1. Inleiding
Het CBS brengt met het onderzoek Learning Mobility jaarlijks de studiepuntenmobiliteit in het hoger onderwijs in beeld. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van de zogeheten UOE verordening. In 2021 heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan dit onderzoek een aantal vragen laten toevoegen. Het doel daarvan is inzicht te krijgen in kansengelijkheid in het hoger onderwijs. Meer specifiek gaat het om de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt van recent afgestudeerden in het hoger onderwijs, waarbij in de eerste plaats onderscheid gemaakt wordt naar het hebben van een beperking. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt naar migratieachtergrond en het hoogst behaalde onderwijsniveau van de ouders.
De doelpopulatie bestond in 2021 uit alle afgestudeerden aan het hoger onderwijs in Nederland met ISCED niveau 5, 6 of 7 in het studiejaar 2019/’20. Gegevens over deze afgestudeerden worden door DUO aan het CBS geleverd. Afgestudeerden uit studiejaar 2019/’20 die niet (meer) in Nederland wonen, behoren volgens de verordening ook tot de doelgroep. Omdat deze personen niet in het BRP staan ingeschreven, kunnen ze niet door het CBS benaderd worden. Een tweede groep die buiten beschouwing wordt gelaten, zijn degenen die hun promotie (ISCED niveau 8) hebben afgerond. Die gegevens worden 5-jaarlijks opgeleverd op basis van het onderzoek dat het CBS onder gepromoveerden uitvoert.
In dit rapport wordt eerst ingegaan op afgestudeerden met een beperking. Om hoeveel procent van de studenten gaat het en in hoeverre belemmert hun beperking hen? Vervolgens wordt ingegaan op de vervolgopleiding en de positie op de arbeidsmarkt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar degenen met en zonder beperking en daarnaast naar migratieachtergrond en het hoogst behaalde onderwijsniveau van de ouder(s).