type aandoening of ziekte. Zo geeft 44 procent van degenen met een psychische aandoening aan dat het hen belemmert in hun dagelijkse bezigheden. En onder degenen met ADHD, ADD of concentratieproblemen is dat 27 procent. Dit aandeel dat zich belemmerd voelt in hun dagelijkse bezigheden is met bijna 7 procent het kleinste onder degenen die aangeven dyslexie, dyscalculie of een taalontwikkelingsstoornis te hebben.
Iets meer dan een kwart van de afgestudeerden met een ziekte of aandoening gaf aan dat deze aandoening of ziekte hen redelijk veel of heel veel belemmerde bij hun studie. Dit geldt voor bijna de helft van de afgestudeerden met ADHD, ADD of concentratieproblemen (49 procent) en van degenen met een psychische aandoening (47 procent).
Bijna een kwart van de afgestudeerden had werk en een belemmering. Ruim 10 procent van die werkenden met een belemmering gaf aan dat hun beperking hen (redelijk of heel) veel hinderde bij het uitvoeren van hun werk.
Dagelijkse bezigheden | Studie | Werk | |
---|---|---|---|
Totaal | 18,6 | 26,2 | 10,4 |
ADHD, ADD of concentratieproblemen | 27,4 | 48,6 | 19,5 |
Autisme spectrum stoornis | 13,5 | 23,4 | 13,1 |
Dyslexie, dyscalculie of een taalontwikkelingsstoornis | 6,8 | 21,9 | 5 |
Beperking in zien, horen, bewegen of spreken | 12 | 14,9 | |
Chronische aandoening of ziekte | 18,5 | 18,5 | 8,2 |
Psychische aandoening | 44,2 | 46,7 | 22 |
Andere aandoening of ziekte | 17 | 16,7 |